Entrecôte met Siciliaanse saus…

bief saua 007

Een typisch voorbeeld van snel klaar en toch lekker vandaag; een gegrilde entrecôte, een ferme salade met een gebakken geitenkaasje, een restje pasta uit de oven en een pittige tomatensaus. Alles bij elkaar vergt dat niet veel tijd, genoeg vitaminen, vezels en wat we allemaal nog meer nodig hebben. Bovendien kost dit, ondanks de flinke entrecôte, stukken minder dan zo’n kant-en-klaar-bakje uit de super!

Voor de saus;

  • 1 eetlepel olijfolie
  • 4 gedroogde chilipepertjes
  • 75 gram pancetta, in kleine stukjes gesneden
  • 1 teen knoflook, geplet en fijngehakt
  • 1 doosje biologische kastanjechampignons
  • 1/2 courgette, in kleine blokjes gesneden
  • 1 blik tomaten, stukjes of kleine tomaatjes
  • 10 zwarte olijven
  • wat gedroogde oregano
  • wat vers gehakte basilicum
  • eventueel peper en zout

Bak het spek met de pepertjes even uit. Doe er de paddestoelen bij en de knoflook en bak die even mee. Dan de courgetteblokjes nog snel om en om meebakken en vervolgens de tomaten, de olijven en de oregano erbij doen. Dan het geheel zo’n 15 minuutjes doorstoven. Eventueel een scheutje bouillon of water toevoegen. Het geheel moet een mooie dikke saus worden. Vlak voor het opdienen wat peper, eventueel zout en de verse basilicum erbij doen.

En natuurlijk espresso toe.

© ellen.

Gute Nacht Freunde…

sneeuw 006

Het wordt laat, maar het is rust alom in ons huisje. Op het fornuis staat een pannetje kippensoep te trekken. Hond Max ligt al lang boven op bed, hij wél. Johann Sebastian Bach speelt een deuntje op de achtergrond, Himmelfahrts-Oratorium, BWV 11. Ellen redigeert haar kookschriftjes uit 1999. Er zijn verregaande plannen om die het komend jaar te publiceren (met dank aan onze correspondent in Moldavië). Ik beantwoord de post, die van het web-log, die van de mailbox. Er ligt nog zo’n hoop om over te schrijven, zo’n boel foto’s om te tonen, we raken hopeloos achter. Ik loop even naar buiten om nog een fles bier te halen. “Buiten” is onze natuurlijke koelkast. En dan sneeuwt het. Grote vlokken, op de heggetjes blijft de sneeuw liggen.

Wat is dat toch, die prentbriefkaarten romantiek? Waarom ontroert dat altijd weer? Waarom smelten wij weg voor de eerste sneeuw terwijl de eerste sneeuw gewoon smelt vanwege te hoge temperaturen? Valse romantiek? Misplaatste nostalgie? Ouwbollige sentimenten? Het zal allemaal wel lezer, het zal allemaal wel…

Ellen leest nog wat voor uit haar kookschriftjes, we moeten er om gniffelen. We schenken ons nog een consumptie in en maken aanstalten om naar bed te gaan.

Welterusten lezer,,,

© paul

Zelfgemaakte torteloni met spinazie en gorgonzola

pasta met spinazie

Soms lijken gerechten wat ingewikkeld om op te schrijven, dan moet ik er even over nadenken. Vrijdag maakte ik zelf torteloni met spinazie en gorgonzola. Ik verwerkte de spinazie zowel in het deeg als in de vulling. Ik maak regelmatig zelf pasta maar tot nu toe altijd gewoon van meel en eieren. Het leek me altijd moeilijk om gekleurde pasta te maken. Vrijdag toch maar eens geprobeerd om een kleurtje en smaakje aan de pasta te geven en dat lukte bijzonder goed. Eigenlijk helemaal niet moeilijker dan gewone pasta. De spinazie maakte het deeg zelfs sneller soepel.

Torteloni met spinazie en gorgonzola voor vier personen:

  • 300 gram spinazie, een paar minuten blancheren en goed uit laten lekken. Daarna heel fijn hakken.

