Spaghetti met witte pensen…

luxemburg juni 2008 008

Het was so-wie-so een weekend van slachtafval en onkruid. (Wat staat dat er lekker provocerend!)
We aten kalfslever, black pudding, pensworsten en varkenspasteitjes. Brandnetels in de risotto en wilde majoraan bij de gestoofde kwartels. De braamstruiken woekerden als nooit te voren, maar ook nooit heb ik ze zo overdadig zien bloeien als dit weekend.

We waren dus in Luxemburg.
We hadden geen mondvoorraad bij, dus wipten we op de heenweg even binnen bij een plattelands-super op de grens van België en Luxemburg, om het meest noodzakelijke in te slaan. Wat wijn, wat brood, room voor in de koffie, spek voor bij de eieren, blikje voor de hond. Een paar stuks fruit en een trosje tomaten. Dat zou volstaan voor het ontbijt van de volgende ochtend. Vanavond gingen we uit eten.
In het voorbij gaan zag ik pensworstjes in het schap, van de boerderij. Ik kon ze niet laten liggen.

Evenwel aangekomen op onze stek ontbrak het me aan alle lust om nog een voet te verzetten. Ik kwam uit de nachtdienst en was ongeveer vierentwintig uur op. Zelfs een bezoek aan Zheng kon ik niet meer opbrengen.
Wél moest er nog gegeten worden…

Ellen improviseerde dan maar een spaghettischotel.
Ze sneed de witte pensen in schijfjes en bakte ze met wat wilde majoraan. Flink peper erbij en een scheut room. Terwijl dat potje even sudderde kookte ze goede spaghetti.
Ze stortte alles in een schotel en onze maaltijd was klaar.
Nou heb ik doorgaans weinig te klagen lezer, maar deze schotel leverde me een pastamaaltijd zoals ik al weer tijden had moeten ontberen.
Zo verschrikkelijk lekker…
En een geheel nieuw recept: Spaghetti met pensen!

© paul

Risotto alle ortiche, risotto met brandnetels.

luxemburg juni 2008 061

Onze vaste lezers hebben het denk ik al begrepen, wij waren even een paar dagen naar Luxemburg. Een paar dagen lekker luieren, wat lezen en wat boodschappen doen. Vorige week heb ik het boek “Made in Italy” van Giorgio Locatelli gekocht en daar heb ik heerlijk in zitten lezen. Een echte recensie schrijf ik later nog wel, nu eerst maar een recept uit dit mooi boek.
Tot onze ergernis groeien er opeens allemaal brandnetels rond onze caravan en tot mijn grote vreugde staat er in het boek van Locatelli een recept van risotto met brandnetels!
Ik weet niet meer van wie de spreuk komt maar wel heel toepasselijk: “If you can’t beat them, eat them”.

luxemburg juni 2008 013
Dit recept is een prima oplossing voor die stekelige dingen.
Het is ook precies de goede tijd voor mooie jonge brandnetels. Pluk de jonge exemplaren. Doe wel handschoenen aan, of als je die niet in de buurt hebt, een plastic zakje om je hand. Pluk alleen de blaadjes, de steeltjes zijn wat taai.

Voor vier personen;
400 gram risottorijst, Locatelli raadt aan om vialone-nano rijst te gebruiken
2 handenvol jonge brandnetelblaadjes (bewaar een paar blaadjes voor de garnering)
2 1/2 liter bouillon
50 gram boter
1 kleine ui, heel fijngesneden
1 glas droge witte wijn
zout en peper

75 gram koude boter in kleine blokjes gesneden
100 gram geraspte Parmezaanse kaas

Blancheer de brandnetels een paar seconden in ruim kokend water met wat zout. Giet ze af en pureer ze in de foodprocessor. (in onze caravan heb ik die niet dus hakte ik de brandnetels gewoon fijn, dat gaat ook prima)
Breng de bouillon aan de kook en zet die naast de risottopan. Houd de temperatuur van de boullon tegen de kook aan.

Smelt de boter in een pan met een dikke bodem. Fruit hierin de ui zachtjes glazig.
Doe de rijst erbij en roer goed tot alle korrels met boter bedekt zijn. Als alle korreltjes heet zijn kun je de wijn toevoegen. Laat de wijn verdampen tot de ui en rijst droog zijn.

Voeg nu bouillon toe, telkens een á twee soeplepels per keer. Roer voortdurend over de bodem van de pan. Als de bouillon is opgenomen voeg je weer nieuwe toe.
Ga op deze manier 15 tot 20 minuten door. Doe na 10 minuten de brandnetelpuree erbij. en blijf roeren tot de rijst gaar is. De korrels moeten van buiten gaar zijn en van binnen nog wat ‘beet’ hebben.

