De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 27…

de stok van Joske

23-04-2014. De etappe liep van Arbourse naar Couy, 35 kilometer.

Evenals gisteren werden de wandelaars aan het begin van hun tocht beschenen door een klimmende zon, terwijl de lager gelegen gronden zich hulden in mist. Prachtige vergezichten…

Ga ik te langzaam of gaan de wandelaars te snel? Ik had niet verwacht dat Ans en Jan deze dag de Loire al zouden oversteken. Het ging ze kennelijk erg voorspoedig…

Het geval wilde namelijk dat de wandelaars een overnachting planden in het stadje La Charité-sur-Loire. Echter, het was pas 12.30 uur toen ze daar arriveerden, er restte die dag nog een zee van tijd. Er werd dan overwogen en even later daadwerkelijk besloten om door te lopen naar de volgende pelgrimsrustplaats. Naar actuele informatie zou die enkele kilometers verderop zijn, in werkelijkheid betrof het echter een dagmars. Toen dat allemaal een beetje duidelijk werd zat er niets anders op dan de route een stuk af te snijden. Via saaie en oninteressante wegen, het was beroerd lopen, maar meer zat er niet in. Uiteindelijk bedroeg de tocht 35 kilometer. We zijn kei kapot schrijft Ans, het was heet… De klok gaf 17.30 uur aan toen Ans en Jan hun bestemming voor deze dag bereikten.

Maar ook deze dag werden de pelgrims ontvangen door een gastvrij echtpaar. André van 85 jaren oud en Marie-Josephe, die 82 jaren telde. En terwijl de nodige rust werd genomen, dagboeken bijgewerkt, gedoucht  en gedommeld, kookte het echtpaar een stevige maaltijd voor de wandelaars. Het huis was groot, een boerderij van formaat. Vier jaar geleden nagenoeg helemaal afgebrand, maar nu grotendeels weer hersteld.

De maaltijd was heerlijk, de keuvel hartverwarmend en het bed zaligzacht. Geslaope as driej osse schrijft Jan…

Iets actueels heb ik nu niet in de aanbieding, dus put ik uit het archief… Op de foto dan eindelijk een close up van de Staf van Zjoske. Is het geen beauty?

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.

<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

Een glaasje advocaat lepelen…

pasen 2014  lunch

Het heeft iets van de bejaarde stripverhalen van Frans Piët: Sjors en Sjimmie lepelen een glaasje advocaat. Hollandser is toch nauwelijks denkbaar.

Ik kan me geen Nederlands gezin voorstellen waar in vroeger dagen niet de fles advocaat op tafel kwam wanneer er iets te vieren viel. Hooguit bij een enkel lid van de Blauwe Knoop.

‘n Advocaatje gold als vrouwendrankje, geschikt voor de lichtere drinker. Je slobberde ook niet een hele fles weg op een partijtje, nee, je lepelde een, twee glaasjes maximaal. Al dan niet met een toefje slagroom. Voor veel Nederlandse kinderen was een advocaatje de eerste kennismaking met Koning Alcohol.

Je hebt advocaat ook in dunne, vloeibare vorm, maar de dikke is de klassieker. Het betreft een likeur, bereid van eieren, brandewijn, suiker, smaak- en kleurstoffen. De likeur is gemakkelijk zelf te maken, maar nagenoeg iedereen koopt hem kant-en-klaar in de fles.

Bij ons komt de likeur één maal per jaar op tafel: bij de Paaslunch. En al gaat advocaat door voor een ouwe-wijvendrankje, de fles of flessen worden in een mum van tijd soldaat gemaakt. Iedereen aan tafel zit een partijtje te lepelen.

En is de fles leeg dan worden de restanten van de achtergebleven brij omgetoverd tot een vloeibare drank. Je giet wat room in de fles (koffiemelk volgens Vriend Jan), draait de schroefdop erop en je schudt tot de advocaatresten zijn opgelost. En dan gaat het feest weer gewoon verder…

pasen 2014  lunch

Voor de kenners: wij hadden die van de firma Warninks.

