Nonnevotten en een Duitse variant van carnavalsgebak…

nonnevotten 1

Ed van de Wijnerij schreef over Nonnevotten, een Limburgs carnavalsgebak. Dat leek me wel iets voor een verloren uurtje deze middag. Ook het kookprogramma van de WDR besteedde gisteren een aflevering aan carnavalsgebak. In grote lijnen kwamen de Limburgse en Rijnlandse recepten aardig met elkaar overeen.
Ik nam het recept gewoon zo over uit het artikel van Ed. Hij beschrijft ook de achtergrond van het gebak.
Ik frituurde de nonnevotten in wat arachideolie in de wok.

nonnevotten 004

Een deel bakte ik vervolgens naar Rijnlandse aard, met abrikozenconfituur.

nonnevotten 013

De Keizer van Monera kwam binnen gemopperd. Hij is snotverkouden en ziet zijn deelname aan de Grote Optocht van zondag in het gedrang komen. Hij had een liter kamillethee gedronken, het hielp verdomme niet…
“Neem maar een alcoholische versnapering”, opperde Ellen, “daar wordt je minder sjacherijnig van…”.
Enfin, na drie nonnenvotten en een abrikozengebakje en een mooi glas muscaatwijn klaarde het gemoed van de Keizer aanmerkelijk op.
Hij vond het gebak lekker, wij ook.

© ellen-paul

Koolpastei…

koolpastei 010

Zaterdag maakte ik behalve de Apfelstrudel ook nog een koolpastei. Ik had, tussen de buien door een spitskooltje gekocht en wilde er eens iets anders dan anders mee doen. Ik besloot er een soort grote pirosjki van te maken. Ik noem het maar een koolpastei.

Voor het deeg gebruikte ik het recept voor de kleine pirosjki;
300 gram bloem
5 eetlepels melk
125 ml yoghurt
1 ei
4 eetlepels zonnebloemolie
1 zakje bakpoeder en een mespuntje zout.
Kneed dat alles goed door elkaar tot een soepel deeg en laat het even rusten.

Voor de vulling;
1 kleine spitskool in fijne reepjes gesneden
75 gram biologisch gerookt spek in kleine reepjes gesneden
1 ui en 2 teentjes knoflook, fijngesneden
1 eetlepel olijfolie
flink wat zwarte peper
2 hardgekookte eieren, fijngesneden

Verwarm de olie en fruit daarin ui en knoflook even aan. Voeg het spek toe en bak tot het knapperig is.
Doe er dan de kool bij en de peper en laat het geheel 15 minuten zachtjes stoven. Voeg eventueel wat zout toe. Laat het mengsel afkoelen en voeg de hardgekookte eieren toe.

koolpastei 005

Rol dan het deeg uit tot een flinke rechthoekige lap. Beleg de helft met de koolvulling en klap de lap deeg dicht.
Versier de bovenkant met een leuk figuurtje van restjes deeg en bestrijk de pastei met losgeklopt ei.

koolpastei
Bak de pastei ongeveer 30 minuten in een voorverwarmde oven op 170 graden.

Deze hoeveelheid was voor ons tweetjes veel te veel. Ik had ook een flinke pan pörkölt gemaakt, van rundvlees ditmaal. Ook veel te veel voor twee, maar ik bedacht dat we dat zondag ook nog konden eten.
Zo’n stoofpot is de volgende dag vaak nog veel lekkerder!

Alles bij elkaar was het zoveel dat we zondag met vieren er nog eens van konden eten!
De Jongste Bediende en Marleen waren uitgeput na een lang weekend vol Schutverplichtingen. Zij lusten wel een hapje. Ik kookte wat rijst, warmde de pastei en de pörkölt even op, een flinke salade erbij en klaar…een maaltijd voor vier personen!

Ik vind het dus moeilijk te zeggen voor hoeveel personen deze pastei is. De afmetingen waren 24×17 cm en 5 cm hoog.  Als lunch of bijgerecht bij de hoofdmaaltijd zou ik zeggen voor vier tot 6 personen.
Lekker was het in ieder geval wel! Een experiment dat we zeker herhalen! En, zonder spek dan natuurlijk, ook heel geschikt als vegetarische maaltijd!
© ellen.