Draai het vuur uit en laat de risotto een minuut rusten. Meng dan de koude boter en de kaas door de risotto. Breng verder op smaak met wat peper en zout.

Frituur voor de garnering een paar blaadjes brandnetel in een laagje olie.

luxemburg juni 2008 064

Wij hebben genoten van deze mooie risotto, een aanrader!

© ellen

Gekruide saffraanrijst en lamsgehaktballetjes in tomatensaus.

lamsballetjes en saffraanrijst 010

Paul maakte deze week Fesenjaan van kip, een Iraans gerecht. We vonden het allemaal heel lekker en geïnspireerd door dit succes zocht ik vandaag eens in mijn kookboeken naar recepten. Al snel kwam ik terecht bij Claudia Roden, één van mijn favorieten als het gaat over de keuken van het Midden-Oosten. Haar kookboek “De Joodse Keuken” is een veelgebruikte bron van inspiratie hier in ons huis. Ik zie nu dat we nog nooit een artikel geschreven hebben over dit prachtige boek! Binnenkort lezer, zeer binnenkort…
Vandaag alvast twee recepten uit een ander boek van Claudia Roden, “Tamarinde en saffraan”, favoriete recepten uit het Midden-Oosten.

Het was een rommelig weekende en ik was bijzonder lui deze dagen, soms is dat wel eens nodig, gewoon bijna niets doen. Gevolg is dan ook dat er weinig boodschappen gedaan worden en ik moest dus vanavond iets klaarmaken met wat er op voorraad was. In de diepvries wat lamsgehakt, blikjes tomaten zijn er altijd en rijst ook. Met wat kruiden vers uit de tuin, en gedroogd en het recept van Claudia Roden werd het toch iets bijzonders!

lamsballetjes en saffraanrijst 014

Lamsgehaktballetjes in tomatensaus (ongeveer naar het recept van Claudia Roden)
voor vier personen:
500 gram lamsgehakt
1 ui, zeer fijngesneden
3 eetlepels platte peterselie en 1 eetlepel koriander, fijngehakt
zout en peper
1 eetlepel harissa
1 eetlepel olijfolie om te bakken

Meng ui en kruiden door het gehakt en vorm er kleine balletjes van ter grootte van een walnoot.
Bak de balletjes in de olie rondom bruin in ongeveer vijf minuten. Schep ze dan uit de pan.
Maak de tomatensaus van;

2 fijngesneden uien
2 teentjes knoflook
1 blikje tomaten en 1 kop tomatenpulp
1 theelepel suiker
wat zout
5 gedroogde chilipepers
3 eetlepels peterselie en 3 eetlepels koriander, fijngehakt.

Gebruik een ondiepe pan die op tafel kan worden gezet.
Bak ui en knoflook in de olie. Voeg de pepers toe en de tomaten en tomatenpulp. Laat even sudderen en breng op smaak met zout en wat peper. Laat de saus even inkoken en voeg peterselie en koriander toe. leg de gehaktballetjes in de saus en laat het geheel zo nog 5 minuten pruttelen.

Serveer met gekruide saffraanrijst:

2 koppen rijst
1 liter bouillon
1 theelepel kardemomzaden
6 kruidnagelen
2 stukjes pijpkaneel
1 thelepel saffraan
zout en peper
2 eetlepels rozijnen
1 eetlepel pijnpitten en 1 eetlepel geschaafde amandelen

Breng de bouillon aan de kook en doe er de kruiden bij. Laat dit tien minuten trekken. Voeg de saffraan toe en zout en peper en de rijst. Laat het geheel aan de kook komen en roer alles goed door. Laat de rijst 10 minuten koken, giet ze af en laat ze dan nog 10 minuten doorgaren met de deksel op de pan. Rooster intussen de amandelsnippers en de pijnpitten en week de rozijnen even in wat lauw water.

Schep de rijst op een mooie schaal. Strooi er pijnpitten, amandelschaafsel en rozijnen over en dien meteen op.

Een mooie maaltijd, wij waren tevreden.
Kopje espresso toe!

© ellen.

