Kerriesoep

kerriesoepDe voorbereidingen voor het grote carnavalsfeest zijn alweer begonnen. We vergaderden alweer twee keer over “De Pêkskes”, over de atributen en over nog meer onzin. Dat vergaderen heeft eigenlijk weinig nut; het is toch elk jaar zo’n beetje hetzelfde. Iedereen kent zijn of haar rol en taak. Ook het eten met de carnavalsdagen heeft zo een vast patroon; Soep op zondag. Twee grote pannen soep, één pan ‘kerriesoep van Anita’ en één pan soep door mij gemaakt. Dat kan broccoli met zalm zijn of aardappel-preisoep of noem maar op. De kerriesoep van Anita, dat staat vast. Er zijn carnavalsvierders die extra vroeg hier aan de deur staan op zondag, speciaal voor de kerriesoep van Anita…
Toen we afgelopen zondag hier aan de keukentafel zo eens wat mijmerden over carnaval en soep zei Paul opeens dat het toch wel heel vreemd is dat we alleen met de carnaval kerriesoep eten. We vinden het allebei lekker maar hebben het al jaren niet meer zelf gemaakt! Raar! Nu had ik toevallig net een pan prachtige kalfsbouillon gemaakt en stond op het punt er een lekker groentensoepje van te maken. Dat werd dus kerriesoep! Niet van Anita maar ook lekker. Ik gebruikte een kerriemengsel dat ik altijd koop op de markt in Arlon. Er staat daar al jaren een kraam met kruiden specerijen, olijven en goeie knoflook. Onze vaste leverancier van kruidenmengsels. Het kerriemengsel dat ik gebruikte is lekker pittig en ik voegde ook nog wat pepervlokken toe. Wij houden van flink pittig, vind je dat minder, laat dan de pepervlokken weg.

  • 2 liter bouillon (kalfs- kip- rund- of groentenbouillon, het maakt niet uit
  • 50 gram rijst
  • 40 gram bloem
  • 40 gram boter
  • 2 eetlepels kerrie
  • wat chilivlokken of een verse rode peper
  • 2 sjalotjes, heel fijn gesneden
  • 3 teentjes knoflook, geplet en fijngehakt
  • 100 ml room
  • 4 hardgekookte eieren, gepeld en in partjes gesneden
  • een paar takjes platte peterselie, fijngehakt
Maak de bouillon.
Bak de sjalotjes en de knoflook in de boter zachtjes gaar. Voeg de kerrie toe en eventueel de rode peper of chilivlokken
Voeg dan de bloem toe en laat de bloem even garen.
Voeg nu met een soeplepel iedere keer een schep bouillon toe. Roer telkens net zolang totdat de bouillon opgenomen is. Ga hiermee door tot alle bouillon toegevoegd is en je een mooie gladde gebonden soep hebt.
Doe de rijst en de room er bij en laat de soep nu nog 15 minuten (onder af en toe roeren) zachtjes pruttelen.
Serveer de soep met wat peterselie en partjes ei. Geef er lekker bruin brood bij, dik besmeerd met goeie boter.
Kopje espresso toe.
© ellen.

 

Knoflooksoep tegen griep en andere ongemakken!

soep uit La Macha
Half Nederland loopt te snotteren en te sniffen, (ik schrijf expres niet snuiven, dat heeft hier in het Zuiden tegenwoordig een andere betekenis), men heeft griep, is verkouden of hoe je het ook noemen wilt. Ook wij ontkwamen er niet aan, een fikse verkoudheid met rillingen en een onbehaaglijk gevoel. Je kunt dan naar de huisarts gaan maar die hebben het al druk genoeg met ernstige gevallen. Beter is om deze soep te maken en te eten, je zult zien, soep helpt! Ik maak deze soep altijd flink heet met spaanse pepers, dán kun je snotteren!

