Kalfsmerg…

ossobuco

Zelden heb ik ergens last van bij het schrijven. Het proces gaat doorgaans langzaam, maar eenmaal bezig rolt er altijd wel wat leesbaars uit. Meestal is de kwaliteit aardig doorsnee, een enkele keer val ik van mijn stoel van verbazing, bewondering en eigendunk. Ik moet wel opletten om niet voortdurend in superlatieven te vervallen. Het staat zo lullig, dat hemel-hoog prijzen. En het klinkt ongeloofwaardig ook. Maar soms moet het lezer, soms moet het…

Een kalfsschenkel heeft een bot, en dat bot bevat merg. Je krijgt het er gratis en voor niks bij. En dat is mooi meegenomen, want niets is lekkerder dan een sneetje wit brood met goeie boter en een hompje merg. Echt waar! Men mag mij er ‘s nachts voor uit bed porren, ik wil er gaarne een stuk voor omfietsen en ook ben ik niet te beroerd om derden hun deel afhandig te maken onder valse voorwendselen. Zo lekker vind ik dat!

Terwijl ik dit stukje uit de computer zit te rammelen besef ik dat ik iets dergelijks al eerder schreef. Ik zoek het op en er blijkt zo’n superlatievenartikel  te staan op 2 januari 2009. Enfin, lees het zelf maar na.

© paul

Hoe kalfsschenkel ossobuco wordt…

ossobuco

Ik had de kalfsschenkels gisteren ochtend al uit de vriezer gehaald, vandaag moest er dus écht iets mee gedaan worden. Al mijn andere plannetjes ten spijt werd het Ossebuco naar Ministerie’s beproefd recept. Omdat het alweer even geleden is dat het recept op dit web-log stond schrijf ik het nog maar een keer op.

  • 2 kalfsschenkels,
  • bloem,
  • boter of olie,
  • 1 ui,
  • 2 middelgrote winterwortelen,
  • 2 stangen bleekselderij,
  • 2 fijngehakte tenen knoflook,
  • 200 gram fijngehakte tomaten,
  • 1 glas witte wijn,
  • beetje bouillon,
  • tomatenpuree,
  • peterselie,
  • geraspte citroenschil
  • peper en zout.

Dep de schenkels droog en snijd ze aan twee kanten op de rand in tot op het vlees. Bestuif de schenkels met wat bloem en bak ze daarna aan weerskanten mooi bruin. Fruit in een stoofpan de ui en knoflook glazig. Voeg daarna de in fijne dobbelsteentjes gehakte bleekselderie en de wortel toe en laat het geheel even bakken. Voeg de fijngehakte tomaten toe en laat alles even aan de kook komen. Leg het vlees op de groenten, schud het glas wijn erbij en eventueel een beetje bouillon. Nu de deksel op de pan en het geheel mag anderhalf à twee uur zachtjes stoven. Hak peterselie en vermeng die met geraspte citroenschil.

Leg de schenkels op de borden, schik er de groenten omheen en bestrooi dat met de gremolada van citroenrasp en peterselie. Dien op met goed brood.

© paul

Runderstoofvlees met penne…

runderstoofvlees met penne

Ik zit al twee dagen met een pak zakdoeken aan de keukentafel te denken wat ik nu echt lekker zou vinden…Maar er is op dit moment eigenlijk niets waar ik zin in heb. Een boek lezen lukt zelfs niet, snuf, snuf, snotter, nieuwe zakdoek…Waar is dat Vicks ding?

Een flinke verkoudheid legt een fors deel van je smaakpapillen lam en “geen zin in eten” doet de rest wat mij betreft.

Ik kon gisteren nog net bedenken dat ik maar een flinke stoofpot van het een of ander zou moeten maken, lekker pittig, veel pepers en veel knoflook. Genoeg voor zeker twee dagen.

Een stoofpot van rundvlees met tomaten en olijven. Pepers, basilicum en oregano, een beetje zon in de winterkeuken.

