Pintxos (tapas) van zalm, ei en ansjovis…

Tapas uit Baskenland...
Tapas zijn van oorsprong een Zuid-Spaanse aangelegenheid. Later vond je de mini-gerechtjes verspreid over heel het Iberisch Schiereiland, en vandaar begonnen de hapjes hun zegetocht over de aarde. Iedereen noemt tegenwoordig zijn kleine gerechtjes tapas, uit welk deel van de wereld ze ook mogen komen…

Basken trekken zich daar verder niks van aan. Zij komen uit het noorden van Spanje en het zuiden van Frankrijk, maar spreken hun eigen taal. Tapas? Het zal ze een zorg zijn. Zij noemen hun borrelhapjes pintxos. Ze bedoelen er overigens hetzelfde mee als de rest van Spanje, behalve dan dat pintxos over het algemeen wat luxer zijn uitgevoerd.

Ik had een afbeelding gezien van de pintxos met zalm, ei en ansjovis, het schijnt een klassieker te zijn in San Sebastian. Een recept had ik niet, maar de afbeelding sprak voor zich, ik kon de pintxos zo op het zicht namaken.

Als basis gebruik je vers, knapperig stokbrood. Daarop een plak gerookte zalm, een schijfje ei en een in olijfolie ingelegde ansjovisfilet. Tussen het ei en de ansjovis hoort in het oorspronkelijk ontwerp nog een gepelde garnaal, we hadden die even niet in huis, maar het leek me ook een wat overbodige toevoeging.

De zure augurkjes heeft Ellen erbij gesmokkeld; zij vindt dat lekker en het past er wonderwel bij. Ik heb er geen idee van of er in Baskenland ingelegde augurkjes worden gegeten, ik kon er niks over terugvinden.

Een paar druppeltjes citroensap over de pintxos doet wonderen. De kruidenmayonaise voegt wel iets toe, maar kan net zo goed worden vergeten.

© paul

 

Amandeltaartje met amarenekersen en chocolade

IMG_1837
Paul schreef gisteren al over de kersen, vandaag het recept voor de taart. Ik ben niet echt een mens van goede voornemens met nieuwjaar. Ik vind het eigenlijk een beetje vreemd om juist op die dag te besluiten om gezonder te gaan eten of te stoppen met roken. Dat soort voornemens kan je het hele jaar maken, volhouden, dat is de kunst. Aanstaande maandag is het alweer Blue Monday, de dag waarop de goede voornemens weer vergeten zijn en we, met of zonder depressie, gewoon weer verder gaan zonder dat de goede voornemens ons in de weg zitten. Ik zou zeggen vier Blue Monday met dit lekkere taartje, steek er eventueel een sigaret bij op en drink er een lekker kopje sterke espresso bij!
Toch heeft dit taartje wel iets te maken met ‘goede voornemens’. Ik ruimde voor de kerstdagen de kelder eens flink op om plaats te maken voor de kerstboodschappen en constateerde dat er wel weer erg veel potjes en pakjes op de planken stonden. Potten honing, pakken spaghetti, rijst, rijst en risottorijst, blikken bonen, dozen met gedroogde bonen, 5 soorten sojasaus, maar liefst 4 potten Amarenekersen Foei! Ik nam me voor om nu eerst maar eens de voorraad op te maken te beginnen met de kersen. Een taartje met amandelmeel (ook teveel amandelen) en een tussenlaag van kersen, met een topping van (juist ja, teveel chocolade)

Een springvorm van 20 cm, de randen invetten en de bodem bedekken met bakpapier.
De oven voorverwarmen op 160 graden voor hete lucht, 180 voor een gewone oven.

