over Paardenbiefstuk en geklaarde boter…

paardenbiefstukje
Wij eten regelmatig een biefstukje, geen reden om daarover te schrijven vind ik. Gewoon mooi stukje vlees kopen, bakken, laten rusten en klaar. Lijkt zo eenvoudig dat er weinig over te schrijven valt. Maar zo simpel is het eigenlijk ook weer niet; biefstuk van wat/welk dier? Welke vetstof (ik noem het maar even geen boter) hoelang bakken? En wat is nu eigenlijk ‘geklaarde boter’?

Goed! Al voor de grote discussie in de media losbarstte over de pakjes-en-zakjesvullers die paardenvlees verwerkten in plaats van rundvlees en daar niet eerlijk over etiketteerden, mochten wij graag af en toe paardenvlees nuttigen. Wij vinden het smakelijk en het is bovendien niet afkomstig van dieren die in megastallen volgeperst worden met enge medicijnen en vies voer.  De meeste paarden die ter slacht aangeboden worden hebben een aangenaam leven gehad. Bovendien is paardenvlees gezond; minder vet, meer eiwitten en ijzer. We schreven er ook zo af en toe al eens over; lees bijvoorbeeld nog eens het artikel over de Christelijke spijswetten van Paul of het artikel over perfecte paardengoulash. Wij vinden paardenvlees dus prima maar ik kan me ook voorstellen dat mensen uit principe absoluut niets willen eten van dit dier. Ik weet dat onze vriendin Marleen alleen het idee al om paardenvlees ergens in aan te treffen walgelijk vindt. Ik zal dus nooit iemand zomaar een schotel voorzetten waarin ik paardenvlees heb verwerkt! Ik vind dat je daarover eerlijk moet zijn. De pakjes-en-zakjes-vullers hebben minder respect, zij verkopen letterlijk knollen voor citroenen. Jammer! Maar ook alweer een goede reden om geen pakjes en zakjes te kopen!

Soit over het al dan niet eten van paard, maar als je dan een paardenbiefstuk bakt, doe het dan goed; niet in de croma of andersoortige enge bakmiddelen. Neem  gewoon echte boter! Geklaarde boter!
 geklaarde boter
Dit is geklaarde boter, boter klaren
en dit is het schuim dat je van de boter moet afscheppen. Dat gaat als volgt; neem een flink stuk boter en verwarm dat heel zachtjes in een pannetje. Niet bruin laten worden, alleen héél zachtjes verwarmen. Je ziet dat er dan, afhankelijk van de kwaliteit van de boter, veel of weinig, wit eiwitachtig schuim komt bovendrijven. Schep dat schuim er voorzichtig af. Wat je overhoud is een mooie heldere substantie; dat is geklaarde boter. Je kunt de geklaarde boter afgedekt in de koelkast bewaren. Gebruik er steeds een beetje van om mooie stukjes vlees in te bakken.

Ik bak niet alles in geklaarde boter, heel vaak gebruik ik olijfolie en soms zonnebloem- of arachideolie maar af en toe een mooie biefstuk of een varkenshaasje in de boter bakken is toch wel heel lekker.

Zo ook vanavond de paardenbiefstuk. Laat het vlees op kamertemperatuur komen, dep het droog en wrijf het in met peper en grof zeezout. Verhit de geklaarde boter en bak de biefstukjes daarin ongeveer twee minuten aan beide kanten. Zet de pan met de biefstukjes drie minuten in de oven. Haal het vlees uit de pan en laat het vlees nog even rusten onder aluminiumfolie. Wij aten er gebakken aardappeltjes bij en witlof met kaas uit de oven.

Kopje espresso toe!

© ellen

Flammenkueche

flammenkeuche
Gisteren een echte zaterdagmaaltijd, Flammenkueche! Een ideaal gerecht voor een informele maaltijd met vrienden of familie aan de keukentafel.