© paul

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 26…

vakantie zomer 2013 Asquins22-04-2014. De etappe liep van Cuncy naar Arbourse. ??? kilometer.

Een verkwikkende nachtrust bij Monsieur Phillippe, en vervolgens een simpel ontbijt met lekkere koffie. De gastheer wist wat goed was voor pelgrims. Hij reed dan de wandelaars terug naar het punt van de Camino, de pelgrimsweg, waar hij ze gisteren oppikte, en een nieuwe etappe kon beginnen voor Ans en Jan.

Aangename zon, prachtige vergezichten, mist in de dalen. De muizenissen van de vorige dag waren verdwenen. De tocht trok door Varzy, een plaats, groot genoeg om een terras te bezitten, dus om verse koffie te schenken. Ook kon er leeftocht ingeslagen worden voor de lunch. Ans schrijft in een tussenberichtje: het gaat weer goed! Enfin, de Schwung zat er weer in…

Daarna volgden er vier wandeluren waarin Ans en Jan slechts vijf mensen tegenkwamen. Pas in Arbourse werd het weer drukker. De pelgrimsrefuge, het onderkomen voor deze dag, was slechts dun bezaaid met gasten. Twee Nederlandse meiden, Lia en Hilda, zij waren de enige logées.

Lia bood aan een maaltijd te verzorgen, onze wandelaars stonden garant voor de wijn. Intussen begon het te regenen. Prettig om een dak boven het hoofd te hebben.

En dan het volgende: ze (Jan en Ans) blijven er maar op terugkomen. En ik vind het moeilijk, een beetje pijnlijk ook. Maar goed, er is hullie een en ander aan gelegen, dus ik maak jouw, lezer, dan ook maar deelgenoot…

Schreef ik enige tijd geleden dat ik geen fluit geloofde van dat gedoe met die kabouters, de volgende dag al kreeg ik een berichtje terug van de wandelaars of ik toch alstublieft een beetje vriendelijker wilde zijn voor het kleine volk. Kennelijk had mijn ongeloof die ondermaatse gastjes gegriefd en waren ze verbolgen over zoveel ontkenning. Het gevolg was (let wel: volgens Jan en Ans!) dat het dwergenvolk er de brui aan gaf. Die dag liepen Ans en Jan de route voor een groot deel via de aanwijzingen van de Grande Randonnee, het lange-afstand-web van Europese wandelwegen. De Compostellabordjes waren in geen velden of wegen te bekennen. Ook de dagen daarna ontbrak het op cruciale punten aan aanwijzingen. De wandelaars hebben alles in het werk gesteld om het vertrouwen te herstellen.santiago

Zo gauw ze maar het gevoel hadden dat er geen mensen in de buurt waren (en dat was meestal al snel het geval) deden ze een dansje op het pad, luid scanderend: Kabouter Plop, Kabouter Plop (ik ken de melodie niet eens, ik heb een onbeschrijflijke hekel aan dat Plopsa-gedoe…). Of ze liepen te marcheren in gestrekt tempo, hardop zingend van Kabouter Spillebeen.

Stel het je voor lezer, twee volwassen mensen… We hadden nooit reden om te twijfelen aan hun intellectuele vermogens. En die lopen daar…, Nou ja!santiago

Tot dan die foto in Ellens telefoon schoof. En ik vraag me nu in alle oprechtheid af wat ik ermee moet. Bewijs geleverd, kabouters bestaan en ze zijn  ons weer goed gezind zeggen Ans en Jan. Sinds een aantal dagen worden de aanwijzingen weer bijgehouden, en verser kan het niet.

Ik moet er goed over nadenken lezer, mijn wereldbeeld staat op kantelen… (Overigens: de enige kabouter die altijd al welkom was op het Ministerie van Eten en Drinken heet Paulus. En dat is een boskabouter!)

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.