  • 175 gram fijngemalen amandelen
  • 175 gram fijne suiker
  • 175 gram zelfrijzend bakmeel
  • 175 boter
  • 2 eieren
  • een pot Amarenekersen, laat de kersen uitlekken en bewaar er drie voor de garnering
  • 150 gram pure chocolade, fijngehakt

Smelt de boter en meng dan alle ingrediënten, behalve de kersen, door elkaar.
Meng met de mixer in de laagste stand ongeveer één minuut.
Bedek de bodem van de springvorm met de helft van het deeg. Leg daarop de kersen en dan de rest van het deeg. Bak de taart dan 1 uur op 160 graden hete lucht of 180 graden gewone oven. Laat de taart even in de vorm staan een maak de randen voorzichtig los. Laat de taart afkoelen en bewaak intussen die drie kersen. Voor je het weet loopt er iemand langs en steekt ze achteloos in zijn mond!

Smelt de chocolade au bain Marie. Voeg er een klein beetje water bij en een klein klontje boter voor de glans. Bestrijk de taart met de chocolade en garneer met de drie kersen (als die tenminste nog op het bordje liggen)

IMG_1841

Lekker met een kopje sterke espresso!

© ellen.

 

 

Verjaardagssoep…

IMG_1518
Het is alweer een week geleden dat ik het at, maar de smaak zit in mijn geheugen gebrand en gaat er nooit meer uit…

Zoals ieder jaar op gezette tijd breekt er de dag aan dat je je weer een jaar ouder mag noemen. Ook dit jaar was dat zo. En al had ik dan helemaal geen zin in een feestje, de traditie van het verjaardagskeuzemenu hielden we erin.

Ellen had zich voorbereid op een ingewikkeld verzoek, iets met Jacobsschelpen met een schuimige saus, pastei met wijngaardslakjes of een gecompliceerde stoofschotel uit het Zuid-Westen van Frankrijk, zo een waar allerhande ouderwetse brokken vlees ingaan, die dan een uur of tien op een minimale warmtebron tot volle rijpheid komen. En eigenlijk hoopte ze stiekem op gebraden roodpootpatrijs, want daar had ze zelf zin in…

Ik hield het evenwel bij eenvoudig arme-mensen-eten: knoflooksoep uit La Mancha. Kijk naar de foto en zie dat het niks voorstelt. Wat er op het plaatje ontbreekt is de olijfolie en een kom bouillon of water.

Wat gerookte ham, oud brood, een ei,  wat kruiderij en een overdaad aan gesnipperde knoflook. Dat is alles en je denkt dus dat het geen naam mag hebben. Maar dan vergis je je..

Met dit beetje ingrediënten tover je een soep op tafel, zo lekker, zo intens van smaak, zo onvergetelijk, én maaltijdvullend. En het kost geen knoop…

Voor de moeite hoef je het ook niet te laten, de bereiding is zo simpel als wat… Hoe het gaat staat hier op onze web site
IMG_1522Als lunchgerecht koos ik voor zelfgebakken worstenbroodjes van pie-deeg. De vulling bestond deze keer uit gekruid lamsgehakt. Ook dat is een evergreen in dit huishouden. Het recept vind je hier

© paul

Ps.: en al had ik dan geen zin in een feestje, ‘s avonds viel er natuurlijk toch wat volk op de klep. Het werd een genoeglijke avond…

 

Keniaanse gehaktbroodjes…

Keniaanse gehaktrolletjes...
Het uitventen van exotische etenswaar is al sinds jaar-en-dag een fenomeen op de grootsteedse versmarkten. Wij zijn daar altijd min of meer van verstoken gebleven, terwijl onze favoriete markt toch gelegen is in het hartje van Helmond, multi-culti stad sinds het midden van de vorige eeuw. Maar daar komt langzaam verandering in.

Naast de notoire shoarmatentjes uit Turkije vind je er Oost-Aziatische lekkernijen uit China, Vietnam en Indonesië. Er is een Hongaarse specialiteitenkraam voorhanden en de Poolse medelander haalt zijn hart op aan Pierogi in allerhande maten en soorten. Je vindt er hapjes uit het Midden-Oosten en hapjes uit Noord-Afrika. En sinds kort staan er ook die twee Keniaanse dames.