Apfelstrudel…

 

Apfelstrudel 008
Het lijkt ingewikkeld maar het is niet echt moeilijk om zelf strudel te maken. Belangrijk is dat je het deeg echt héél dun uit moet rollen. Je moet de krant kunnen lezen door het deeg!
350 gram bloem
snuifje zout
3 eetlepels zonnebloemolie
125 ml lauw water
1 ei
Doe de bloem in een kom, maak een kuiltje in het midden en doe daarin zout, het ei, de olie en het water. Kneed met de vingertoppen het deeg tot een soepele bal. Smeer de deegbal dan met een kwastje in met olie en verpak het deeg in folie.
Laat het deeg zo op een warme plaats  20 minuten rusten. Maak intussen de vulling;
5 goudreinetten of andere appelen
200 gram rozijnen (even wassen en weken in lauw water)
100 gram gehakte amandelen
1 theelepel kaneelpoeder
2 eetlepels honing
100 gram gesmolten boter
100 gram paneermeel. Bestrooi een theedoek met bloem en rol daarop het deeg uit. Steeds verder tot je een flinterdunne deeglap hebt. Bestrijk het deeg met de gesmolten boter en strooi daarover het paneermeel.
Verdeel de vulling over het deeg.

8 december 2006 006
Pak de randen van de theedoek en laat de strudel nu langzaam rollen. Het gebak rolt zichzelf op.
8 december 2006 009
Als de hele deeglap opgerold is de strudel voorzichtig dichtvouwen en op een ingevette bakplaat leggen. Strijk met een kwastje de rest van de boter over de strudel en zet het gebak 30 minuten in de voorverwarmde oven op 200 graden.
Eet de strudel warm of koud bestrooid met poedersuiker en met een flinke schep licht gezoete slagroom.

© ellen

Taart met Amarenekersen en amandelen…

 

kersentaart 010

Ik had nog wat Amarenekersen over en er stond ook nog een potje kersen op sap uit een of ander kerstpakket; ik besloot een kersentaart te maken. Ik gebruikte het recept voor aardbeientaart en paste het wat aan.
De combinatie van de kersen met amandelen smaakt prima. Er hadden wel wat meer kersen in gemogen.
Als je deze taart gaat maken, neem dan een hele pot kersen. Liefst Amarenekersen!
Voor een springvorm met een doorsnee van 23 cm;

Een springvorm van 23 cm, de randen invetten en de bodem bedekken met bakpapier.
De oven voorverwarmen op 160 graden voor hete lucht, 180 voor een gewone oven.

175 gram fijngemalen amandelen
175 gram fijne suiker
175 gram zelfrijzend bakmeel
175 boter
2 eieren, 1 eidooier (in het oorspronkelijke recept 1 ei, maar ik had erg kleine eitjes)
een potje kersen op sap, de kersen uit laten lekken, het sap bewaren.

kersentaart

Smelt de boter en meng dan alle ingrediënten, behalve de kersen, door elkaar.
Meng met de mixer in de laagste stand ongeveer één minuut.
Smeer dan de helft van het deeg op de bodem van de springvorm. Leg daarop de kersen en daarop de rest van het deeg.

Bak de taart dan 1 uur op 160 graden hete lucht of 180 graden gewone oven.

Laat de taart even in de vorm staan een maak de randen voorzichtig los.
Het is mooi en ook lekker om de taart dan nog te bedekken met een laag suikerglazuur.
Dat maakte ik met 75 gram poedersuiker, wat citroensap en een theelepeltje van het kersensap.

Mengen tot je een hele dikke massa hebt en dan meteen uitsmeren over de taart. Garneer met een paar kersen.

© ellen.

Fudge…

 

en espresso toe 007

Fudge, ook wel vanilla-fudge. Zo heten die snoepjes. Ik vroeg Ellen naar de Nederlandse naam, maar ze kwam niet verder dan “toffee’s”. Dan toch op z’n minst “zachte” toffee’s, lijkt me. Maar al met al vind ik het niet bevredigend, die naam. Toffee’s zijn hard, Fudge zacht…
We hebben er, geloof ik,  geen naam voor. Net zo min als de Duitsers overigens.

Rond 1886 is de fudge uitgevonden in de Verenigde Staten. Het verhaal wil dat het lekkers ontstond uit  een partij verprutste (fudged) caramels of toffee’s.
(Fudge betekent in het Engels zoiets als bedotten, belazeren. De minister van het Toverministerie in de Harry Potter-cyclus heet Cornelius Fudge. En die is, zoals we weten, ook niet zuiver aan de haak. Nomen est omen…)

De fudge werd een grote hit in de Verenigde Staten en vond al snel via Engeland zijn weg naar Europa.
Suiker, boter en room zijn de hoofdbestanddelen voor het snoep. En verder horen er smaakstoffen in als vanille, aromatische honing en chocolade. Dat de fudge niet bikkelhard worden danken ze aan een gecontroleerd verhitten van de basismassa.
Ook in het Verenigd Koninkrijk zijn ze er dol op. En natuurlijk claimen zij het uitvinden van de fudge voor hullie-eigen.