  • Voor vier personen:
  • een beetje olijfolie
  • 1000 gram rundvlees, liefst ‘sucadelappen ‘ , in grove dobbelsten gesneden
  • 1 flinke ui, fijngesneden
  • 1 rode peper, zaad verwijderen en het vruchtvlees heel fijnsnijden
  • 4 teentjes knoflook, geplet en fijngesneden
  • 1 glas rode wijn
  • 1 blik tomatenstukjes (of in het seizoen, verse tomaten)
  • 1 kleine winterwortel, in klein blokjes gesneden
  • 2 stengels bleekselderij, in fijne blokes gesneden
  • oregano
  • laurierblad, wat rozemarijn
  • een handjevol mooie zwarte olijven
  • peper en zout
  • Basilicum en peterselie

Verwarm de olijfolie en fruit daarin de ui en de knoflook even zachtjes aan. Schep alles uit de pan en bak dan in dezelfde pan de dobbelsteentjes vlees rondom bruin. Voeg ui en knoflook weer toe. Doe de stukjes wortel en selderij erbij en schep ze even om en om. Voeg de wijn en tomatenstukjes toe en de kruiden. Sluit de pan en laat alles nu zeker 3 uur heel zachtjes stoven. Roer en proef af en toe en voeg de olijven toe. Misschien moet je er ook nog wat bouillon bij doen. Roer er vlak voor het opdienen nog wat versgehakte peterselie en basilicum door. Serveer met een ‘korte pasta’, bijvoorbeeld penne.

Wij aten een stukje kaas toe. Een Munsterkaasje van rauwe melk; heerlijk met een paar kummelzaadjes.

Kopje espresso toe!

© ellen.

Goulaschsoep voor vééél mensen…

carnaval zondag soep voor veeeel mensen

Behalve ladingen, al dan niet, groen bier, moet er natuurlijk ook gegeten worden. Op Het Ministerie eten we soep en broodjes deze dagen. Stevige maaltijdsoep, voor veel mensen. De traditie wil dat onze vrienden, hun kinderen en aanhang hier soep eten. Zo tegen zeven uur ‘savonds rapen wij het gezelschap bij elkaar en verlaten we het feestgedruis om te gaan eten en wat uit te rusten. Hoewel, rustig is dat niet echt. Zondag telden we 31 gasten in totaal.

Anita bracht een pan kerriesoep mee. Het recept beschreef ik al eens. Goed voor zo’n 6 liter soep.

Zaterdag maakte ik goulaschsoep, recept voor ongeveer 8 liter soep:

  • 2500 gram rundvlees (sucadestuk is prima) in stukjes gesneden
  • 4 grote uien fijngesneden
  • 3 rode paprika’s, in stukjes
  • 1 rode peper in fijne reepjes
  • 2 winterwortelen in blokjes gesneden
  • 4 stengels bleekselderij
  • 2 eetlepels paprikapoeder
  • 1 eetlepel kummel
  • wat olie
  • water
  • peper en zout
  • 1500 gram aardappelen in kleine blokjes gesneden

Bak het vlees in porties rondom bruin. Bak in een grote pan de uien lichtbruin en voeg daarbij de porties aangebraden vlees. Voeg dan het paprikapoeder en de kummel toe en roer alles goed om. Dan de rest van de groenten erbij en de pan afvullen met water. Laat de soep op een zacht vuurtje trekken tot het vlees gaar is. Voeg dan de aardappelblokjes toe en wat zout. Als de aardappels gaar zijn nog even proeven en eventueel wat zout en peper toevoegen.

De kerriesoep ging zondag helemaal op. Van de goulaschsoep bleef een beetje over. Dat gebruikte ik de volgende dag als basis voor een flinke pan minestronesoep.

carnaval zondag 006

© ellen.

Kalfskarbonade met citroensaus…

kalfskarbonade met citroensaus

Ik maakte gisteren avond een zuurkoolschoteltje, uit de oven. De foto’s zijn echter niks geworden, dus ik grijp maar terug op een maaltijd van vóór het weekend. Kalfskarbonade met citroensaus. Het recept is niet zo moeilijk na te koken, maar ik heb het échte werk toch maar wijselijk aan Ellen over gelaten.

Bak de kalfskarbonaden aan beide kanten mooi bruin. Bak het in totaal zo’n 15 minuten (dikke karbonade wat langer), het vlees mag van binnen nog wat rosé zijn. Neem het vlees dan uit de pan en houd het warm.