Een kleine kraam hebben ze, die dames, en een klein assortiment. Ze verkopen cake’s voor bij de thee en ook kleine oliebolletjes. Later op de dag is er een komplete maaltijd die ze Roti noemen (net als  die van Suriname, maar dan anders). Die maaltijd bestaat uit een gekruide kippenbout, groenten en rijst, overgoten met een ingedikte saus met gekookt ei.  En dan zijn er die gehaktbroodjes.

Een vulling van gekruid gehakt met verse koriander en snijbiet, omhuld door een dun deegvelletje. De broodjes worden ter plekke gefrituurd en smaken heerlijk; kruidig en licht-pittig.

Eenmaal gefrituurd zijn ze op een later tijdstip ook prima koud te eten. Of je koopt ze ongebakken en gaart ze thuis in de oven. Je krijgt voor vijf euro zes broodjes, los kosten ze een euro per stuk. Sinds zaterdagochtend is er ook een vegetarische variant voorhanden. En ook die smaakt prima.

(Voor de duidelijkheid: de dames staan met hun kraampje aan de achterkant van de markt, op de Koninginnewal…)

© paul

 

Gevulde speculaas

gevulde speculaas
Ik ben al een aantal dagen snot- en snotverkouden. Een paar dagen is dat wel te hebben maar na een week begin ik me toch heel vervelend te voelen. Ik besloot er maar eens een heel lui weekend van te maken; een beetje bankhangen, veel lezen, op tijd naar bed en niet in alle vroegte naar de zaterdagmarkt in Helmond te gaan. Paul ging alleen en kwam met allerlei lekkers terug, genoeg voorraad om het een weekend uit te houden.
Nu ben ik niet zo goed in bankhangen en niets doen dus gisterenmiddag bedacht ik om ter ere van de intocht van Sinterklaas maar wat gevulde speculaas te bakken. Niets zo troostrijk als een huis dat geurt naar speculaaskruiden, opwekkend voor ziekige mensen.

Er staan op dit weblog al diverse recepten voor gevulde speculaas maar ik wilde nu eens een ‘nieuw recept’  gebruiken. Ik kwam terecht bij 24 Kitchen en vond daar een recept. Ik zette alle ingrediënten klaar en toen ging de bel; het Kind. Tja, die moest vertellen, vertellen en nog eens… gedachtenloos begon ik intussen hoeveelheden af te wegen en te mengen totdat ik opeens bedacht dat het wel erg veel deeg werd… Ik gebruik normaal ongeveer de helft… wie moet dat allemaal opeten?
Nou ja, toen was het deeg al klaar. Het was echt veel teveel voor ons dus ik deelde de deeghomp doormidden, pakte één helft goed in en stopte die in de vriezer voor een volgende keer. Van de andere deeghelft bakte ik een toch nog flink stuk speculaas. Het deeg was prima, mooi bros, luchtig, niets mis mee. Alleen teveel! Ik geef je hier toch het recept, mocht je veel bezoek krijgen is dit een mooie hoeveelheid, zo niet, vries je gewoon de helft in.

Het deeg is wat lichter gekleurd dan anders, dat komt omdat ik licht bruine basterdsuiker gebruikte. Dat heeft niets te maken met de opgeklopte discussies over licht en donker die momenteel gevoerd worden. Bij ons AH filiaal was de donkerbruine op en ik had simpelweg geen zin om naar een andere winkel te lopen.

  • Voor een flink stuk gevulde speculaas:
  • 250 gram boter, géén margarine, boter
  • 300 gram basterdsuiker, licht of donkerbruin
  • 500 gram bloem
  • 20 gram speculaaskruiden
  • een paar eetlepels melk
  • 5 gram bakpoeder
  • amandelen om te garneren
  • 600 gram amandelspijs ( ik gebruikte voor de helft van het deeg 300 gram)
  • bakpapier
  • losgeklopt ei om te bestrijken

Maak een kuiltje in de bloem en meng daarin melk, bakpoeder, speculaaskruiden, suiker en de boter met elkaar. kneed de bloem er beetje bij beetje doorheen tot je een mooi soepel deeg hebt. Druk het deeg plat, pak het in plasticfolie en laat het een uurtje rusten in de koelkast.