<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

 

Spicy beans, pikante bonen uit Texas…

spicy beans

Ik zat wat te rommelen in de kookbibliotheek op zoek naar bonenrecepten. In Culinaria USA stuitte ik op het hoofdstukje Chuckwagon cooking.  Die Chuckwagons waren als proviandwagen ingerichte huifkarren, voorzien van een kookgelegenheid, voorraadkasten en een of meer uitklapbare tafels. Kortom, het waren degelijke veldkeukens.

rawhide

Onwillekeurig drong zich de televisieserie Rawhide aan me op. In de jaren zestig van de vorige eeuw smulde ik ervan. De avonturen van die échte cowboys waren me zoveel liever dan het wat suffige en ook onwaarschijnlijke Bonanza. Gil Favor was de baas van een groep cowboys die een grote kudde longhorns van de weidegronden in het westen naar de slachthuizen van het oosten moesten brengen. De facie van Clint Eastwood staat prominent op het affiche, dat verkoopt waarschijnlijk goed. Terwijl Clint-Rawdy Jates-Eastwood toch slechts het hulpje was van voorman Favor. Maar dat baardmannetje in de achtergrond, daar gaat het me nu om. Zijn  naam was Wishbone. Hij was de kok van het gezelschap, hij beheerde de Chuckwagon. En altijd deelde hij koffie uit, gekookte, bittere, pikzwarte koffie. En werd er gegeten, dan was het altijd een schotel met bonenkledder. Het zou zomaar mijn peperige bonenschotel geweest kunnen zijn. Ik paste het gerecht wat aan aan de spullen die ik in huis had. Als bijgerecht zijn er met deze hoeveelheden minsten drie hongerige magen te vullen

  • 200 gram gedroogde kievitsbonen,
  • 150 gram ontbijtspek, in dobbelstenen,
  • ‘1 kleine ui, gesnipperd,
  • 2 tenen knoflook, gesnipperd,
  •  1 theelepel bruine suiker,
  • 1 theelepel komijn,
  • 2 verse pepertjes,  ontdaan van zaadlijsten en fijn gesneden,
  • wat pepersaus,
  • Worchestersaus naar smaak,
  • 1 blik tomaten,
  • zout.

Laat de bonen 8 uur weken. Doe ze in een stoofpan met deksel, schenk er koud water op en kook ze langzaam gaar. Giet dan de bonen af, het kooknat kan weg. Verwarm de oven op 180 graden. Voeg alle ingrediënten toe, meng en zet de stoofpan in de oven. Het gerecht mag nu een uur bakken. Dien warm op.

  • Let op: ik vertrouwde het niet helemaal dus ik keek tijdens de gaartijd een paar keer in de pan. Ik moest wat extra vocht toevoegen om te voorkomen dat de zaak ging aanbranden.
  • Wat je krijgt is eenvoudige voedzame kost. Én lekker…
  • In de plaats van het spek zou je allerlei restjes vlees kunnen verwerken. Ik gebruikte het vlees van een haxen.
  • Ook is er geen eenduidige manier om de schotel scherper te maken. Ik gebruikte harissa, maar elke pepersaus of peperpasta voldoet naar mijn idee.
  • Ik liet de bonen iets te gaar worden. Het ziet er wat kledderig uit. Net als in élke cowboyfilm…

We aten er gegrilde entrecote bij.

© paul

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 25…

vakantie zomer 2013 Asquins

21-04-2014. De etappe liep van Vezelay naar Cuncy-les-Varzy, 28 kilkometer.

Vezelay was nu écht gepasseerd station. Het miezerde een beetje toen de wandelaars vertrokken vanuit de bedompte slaapaccommodatie, het was 07.15 uur. De nacht was onrustig geweest, twee notoire snurkers hielden de gemoederen tamelijk bezig.

De tocht voerde door ruig gebied. Modderige bospaden waren er de oorzaak van dat in korte tijd schoenen en broekspijpen onder de smeerboel zaten. Maar erger nog waren de paden die de koolzaadvelden flankeerden. Zwaar landbouwverkeer had diepe groeven in de wegels geploegd. Dat bemoeilijkte de tocht, verse modder zette zich vast aan de zolen van de wandelschoenen. We leken wel te groeien schreef Ans…

Na enkele uren klaarde het op. Dat wil zeggen, de regen stopte. Zon hebben de wandelaars deze dag niet gezien. Verder was het wennen aan de nieuwe bewegwijzering: andere tekens, andere pictogrammen.