Bak in dezelfde pan een gesnipperd uitje en een fijngemaakt teentje knoflook in het braadvet. Voeg een kop bouillon toe en roer de aanbaksels goed los van de bodem van de pan. Laat de saus inkoken tot maximaal 1/3 van het oorspronkelijk volume. Klop in een kom 3 eierdooiers los en voeg beetje bij beetje drie eetlepels citroensap toe. Giet dit mengsel bij de ingedikte saus en roer tot je een gladde saus hebt. Een handje gehakte peterselie erdoor en snel opdienen.

Ik geloof dat ik het zo goed beschreven heb, zo niet dan brengt Ellen morgen de verbeteringen aan.

© paul

Rosbief gemarineerd in rode wijnsaus…

rosbief met rode wijn

Ik had na alle stoofpotten met wildzwijn, hazenbouten, konijn en al dat soort winters feesteten zin in gewoon een stuk gebraden of gegrild, liefst rood, vlees. Onze slager had toevallig rosbief in de reclame. Te kiezen uit lapjes, zo dun gesneden dat ik niet zou weten hoe ik die nog smakelijk op tafel zou moeten brengen, of gewoon aan het stuk. Ik koos een mooi stuk van 750 gram en ergens in mijn achterhoofd had ik al een recept bedacht voor dit mooie stuk vlees; “rundvlees in Barolo” *) stond mij vaag bij, dat leek me lekker. Thuisgekomen zocht ik het recept ergens in mijn oude Italiaanse kookboeken en na lang zoeken vond ik het ook maar helaas, in dit recept werd helemaal geen rosbief gebruikt. In dit gerecht werd gewoon een stuk stoofvlees, liefst sucade verwerkt! Vanzelfsprekend wordt het vlees dan lang gestoofd en daar had ik dus geen zin in. Paul houdt niet zo van rosé gebraden rundvlees en verheugde zich alweer op de zoveelste stoofschotel… Er moest dus een compromis bedacht worden! Ik besloot de rosbief toch in de marinade te zetten zoals in het sucade-recept aanbevolen wordt, maar het daarna kort aan te braden en in de oven even verder te laten garen. Het recept geeft aan het vlees 24 uur te laten marineren. Dat deed ik ook, maar toen kwam er bezoek…,we moesten nog even weg… Ik haalde het vlees uit de marinade, droogde het af en zette het nog 12 uur in de koelkast. Ik bewaarde de marinade. Vandaag heb ik het vlees alsnog gebraden. (Ruim een uur voor het braden uit de koelkast halen!)

Ik marineerde het vlees in een bijna passende schaal.

  • Marinade:
  • 1 ui in grove stukken gesneden
  • 2 kleine winterwortels, in kleine blokjes
  • 2 stengels bleekselderij, ook in kleine blokjes
  • 2 laurierbladeren
  • 1 eetlepel jeneverbessen
  • 1 theelepel zwarte peperkorrels
  • rode wijn, zoveel tot het vlees helemaal bedekt is.

Behandel het vlees na het marineren zoals boven beschreven. Het vlees daarna even inwrijven met peper en grof zout en snel aanbraden in geklaarde boter. Dan in een vuurvaste schaal in de oven ongeveer 45 minuten laten garen op 160 graden. Het vlees uit de oven halen en zeker 15 minuten laten rusten.

rosbief met rode wijn

Intussen maakte ik de saus van de marinade. De marinade in een ruime sauspan zachtjes laten koken. Wat bouillon toevoegen en eventueel een kneepje tomatenpuree erbij doen. Als je het vlees gebraden hebt de aanbaksels even losroeren met een beetje water en ook bij de saus voegen. Als de groenten zacht zijn de laurier verwijderen en met de staafmixer de saus pureren. De saus door een grove puntzeef persen en verder op smaak brengen met wat peper en zout. De groenten binden de saus nét genoeg. De saus warmhouden en nog wat laten inkoken.

Snijd het vlees in dunne plakken en serveer met de saus.

Wij aten er wat Rosevalaardappeltjes bij en brocolli. De aardappeltjes bijna gaar koken, afgieten en dan in een ovenschaal schikken. Met grof zout bestrooien en wat takjes rozemarijn ertussen schikken. (de rozemarijn was door het pak sneeuw in de tuin even moeilijk te vinden, maar geurde als altijd na het plukken) Wat olijfolie over de aardappeltjes druppelen en even in de oven laten bruinen.