Flammenkueche is een gerecht uit de Elzas. Het is daar  een goed gebruik om ‘s avonds een glas wijn te gaan drinken in een Winstub en er dan een Flammenkueche bij te eten. Een soort pizza, een dunne laag deeg met daarop een mengsel van kwark en  room, belegd met  ui, spek en kaas. Een gezelschap bestelt een fles wijn en een paar Flammenkueche. De koeken komen één voor één op tafel. Ze worden op houten planken geserveerd, in 8 of meer stukken gesneden. Ieder eet dan een paar stukken en als de koek op is wordt er een volgende geserveerd. Zo is wat je op tafel hebt altijd lekker warm. Als je thuis deze Kueche maakt moet je dus tijdens de maaltijd wel even de volgende Kueche beleggen, maar als je zorgt dat alles klaar staat is dat zo gebeurd. Echt een keukentafelgerecht dus!
Dit is mijn versie van de Elzasser Flammenkueche;

  • Voor ongeveer 8 stuks (8 personen)
  • 1000 gram bloem
  • 2 zakjes gedroogde gist
  • 1 eetlepel olijfolie
  • zout
  • water

Laat de gist even weken in lauwwarm water. Meng dat door de bloem, voeg zout en olie toe en zoveel water tot je er een mooi soepel brooddeeg van kunt kneden. Kneed ongeveer 100 slagen en laat het deeg onder een doek rijzen op een warme plaats.
Na ongeveer 1,5 uur kneed je het deeg nog een keer goed door en verdeel je het in 8 porties. Laat de porties nog even rijzen.
Zet de oven op 220 graden en het bakken kan beginnen.
Voor de vulling gebruikte ik:

  • 400 gram volle kwark
  • 200 ml crème fraiche
  • peper en zout
  • 300 gram ontbijtspek in kleine reepjes
  • 5 flinke uien in ringen gesneden
  • 400 gram Munsterkaas in dunne plakjes gesneden.

Rol het deeg per portie uit tot een hele dunne lap. Vet de ovenbakplaten in met olie en beleg de bakplaat met het deeg. Smeer daarop een dunne laag van het kwark/crème fraiche mengsel. Verdeel daarop de uienringen en spekjes en schik de plakjes kaas zó dat ieder deel wat kaas heeft.
Schuif de bakplaat in de oven en bak ze in ongeveer 15 minuten mooi lichtbruin. Snijd de Kueche in 8 stukken en serveer ze dan op een houten plank. Begin meteen met de volgende Kueche.
De laatste Kueche belegde ik met partjes appel met wat honing en kaneel en een scheutje whisky.

Kopje espresso toe!

© ellen.

Hachis Parmentier voor een groot gezelschap

carnaval 2013 dinsdag
We hebben nog wat in te halen om te beschrijven op deze website, carnaval of niet; er moet toch gegeten worden! Traditioneel doen we dat met onze hele vriendengroep en wie er verder honger heeft kan ook mee-eten. Zo verzameld zich ieder jaar een bont gezelschap[ aan onze keukentafel. Dit jaar hadden we er ook in de kamer een tafel bijgezet; plaats voor zo’n 24 mensen in totaal. Het menu wordt ook steeds traditioneler; zondag Kerriesoep van Anita en nog een pan soep door mij gemaakt. Dit jaar maakte ik ossenstaartsoep met veel groenten. Erbij brood met kaas, ham of worst en een flinke schaal met komkommer en tomaten. Maandag maakte Neel een grote pan Limburgs Zoervleis; erbij brood, en tomaten en komkommer. En dinsdag Hachis Parmentier. Vorig jaar voor het eerst gemaakt voor het carnavalsgezelschap, dat beviel meteen zo goed dat ik het dit jaar maar weer maakte. Geen typisch carnavalseten, als dat überhaupt nog bestaat.  Vroeger aten mensen zelfgemaakte erwtensoep of boerenkoolstamppot met worst. In de keuken bij café Dientje kon je een prima uitsmijter bestellen of goeie zelfgemaakte soep. De laatste jaren zijn het vooral friet en frikadellen die er verkocht worden. Jammer, is er zoveel lekker eten te bedenken dan alleen maar vette hap. Goed, wij eten wel thuis, kunnen we ook even uitrusten.