Zeer eenvoudige Risotto…

 

 

 
 
 

Milanese risotto

Vandaag had ik zomaar een extra dagje vrij, gewoon teveel uren en die moeten ooit opgemaakt worden. Er moet eigenlijk nog van alles gedaan worden in huis en tuin maar ik heb er maar eens een rustige dag van gemaakt. Tijd genoeg om te bedenken wat ik zou koken vanavond. Het is mooi droog en zonnig weer, maar toch net te kil om buiten te eten. Geroosterd vlees is bovendien ook niet het favoriete eten van Paul. Na de Spaanse aardappeltjes van gisteren dacht ik vandaag een ossenstaart te stoven op Spaanse wijze. Helaas, geen ossenstaart te koop vandaag. De slager had wel twee kalfsschenkels, ook mooi om te stoven. Ik besloot ter plekke de schenkels te kopen en ossobuco te maken op Milanese manier. Daar hoort dan volgens de boeken risotto bij en dat leek me een goed idee.

Paul had van het karkas van de kip die we deze week aten een klein pannetje bouillon gemaakt. Dat kwam mooi van pas, zonder goede bouillon kun je geen risotto maken!
Het lijkt het allemaal erg ingewikkeld om goede risotto te maken maar dat valt best mee, je moet er gewoon even de tijd voor nemen. De meeste risotto-rijstsoorten zijn in ongeveer 20 minuten gaar, je moet er wel bij blijven en roeren.

Er zijn een aantal regels die ik aanhoud voor het maken van risotto:
* gebruik goede bouillon, niet van een blokje, maak zelf bouillon van vis, vlees, kip of groenten.
* laat de rijst korrel voor korrel de vetstof (olijfolie of boter) opnemen
* houd de bouillon tegen de kook aan
* blijf roeren, met kleine scheutjes bouillon toevoegen, en maar roeren

Voor 4 personen;

300 gram Arborio rijst
60 gram boter
1 flinke ui in fijne snippers,
1 glas droge witte wijn
ongeveer 1 ½ liter bouillon, 
60 gram Parmezaanse kaas, vers geraspt
wat peper en zout

40 gram van de boter in een ruime pan doen en verwarmen. De ui erbij en even zachtjes smoren. Dan de rijst toevoegen en omscheppen.
Alle korreltjes moeten met een klein beetje boter omgeven zijn. Voeg nu de wijn bij en roer goed om. Dan een beetje bouillon bij de massa gieten. De rijst moet steeds, net niet, onder staan. Roeren en roeren, bouillon erbij en weer roeren. Totale kooktijd is ongeveer 20 minuten. Maar blijf erbij en blijf alsmaar roeren, bouillon toevoegen en roeren. (Gedurende de hele kooktijd, zolang de rijst bouillon opneemt.)  Als de rijst bijna gaar is, de geraspte Parmezaanse kaas erbij voegen, samen met het restant van de boter, en nog eens goed roeren. Proef even en voeg naar smaak wat zout en peper toe. Doe dan de deksel op de pan en laat de risotto 5 minuten rusten, zodat de smaken kunnen mengen en de kaas mooi gesmolten is.

Strooi er eventueel wat versgehakte peterselie over.

© ellen.

Snacken (snekken?)…

friet 009

Het hoogtepunt uit de Vaderlandse “multi-culti” keuken van de jaren vijftig: De Nasibal. Het Ministerie wist werkelijk niet dat ze nog bestonden, maar vanavond pronkte dit exemplaar op ons bordje.

Het vordert gestaag met het keukenschilderwerk. Straks, zondagochtend, zullen de laatste deurtjes hun definitieve laklaag krijgen en later op de dag zal de lezer het uiteindelijk resultaat mogen bewonderen op dit web-log. Ellen werkte de hele zaterdag noest verder, ondanks de grote stroom bezoekers, buurters en drinkers, die uit oprechte interesse of uit banale nieuwsgierigheid even poolshoogte kwamen nemen. Ik bracht de zaterdagochtend door met andere belangrijke zaken zodat ik pas laat naar bed kon en dien ten gevolge pas laat weer op was. (Ik zit ten slotte in de nachtdienst en dien ook aan mijn reguliere schoonheidsslaap te komen…) Toen ik rond 20.00 uur uit bed rolde (de laatste gast stond juist op het punt te vertrekken) werden de kwasten gespoeld, de vlekken gedept en de verfpotten gesloten. Genoeg voor de zaterdag!

Er moest nog wel gegeten worden en de keuken was nog steeds niet te gebruiken. We opteerden voor de friettent. Op advies van het Kind kozen wij voor een etablissement, luisterend naar de prozaïsche naam Het Hoekje. De nering is gelegen aan het Kruiseind en wordt gedreven door een wat ouder Chinees echtpaar. (Gaande onze maaltijd vroegen wij ons oprecht af wat die mensen zelf op hun dagelijks bordje krijgen.)

We kozen voor een frikandel speciaal, een kroket, een versneden gehaktbal met een onbestemde coating van te hard gebakken deeg, frieten en bovenstaande bal. En een klodder mayonaise uit ons eigen potje.