Voor vier personen:

  • De oven voorverwarmen op 200 graden.
  • 4 flinke sneden oud witbrood, of oud stokbrood, in kleine stukjes gesneden
  • 1 liter bouillon
  • 75 gram gerookte ham in kleine sliertjes
  • 1 theelepel paprikapoeder mild
  • 1/2 theelepel chilipoeder
  • eventueel, voor de echte liefhebbers, een Spaanse peper in reepjes gesneden
  • 4 eetlepels olijfolie
  • zeker 8 ferme tenen knoflook, geplet en fijngehakt
  • 1 eetlepel vers gehakte platte peterselie
  • 4 eieren

Verwarm de olijfolie en bak daarin het brood goudbruin. Voeg de knoflook toe en de reepjes ham en laat ze even meebruinen. Doe er het paprikapoeder de chili en eventueel de Spaanse peper bij, roer even goed om en giet de bouillon er bij. Laat de soep zo ongeveer 20 minuten zachtjes pruttelen.

Verdeel de soep over vier ovenvaste kommen of schaaltjes en laat in elk schaaltje voorzichtig een ei glijden. (zonder de schaal natuurlijk!) Zet de kommen dan 10 minuten in de hete oven, strooi er wat peterselie over en dien meteen op. Deze soep moet gloeiend heet gegeten worden. De bedoeling is dat het eiwit gestold is en het geel nog wat zacht en vloeibaar.

Kopje espresso toe, en beterschap!

© ellen.

Pittige linzensoep…

2016-12-06_12-13-08
Een rondje met Hond Jaros leert ons dat het nog steeds flink koud is. Het gedeelte van de tuin waar geen zon komt is wit van de rijp en in Friesland zijn de eerste schaatsers op natuurijs gesignaleerd. Zouden we weer een echte winter krijgen? Liefst zo één met tussen Kerst en Nieuwjaar sneeuw, met niet al te lage temperaturen en een mooi zonnetje… of vraag ik nu teveel? Nou ja, voorlopig verslaan we de kou met soep, warme soep is altijd overal goed voor.
Je kunt deze soep zo pittig maken als je zelf lekker vindt door toevoeging van meer of minder Biber. De pasta Biber Salcasi kent twee verschijningsvormen. Staat er op het potje vermeld dat het Aci Biber Salcasi is dan heb je te maken met de scherpe vorm, gemaakt van rode pepers. De milde vorm heet Tatli Biber Salcasi en daarin worden zoete paprika’s verwerkt. Biber is te koop in Turkse winkels.

◾Voor een flinke pan soep:
◾300 gram oranje linzen
◾2 uien in halve ringen gesneden
2 tenen knoflook, geplet en fijngehakt
◾3 aardappelen, geschild en in blokjes gesneden
◾2 eetlepels Aci Biber Salcasi (dat is flink pittig, voeg voorzichtig toe en proef)
◾scheutje olijfolie
◾2 eetlepels verse munt,fijngehakt
◾dikke yoghurt
◾eventueel wat zout
◾2 liter water

Verwarm de olie en bak daarin de uien en de knoflook even aan. Doe de Biber en de munt erbij en bak dat heel even mee. Doe dan de aardappelstukjes en de linzen erbij en giet er het water op. Breng de soep aan de kook en laat ze dan zachtjes 25 tot 30 minuten doorkoken tot de aardappels en de linzen gaar zijn. Pureer alles met de staafmixer tot een mooie gebonden soep. Proef of er zout bij moet. Meng de rest van de munt door de yoghurt en serveer de soep met een lepel muntyoghurt erin. Lekker met een stuk knapperig brood.

Kopje espresso toe!

© ellen.