Hachis is eigenlijk heel makkelijk klaar te maken in een flinke hoeveelheid. Je kunt alles van te voren bereiden. Je hoeft de schotels dan maar zo’n 40 minuten in de oven te verwarmen.

  • Voor een flink gezelschap:
  • 2 1/2 kilo half om half gehakt
  • 3 kilo uien, 1 kilo rode uien , 2 kilo gewone uien, in fijne ringen gesneden
  • wat gehakte platte peterselie
  • Puree van 6 kilo aardappelen
  • olijfolie
  • peper, zout en wat raz-el-hanout
  • wat kleine klontjes boter voor op de puree
  • 2 grote braadsleden van 26x37x6 cm Deze schalen kunnen tegelijk in mijn oven en zijn precies groot genoeg voor deze hoeveelheid

hachis

 

Ik begon dinsdag al vroeg met het bakken van het gehakt. Telkens een kleine portie in de koekenpan bruin bakken en verdelen over de bodem van de ovenschalen. Breng op smaak met peper, zout en wat raz-el-hanout kruiden. Daarna de uien, ook in porties bakken en over het gehakt verdelen. De fijngehakte peterselie erover strooien. Maak intussen puree van de gekookte aardappelen. ( stampen of door de knijper. Houdt de puree mooi luchtig. Verdeel de puree over de gehakt/uienmassa en leg er hier en daar een klein klontje boter op. Laat de Hachis in een voorverwarmde oven op 170 graden in ongeveer 45 minuten warm worden. Tomaten/komkommersalade erbij en je hebt een maaltijd voor zeker 22 personen zonder al teveel moeite.

De beide schalen gingen schoon op! Een prima bodem voor de laatste carnavalsavond.

Geen espresso toe; Bier!

© ellen.

 

Massaman rundvleescurry

curry
Al het biologische varkensvlees is op, we moeten nodig nieuwe voorraad gaan kopen bij de Sumiranboerderij. In de supermarkten hier in het dorp kun je ook wil biologisch vlees kopen maar wij vinden dat niet lekker en bovendien erg duur. Nou ja, er zit dus niets anders op dan rund- of lamsvlees te eten of vis of vegetarisch deze week. Iedere keer hetzelfde stoofpotje gaat vervelen dus besloot ik vandaag maar iets anders te maken dan anders. Delicious inspireerde me tot deze Thaise curry van rundsvlees. Ik veranderede het recept een klein beetje en paste de hoeveelheden wat aan.

Voor de kruidenpasta hield ik ongeveer dezelfde hoeveelheid aan als in het recept van Delicious. De curry wordt dan flink pittig. Wil je het wat minder pittig, neem dan minder van de chilivlokken.

Gebruik een pan met deksel die in de oven kan.  Verwarm de oven voor op 160 graden.

  • 2 theelepels gedroogde chilivlokken
  • 2 tl komijnzaad
  • 1 tl witte peperkorrels
  • 1 tl grof zeezout
  • 5 kardemompeulen (kneuzen en de zaadjes eruit halen)
  • stukje gemberwortel van 2 cm, geschild en fijngehakt
  • 1/2 rode ui, zeer fijngehakt
  • 6 tenen knoflook, geperst
  • 2 eetlepels korianderstengels
  • 3 eetlepels zonnebloemolie
  • 750 gram sukadelappen in blokken gesneden
  • 1 eetlepel vissaus
  • 1 stukje citroengras 5 cm
  • 3/4 blik kokosmelk
  • water
  • 1 tl fijne suiker
  • 3 middelgrote aardappelen, geschild en in blokken gesneden
  • 1 eetlepel limoensap
  • Flink wat verse gehakte koriander