Ergens in zijn Opus Magnum: het Verdriet van België laat Hugo Claus de vader van de hoofdpersoon de gruwelen van zijn naoorlogse internering in een Belgiesche gevangenis beschrijven. Wat was er nu écht erg: “Slappe frieten!”  Enfin lezer…, hij was niet de enige die te klagen had over de kwaliteit van deze aardappelvariant. En we dachten wat vertederd terug aan die enige echte…

friet 007

© paul

Boerenrisotto…

 

risotto 001

Risotto maken, het kost wat tijd.Dat lees je in elk kookboek.
En het is ook zo dat wanneer je in een paar minuten je maaltijd op tafel wilt hebben, je beter voor iets anders kunt kiezen. Toch valt het allemaal wel mee met die lange bereidingstijden. Voorwaarde is dan wel dat je de voor dit gerecht onontbeerlijke soep of bouillon al klaar hebt. Maar dan is het eigenlijk alleen nog een kwestie van rustig je rijst laten garen. Je moet er wél bij blijven, want je dient voortdurend vocht bij te voegen en de rijst om te roeren.

Ellen maakte gisteren een eenvoudige variant van deze rijstschotel. Ze gebruikte gerookt spek, gerookte knoflook, een uitje en wat gedroogde paddenstoelen. En natuurlijk een voortreffelijke bouillon. Die bouillon hadden we nog, dus was het een kwestie van de ingrediènten aanfruiten in een pan met een dikke bodem. Daar de rijst bij en dan scheut voor scheut de bouillon erbij. Iedere keer wachten totdat de rijst de bouillon heeft opgeslorpt en dan weer een scheut erbij. Zoals gezegd, je moet er even bij blijven. Maar dan tover je ook in een goed half uur een fantastische maaltijd op tafel…

Je kunt eindeloos varieren met toegevoegde smaken. Wij maakten risotto met vers eekhoorntjesbrood, met spinazie, met stukjes kip, met ruccula, enfin…, bedenk het maar. In Piemonte aten we risotto met truffel en risotto met barolowijn. Je kunt het zo duur en verfijnd maken als je wilt. De wat lompere boerenrisotto van gisterenavond  kon echter de concurentie best aan met al dat andere lekkers.

Eén nadeel is en blijft onlosmakelijk verbonden met risotto. Ik eet er altijd teveel van…
Nauwelijks nog plaats voor een beetje sla, niks kaasje toe. Maar lekker…
We dronken eenvoudige rode Spaanse landwijn, wit had ook prima gepast.

Recepten voor risotto vind je door aan de rechterkant van het weblog bij de categorieen het kopje Rijst en Pasta aan te klikken.

¢ paul

Risotto met Parmezaanse kaas, erwtjes en rucola…

risotto met Parmezaanse kaas en truffel

Die truffels uit het potje moesten op. Niet dat ik nog veel hoop had dat ze op een andere manier klaargemaakt opeens wél smaak zouden krijgen, maar, zonde om zomaar weg te gooien! De smaak langzaam laten ontwikkelen…
Ik besloot vandaag dan maar risotto te maken en er de resterende truffels bij te doen. Omdat ik er weinig vertrouwen in had dat het nog goed zou komen met het “alles overheersende truffelaroma”, heb ik er maar zelf wat mooie smaken bijgevoegd.
Niet precies afgemeten vandaag, risotto maak  je gewoon een beetje uit de losse pols! Vergeet alleen nooit dat de weinige smaken die je toevoegt, wel heel echt moeten zijn.

Ik gebruikte Arborio della Lomellina, ongeveer 350 gram
3 eetlepels olijfolie
75 gram spek in kleine reepjes
1 ui en 2 teentjes knoflook, fijngehakt
ongeveer 1 handvol doperwtjes ( vandaag uit de diepvries, zeer binnenkort verse. kook de diepvrieserwtjes even bijna gaar)
1 handvol fijngehakte rucola
ongeveer 75 gram vers geraspte Parmezaanse kaas
en dan natuurlijk die twee zielige overgebleven truffeltjes uit een potje, in dunne plakjes gesneden.
(je kunt ze gerust weglaten, we proefden er bijna niets van terug)
en bouillon, zoveel als nodig. Moeilijk te zeggen hoeveel. Gebruik in ieder geval echte bouillon, zelf getrokken van rundvlees. Bouillon gemaakt van blokjes geeft alleen een zoute smaak!
Zet de pan met warme bouillon naast de risottopan en houd de bouillon warm.