Heel eenvoudige (maar razendsnelle) vissoep…

Héél eenvoudige vissoep...
Vissoep maak je op basis van een visbouillon, getrokken van graten en koppen en wat er verder aan bruikbaars overblijft bij het fileren en verwerken van verse vis. Of je kiepert wat hele visjes in de pan en laat ze zachtjes trekken in water dat je gearomatiseerd hebt met groenten en kruiderij. Het is simpel, het is effectief, het levert iets heerlijks op. Maar ach, niet altijd heb je visjes in huis, laat staan visafval. En je wilt tóch een kommetje soep. En het liefst nog vlug ook…

Een snelle, voedzame en smakelijke vissoep (met wat ik aan ingrediënten in huis had) maakte ik zo:

  • 1 pot geconcentreerde visbouillon uit de winkel,
  • 400 gram kabeljauwfilet,
  • 2 sjalotjes,
  • 1 teen knoflook,
  • 2 lente uitjes,
  • 1/2 verse Spaanse peper,
  • 1 handvol vers gehakte peterselie,
  • 150 gram gekookte rijst,
  • peper en zout.

Leng de geconcentreerde visbouillon aan volgens voorschrift op de pot (je krijgt dan doorgaans iets meer dan een liter bouillon). Verwarm de bouillon. Snijdt de vis in blokjes van 2 bij 2 centimeter en doe die ook in de bouillon. Laat de vloeistof tegen de kook komen. De vis is in een mum gaar, mogelijk moet je nog wat afschuimen. Snipper de sjalotjes, de knoflook, de halve rode peper (zonder zaad en lijsten) en de helft van de peterselie en bak dat alles enkele minuten op een middelhoog vuur aan. Doe het mengsel vervolgens bij de bouillon. Voeg de gekookte rijst toe, de rest van de gehakte peterselie en de lente uitjes, in ringetjes gesneden. Breng op smaak met peper, maar ben voorzichtig met zout.

Dat is dus het hele recept. In een paar minuten breng je zo een vissoep op tafel. Heel subtiel is het allemaal niet, wel effectief. En je kunt de ingrediëntenlijst vrijelijk veranderen of uitbreiden met wat je zoal nog in huis hebt (kookworst, spekjes, restjes groenten, gekookte aardappelen, gekookte mosseltjes, spaghetti, macaroni, enz.). Enfin…

Volgende keer evenwel wordt de bouillon weer gewoon getrokken van koppen en graten. Het is beter en smakelijker, zoveel is zeker…

© paul

Ossenstaartsoep…

Ossenstaartsoep...

Tik je het woord ossenstaart in op het zoekmachientje in de rechterbovenhoek van de website dan krijg je een keur aan recepten; voorbeelden van hoe wij dat vlees bereiden en het liefst eten. Vreemd genoeg vind je er niet één recept terug voor ossenstaartsoep. En dat terwijl die soep, of die bouillon, toch aan de basis staat van onze liefde voor het staartvlees. De afgelopen tien jaar hebben we dus niet één keer geschreven over die soep, terwijl we hem vaak aten. Vreemd?!…  De hoogste tijd om daar iets aan te doen.

Ossenstaart is vergeten vlees, lijkt het wel. Hoewel er bij slagerij Snijders in ons dorp eigenlijk altijd wel een pakketje staart in de vitrine ligt wordt er almaar minder van dat vlees verkocht. Dat is jammer en onterecht. Ossenstaart (vaak ook  Runderstaart genoemd) is ideaal vlees om een krachtige bouillon van te trekken. Maar ook maak je er geweldig lekkere gestoofde kluiven van. Inherent aan staartvlees is dat het zowel vlees omvat alsook bot.

Wat deze of gene ook beweert, een bindend recept voor ossenstaartbouillon bestaat niet. Wel bestaat er een soort basisingrediëntenlijst: water, staartvlees, groenten, kruiderij en zout. Wát je gebruikt en hoé je het gebruikt zal de uiteindelijke de smaak van je bouillon en later van je soep bepalen. Er valt nogal wat te variëren, de mogelijkheden zijn legio en het leidt tot forse, maar soms ook subtiele, smaakverschillen van je uiteindelijk gerecht. Ik maakte onderstaand recept met wat ik aan spulletjes in huis had, het had ook zomaar anders kunnen zijn.

  • 500 gram ossenstaart,
  • 2 liter water,
  • 1 dikke plak knolserder,
  • 1 sjalot,
  • 1 ui,
  • 2 tenen knoflook,
  • 1 laurierblad,
  • 10 peperkorrels,
  • 2 kruidnagels,
  • 1 bouillonblok.