Stap de chilivlokken, komijnzaad, peperkorrels, kardemom en het zeezout in een vijzel fijn. Voeg uien, gember, koriander  en knoflook toe en stam er een mooi pasta van. Verhit de olie en bak het rundvlees rondom lichtbruin aan. ( bak het vlees in delen dan wordt het sneller bruin en gaat het niet aan het garen i.p.v bakken)

Neem het vlees uit de pan en bak nu de kruidenpasta even aan in de olie. Bak ongeveer 2 minuten onder goed roeren, tot de kruiden beginnen te geuren. Doe dan het vlees terug in de pan en giet er de kokosmelk over. Voeg de aardappelen toe en de vissaus, het stukje citroengras en de suiker. Giet er vervolgens wat water op tot alles helemaal bedekt is en zet de pan met deksel in de oven. Na drie uur is het vlees het zachten de saus ingekookt. Controleer om het half uur of er nog genoeg vocht in de pan is en voeg eventueel wat water toe. Als je een dikke saus wilt haal dan het laatste half uur de deksel van de pan en laat de saus zo verder indikken.

Haal de pan uit de oven en bestrooi met veel vers gehakte koriander. Wij aten er witte rijst bij. Al met al viel de gaartijd hier wat langer uit en omdat je op het laatst flink moet roeren, viel het vlees wat uit elkaar. Ziet er niet zo fraai uit, maar lekker was het wél!

kopje espresso toe!

© ellen.

 

 

Zelfgemaakte cannelloni met eekhoorntjesbrood

cannelloni
Zelf pasta maken is niet echt moeilijk, maar; het is wel makkelijk als je een pastamachine heb en als je echt pastameel kunt gebruiken. Het pastameel is verkrijgbaar in Italiaanse delicatessenwinkels of bij de groothandel. Ik koop het pastameel bij de Sligro, prima kwaliteit De Cecco.
Vandaag maakte ik cannelloni gevuld met gehakt en eekhoorntjesbrood. (Het eekhoorntjesbrood hebben we deze herfst zelf geplukt en gedroogd, je kunt het ook gedroogd kopen bij Italiaanse winkels. In de herfst kun je de paddenstoelen vers gebruiken)
Ik maak pastadeeg altijd in dezelfde hoeveelheid/verhouding, meestal is dat genoeg, soms iets teveel. Voor het receptvan vandaag is de hoeveelheid deeg teveel. Ik sneed van de restanten wat pasta (tagliatelle) die eten we morgen. Je kunt de restanten ook gebruiken voor in de soep of zo.

  • Maak pastadeeg zoals hier beschreven.
  • een flinke handvol gedroogd eekhoorntjesbrood (twintig minuten weken in warm water, gooi het weekwater niet weg, dat komt van pas in de tomatensaus)
  • 1 sjalot, fijngehakt
  • 2 teentjes knoflook, geplet en fijngehakt
  • 400 gram mager rundergehakt
  • zout, versgemalen zwarte peper en wat vers geraspte nootmuskaat
  • 1 eidooier
  • 2 eetlepels fijngehakte verse peterselie
  • 1 buffelmozzarellakaasje
  • 1/2 liter tomatensaus (maken van 1/2 blik tomaten, uitje, knoflook wat basilicum, peper en zout en het weekwater van de paddenstoelen)
  • vers geraspte Parmezaanse kaas
  • olijfolie.

Rol de pasta uit tot vier lappen. Snijd dan acht stukken van 25 cmx25 cm. Er blijft wel wat deeg over, dat verwerk je tot pasta voor in de soep ofzoiets.

Fruit de ui en knoflook zachtjes aan in wat olijfolie. Voeg het gehakt erbij en bak tot het vlees bruin is. Haal de paddenstoelen uit het weekwater en knijp het vocht eruit. Hak ze fijn en voeg ze bij het gehaktmengsel. Bak nog even en voeg peper,zout en nootmuskaat naar smaak toe. Zet het vleesmengsel opzij en laat het afkoelen.

pasta

Rol de pasta uit tot vier lappen. Snijd dan acht stukken van 25 cmx25 cm. Er blijft wel wat deeg over, dat verwerk je tot pasta voor in de soep of zoiets.

cannelloni

Kook de pastavellen in kokend gezouten water in 3 minuten gaar. Schep ze voorzichtig uit de pan en leg ze op het aanrecht.