Het pad leidde de pelgrims door dunbevolkte streken en uitgestorven dorpjes. Waar zijn de bakkers, de cafeetjes voor koffie, de winkeltjes? vroegen Ans en Jan zich af. Maar wat wilde je wanneer je zwierf door hartje Morvan, het arme zusje van de Bourgognefamilie? Hier woonde altijd al weinig volk. Te weinig voor de kleine neringdoende om er het leven te houden…vakantie augustus 2006 162

Ans en Jan waren blij Cuncy te bereiken. De dag was beiden zwaar gevallen, een bevredigende verklaring hiervoor kregen ze niet bedacht. Mogelijk was het de tol die je betaalde voor snurkende kamergenoten…

Een logeeradres was er geregeld met ene zekere Monsieur Phillipe. (In gedachten zie ik de acteur Phillipe Noiret voor me. Tikje cynisch, een wat vlezig open gezicht met rustige trekken. Zo’n man op wie de contradictie rustige druktemaker van toepassing is…) Monsieur Phillipe woonde een goede 25 kilometer oostelijker, hij zou de wandelaars om 16.00 uur oppikken.

Mherse heette het gehucht met z’n 81 inwoners. Monsieur Phillipe bewoonde er een huis uit 1850. Afgezien van de plaatsing van dubbelglas leek er sinds het fin-de-siècle niets meer aan vertimmerd. De kieren in de muren waren in grove tegenspraak met de energiebesparende maatregelen voor de vensters. De broodoven bevond zich nog op de oorspronkelijke plaats, gemetseld in de schouw.

Monsieur Phillipe ontpopte zich als een erg gastvrij man. Hij leefde zijn eigen leven, en dat deed hij alleen. Monsieur Phillippe was wars van luxe en had al lang geleden de keuze gemaakt voor een sober bestaan. Hij verbouwde zijn eigen voedsel, conserveerde de groente en maakte jam van het fruit.

Om pelgrims te kunnen herbergen richtte hij een kamertje in. In het gastenboek was terug te lezen dat er zelfs ooit een pelgrim uit Japan verbleef. Ans en Jan werd nu de mogelijkheid geboden een dutje te doen, terwijl Monsieur Phillippe de maaltijd bereidde.

En wat voor een maaltijd: een salade vooraf, bietjes, komkommer, tomaten en olijven, overgoten met spijsolie en azijn. Dan een Boeuf hachée met erwten, wortelen en zilveruitjes. En natuurlijk de notoire kaasplank als toespijs. Dat alles geserveerd met knapperig brood en een glas wijn.

En voor het naar-bed-gaan een kop ontspannende thee.

© paul

De lange weg naar Santiago de Compostella, intermezzo…

rust vezelay

20-04-2014, nog meer Vezelay

De informatie die vandaag binnenkwam via de elektronische snelweg was niet de informatie die ik verwachtte. Maar evengoed betrof het welkome berichten. Voor Ans en Jan belangrijk genoeg om ze naar huis te brieven, voor de chroniqueur de verplichting om er verslag van te doen…

Deze dag, die zich later als een ingelaste rustdag bleek te ontpoppen, begon met een maaltijd op het kasteelachtige logeeradres in Mailly-du-Chateau. Enfin, je ziet het zelf wel op de kopfoto, een degelijk en voedzaam ontbijt. De gekleurde paaseieren importeerde men uit Brabant, thuis reeds beschilderd. Het geheel kreeg een extra feestelijk cachet, Hanneke was die dag jarig! Hurrah, hurrah, hurrah

Enfin: Ine, Greetje en Hanneke leverden de wandelaars netjes weer af bij de basiliek van Vezelay. Het afscheid was innig en de thuisreis voorspoedig. En voor de wandelaars begon het gedoe van elke dag: route bepalen, slaapplaats organiseren, maaltijd ritselen.rust vezelay

Wel werd eerst de Paasmis bijgewoond in de basiliek van Vezelay. De kerk was afgeladen vol en voor elke bezoeker (pelgrim) een was er een kaars, die op enig moment in de dienst ontstoken werd. Hemelse klanken van een renaissancekoor, gedragen galmend door die gotische gewelven.