Dep de stukken staartvlees met keukenpapier droog. Doe ze in een pan met twee liter koud water en breng aan de kook. Schuim het vocht zorgvuldig af wanneer het kookpunt is bereikt. Doe dat een aantal keren tot er nog nauwelijks vervuiling afkomt. Zet nu de pan op het kleinste pitje, liefst met een vlamverdeler (een sudderplaatje) tussen het vuur en de pan, zodat de vloeistof zodanig wordt verwarmd dat-ie net tegen het kookpunt zit. De rest van de ingrediënten gaat nu in de pan. Het geheel mag lang en langzaam trekken; reken op een uur of drie, vier, soms langer. Je kunt tussentijds je bouillon op smaak testen, maar het belangrijkst is dat het staartvlees zo gaar is dat het van het bot valt. En al die tijd de soep niet koken, maar heel zacht laten garen, trekken… Dat verdiept de smaak, écht waar!

Heeft je potje lang genoeg op het vuur gestaan, giet dan alles door een zeef en vang de bouillon op in een schone pan. De groenten en kruiderij die achterblijven in de zeef gooi je in de kliko, het vlees haal je van het bot.

Laat de bouillon vervolgens afkoelen zodat je hem kunt ontvetten. Verschillende methoden zijn geëigend. Laat je de bouillon helemaal afkoelen (op het laatst in de koelkast), dan zal het vet gestold op de bouillon drijven en je kunt het afscheppen met een lepel. Je kunt ook de lauwe bouillon door een zeef, bedekt met een klaag goed keukenpapier, gieten. Het vet zal goeddeels achterblijven in het keukenpapier. Een bijkomend voordeel is dat je ook eventuele verontreiniging uit de bouillon zeeft. Vervang tijdens het proces een aantal keren het keukenpapier want de poriën zullen dichtslippen en dan duurt het uren voordat er nog wat vocht doorsijpelt.

Je bouillon is klaar en bruikbaar om soepen en sauzen te bereiden. Maak je er ossenstaartsoep van dan voeg je eenvoudig wat ingrediënten toe. Vermicelli (of gebroken spaghetti, kleine elleboogjes, zie maar), een worteltje, julienne gesneden of in kleine dobbelsteentjes, een pijpuitje en een handvol vers gehakte peterselie. En natuurlijk dat overheerlijke staartvlees, mooi kort versneden.

Vergeet niet om een flinke scheut Madeira toe te voegen aan je soep. Cognac, armagnac of een Eau-de-vie mag ook.

© paul

 

Mosselsoep…

Mosselsoep...
Gisterenochtend kwam ik tot mijn verbazing tot de gedachte dat het alweer tijden geleden was dat we mosselen aten. Waarom ik aan mosselen moest denken wist ik niet, maar dat ik ze die avond klaar zou maken stond meteen vast.

Ik kocht mijn mosselen bij AH, hun eigen merk met als maataanduiding Middel, dewelke overeen komt met de officiële aanduiding Imperial (dat wil zeggen ongeveer honderdtien mosselen per twee kilo). Keurige mosselen, de schelpen fors gevuld…

Ik heb ze klassiek klaargemaakt met prei, knoflook, een half Spaans pepertje, wijn en boter. Met één verschil dan toch: Ik liet prei en knoflook vooraf een tijdje stoven. Ik gebruikten een flink glas witte wijn.

Smelt boter in de mosselpan. Bak hierin op een middelhoog vuur de kort gesneden prei, de fijngehakte knoflook en het gehakte halve pepertje, dat van zaadlijsten is ontdaan. Na een minuut of vijf gaat de witte wijn erbij. De groenten stoven hierna nog een klein kwartier in het vocht, op een laag vuurtje. Intussen kijk je de mosselen na en verwijdert baarden en andere ongerechtigheden. Zet het vuur hoog en doe de mosselen in de pan. Laat ze een paar minuten koken en schud dan goed om. Nog enkele minuten en alle schelpen zijn open en je mosselen zijn klaar. Dien ze meteen op. We aten er frieten bij en een mayonaise die stijf stond van de knoflook.