Roer de eidooier en de peterselie door het afgekoelde vleesmengsel. Schep de vulling nu op de pastavellen. Op ieder vel een mooi verdeeld strookje vulling. Leg op elke vulling een paar stukjes mozzarella en rol de pasta tot cannelloni.

Beboter een ovenschaal en verdeel twee eetlepels van de tomatensaus over de bodem. Leg daarop de cannelloni naast elkaar en zorg dat de schaal mooi passend gevuld is. Schenk de rest van de tomatensaus erover. Schik de rest van de mozzarella over de pasta en strooi er de Parmezaanse kaas over. Zet de schotel in de voorverwarmde oven op 180 graden. Ongeveer 20 minuten.

Kopje espresso toe!

© ellen.

 

Ovenschoteltje van prei, kabeljauw,aardappelpuree met mosterdsaus

ovenschoteltje aardappel prei en kabeljauw met mosterdsaus
Ik ben deze week al zeker vijf keer drijfnat geregend, mijn haren beginnen ervan te krullen… Paul is aan het opkrabbelen van een flinke griepaanval en hoest nog wat na… Dan eet je geen liflafjes; dan wil je Comfortfood! Zacht zalvend zalig eten, zonder poespas!

  • voor twee personen:
  • restje aardappelpuree
  • 1 prei
  • 2 stukjes kabeljauw
  • wat witte wijn
  • boter
  • peper en zout
  • voor de saus
  • 1 eetlepel boter
  • 1 sjalot, fijngehakt
  • een flinke eetlepel mosterd
  • 1 eetlepel bloem
  • scheutje witte wijn
  • wat bouillon
  • scheutje room
  • peper en zout

Maak eerst de saus; smelt de boter en laat de sjalot daarin zachtjes glazig worden. Voeg de mosterd erbij en roer goed. Voeg de bloem erbij en laat die even mee fruiten. Blus af met wat bouillon en witte wijn ( klein beetje van elk). Roer tot je een mooie gladde saus hebt. Breng verder op smaak met peper en zout en een scheutje room en laat de saus even doorkoken.

Was de prei en snijd ze in fijne ringen. Smelt wat boter in een pan en laat daarin de prei even stoven. Voeg een scheutje witte wijn toe en sudder nog even door tot de prei bijna gaar is. Breng op smaak met peper en zout.

Neem een ovenschaal en leg de prei in het midden. Leg daarop de stukjes kabeljauw. Schik de aardappelpuree eromheen en overgiet alles met de saus. 15 minuutjes in de oven op 180 graden en klaar is je zalige, zalvende maaltijd! geschikt voor zieken, bejaarden en iedereen die weer eens kletsnat geregend is! Glas witte wijn erbij en je voelt je weer helemaal happy!

Lijkt ingewikkeld, maar klaar in minder dan 20 minuten!

Kopje espresso toe!

© ellen.

Cassoulet

cassoulet
Cassoulet; een beroemd gerecht uit het zuiden van Frankrijk. Een stoofschotel met witte bonen en veel vlees die langzaam in de oven gegaard wordt zodat er een mooie korst bovenop komt. Onno Kleyn schrijft: “Het is een embleem, een icoon, een ijkpunt in moeilijke tijden”. Ik las ook ergens over een schoenmaker die zijn zaak nooit sloot, behalve als er cassoulet gegeten werd. Dan hing hij een bordje op: “Gesloten wegens Cassoulet”.