Rugzak en leefgerei hoefden niet meegezeuld te worden de kerk in. Het Santiagogenootschap van Vezelay voorzag in opslag, mits de pelgrims maar vóór 13.00 uur hun schamele lijfgoed ophaalden. Nou was dat in het geheel geen probleem, Ans en Jan moesten so-wie-so van alles weten en hebben van dat Genootschap, bijvoorbeeld een lijst van overnachtingsplaatsen voor de komende dagen, dat was wel handig. Ze kochten er ook een nieuwe landkaart voor de volgende 500 kilometers, ze informeerden er naar slaapplaats voor deze nacht, een stempel voor het carnet, enfin…

Het volgende onderkomen lag een goede 28 kilometer verderop, het was geen optie voor de wandelaars, té ver. Het Genootschap bood dan een alternatief: een slaapplaats onder de rook van de kathedraal…rust vezelay

Het bleek een gigantisch onderkomen te zijn, gericht op de massale toeloop van pelgrims die uiteindelijk in Vezelay samenkwamen. In de slaapplaats was het weliswaar niet overvol, maar de kamers waren ingericht op acht personen, delen was het credo. Er lagen die nacht daadwerkelijk acht mensen op de kamer. En: schoenen uit vóór het betreden van het slaapvertrek… Er werd overvloedig gesnurkt en de lamp ging op tijd uit, centraal geregeld…

Ach, het waren relatieve ongemakken. Ans en Jan waren natuurlijk al lange tijd verwend met persoonlijke aandacht en sjiek onderkomen. Het begint nu écht op een pelgrimstocht te lijken schrijft Ans.

Pelgrims gaf het té over in Vezelay. Ans en Jan troffen er weer die twee meiden uit Veghel, dat rare dorp, twaalf kilometer benoorden van onze geboortegrond. Ze nodigden hen uit op de avondmaaltijd. Riky en Mieke heetten ze, en ze gingen graag in op het aanbod.

Inkopen doen op Eerste Paasdag was best mogelijk, de middenstand van het stadje dacht mee met de hongerige pelgrim. Het kostte dan ook weinig tijd en moeite om de ingrediënten voor een goed-gevulde-soep bij elkaar te sprokkelen. Tijd voor een afzakker op een zonovergoten terras.

Het was Ans en Jan niet opgevallen, destijds, maar het meisje aan het andere tafeltje had hen al eerder opgemerkt, daar in Givet. Ze herkende onze pelgrims toen aan de schelp maar ze had kennelijk niet de behoefte om zich als gelijkgestemde kenbaar te maken. Het meisje uit Luik (Liège)  liep de tocht alleen, ze was echter niet eenkennig, maakte zich bekend  en stelde de ontmoeting zeer op prijs. Ook troffen Ans en Jan die pelgrims uit Wallonië weer. Goed om te horen dat het hen voortreffelijk ging…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.

<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

De lange weg naar Santiago de Compostella, rustdag…

Asquins/Vezelay

20-04-2014. Rondje om de basiliek, Vezelay.

Het kwam zo: de wandelaars werden deze ochtend keurig vanaf het logeeradres in Mailly-du-Chateau teruggereden naar Vezelay. Daar namen Ine, Hanneke en Greetje rond 10.00 uur afscheid van wandelaars, ze vertrokken huiswaarts. En aangezien Ans en Jan het aan hun pelgrimsstatus verplicht meenden te zijn, pikten ze nog wat mee van het Paasfeest in en om de basiliek.

Al met al was het te laat geworden om nog een flink end te lopen. Slaapplaats regelen bleek mogelijk te zijn in de buurt van Vezelay. Het kwam dan ook wel goed uit om deze Eerste Paasdag de status van Rustdag te geven. In alle eenvoud werd de lunch gebruikt. De nieuwe kaart, het vervolg van de route vanaf Vezelay, kon op het gemak worden bestudeerd, de trajecten uitgezet en de lengte van de komende wandelingen berekend. Tot 16.00 uur zwierven Ans en Jan in en om Vezelay, pas daarna konden ze terecht op het logeeradres, een accomodatie met 40 bedden. Zelf potje koken. Dat wordt weer goed gevulde soep schrijft Ans.