Ik geef toe, wonderbaarlijke praktijken met een mooi stuk vlees, maar het resultaat was prima! Mooi zacht mals vlees met een geurige smaak van kruiden en rode wijn.

*) natuurlijk heel lekker om een Barolo wijn te nemen voor deze marinade, maar gezien de prijzen van een fles goede Barolo tegenwoordig (mijn oorspronkelijke recept stamt uit Italië, lang geleden) gebruikte ik een goedkopere wijn; een mooie Barbera voldoet volgens mij ook prima maar je zou ook kunnen kiezen voor een eenvoudige Bordeau.

© ellen.

Stoofpotje van kalfsvlees…

stoofpotje van kalfsvlees

Het is natuurlijk wel leuk al die koekjes maar er moet ook nog gewoon gegeten worden. Tijd voor een mooie stoofpot. Kalfsvlees, natuurlijk van een onbesproken kalf dat gewoon fijn in de wei gedarteld heeft. Lekker makkelijk ook, zo’n stoofpot maak je gewoon van te voren. s’avonds even opwarmen, beetje pasta erbij en een salade. Ik was toch in de keuken bezig om een paté te bakken, zo’n stoofpot gaat dan in één moeite door. Over de paté later meer, die staat nu te rusten met een gewicht erop.

  • Neem voor de stoofpot 1 kilo kalfslappen, een beetje doorregen is het lekkerste en snijd die in flinke stukken.
  • 1 ui en 3 teentjes knoflook, fijngesneden
  • wat olijfolie
  • wat boullion
  • 1 ingelegde citroen, alleen de schil gebruiken en in fijne reepjes snijden
  • een beetje foelie
  • oregano
  • zwarte peper en zout
  • wat verse basilicum
  • 1 glas witte wijn
  • wat room

Verhit de olie en bak daarin het vlees mooi bruin. Bak in een andere pan de ui en knoflook even aan en blas af met het glas wittte wijn. Voeg uien en wijn bij het vlees. Doe er de foelie en oregano bij en kruid met peper en zout.Voeg er een scheutje bouillon bij en laat het geheel zo heel zachtjes een uurtje stoven. Doe er dan de partjes citroenschil bijen stoof nog een kwartiertje. Voeg wat room toe en laat met de deksel van de pan even inkoken. Strooi er verse blaadjes basilicum over en dien op met wat kleine pasta en een salade.

kopje espresso toe, met een kerstkoekje natuurlijk!

© ellen.

Boeuf bourguignon…

Boeuf Bourguignon

Het recept is afkomstig van de Oostenrijks-Duitse sterrenkok Sarah Wiener, die het op haar beurt doorgegeven kreeg van de herbergierster Paulette Galin uit het plaatsje Chatenay, een gat in de zuidelijke Bourgogne. Ik wilde dit pracht-gerecht maken voor een groot gezelschap, dus bedacht ik dat het niet geheel overbodig zou zijn om eens te oefenen. Met een kleinere portie, gewoon thuis. Er waren namelijk een aantal zaken waarvan ik me niet zeker was…

In Bourgondië komt alleen vlees van het Charolais rund in aanmerking voor deze stoofpot,ik heb daar alle begrip voor. Maar daar begint dan ook meteen het “gedoe”, ik kan dat vlees hier nu even niet bekomen. Daar komt nog bij dat de Fransen hun beesten anders versnijden dan Nederlandse slachters plegen te doen, dus ook daar moest een oplossing voor gevonden worden.

Ook was het oorspronkelijk recept bedoeld voor een groot gezelschap, zodat ik voor hier thuis een en ander terug moest rekenen naar voor ons te behappen hoeveelheden. Het recept zoals ik het hier geef is berekend op vier personen.

  • 1 kg rundsvlees aan het stuk (b.v. ribstuk van de voorste ribben),
  • 100 gram ontbijtspek,
  • fles rode Bourgogne (Pinot noir),
  • 1 grote ui,
  • 300 gram winterwortel,
  • 4 tenen knoflook,
  • 1 bosje peterselie,
  • 1/2 bosje selderie,
  • ‘n flinke pluk verse tijm, 1 laurierblad,
  • peper en zout,
  • olijfolie.