Wat rest na de maaltijd is een torentje lege schelpen, wat gekookte mosselen die je niet meer op kon en een laag soep onder in de pan. Je houdt namelijk niet alleen de gekookte wijn over, maar ook vocht van de groenten en natuurlijk volop vocht uit de mosselschelpen. Zet de staafmixer in de pan en je maakt in een handomdraai een smakelijke mosselpreisoep. Maar je kunt het vocht ook zeven, zoals ik deed, en dan houd je een prachtige bouillon over, vol en zilt van smaak. Je kunt die bouillon weer als basis gebruiken voor een vissoep, voor een vissige saus, enfin, bedenk maar…

Ik heb de bouillon als lunchmaaltijd eenvoudigweg verwarmd, een half pepertje erin gesneden en een handvol vers gehakte peterselie. Even laten doorwarmen en de soep daarna verrijkt met een paar overgebleven mosseltjes. Zo eenvoudig, zo weldadig…

© paul

 

Wortel- sinaasappel- saffraansoep, een zomersoep

wortel- sinaasaapel- saffraansoep
De afspraak was al lang geleden gemaakt; we hebben allemaal een drukke agenda, maar vanmiddag zouden we dan toch eindelijk eens lunchen met oudste nichtje van Paul en haar man. Leuk om herinneringen op te halen onder het genot van een hapje lekker eten.

Ik had van alles bedacht, voorgerecht, tussengerecht, hoofdgerecht, dessert… een mooie lunch zou het worden… Tot de temperaturen deze week extreem begonnen te stijgen. Mij vergaat dan alle trek en de meeste mensen eten dan niet meer echt veel midden op de dag. Ik besloot dus het menu aan te passen en alles wat lichter te maken. Na lang bakkeleien met Paul kwamen we tot een menu voor tropische dagen;
een lichte zomerse soep van bospeen met saffraan en sinaasappel, daarna eigengemaakte ravioli met een vulling van ossenstaart en groentensaus en toe vanilleijs met aardbeien pepersaus.

De soep was een verrassend succes. Zeer geschikt voor tropische temperaturen, zomers, luchtig, lekker. Je kunt deze soep warm, maar ook koud eten. Ik vond het recept in een bundeltje kookboekjes dat ik eens kocht in Arlon op de markt. In het Frans dus. Eerdere probeersels uit de boekjes, (drie deeltjes in een cassette) leerden ons al dat de receptuur niet helemaal klopte. Geweldige ideeen, goede productinformatie, maar haperende beschrijvingen. Tel daarbij op dat ons Frans ook niet helemaal vlekkeloos is en je hebt zo iets geheel anders. Maar toch, de basis bleef, de rest gaf ik maar een eigen draai…
wortelsoep

  • Voor vier personen
  • 500 gram bospeen, van die mooie jongen worteltjes met vers loof, gewassen en geschild
  • 4 eetlepels olijfolie
  • 150 cc vers geperst sinaasappelsap
  • wat druppels Tabasco
  • de schillen van de worteltjes
  • bijna een liter water
  • 1 kippenbouillonblokje
  • een flinke pluk saffraan
  • kleine bolletjes buffelmozzarella
  • een paar takjes munt

Was de worteltjes zorgvuldig en schil ze met een dunschiller. Bewaar de schillen! Zet de schillen op met een liter water, een bouillonblokje en een plukje saffraan. Trek er op een laag vuur een bouillon van. Blancheer de takjes munt even in deze bouillon. Vis ze er na een minuut uit en laat ze even schrikken onder koud water. Bewaar de munt voor de garnering.