Cassoulet,al jaren wilde ik dit gerecht een keertje maken. Maar zoals dat gaat met die dingen: het kwam er gewoon maar niet van. Totdat ik vorige week in de Volkskeuken de bijdrage van Onno Kleyn las: een recept voor cassoulet! Nu was het bovendien ook nog ijskoud vriesweer en we hadden wel zin om met een klein gezelschap de koude te verdrijven, kortom ideale omstandigheden voor De Cassoulet. Ik zocht naast het recept van Onno Kleyn nog wat meer informatie over cassoulet en toen begon het gedoe pas goed; in welke schaal, welke bonen, wel of geen lamsvlees gebruiken, tomatenpuree erbij, wel of geen paneermeel… Hoe meer informatie ik vond, hoe duidelijker dat het me werd; cassoulet verschilt per streek. Sterker nog, verschilt per dorp en iedereen vindt dat hij of zij de enige échte cassoulet maakt. Nou ja, duidelijk moge zijn dat de cassoulet een eenpansgerecht is uit de zuidwestelijk Langedoc. Er zijn drie versies; die van Toulouse, Castelnaudary en Carcassonne. Het gerecht heeft zijn naam te danken aan de aardewerken pot waarin het wordt gestoofd; de Cassolle en die Cassolle worden gemaakt in Uxel een dorpje in de buurt van Castelnaudary.

Probleem nummer één diende zich aan: de aardewerken pot. Wij hebben kasten vol aardewerken potten maar net die, met die wijde opening… We vonden mooie potten op internet en reden naar Limburg om er een te kopen. Leuk uitstapje, leuke bedrijfje. We kochten er ook nog een zuurkoolpot, maar daarover later meer. Thuisgekomen begon ik toch te twijfelen. De opening was niet wijd genoeg en het leek ook dat niet alle bonen en het vlees erin konden. Na lang zoeken en discussiëren besloot ik toch maar één van onze eigen oude schalen te gebruiken en dat bleek een prima keuze. Belangrijk is dat het een wijde schaal is, zo ontstaat er een groot oppervlak voor de korst en die korts is belangrijk voor de echte cassoulet.

Het vlees was allemaal wel te koop, misschien vooraf wel even bestellen bij een goede slager. Knoflookworstje kon ik niet vinden maar goede braadworst was een alternatief. Gekonfijte eendenpootjes had ik nog. De bonen, die heel essentieel zijn, kon ik hier nergens vinden. In mijn boeken stond dat ik witte Lingot-bonen moest gebruiken, Onno Kleyn liet weten dat ze ter plaatse bonen uit de Tarbe gebruiken; haricots tarbais. hij raadde mij aan om Noord-Hollandse Krombekken te nemen en dat heb ik dus gedaan. Prima advies.

cassoulet

  • 1000 gram witte bonen (Krombekken dus) een nacht van tevoren weken.
  • een flink stuk varkenszwoerd
  • 1 varkenspoot
  • 2 laurierblaadjes
  • wat tijm
  • 1 ui met 8 kruidnagels bestoken
  • wat eendenvet ( van de pootjes)
  • 3 uien fijngesneden
  • 8 tenen knoflook fijngehakt
  • 800 gram varkensschouder in blokken gesneden
  • 400 gram verse worst in 8 stukken verdeeld
  • 4 gekonfijte eendenbouten

Zet de varkenspoot en de zwoerd op met ongeveer 3 liter water. Doe de ui met de kruidnagels, de tijm en laurier erbij en trek er op een zacht vuur en mooie bouillon van. Breng de bouillon op smaak met peper en zout. Zet de bonen op met ruim koud water, breng ze aan de kook en schuim af. Kook ze in ongeveer 30 minuten gaar. Braad de worst en de stukken schouder even aan. Fruit de uien en de knoflook ook even aan. Leg onder in de schaal wat van de fijngehakte zwoerd en daarop een laagje bonen. Kruid met flink wat zwarte peper en wat zout. Verdeel het vlees over de bonenlaag en bedekt dat met de rest van de bonen. Giet er zoveel bouillon op dat alles mooi onderstaat. Laat de schotel 2 uur garen op 170 graden. Vul eventueel aan met bouillon als het te droog dreigt te worden. Als de korst bruin is steek je er met een spatel door. Dat moet volgens Onno Kleyn zeven keer gebeuren, ergens anders las ik dat het acht keer moet… Nou ja, het wordt altijd íets anders…

Deze versie van de Cassoulet is genoeg voor 8 personen die van te voren een lange winterwandeling gemaakt hebben. Beetje groene salade en wat brood erbij is meer dan genoeg.