Verwarm de oven voor op 160 graden. Ik gebruikte dus de helft van het deeg.

Voor de helft van het deeg: Verdeel de deegbal in twee gelijke stukken. Rol elke stuk deeg met de deegroller uit tot een lap van ongeveer 20 x 30 cm. Leg 1 lap op de met bakpapier beklede bakplaat. Kneed de helft van het losgeklopte ei door de amandelspijs en rol de spijs op een met bloem bestoven werkvlak uit tot een lap van ongeveer 20×30 cm. Leg de spijs op de lap deeg en leg de tweede deeglap erop. Druk de zijkanten goed op elkaar.
Bestrijk de bovenkant van het deeg met de rest van het ei. Steek wat deegfiguurtjes uit als  versiering. Bestrijk de speculaas met de rest van het losgeklopte ei. Schuif de bakplaat in het midden van de voorverwarmde oven. Bak de gevulde speculaas op 160 graden in 40-45 minuten gaar.

Ruikt heerlijk! Kopje espresso erbij.

Het stukje op de foto is ongeveer de helft van wat ik bakte. De rest werd al vóór het maken van de foto opgegeten!

© ellen.

Chocolatier Neuhaus…

leuven, neuhaus...
De aanduiding Belgische Bonbons is een begrip over de hele wereld, je komt het dan ook overal tegen. Worden de bonbons buiten België gemaakt dan wil de producent met de geadopteerde benaming aangeven dat zijn chocoladesnoep van hoge kwaliteit is, komen ze evenwel uit België zelf dan is de kans heel groot dat ze ook van exquise kwaliteit zijn…

Bij ons bezoek aan de stad Leuven, een goede week geleden, vonden we onszelf verschillende keren terug voor de etalageruit van één van de vele chocolatiers die de stad rijk is. Er bestonden nog wel wat kleine neringdoenden, vaker betrof het echter winkeltjes, aangesloten bij een keten. (Onze voorkeur gaat uit naar die kleine zelfstandigen, maar het is nu eenmaal een trend om aan schaalvergroting te doen, je kunt het niet stoppen en je kunt er niet omheen…) En dat schaalvergroting niet altijd afbreuk hoeft te doen aan kwaliteit en eigenzinnigheid van een product bewijst de Chocolaterie-keten die luistert naar de naam Neuhaus. En wij wilden dat zelf bevestigd zien.

De oude Neuhaus was een Zwitserse apotheker die zich in het midden van de 19e eeuw vestigde in hartje Brussel. Naast zijn pillendraaierij deed hij ook een beetje aan chocoladeverwerking. En met succes, want na een aantal jaren verdween het apothekersspul uit de winkel en legde hij zich samen met zijn zoon helemaal toe op het vervaardigen van fijne chocolaterie. Ook kleinzoon Jean kwam in de zaak terecht, hij had aanleg voor het vak. Het was deze Jean Neuhaus die rond het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog de praline, het met zachte inhoud gevulde chocolaatje, uitvond. En zijn vrouw tekende voor de ontwikkeling van de Ballotin, de verpakking waarin nu nog steeds pralines worden verpakt. De reden was een eenvoudige; mevrouw Neuhaus ergerde zich blauw aan het feit er zoveel pralines sneuvelden door ze te verpakken in papieren puntzakken. Haar Ballotin loste dit euvel voor eens en voor altijd op.
leuven, neuhaus...

Naast de uitvinding van de praline en het vernuftige pralinedoosje heeft het Chocoladehuis een aantal klassiekers op zijn naam staan. In 1937 creëerden ze een herdenkingsbonbon ter nagedachtenis aan de in België zo geliefde Koningin Astrid die twee jaar eerder omkwam bij een auto ongeluk. Er kwamen snoepjes ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling in Brussel in 1958, en er werden bonbons ontworpen ter ere van het huwelijk van Boudewijn, Koning der Belgen, en zijn Fabiola. En er verscheen zo nog een en ander bij Neuhaus; al die zaken behoren tot op de dag van vandaag tot het vaste assortiment.