Ik ben helemaal gek van dit snoep. Het heeft geen nut, ja het is zelfs gevaarlijk om het in huis te hebben. Ik eet net zo lang door tot de voorraad op is, hoe omvangrijk die ook is. De snoepjes van de foto kostten me slechts een goed half uur, het had sneller gekund…

In plaats van een fruitmand dacht ik de Jongste Bediende te verblijden met een doosje fudge, deze middag. Hij moet per slot aan zijn dagelijks suikerquotum geraken. En fruit, daar is-ie niet zo dol op.
Het feit dat ze uitverkocht waren behoedt mij voor een hoop extra gesnoep, want ik zou natuurlijk ook een doosje voor mezelf hebben gescoord.
De Jongste Bediende krijgt nu chocoladebonbons.

© paul

Kaassoesjes ofwel Gougères…

 

20 augustus
Ik vier Oud en Nieuw vanavond bij de Jongste Bediende en heb beloofd wat hapjes mee te nemen. We zijn met een klein gezelschap vanavond. Ik ga wat hartige soesjes bakken en pirosjki.

Bourgondische kaassoesjes ofwel Gougères
2,5 dl melk
50 gram boter een snuifje zout
150 gram bloem
4 eieren
50 gram Comté of Gruyère kaas in  blokjes gesneden ter grote van een doperwt
50 gram geraspte kaas
Breng de melk met de boter en het zout aan de kook.
Voeg de bloem in één keer toe en en verwarm het mengsel al roerend tot het van de bodem van de pan loslaat.
Laat het nu even afkoelen en roer er dan één voor één de eieren door. Je moet roeren tot je een mooi glanzend mengsel hebt.
Roer er dan de blokjes kaas door.
Vorm met twee eetlepels kleine balletjes van het deeg en leg die op een ingevette bakplaat.
strooi nog wat geraspte kaas over de soesjes en bak ze in een voorverwarmde oven op 170 graden in 20 minuten gaar. Met het deeg kun je ongeveer 20 soesjes maken.

Deze soesjes zijn makkelijk te maken en heerlijk bij een glas wijn. Drink er een mooie Bourgogne bij of  een Bourgondisch aperitief Kir; schenk een flinke scheut crème de cassis in een wijnglas en vul het dan aan met een witte Bourgogne of een andere droge witte wijn of maak een Kir Royale, dan neem je in plaats van witte wijn een cremant of champagne.

© ellen

Bossche bollen…

 

bosche bol 012

Moorkoppen kenden wij niet. Nooit van gehoord ook…
Bossche bollen daarentegen des te beter. Je vindt ze overal in Oost Brabant.
De stamvader van een deel van Eupotours bakte vroeger de beste van ons dorp, maar ook andere bakkers lieten zich niet onbetuigd. En dat is nog zo.
De enige echte Bossche bol komt evenwel uit ‘sHertogenbosch. En wel van bakker De Groot aan de Stationsweg. Dat is al heel lang zo, en dat zal nog lang zo blijven. En of ze bij De Groot de mythe zelf gecreëerd hebben weet ik niet, maar het is in ieder geval een alom geaccepteerd gegeven.

Een paar dagen geleden sjokten wij weer eens door Den Bosch. Het was guur in de stad.  Ik had een paar nieuwe schoenen nodig en normaal slaagde ik altijd, ik kocht al jaren bij dat adres. Die dag dus niet..
Om dan toch niet onverrichter zake huiswaarts te keren schaften we wat lekkere dingen aan. Kleine figuurtjes van eendenmousse, Bossche beuling, kleine braadkippetjes en natuurlijk een paar Bossche bollen.

We moesten nog een aardig eindje omwandelen voor het gebak, we hadden verder niks te zoeken in het Stationskwartier. En dat was vroeger ook al zo. Ik studeerde ergens aan de andere kant van de stad, maar voor de Bossche bollen liep ik een paar kilometer om.

Wat maakt die Bossche bollen nu zo bijzonder?
Op de eerste plaats de chocolade. Mooi donker, niet versuikerd, een tikje plastisch. Het chocoladelaagje brokkelt niet weg bij het eten. Dan de slagroom. Échte slagroom en niet te zoet. Smaakt heerlijk vol en niet vet (maar is dat wel).
En de soes is gewoon goed. Niet te hard, niet te zacht, niet te dik.