Had ik voorzien dat Ans en Jan deze dag in Vezelay zouden blijven, ik was graag hun virtuele gids en gastheer geweest. Ik had ze de verborgen Romaanse beeldjes (waaronder een middeleeuws druivenplukkertje) laten zien in de basiliek. We zouden het kleine maar wonderschone Musée Zervos bezoeken en er de Moderne Klassieken bekijken: Picasso, Miro, Leger, Calder. Voorts leidde ik hen een paar kilometer buiten het stadje, naar een brouwerij. Maar goed, dat kwam er dus niet van… Ach, Ans en Jan zullen zichzelf vermaakt hebben, daar ben ik wel gerust op.vakantie zomer 2013 Asquins

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.

<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 24…

Asquins/Vezelay

19-04-2014. De etappe ging van La Jarrie naar Vezelay, 12 kilometer.

Ton benoemde het in een reactie bij een vorig stukje, en Wim herhaalde het later nog eens: Vezelay zit eraan te komen. In het Pelgrimswereldje is Vezelay een ijkpunt, belangrijke pelgrimswegen uit verschillende delen van Europa komen er samen, pelgrims ontmoeten er elkaar. Drie kilometer ten noorden van Vezelay ligt het dorpje Asquins. Ook daar staat een pelgrimskerk en vind je een pelgrimsonderkomen, allen is alles er op kabouterformaat.

Er zijn altijd wel een paar plekjes op de wereld die je op een bijzondere manier in je hart sluit. Het bankje om de hoek, het parkje een paar straten verderop. Of meer exotisch, de vakantieplekjes waar je naar terug blijft keren omwille van de herinnering, de nostalgie, het sentiment. Een glimpje geluk stralen die plekjes uit, en jij mag het meebeleven.

Het terras van Café Les Hirondelles in dat dorpje Asquins ergens in de Bourgogne is voor Ellen en mij zo’n plek. We strijken er in de ochtend neer, bestellen er koffie en nemen er een croissant bij. Verder hoeven we niks, alleen maar kijken, de hele dag lang. Les Hirondelles is Bar-Tabac, distributiecentrum voor vers brood, krantenkiosk, tankstation, postkantoor en restaurant voor de kleine honger. En een paar keer per maand rockcafé… Luidruchtig jongvolk ontmoet er elkaar, wijnboeren slaan nog snel een pastis naar binnen voordat ze thuis aanschuiven aan de dis. De oudjes uit het dorp pantoffelen de hele dag door in en uit, verlegen om een praatje. De waard schuift op het gemak door zijn bedoening, hij heeft geen haast, Franse slag. Hij draagt zijn  haar in een knotje…

Na ruim een dag van radiostilte kwam dan om 11.00 uur die foto binnen via Ellens telefoon. Nieuwsgierig opende ik hem en schoof van verbazing van mijn zetel. Wie zat daar op mijn stoel, op mijn terras? Juist… En wie zat er op de plek van mijn Wederhelft?.. Ik dacht het wel! Om elf uur in de ochtend…

Enfin, om 08.00 uur gingen de wandelaars die dag op pad. Het was bij aanvang behoorlijk fris, maar omdat er van het begin af aan geklommen moest worden konden de jassen al snel uit. Na een paar kilometer kwam dan de basiliek van Vezelay in zicht, prominent geplant op het hoogste punt van de omgeving. Met slechts een goede acht kilometer in de benen streken Ans en Jan neer op dat terras in Asquins. Koffie en een kleine versnapering… Even rusten…

Via de openbare weg was het nog zo’n drie kilometer naar Vezelay, maar het pelgrimspad leidde via een binnendoortje. Het was stukken korter, maar wel moest er op dat kippeneindje een hoogteverschil worden geslecht van 150 meter. Een rot-klim, wist ik uit ervaring. Het pad was gelukkig goed onderhouden zodat het nergens gevaarlijk werd.