In 1978 verkocht de familie Neuhaus het bedrijf aan twee Franse broertjes en daarmee begon de internationalisering van het bedrijf. Intussen zijn er 1.500 verkooppunten wereldwijd, in 50 verschillende landen. De bonbons worden echter nog steeds met de hand gemaakt in het plaatsje Vlezenbeek, onder de rook van Brussel. Het plaatsje heeft slechts een goede 3000 inwoners, Neuhaus biedt werkgelegenheid voor 300 chocolademakers. (Ook de prestigieuze brouwerij Lindemans is in het dorpje gevestigd, goed voor ruim twintig banen. Men leeft daar in Vlezenbeek werkelijk van eten en drinken…)
macarons van Neuhaus

Voor het Kind en Andy namen we een doosje Macarons mee naar huis, zij hadden die dag de zorg voor Hond Jaros op zich genomen. Het Kind liet weten dat ze van een bijzondere kwaliteit waren, bijna zo goed als die van Ellen

Op die bonbons kom ik nog terug. Klik op de link en je kunt een filmpje bekijken van de  handmatige productie bij Neuhaus. Fictie of werkelijkheid, ik zou het niet weten, maar het water loopt je bij het aanschouwen in de mond…

© paul

 

Frambozen-bessentaartje

frambozen-bessentaartje
Het blijft miezerig koud weer dus ik ga nog maar even door met zomerse gerechten. Er lag mooi zomerfruit in de winkel, frambozen en bessen leken me lekker voor een zonnig taartje. Ik gebruikte fonceerdeeg á la Bakker Holtkamp. Ik maak dat meestal in een dubbele hoeveelheid en vries dan de helft in. Mits je het goed in plastic verpakt blijft het deeg dan wel een paar weken goed. Handig voor de volgende taart, dan hoef je alleen het deeg uit de vriezer te halen en te laten ontdooien!

  • Voor het deeg:
  • 250 gram boter
  • 1 ei
  • 250 witte basterdsuiker
  • een snuifje zout
  • 2 eetlepels water
  • 500 gram bloem
  • 10 gram bakpoeder

Meng de boter, de basterdsuiker, het zout, het ei en het water. Kneed vervolgens de bloem en het bakpoeder erdoor tot je een mooi egaal deeg hebt. Laat het deeg verpakt in plasticfolie een paar uur rusten in de koelkast. Gebruik voor dit taartje een platte vorm doorsnee 30 cm. en gebruik de helft van het deeg, de rest vries je in voor de volgende taart.

Verwarm de oven voor op 200 graden.

Rol het deeg uit op een met bloem bestoven werkvlak tot een dikte van 3mm. Vet de vorm in en bekleed de bodem en de rand met het deeg. Leg een cirkel vetvrij papier op de deegbodem en leg er een noodvulling op. Ik gebruik hiervoor gedroogde boontjes. Je kunt de boontjes meerdere keren gebruiken. In de groothandel zijn ook echte ‘blindbak paletten’ te koop maar met boontjes gaat het prima. Vergeet niet tussen boontjes en deeg papier te leggen! Bak de bodem 20 minuten. Haal de bodem uit de oven en verwijder de noodvulling en het bakpapier. Laat even uitwasemen bij kamertemperatuur. Draai de oventemperatuur terug tot 180 graden.

  • Voor de vulling:
  • 300 ml créme fraiche
  • 135 gram suiker
  • 1/2 vanillestokje, opengespleten en het merg eruit geschraapt
  • 3 eieren
  • ongeveer 300 gram frambozen en 250 gram bessen (je kunt ook nog ander rood fruit gebruiken of een paar zwarte of witte bessen erbij doen. Maakt niet uit, als het er maar mooi uitziet

Klop in een kom de eieren, crème fraiche en suiker. Voeg het merg uit het vanillestokje toe. Giet de vulling in de voorgebakken bodem en bak het geheel ongeveer 20 minuten op 180 graden tot de vulling stevig aanvoelt. Haal de taart uit de oven en laat afkoelen.