Hak de geschilde worteltjes in dunne plakjes. Verwarm in een pan de olijfolie en stoof daarin de worteltjes heel zachtjes even aan. Giet er het sinaasappelsap bij en stoof ongeveer 20 minuten. Schep sap en worteltjes in de blender. Zeef de schillenbouillon en voeg het bij de wortelschijfjes. Pureer tot je een mooie egale massa hebt. Voeg naar smaak wat druppels Tabasco toe.Je kunt dan kiezen of je de soep koud of warm wilt eten. Dus of koelen, óf nog even doorwarmen. De mo

Schenk de soep op borden of kommen. Schep op elk bord een paar bolletjes mozzarella en garneer met een takje munt.

 

Beetje van mezelf, beetje van Struik…

Soep, beetje van Struik, beetje van mezelf...
Soep is van alle tijden en hier in huis is altijd soep. Soms wordt-ie zorgvuldig naar recept bereid, soms losjes geïmproviseerd. Het maakt niet zo veel uit welke kant je opgaat, mits je bouillon maar van topkwaliteit is.

Een bouillon kan eenvoudig worden bereid en neutraal smaken; een voorbeeld is mijn Chinese kippenbouillon. Het kan ook een stuk uitgebreider en ingewikkelder, zoals Ellens vleesbouillon van rund en lam, maar de uitkomst dient uiteindelijk altijd een krachtige bouillon te zijn. Een neutrale, krachtige bouillon kun je inzetten voor van alles en nog wat. Je verrijkt er je sauzen mee en je maakt er soep van. Teveel heb je eigenlijk nooit, je vriest in wat je niet direct gebruikt.

Maar vorige week overkwam het me dan uiteindelijk toch, alle bouillon was op. Het pannetje in de koelkast had Ellen gebruikt voor een saus, en daar in de diepvries, waar ik mijn geheime noodrantsoen pleeg te bewaren, lagen nu varkenssaucijsjes.

Aangezien ik moest lunchen en iets warms wilde eten paste ik dan maar een zwakke noodgreep toe. Ik kocht een pot fabrieksbouillon van het merk Struik. Nou is dat natuurlijk geen echte schande, maar voor iemand die altijd hoog van de toren blaast over zelf soep maken blijft het toch een heikele daad. Ik voelde me er dan ook wat ongelukkig bij, een beetje schuldig. Uiteindelijk viel het natuurlijk allemaal reuze mee. Het werd een geïmproviseerde maaltijd met spulletjes die ik nog in huis had.

Ik lengde de geconcentreerde fabrieksbouillon volgens voorschrift aan met water en verwarmde het zaakje langzaam op een vuurtje. Ik sneed wat blokjes van een gedroogd varkensworstje, want tijd om zo’n mooie Morteauworst van zijn bevroren toestand te ontdoen was er niet. Verder gingen er champignons bij, lenteuitjes, knoflook uit de knijper en een handvol taugé. Flink wat gehakte peterselie, een scheutje Thaise vissaus en het laatste restje van mijn pepersaus completeerden de soep. Het smaakte me wonderwel best. En het had me nauwelijks tien minuten gekost om de soep op tafel te toveren.

Niet dat ik nu totaal óm ben en me bekeer tot de pakjes-en-zakjes-kokers, maar in noodgevallen zal ik niet meer schromen om terug te vallen op pre-fab-bouillon, het zou nog wel eens van pas kunnen komen…

Intussen is er weer voldoende zelfgemaakte bouillon in huis, zowel van rund als van kip. Ik maakte er al een heerlijk paddenstoelensoepje mee. Jammer genoeg vergat ik er een foto van te schieten. ‘n Kleinigheid blijf je houden…

© paul

 

 

Turkse linzensoep

Turkse linzensoep...
Het Volkskrant magazine had gisteren het thema Turkije, Turkse journalisten, interviews met beroemde Turkse mensen en berichten over de vernieuwende Turkse keuken. Gelukkig zijn ook daar enkele jongeren actief om het cultureel culinair erfgoed veilig te stellen. Het is overal hetzelfde; jonge mensen werken hard en hebben of nemen geen tijd meer om zelf te koken. De moeders en oma’s koken nog mooie maaltijden maar schrijven de recepten niet op en voor je het weet gaan er prachtige recepten verloren.