Ach, er zullen in den lande beslist bakkers zijn die er ook iets heel moois van maken, ik twijfel er niet aan.
Maar Bossche bollen komen nu eenmaal van bakker De Groot. Zo zit dat.

© paul

Oud en Nieuw hapjes 1: Bourgondische soesjes (Gougères)…

20 augustus

Oudejaarsavond vind ik altijd een echte hapjesavond. We eten wat we drinken wat. Een echte maaltijd komt er meestal niet van want natuurlijk moeten er oliebollen gebakken worden. Ik ben zelf niet zo’n “zoetmens” en na een paar uur oliebollen bakken snak ik meestal naar iets hartigs.
Ik zal de komende dagen een aantal hapjes voor oudejaarsavond publiceren, hartig, zoet en natuurlijk oudejaarsdag verslag van de oliebollenbakkerij.

Vandaag Bourgondische kaassoesjes ofwel Gougères, makkelijk te maken en heerlijk bij een glas wijn. Drink er een mooie Bourgogne bij of een Bourgondisch aperatief Kir; schenk een flinke scheut crème de cassis in een wijnglas en vul het dan aan met een witte Bourgogne of een andere droge witte wijn of maak een Kir Royale, dan neem je in plaats van witte wijn een cremant of champagne.

2,5 dl melk
50 gram boter een snuifje zout
150 gram bloem
4 eieren
50 gram Comté of Gruyère kaas in blokjes gesneden ter grote van een doperwt
50 gram geraspte kaas
Breng de melk met de boter en het zout aan de kook.
Voeg de bloem in één keer toe en en verwarm het mengsel al roerend tot het van de bodem van de pan loslaat.
Laat het nu even afkoelen en roer er dan één voor één de eieren door. Je moet roeren tot je een mooi glanzend mengsel hebt.
Roer er dan de blokjes kaas door.
Vorm met twee eetlepels kleine balletjes van het deeg en leg die op een ingevette bakplaat.
strooi nog wat geraspte kaas over de soesjes en bak ze in een voorverwarmde oven op 170 graden in 20 minuten gaar. Met het deeg kun je ongeveer 20 soesjes maken.

Tiramisu…

 

Kerst 2007 095

De tiramisu die ik voor het kerstdiner maakte was een groot succes. Sterker nog, het gezelschap wil dit als vast onderdeel van volgende dinertjes! Ik schrijf het recept dus maar even op voor het in de vergetelheid raakt.
Ik gebruikte het recept van Gerrit Jan Groothedde van Eetschrijven, hij won er in 1979 zelfs een prijs  mee. Ik volgde ook letterlijk zijn advies over het gebruik van eiwitten, Gerrit Jan schrijft;

Nu kon u het slechter treffen, want mijn recept voor tiramisu (ik bedacht het al in 1979 en won er toen zelfs een prijs mee) is, al zeg ik het zelf, het lekkerste dat er in het Nederlands op internet te vinden is. Eén van de redenen is dat ik tot mijn verbazing wel de enige lijk te zijn die er geen probleem in ziet vijf eierdooiers en maar twee eiwitten voor te schrijven. U hebt het begrepen: bij mij houdt u drie eiwitten over! Tja, dat is dan niet anders. Twee eierdooiers is veel te weinig, vijf eiwitten is veel te veel en alles er tussenin is een laf compromis. U wilt toch lekker? Nou: gebruik die drie eiwitten dan lekker ergens anders voor! Bijvoorbeeld voor die baked alaska waar ik het vorig jaar ook al over had.

Ik gebruikte de eiwitten die over waren om een flinke stapel macarons te bakken, dat was ook een goede oplossing.
Het oorspronkelijk recept van Gerrit Jan is voor 6 tot 8 personen, ik moest dus de hoeveelheden wel aanpassen. Ik vermenigvuldigde de hoeveelheden met 3 en dat was voor 20 personen prima. Ik gebruikte een roestvrijstalen ovenschaal van 37x26x6 cm, daar paste alles precies in.
Voor het besprenkelen van de lange vingers gebruikten we een speciale methode; in de meeste recepten staat dat je de koekjes moet soppen of besprenkelen of doordrenken. Al met al een risicovolle onderneming want de koekjes vallen nogal snel uitelkaar. Een geheel nieuwe methode dus op het Ministerie; wij spoten de koffie met de plantenspuit over de koekjes!!! Groot voordeel; een zeer gelijkmatige verdeling, geen koekjes die uit elkaar vallen, geen troep in de keuken!

kerst 24 en 25 december 002

De oorspronkelijke hoeveelheden voor 6 tot 8 personen;
250 g mascarpone
5 eierdooiers 2 eiwitten
200 g Italiaanse savoiardi (of lange vingers, boudoirs of lepelbiscuits)
100 g witte basterdsuiker
250 cl sterke koffie
4-6 eetlepels amaretto
wat cacaopoeder.