Schik dan de frambozen en de bessen op de vulling. Verwarm wat frambozen- of rode bessengelei (ongeveer 6  eetlepels) en schep die over de vruchten.

Lekker met een kopje espresso!

©ellen.

 

 

Noga, nougat, nux gatum…

nougat echte verse
Al veel te lang ligt de schrijverij op het Ministerie nagenoeg stil. En alle goede voornemens ten spijt schiet het niet echt op met nieuwe artikelen. Niet dat er niks te melden zou zijn, want dat is er wel. Maar op een of andere manier eisten chaos en drukte hun tol. Enfin, laat dit een hernieuwde poging zijn om de draad weer op te pakken.

Onze uitgeklede naam voor het snoepgoed is noga. De échte naam in de westerse wereld is echter nougat, en liefst nog nougat de Montélimar, naar de gelijknamige stad die de bakermat zou zijn van het goedje. De Franse (mogelijk de Occitaanse) benaming is echter weer een afleiding vanuit het Latijn. Nux gatum heet het dan en het betekent niks anders dan notentaart…

Rond het hele Middellandse Zeegebied komt men notentaarten en notentaartachtige snoep tegen, en al heel lang. Er zijn beschrijvingen van receptuur voorhande uit het Bysantijnse Rijk die lijken op de noga zoals wij die kennen. Maar ere wie ere toekomt, de fijne Noord-Europese nougat komt van Montélimar in Zuid-Frankrijk. Op menig zuurstokkentent op onze kermissen zie je het nog trots vermeld staan: Originele Nougat de Montélimar…

De benodigdheden voor noga zijn honing én suiker, geklopt eiwit, geroosterde noten en eventueel gedroogde vruchten. Verder worden er al dan niet natuurlijke kleur- en smaakstoffen in verwerkt. Hoe je de ingrediënten verwerkt bepaalt of je harde of zachte noga krijgt.

Het is een kwestie van smaak, maar die zachte noga, artisanaal gemaakt in een klein atelier, dat levert écht iets op. De brokken die je voor een grijpstuiver koopt in de supermarkt vallen daarbij volkomen in het niet. Heb je eenmaal de smaak van échte noga te pakken, dan wil je nooit meer anders. Échte noga is aardig aan de prijs, maar wat maakt het uit… Van échte noga snoept men nu en dan een brokje, terwijl de industrienoga zich slechts leent om zaksgewijs weg te kanen in tijden van tegenspoed.

De noga van de foto kochten we bij een kleine chef patisseur. Hij stond met zijn kraam trots te wezen op een braderie in het plaatsje Differdange, onder de rook van  Luxemburg-stad. Honing van zijn eigen imker gebruikte hij. En de nootjes waren zelf geroosterd, de eieren biologisch, de kleurstoffen natuurlijk en zo nog een en ander. Het is natuurlijk onmogelijk om dat alles op waarheid te controleren, maar zoveel is zeker, zelden snoepten we zulke lekkere noga…

De foto hieronder schoot Ellen een jaar of tien geleden in Beaune, de Wijnhoofdstad van Bourgondië. Een hele trits pontificaal uitgestalde nougattaarten in de etalage van een stokoude patisserie, midden in het centrum van het stadje. We waren helaas toen niet in de gelegenheid om van de taarten te proeven. Misschien moeten we eens terug…
vakantie augustus 2006 169
© paul

Borlottibonen met spekjes en pepers

borlottibonen

We lopen een beetje achter met de beschrijvingen van eten en drinken, druk de laatste dagen voor mijn vakantie, druk en warm. Gisteren sloten we  in Nuenen het schooljaar af met een solextocht, een wandeling en een gezellig etentje, vandaag mijn eerste vakantiedag!