Dep het brok rundvlees droog en versnijdt het in grove stukken. Snijdt het ontbijtspek in dobbelsteentje en hak de ui in grove stukken. Bak het vlees in een stoofpan in hete olie aan alle kanten bruin en strooi er flink peper en zout over. Bak onderwijl het ontbijtspek uit in een koekepan en doe er de ui bij. Is de ui mooi aangefruit dan kan die samen met het spek bij het vlees gevoegd worden. Schudt een scheutje van de rode wijn in de uienpan en roer de aanbaksels los. Stort dat op het vlees en voeg vervolgens de resterende inhoud van de fles wijn toe. Het vlees mag nagenoeg helemaal onder staan. De tenen knoflook gaan in hun geheel in de pan, en ook het boeketje smaakmakers, de selderie, de helft van de peterselie, de tijm en het laurierblad. Op het zachte vuur van het allerkleinste pitje mag het gerecht nu twee en een half uur stoven. De wortelen worden grof geneden en gaan na die twee en half uur bij het vlees. Nog een half uur doorsmoren en het gerecht afmaken met de resterende fijngehakte peterselie en eventueel wat peper en zout. Het gerecht kan op tafel.

Enige opmerkingen:

  • Het vlees dient écht in grote brokken versneden te worden, in ieder geval zeven bij zeven bij zeven centimer Laat je het echter door je slager doen, dan is de kans groot dat je met te kleine stukjes thuis komt. Wij zijn nu eenmaal niet gewend om met grote brokken vlees te werken.
  • Een kilo vlees is voor de doorsnee stoofpan te veel om in één keer bruin te bakken. Ik gebruikte dan ook twee pannen. Heb je teveel vlees in één keer in je pan, dan zal het niet snel genoeg dichtschroeien, maar vocht gaan verliezen, zodat het al begint te stoven voordat het er eigenlijk aan toe is. En dat wil je niet!
  • De wortelen gaan pas in het laatste stadium van het kookproces bij het gerecht. Ze blijven enigzins gaaf en geven een aangename “bite” aan het gerecht.
  • Mijn saus bleef erg aan de dunne kant, ik vond hem een nét te dun van consistentie (de smaak was voorterffelijk!). Ik heb een minimum aan bindmiddel gebruik (johannesbroodmeel, hetwelk smakeloos is) zodat de saus een heel klein tikje minder vloeibaar werd.
  • Ik serveerde er aardappelen bij, naar voorbeeld van Sarah Wiener. Het gaat als volgt: schil vier grote aardappelen. Kook ze in hun geheel nagenoeg gaar. Leg ze dan 15 minuten op een bakplaat in een voorverwarmde oven bij 180 graden. Er vormt zich een heel dun vliesje om de aardappelen. Wanneer je die bij het gerecht serveert blijven ze in vorm, en verdwijnen niet als kruim in je saus. Met je vork pik je steeds een stukje aardappel af, dat je dan alsnog naar believen kunt prakken. De rest van de aardappel behoudt echter zijn vorm. Je hebt het verdelen van het bijgerecht volkomen in de hand. Een gouden tip…
  • En zoals het gaat bij dit soort klassiekers, er zijn talloze recepten in omloop. Men neemt hele andere stukken vlees, men gebruikt bouillon in combinatie met rode wijn, en soms wortel als bindmiddel, of ook wel raapjes. De aardappelen stoven mee, en de knoflook wordt juist fijn gesnipperd. Ik geef je hier een degelijke basis, verder kun je ermee fantaseren. Maar een fles Bourgogne moet erin. Je kunt best andere wijn gebruiken, maar dan wordt het geen Boeuf Bourguignon…

© paul

Boeuf Bourguignon

Runderstooflapjes met paddenstoelen en rode wijn…

runderstoof met rode wijn en gedroogde boleten

“Ik wil vanavond stoofvlees”,riep Ellen nog toen ze zich ‘s ochtends uit de voeten maakte, op weg naar weer een dag hard labeur. Ik kreeg nog net mee dat ze doelde op een gerecht uit de rubriek De Volkskeuken (Volkskrant), van de hand van Sylvia Witteman.

Witteman beschrijft in dat artikel onder anderen het gebruik van de “slow cooker”, het moderne elektrische equivalent van ons aloude petroleumstelletje. In die slow cooker laat je gerechten heel langzaam garen. Vlees wordt botermals en alle smaakstoffen komen uiteindelijk optimaal tot hun recht, er gaat niets verloren.