© ellen.

 

Taartje met amandelen en bloedsinaasappel

taartje met bloedsinaasappel en amandelen
Het is weer tijd voor bloedsinaasappelen, ik zag ze vorige week opeens op de markt liggen; meteen gekocht natuurlijk. Ik vind ze heerlijk, ze hebben een mooi ronde bitterzoete smaak. Als ze te koop zijn; meteen doen, het seizoen is maar heel kort. Je kunt er in de keuken van alles mee doen. Verwerk ze bijvoorbeeld  in een salade met venkel of bij de witlof.  Ik bedacht vandaag om de bloedsinaasappelen te gebruiken in  amandeltaartje. Het deeg bestaat uit eieren amandelen, suiker en sinaasappelrasp. Je bakt de taart eigenlijk ondersteboven en op de bodem leg je wat sinaasappelschijfjes. Bloedsinaasappels zijn dan extra decoratief.

  • Voor een springvorm van 18 centimeter:
  • 2 kleine, bloedsinaasappels
  • 4 grote eieren
  • 175 gram fijne suiker
  • 225 gram gemalen amandelen
  • 1 glas rum

Bekleed de bodem van de springvorm met bakpapier. Smeer de zijkanten in met boter en bestrooi met wat fijne suiker.

Boen de sinaasappels goed schoon en snijd één van de sinaasappels horizontaal in dunne schijfjes. Leg de schijfjes sinaasappel in een mooi patroon op de bodem van de springvorm. Rasp de schil van de andere sinaasappel en pers het sap eruit. Bewaar het sap.

Doe de eieren in een kom en klop tot je een schuimig mengsel hebt. Voeg de suiker toe en blijf kloppen tot de massa mooi stevig is en je een streep kunt trekken met een mes. Spatel er dan voorzichtig de sinaasappelrasp door en de gemalen amandelen.

Verwarm de oven voor op 160 graden en bak het taartje in ongeveer 45 tot 50 minuten gaar. Laat de taart 5 minuten rusten. Stort de taart, met de onderkant boven, op een bord, verwijder de ring en het bakpapier. Meng de rum met het sinaasappelsap en sprenkel dat over de taart.

© ellen.

Biber Salcasi…

slakken

Harissa betrekken we al jaren van onze Turkse slager in Helmond. We zijn grootverbruiker en bovendien nemen we met regelmaat af voor vrienden en kennissen. Voor de duidelijkheid, het betreft een Noord-Afrikaanse peperpasta, samengesteld uit rode pepers, knoflook, koriander, karwijzaad en zout. Een enkele keer maken we hem zelf, maar er is niks mis met de pasta die onze slager verkoopt. Het merk heet Le Phare du Cap Bon en het komt uit Tunesië. De saus zit verpakt in een tube en bevat 90 gram. De prijs is nog geen euro.

Onze slager zag al dat gedoe met die Noord-Afrikaanse saus al met al toch wat met lede ogen aan. En onlangs liet hij ons dan ook weten dat de Turkse keuken een uitstekend alternatief te bieden heeft. Ach, enig chauvinisme is hem niet vreemd.

Het betreft een pasta die de naam draagt Biber Salcasi, soms Kirmizi Biber Salcasi. Het wordt gemaakt van rode paprika’s of rode pepers. Er gaat zout bij, plantaardige olie en wat voedingszuur en dat is het dan.

We kochten aanvankelijk één potje en probeerden het uit. Geweldig spul… Het geeft smaak, eventueel scherpte, het geeft binding zoals ook tomatenpuree dat doet. De toepassingen zijn legio. Intussen zijn we er aardig aan verslingerd.

Het merk van onze biber heet Öncü, maar er zullen talloze andere producenten zijn. Ik ken ze niet. Onze pot bevat 370 gram en kost € 2,20.