Uiteindelijk bleek Vezelay een klein plaatsje, alle huizen lagen min of meer in de schaduw van de imposante basiliek, die op het hoogste punt van de omgeving uit torende boven alles en iedereen.

De basiliek werd bezichtigd en de stempel werd geslagen. Het moet er een drukte zijn geweest op dat kleine pleintje voor de kerk. Op elke dag van het jaar liep daar veel volk, al dan niet met religieuze intenties, op deze Paaszaterdag trok Vezelay een hoop extra gasten…

De verrassing van de dag: Ine, Hanneke en Greetje reisden af naar Bourgogne om echtgenoot, vader en tante te ontmoeten. En dat gebeurde dan deze middag in Vezelay. Een hartelijk weerzien en een gezamenlijke wandeling door het stadje gingen vooraf aan een autotochtje naar een bestemming 10 kilometer noordelijker. Mailly-du-Chateau was de naam van de bestemming. Ine had onderkomen gehuurd voor het hele gezelschap in een kasteelachtige bedoening. Alle ruimte en rust om bij te praten, een glas wijn te drinken.

En eindelijk tijd en gelegenheid om van een Bourgondische maaltijd te genieten: wijngaardslakken in peterselieboter, konijn met pasta en een tomatensalade. En die kaasjes toe! Die geurende Époisse, die vloeibare Ami de Chambertin en die pittige Montrachet… Man-oh-man! En zoals zo vaak in die contreien had de herberg eerder het voorkomen van een huiskamer dan van een restaurant. Klein, gemoedelijk, rustig. De hele ruimte doortrokken met de mooiste geuren die de keuken te bieden had.Greetje en Hanneke in Vezelay

Al van ver in de middeleeuwen wordt Vezelay aangedaan door Compostellapelgrims. De gewone man (en een enkele vrouw) droeg het schamel bezit op het lichaam. Een extra mantel, een broodzak, een waterkruikje aan de staf. Beter gesitueerden evenwel brachten hun eigen onderkomen mee, etenspotten ook en kruiken wijn. Missalen, extra schoeisel, ja zelfs een complete garderobe. Zij huurden daartoe pakezels bij de lokale bevolking, want je dacht toch niet dat ze zelf gingen lopen zeulen met al die rommel. (Tijden veranderden lezer, gewoonten niet…)

Ans en Jan sjouwen hun eigen spulletjes, zoeken hun eigen slaapplaats en rommelen hun eigen maaltje bij elkaar, je zag dat al meermalen op de foto’s. Maar er zijn van die pelgrimsdagen, dan  straalt de luxe je toe: een Bourgondisch maal, een zacht donzen bed en twee pakezels die de lasten dragen, zodat je rug eindelijk wat kan ontspannen…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.

<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

 

Koel helder water…

vakantie zomer 2013 Asquins

Ik weet niet hoe het er in hun toeristencentra aantoe gaat, ik kom daar nooit. Maar de gastvrijheid van het Platteland van Frankrijk (Spanje, Italië) blijft me verheugen. Want het bestaat er nog steeds allemaal; de goede keuken, de vriendelijke bediening, de gemoedelijke omgang. En je hoeft er niet naar te zoeken, je struikelt er vanzelf over.

Het voedsel wordt er nog steeds écht bereid, ik heb ook afgelopen zomer weinig pre-fab op mijn bord gezien. En het mogen dan niet altijd hoogstandjes zijn, het is wel eerlijk. De prijs van het gebodene is nagenoeg altijd goed en water en brood zijn voor kosten van de waard. En zo hoort dat ook.

Ik erger me telkens weer wanneer ik in de Horecaf bij ons ten lande bij mijn maaltijd een flesje water moet kopen. (“Prikkels of Plat?”) Niet omwille van het geld, dat maakt me niet zo veel uit. Nee, het is omwille van de krentenwegersmentaliteit, omwille van de ongastvrijheid.

Brood en water, bazale zaken behorend bij een maaltijd, net als bestek en servet. Ze dienen je te worden aangeboden. En dat nu staat me zo aan in die kleine herberg, die bistrot of dat dorpshotel. Ze doen het gewoon, kwestie van gastvrijheid, fatsoen, beschaving.