Ik heb geen slow cooker, en het petroleumstel verdween in een ver verleden naar een verzamelaar. Ik probeerde dan maar iets dergelijks na te bootsen met een goed afsluitende pan, het kleinste gaspitje en metalen vlamverdeler (afdekplaatje). Ook het recept heb ik wat naar mijn hand gezet, want Sylvia Witteman kookte een grote portie, van wel 2 kilo vlees. Zoveel had ik niet in huis, en zo veel wilde ik ook niet. Het gerecht voldoet nu voor vier personen.

  • 500 gram runderlapjes,
  • 1 grote ui, fijn gehakt,
  • 1 middelgrote winterwortel in schijfjes,
  • 2 tenen knoflook, fijn gehakt,
  • 2 takken tijm,
  • 1 blaadje laurier,
  • 1 flinke hand gedroogde paddenstoelen (boleten),
  • 1 kop bouillon,
  • 1 flink glas rode wijn,
  • snuifje bloem
  • boter,
  • peper en zout.

Bestrooi de runderlapjes met peper en zout en bak ze in hete boter aan weerskanten bruin. Fruit in een andere pan de ui, knoflook, wortel, tijm en laurier. Wanneer alles glazig geworden is, stuif je er de bloem overheen. Laat alles nog even doorfruiten en stort dan de groenten op het vlees. De wijn en de bouillon erbij en daarop de gedroogde paddenstoelen. Zet alles op zo laag mogelijk vuur en ga wat anders doen. Na vijf uur is je gerecht klaar. Zeldzaam mals vlees in een prachtig geurende saus.

De paddenstoelen hoef je niet te weken, dat gebeurt vanzelf tijdens het stoven. Ik gebruikte wat weinig bloem, dus de uiteindelijke saus was aan de dunne kant. Let wel op dat je pan goed afsluit. Indien niet, dan zal bij zo’n lange gaartijd de zaak droog koken. Ik gebruikte een grote hapjespan. Een caserol is ook prima. Ik liet het vlees vijf uur stoven op het kleinste pitje, dat dan nog was afgedekt met een kookplaatje. Misschien was mijn gerecht al een uur eerder klaar, wie zal het zeggen.

We dronken er een uitstekende Corbieres bij, die beschrijf ik nog wel eens…

© paul

runderstoof

Entrecôte met boursinsaus en versgeraspte mierikswortel…

entrecôte met mierikswortel

Het is iedere keer weer even wennen na de vakantie; vroeg opstaan, boterhammetjes smeren, tas inpakken enzovoorts. Gewoon weer alles in het gareel…Vandaag dus maar een snelle maaltijd na deze eerste werkdag, een flinke entrecôte met boursinsaus, gebakken aardappeltjes en salade erbij. Simpel, snel en smakelijk. In Luxemburg kochten we een flinke mierikswortel en ik raspte vandaag flink wat verse mierikswortel over het vlees, lekker pittig, om niet te zeggen tranentrekkend pittig…

Over de mierikswortel schrijft Paul morgen nog een stukje…

De rest van de maaltijd was simpel; de entrecôte ging even onder de gril. Vooraf bestreken met wat olijfolie en bestrooid met peper en grof zeezout. Daarna 5 minuten laten rusten en aansnijden. Opdienen met flink wat van de versgeraspte mierikswortel.

De boursinsaus is ook niet moeilijk te maken en altijd een succes, lekker bij geroosterd vlees en wild.

Boursinssaus á la Hendrikje

1 kleine verpakking boursin
1 uitje, fijngesnipperd
klontje boter,1 theelepeltje bloem
klein bekertje room, wat bouillon
peper, zout en wat versgehakte platte peterselie

Smelt de boter en fruit daarin het uitje zachtjes aan.Doe de bloem erbij en laat die even zachtjes meegaren. Roer goed en voeg de bouillon erbij. Daarna de Boursin in kleine stukjes toevoegen en laten smelten. Dan verder op smaak maken met wat room en versgemalen zwarte peper.Laat de saus nog even zachtjes inkoken.
Goed roeren en wat peterselie toevoegen. Een hele simpele, deftige saus!

Stukje kaas toe en natuurlijk espresso!

© ellen