Biber Salcasi kent twee verschijningsvormen. Staat er op het potje vermeld dat het Aci Biber Salcasi is dan heb je te maken met de scherpe vorm, gemaakt van rode pepers. De milde vorm heet Tatli Biber Salcasi en daarin worden zoete paprika’s verwerkt.

De Biber is geen vervanger voor de Harissa. Daarvoor verschillen de sausen te veel van elkaar. Maar alle twee zijn ze multi inzetbaar. Gisteren gebruikte ik de scherpe variant van de Biber in een Hongaarse Pörkölt. Maar je hoeft niet persé exotisch te koken om Harissa of Biber te gebruiken. Met een beetje fantasie pep je de meest simpele Hollandse kost op. Stooflapjes, boerenkool, aardappelpuree, snert, enzoverder-enzovoort. Enfin, bedenk maar. Neem in ieder geval de moeite om zo’n potje aan te schaffen (of anders een tube Harissa). Je doet er jezelf een groot plezier mee, reken maar van Yes!

© paul

Turkse spruitjes

Turkse spruitjes
Het moest maar eens wat ‘gewoon’ na al die feestjes. En wat dan? Spruitjes, dat is toch wel zo ongeveer de meest gewone Hollandse kost. Er schiet me opeens een lied uit een ver verleden te binnen: het had iets te maken met bijstandsmoeders die ten einde raad waren ( ja, hoor, in de jaren tachtig was er ook al een heftige economische crisis. Wij weten dat nog!!!) In ieder geval; zongen wij toen : “Wij eten nu spruitjes, en dragen tweedehands truitjes”…

Tjaa, Spruitjes dus, maar niet meer zo proletarisch:  Paul schreef al over Irfan Orga, ik probeerde zijn spruitjesrecept, maar kwam wat vreemde zaken tegen; Ik paste het recept aan voor twee personen., mijn versie dus hieronder;

  • 500 gram spruitjes
  • wat boter
  • 3 kleine rijpe tomaten, in kleine blokjes gehakt
  • 1 theelepel gehakte bieslook, in fijne snippertjes gehakt
  • wat vers geraspte nootmuskaat
  • zout en peper
  • 4 eetlepels gerijpte yoghurt ( ik gebruikte Turkse Yoghurt)
  • 3 eetlepels geraspte Parmezaanse kaas
  • 2 eetlepelsamandelsnippers

Nu staat er boven het recept: “Om de amandelen te roosteren, legt u ze 3 tot 5 minuten op een bakblik in een hete oven  of onder de gril

Mooi bedacht, maar in de verdere receptuur komen die amandelsnippers nergens meer voor… Wat dus te doen met die snippers… Eigenlijk wel logisch om ze óp de yoghurt te strooien, vermengd met de Parmezaanse kaas… maar dan zou je ze van te voren niet hoeven roosteren… ik had de amandelen  al geroosterd…  ik trok dus maar mijn eigen plan;

Gaar de schoongemaakte spruitjes in  kokend water  met wat zout in ongeveer 6 minuten beetgaar. Giet ze af en laat ze goed uitlekken. Beboter een ovenschaal en schik daarin de spruitjes, de tomatenblokjes en de bieslooksnippers. Bestrooi de groenten met nootmuskaat, peper en zout naar smaak. Overgiet alles met de yoghurt . Bestrooi met de Parmezaanse kaas en bak het in ongeveer 15 minuten mooi bruin op 180 graden….

*) de amandelsnippers zijn nu dus niet gebruikt; Ik besloot ze maar door de groenten te mengen/ ( ik had ze  al geroosterd.) Later bedacht ik dat ze misschien beter niet geroosterd konden worden en als een soort knapperige bestanddelen aan de bovenlaag toegevoegd zou kunnen worden… open receptuur dus…Niettemin, deze spruitjes met yoghurt smaakten prima! We experimenteren gewoon nog even verder…

Kopje espresso toe.

@ ellen.