Het lijkt ingewikkeld maar het is niet echt moeilijk om zelf strudel te maken. Belangrijk is dat je het deeg echt héél dun uit moet rollen. Je moet de krant kunnen lezen door het deeg!
350 gram bloem
snuifje zout
3 eetlepels zonnebloemolie
125 ml lauw water
1 ei
Doe de bloem in een kom, maak een kuiltje in het midden en doe daarin zout, het ei, de olie en het water. Kneed met de vingertoppen het deeg tot een soepele bal. Smeer de deegbal dan met een kwastje in met olie en verpak het deeg in folie.
Laat het deeg zo op een warme plaats 20 minuten rusten. Maak intussen de vulling;
5 goudreinetten of andere appelen
200 gram rozijnen (even wassen en weken in lauw water)
100 gram gehakte amandelen
1 theelepel kaneelpoeder
2 eetlepels honing
100 gram gesmolten boter
100 gram paneermeel. Bestrooi een theedoek met bloem en rol daarop het deeg uit. Steeds verder tot je een flinterdunne deeglap hebt. Bestrijk het deeg met de gesmolten boter en strooi daarover het paneermeel.
Verdeel de vulling over het deeg.
Pak de randen van de theedoek en laat de strudel nu langzaam rollen. Het gebak rolt zichzelf op.
Als de hele deeglap opgerold is de strudel voorzichtig dichtvouwen en op een ingevette bakplaat leggen. Strijk met een kwastje de rest van de boter over de strudel en zet het gebak 30 minuten in de voorverwarmde oven op 200 graden.
Eet de strudel warm of koud bestrooid met poedersuiker en met een flinke schep licht gezoete slagroom.
© ellen