Verwarm de olie en fruit daarin de ui, knoflook en spek even zachtjes aan.
Voeg de rijst erbij en schep om en om tot alle korrels wat olie hebben opgenomen.
(de eventuele truffels uit blik kunnen er nu ook bij)
Doe er dan lepel voor lepel warme bouillon bij tot de rijst onderstaat. Roer tot al het vocht opgenomen is en voeg dan opnieuw warme bouillon toe. Laat de rijst zo 15 minuten zachtjes koken en voeg steeds bouillon toe als de massa te droog dreigt te worden.
Doe er dan de doperwtjes bij en de grofgesneden rucola.
Blijf roeren, eventueel nog een laatste beetje bouillon, wat peper en zout en dan nog een paar minuutjes zachtjes laten pruttelen.
Dan kan de Parmezaanse kaas erbij, alles voorzichtig omscheppen, nog even doorwarmen en snel opdienen.

De truffels proefden we ook nu niet terug maar ook zonder (blik) truffel was dit een heerlijke risotto!

© ellen

Spaghetti met truffel…

 

pekskes de  afrekening 027

Tegen de tijd dat Ellen thuis kwam van haar feestje moest ik alweer zowat gaan werken. We zaten dus verlegen om een snelle maaltijd. Het werd spahetti met truffel.

De spaghetti koken, en in de tussentijd een teentje knoflook fruiten in de olijfolie. Is de spaghetti klaar dan schep je er de knoflook, de olie en wat verse peterselie door. Daar overheen een paar dunne plakjes truffel en klaar is het gerecht. Voor de liefhebber kan er dan nog wat geraspte Parmasaanse kaas overheen.

We hadden een blikje met geconserveerde zomertruffels staan (Tuber aestivum Vitt.) Nu is dat niet de meest aangewezen paddenstoel om op deze manier te gebruiken, dat weten wij ook wel. Hij doet het beter in vullingen of gerechten in folie. Maar we hadden geen Zwarte truffel, laat staan een Witte truffel en we wilden onze eenvoudige spaghetti toch met truffel versieren. We hebben lekker gegeten hoor, daar niet van. Maar het is waar, de zomertruffel is niet echt geschikt voor dit gerecht, zeker niet in geconserveerde vorm…

In het potje zitten nog een paar paddenstoelen, we zullen ze op wat confessioneler wijze verwerken. We houden je op de hoogte.

Ook hebben we nog een blikje staan met het geconsentreerd sap van de (veel smakelijker) Zwarte truffel (Tuber melanosporum Vitt.). Wat we daar toch weer mee moeten? Enfin…, we bedenken wel wat.

© paul

Spaghetti met balletjes…

 

bolognese 002

Ik had beloofd om een eenvoudige pasta-saus te maken. Ik koos voor een soort Bolognese.  In de plaats van gehakt gebruikte ik worstvlees, ik had dat ooit op t.v.  gezien. (Bij Carliccio, bij Rick Stein?)

‘n Soort Bolognese:

1 pond verse worst,
1 kilo tomaat (= 3 blikjes),
1 middelgrote ui,
3 teentjes knoflook,
2 theelepels gedroogde oregano,
1 blikje tomatenpuree,
peper en zout,
olijfolie.

Onze gewone kookpannen hebben een dikke bodem. Je kunt die pannen ook gebruiken om te stoven en te bakken (maar daar denkt Ellen anders over…). Hoe dan ook, prima pannen om een “getrokken” saus mee te maken.
In die hoge pan verwarmde ik de olijfolie. Daarin fruitte ik de ui. Toen die glazig werd ging er de knoflook bij. Dan de tomaten. Die waren uit blik, uit Italië en van afgelopen zomer, dus zongerijpt. De oregano erbij en   
peper en zout. Het geheel bracht ik aan de kook en daarna was het vlees aan de beurt.
Verse worst is eigenlijk altijd gekruid. Onze worst komt van een biologische boer en gelukkig zijn de toegevoegde smaken tot het uiterste beperkt, maar toch… Ik kneep iedere keer een forse bol uit de darm, ter grote van een soort super-stuiter. Het vlees werd dus niet gebakken, maar gekookt in de saus.
Ik liet de saus vier uren trekken. En geloof me, dat is het geheim van Bolognese (en van nog veel meer andere sausen). Houd je een redelijke portie over, vries ‘m in. En is het te weinig om in te vriezen, beleg er dan morgen een boterham mee en stop ‘m even onder de gril of even in de oven. Heerlijke lunch…
Wij gebruikten een dunne spaghetti bij de saus. Vooraf een salade en toe Brie de Meaux.

© paul