Deze week aten we nog een keer bonen, borlottibonen ditmaal. Je kunt ze in pot of blik kopen maar het is toch echt veel lekkerder om ze te weken en zelf te koken. Ik maakte ze heel simpel klaar; koken met een bouquet garni van verse kruiden en daarna geserveerd met wat spekjes en gebakken tomaatjes.

  • voor vier personen:
  • 250 gram droge borlottibonen, een ui, stukje wortel en peterselie,selderij,  laurierblad.
  • een stukje gerookt spek
  • 1 fijngesneden ui, 2 teentjes knoflook, ook fijngesneden
  • 1 rode peper, het zaad verwijderen en het vruchtvlees fijnsnijden
  •  8 kleine tomaatjes
  • 4 salieblaadjes
  • peper en zout
  • olijfolie

Week de bonen 24 uur. Ververs het water een keertje. Giet het weekwater weg. Zet de bonen in ruim, koud water op met een bouquet garni van wortel, ui, peterselie, selderij en een blaadje laurier.  Voeg het zout pas toe als de bonen gaar zijn! Kook de bonen zachtjes gaar in ongeveer een uur. Giet ze af en meng er wat zout en olijfolie door.

Bak de stukjes spek lichtbruin. Voeg ui en knoflook toe en laat even meebakken. Doe er dan de tomaatjes en de salie bij en .bak even door tot je een mooie saus hebt.

Doe er dan de gekookte bonen bij en verwarm nog even tot alle smaken mooi gemengd zijn. Dien op met wat versgehakte platte peterselie. Geef er knapperig brood bij en een frisse salade.

En natuurlijk, Espresso toe!

© ellen.

Santiagotaartsjabloon…

image
Spanjaarden zijn gek op amandelen. Je vindt die nootjes terug in allerhande recepten, en vooral dan bij de bereiding van gebak, in de vorm van amandelmeel. Ellen heeft de gewoonte om amandelmeel te gebruiken al lang geleden geadopteerd. Ze maakt er chocoladetaarten mee, sinaasappeltaarten, of taartjes met amarenekersen. Ellen maalt het amandelmeel zelf. Ze gebruikt amandelschaafsel, ingekocht in grootverpakking. Het voordeel van zelf malen is dat je ten allen tijde kunt bepalen hoe grof of fijn je meel zal zijn.

In en om Santiago de Compostella is een taart in zwang die, hoe kan het anders, Tarta de Santiago heet. Ook die wordt gemaakt met amandelmeel. Het probleem met de taart is dat met name de bodem een a typische bereidingsvorm vereist. De recepten die je vindt spreken vervolgens elkaar allemaal tegen en elke auteur claimt de enig juiste taart te beschrijven. De taart behoort tot het werelderfgoed van de UNESCO.

Ellen probeerde een paar manieren uit, ze gebruikte de recepten van niet de minste kookschrijvers, maar ze was niet tevreden over het resultaat. Door de drukte van de laatste tijd werd het taartenbakken tijdelijk stopgezet. Gekscherend liet ze de Pelgrims naar Santiago weten dat ze niet verder kon met de taarten omdat het haar ontbeerde aan de juiste sjablonen.

Die Santiagotaarten worden namelijk bestoven met poedersuiker, er dient een heuse laag op te liggen. Wanneer je nu het sjabloon van het Jacobskruis op de taart legt en het na het bepoederen voorzichtig verwijderd, krijg je de afbeelding van het kruis te zien in een bruine kleur, de kleur van de taart. Het steekt prachtig af tegen het blank van de suiker.

Je kunt zo’n sjabloon zelf gaan zitten knutselen, maar in Spanje zijn metalen exemplaren te krijgen, voorzien van een handig haakje om ze van de bepoederde taart te wippen.

Tot onze verrassing hadden de pelgrims een paar sjablonen voor het Ministerie meegebracht; échte, van metaal, uit Spanje. Enfin, je begrijpt dat er nu nog nauwelijks obstakels zijn  die het taartenbakken mogen frustreren. Zo gauw het eerste exemplaar toonbaar is zul je het op deze web site zien.

© paul