Ik kreeg spontaan zin in deze Turkse linzensoep. Echt geen culinair hoogstandje, het tegendeel, maar wel heel geschikt voor een stormachtige koude dag!

  • Voor een flinke pan soep:
  • 300 gram oranje linzen
  • 2 uien in halve ringen gesneden
  • 3 aardappelen, geschild en in blokjes gesneden
  • 2 eetlepels rode paprikapasta, deze pasta heet Biber en is in Turkse winkels te koop. Paul schreef er hier al eens over.
  • scheutje olijfolie
  • 2 eetlepels verse munt,fijngehakt
  • dikke yoghurt
  • eventueel wat zout
  • 2 liter water

Verwarm de olie en bak de uien even aan. Doe de paprikapasta en de munt erbij en bak een paar minuten. Doe dan de aardappelstukjes en de linzen erbij en giet er het water bij. Breng de soep aan de kook en laat ze dan zachtjes 25 tot 30 minuten doorkoken tot de aardappels en de linzen gaar zijn. Pureer met de staafmixer tot een mooie gebonden soep. Proef of er zout bij moet. Meng de rest van de munt door de yoghurt en serveer de soep met een lepel muntyoghurt erin. Lekker met een stuk knapperig brood.

Kopje espresso toe!

© ellen.

 

Stoofpot van borlottibonen en cavolo nero…

stoofpot van borlottibonen en cavolo nero

Naar aanleiding van het Santiagoartikel en de Berza besloten we om een eerder stukje over een stoofpot met soortgelijke kool te herplaatsen. Ellen schreef het in 2010.

Gisteren hebben we in de tuin van de Jongste Bediende de laatste aardappelen geoogst. Er scheen een heerlijk zonnetje en het was een waar genoegen om zo het “avondeten” op te graven. De één hanteerde de riek, de ander groef de piepers op en weer anderen sorteerden de krieltjes eruit. Ik ging met een pondje kersverse krieltjes naar huis en ik sneed ook nog wat cavolo nero, een Italliaanse koolsoort. Nicoletta schreef er al eens over. Ik las haar informatie nog eens na en zag dat deze kool eigenlijk pas in de herfst geoogst wordt. Beetje vroeg dus, maar de kool smaakte er niet minder om!
cavolo nero

Ik had nog allerlei restjes in de koelkast en besloot een stoofpot te maken met deze kool en borlottibonen. Ik had de bonen de avond ervoor al in koud water te weken gezet.

Voor een flinke stoofpan:

  • 200 gram borlottibonen, 12 uur laten weken
  • 300 gram cavolo nero, in fijne reepjes gesneden
  • 1 ui
  • 2 winterwortelen
  • 1 laurierblad
  • 150 gram ontbijtspek in kleine blokjes
  • een stuk gerookte worst
  • een stuk gebraden verse worst
  • wat tomatenpuree
  • 4 teentjes knoflook
  • 1 ui
  • wat selderij en peterselie

Giet het weekwater van de bonen weg en zet ze op met koud water en een bouquet garni van selderij, peterselie,laurierblad een wortel en een ui. Kook ze in ongeveer 1 uur gaar (proef of ze klaar zijn). Voeg pas zout toe als de bonen gaar zijn! Vis het bouquet garni en de ui uit de pan en voeg de kool toe, de tomatenpuree, de stukjes spek en de gerookte worst. Laat het geheel 20 minuten zachtjes koken tot de kool gaar is. Je hebt nu prima soep. Ik schepte er een deel van de bonen en kool uit en maakte daarmee een ovenschoteltje.

Fruit de ui met de knoflook even in wat olijfolie aan, voeg eventueel nog wat stukjes ontbijtspek toe en bak ze mee. Schik in een ovenschaal en schep er een deel van de bonen en kool op. Doe er nog wat gebraden verse worst bij en wat van de vloeistof. Zet het schoteltje 20 minuten in een voorverwarmde oven. Geef er een salade bij en knapperig stokbrood.

En espresso toe!

© ellen.