Ik gebruikte dus voor 20 personen;
750 gram mascapone
15 eidooiers
6 eiwitten
600 gram lange vingers (iets meer omdat dan het blik perfect gevuld was)
300 gram basterdsuiker
750 ml sterke koffie
15 eetlepels amaretto
cacaopoeder
een schone plantenspuit om de koffie te verdelen
een bakblik van  37x26x6 cm

Klop de eierdooiers schuimig met de suiker. Dan de amaretto erbij doen en de mascarpone. Meng tot je een mooie gelijkmatige massa hebt. Klop de eiwitten stijf en schep er dan de massa heel voorzichtig door. Je hebt nu een zachtgele vla.
Leg de koekjes met de suikerkant naar boven in een vorm.
Bespuit de koekjes met koffie tot ze mooi doordrenkt zijn. Schep hierover zoveel vla dat de koekjes bedekt zijn. Leg hierop een nieuwe laag koekjes, bespuit die met koffie. Daarop een laag vla en ga zo  door tot de koekjes op zijn. ( in mijn blik pasten drie lagen) Eindig met een laag vla. Zet de tiramisu minstens 30 uur in de koelkast.
Bestrooi vlak voor het gebruik met cacaopoeder. Je kunt de tiramisu met behulp van een mes en taartschep opdienen.

© ellen, met dank aan Eetschrijven.

Kersttip 8: Salame di Cioccolato…

 

Arretje Nof, Salame di ciaccolato

De hele dag is het hier op het weblog een drukte van belang. Zijn er nog zoveel mensen op zoek naar een recept voor het kerstmenu?
Hier in huis is het lekker warm, de kaarsjes branden en het ruikt heerlijk naar gebraden konijn met tomaatjes. Recept van dit overheerlijke konijn volgt straks, als wij gegeten hebben. Nu alvast een dessert dat ik al eerder maakte, Salame di Cioccolato
Zou een mooi gerecht kunnen zijn na het konijn, allebei een beetje Italiaans getint.

 Recept voor zes personen.

75 gram rozijnen
200 gram bittere (pure) chocolade
3 eetlepels boter
75 gram geblancheerde, gehakte amandelen
200 gram droge biscuits, verkruimeld
3 eetlepels oranjesnippers en sukade, gehakt
2 eierdooiers

De rozijnen zette ik in de week in ruim warm water.
Ik verbrokkelde de chocolade en smolt de stukjes met de boter en een snuifje zout au-bain-marie.
Eens gesmolten roerde ik er de suiker, amandelen, biscuits en gedroogde vruchten doorheen.
Ik haalde de pan van het waterbad en werkte de goed uitgelekte rozijnen en de eierdooiers door het mengsel. Hierna mocht het geheel afkoelen.
Vervolgens zou je van de massa een worst kunnen maken door het geheel tussen twee vellen vetvrij papier of folie te rollen. Ik gebruikte een halfronde cakevorm. Ik vind dat eenvoudiger en minder risicovol. Je voorkomt dat de massa uit elkaar valt.
Goed…, ik bracht de massa over in een halfronde bakvorm en drukte goed aan. Daarna kon het hele zaakje in de koelkast om op te stijven. (Minstens één uur.)

Vóór gebruik zette ik de vorm even in een laagje lauw water. Daarna liet de massa zich prima (en vormvast) storten op een platte schaal.

Ik maakte het gerecht voor twaalf personen, ik gebruikte dus het dubbele van wat ik hierboven heb beschreven.
De helft van de biscuit-massa bestond uit volkorenkaakjes. Ik vond het niks, maar iedereen was er vol lof over.
In de plaats van de sukade en sinaasappelsnippers gebruikte ik een gelijke hoeveelheid gedroogde abrikozen, heel fijn gehakt. En dat werkte verrassend goed.
Ik verwerkte uiteindelijk ook iets meer boter omdat ik het gevoel had dat er te weinig binding was.
Achteraf denk ik dat er wat minder amandel in had gemoeten.
We dronken er sterke koffie bij en een borreltje Armagnac.

Arretje Nof, Salame di ciaccolato

© ellen.