We aten er echt niet duur, daar in dat dorpsrestaurant in Asquins. Gepocheerde eieren in wijnsaus. Een goed glas Bourgogne erbij, een kaasje en een glas Marc toe. Simpele ambiance, simpele maaltijd, simpele prijs. Maar een fles gekoeld water stond voor aanvang al op tafel, voor ons, de gasten. Met een schaal brood. En zo hoort het.

© paul

* Dit is de bewerking van een artikel van 20 september 2013. Ik heb de reactie’s van destijds niet meegenomen. (Je kunt ze opzoeken…).

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 23…

vakantie augustus 2006 004

18-04-2014. De etappe ging van Saint-Cyr-les-Colons naar La Jarrie, 30 kilometer.

De dorpjes zijn hier erg oud zegt Ans. En Jan vult aan: wij denken de mensen ook want ge ziet den helen dag geen kiep op straat

Nog afgezien van het feit dat het deze dag ideaal wandelweer was, leek de Pelgrimstocht wel een Route Touristique, zoveel was er te beleven onderweg. Dreigende luchten de hele dag door, nu en dan een druppel, dan weer een zonnetje, maar een stuk frisser en aangenamer dan de voorgaande dag. Laat ik beginnen bij het begin.

Een snel ontbijt na een wat onrustige nacht. Het was voor het eerst dat de reizigers hun woonst moesten delen met anderen. We hebben genoten van het omzagen van een heel sparrenbos schrijft Ans.

Enfin, op pad dan maar, rechtaf op het eerste bezienswaardige doel. Het dorp Cravant (vier huizen en een kerk) is wereldberoemd in Frankrijk, en een beetje in Engeland. Behalve dat er een veldslag plaatsvond ten tijde van de Honderdjarige Oorlog is er een fraai gerestaureerd middeleeuws huis te bezichtigen, Jeanne d’Arc heeft daar nog overnacht. Nou zijn er in Frankrijk 8734 plaatsen te vinden waar de Maagd van Orleans overnachtte, en dat terwijl het arme kind slechts een goede 7000 dagen oud is geworden. Maar afijn, in dit geval zou het best waar kunnen zijn. Een aanmerkelijk deel van de handelingen van de Honderdjarige Oorlog vonden plaats in deze contreien, en Jeanne was een belangrijke speler in het dodelijk spel.

Accolay

En dan liet Ans zich door Jan fotograferen, staande voor een reuzenvaas. Het monument kondigde aan dat de wandelaars het pottenbakkersdorp Accolay betraden. Ook al wereldberoemd, maar in héél kleine kring. (Ik, keramiekliefhebber, wist er van. Hoogtepunt van productie en kunstzinnige vernieuwing waren de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. Daarna zakte het in en wat er tegenwoordig nog wordt geproduceerd is nauwelijks de moeite waard. Maar dat kan zomaar weer veranderen…)

Vervolgens stapten de pelgrims rechtstreeks af op het plaatsje Arcy-sur-Cure. Aan de rand van het dorp lag daar een grofstenen kasteel, het Chateau de Chastenay, in het verleden een etappeplaats voor de Pelgrims naar Compostella. Ook Arcy-sur-Cure was wereldberoemd, en geheel terecht. Vlak bij het Chateau bevonden zich grotten, die in een ver verleden, door volk van een allang uitgestoven cultuur, voorzien waren van wandschilderingen. Abstracte tekens, maar ook waanzinnig knappe afbeeldingen van dieren. De schilderingen zouden de op één na oudste afbeeldingen ter wereld zijn. (Er staat me vaag bij dat die informatie niet meer klopt?!)

Enfin, nog even doorstappen en de wandelaars waren in La Jarrie, een nauwelijks op de kaart terug te vinden stip, twee huizen en een varkenskot…  Maar er kon gebruik worden gemaakt van een tamelijk grote jeugdaccomodatie. Een avondmaaltijd, stapelbedden en géén jeugd. Dus ook geen gesnurk…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.

<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>