Voor het deeg:

  • 300 gram pastameel
  • 2 eieren
  • 2 eetlepels spinazie
  • wat zout

Voor de vulling:

  • 4 eetlepels spinazie
  • 50 gram gorgonzola
  • 1 handje versgeraspte peccorino
  • 1 eidooier
  • peper, nootmuskaat. De gorgonzola verkruimelen en alles goed door elkaar mengen.

Voor de saus:

  • 2 eetlepels spinazie
  • 100 gram gorgonzola
  • 1 bekertje room
  • peper en zout naar smaak

Kneed alles goed door elkaar en vorm er een mooie deegbal van. Laat het deeg even rusten en werk het dan een aantal keren door door grootste stand van de pastamachine. Als het deeg soepel is zet je de knop op 2 en draait het deeg erdoor. Ga zo verder tot stand 7. Je hebt nu mooie dunne plakken groen deeg.

torteloni met gorgonzola en spinazie

Snijd er met een vormpje rondjes uit met een doorsnee van ongeveer 6 cm. Leg op een rondje de vulling en druk er een tweede goed op. Vouw de randen dicht, druk ze met een vork goed aan.

Saus; Breng de room met de spinazie zachtjes aan de kook en smelt er de verkruimelde gorgonzola in. Breng verder op smaak met wat peper en zout.

Kook de pasta in heel ruim gezouten water, ongeveer 3 minuten. Schep ze uit de pan en laat ze even uitlekken. Serveer met de saus.

torteloni met gorgonzola en spinazie

Ik kon er precies 24 torteloni van maken. Nogmaals het lijkt allemaal ingewikkelder dan het is. Gewoon aan beginnen, het resultaat is de moeite meer dan waard. En, dan komt eindelijk die bijna nooit gebruikte pastamachine eens uit de kast!

Oja, bijna vergeten, de restjes; Je houd natuurlijk een helboel kleine stukjes deeg over. Snijd die met een deegradertje in fijne reepjes. Ik gebruik deze deegreepjes vandaag om de kippensoep mee te vullen.

© ellen.

Eetlust. In gesprek met ‘s werelds topkoks.

eetlust 2

Een van de leuke dingen van het bijhouden van een weblog over eten is dat we regelmatig mailtjes krijgen met het verzoek om een kookboek te recenseren. Zo belanden er deze weken maar liefst vier boeken over eten, drinken en andere genoegens in onze brievenbus. Ik ga er de komende week over schrijven, in volgorde van binnenkomst.

“Eetlust. In gesprek met ‘s werelds topkoks”. Geschreven door Aranka van der Pol. Met foto’s van Frank de Ruiter.

Eetlust is een boek over de wereld van de topkoks. Over hun passie, hun werk, hun leven. Het boek is ingedeeld in veertien hoofdstukken, met een opening van Marco Borsato. Een voorwoord met verantwoording. Daarna komen tien topkoks aan het woord. Aranka sluit haar boek af met een dankwoord en foto’s van “the making of”.

“De topkoks van nu zijn eigenzinnige persoonlijkheden, die net als popsterren hun weg naar het succes hebben gevonden. Met het verschil dat zij liever in een bloedhete keuken biefstuken masseren en tonijn fileren dan op het podium staan.”

Naar het waarom ging Aranka van der Pol op zoek. Wat drijft deze topkoks, hebben zij nog een priveleven, en hoe blijven ze overeind in de moordende wereld van Michelinsterren, de hitte van de keukens en tv lampen? In tien mooie interviews kun je lezen hoe deze gepassioneerde topkoks zich staande houden. Aranka reisde de wereld rond, at aan de tafels van de wereldtop en schreef er dit boek over.

Tien totaal verschillende karakters krijgen we voorgeschoteld. Van de lompe, altijd het fuck-woord vóór in de mond, Gorden Ramsay tot de zachtaardige Italiaanse Nadia Santini. Onze eigen, sigarenrokende Herman den Blijker, goed voor een smeuig verhaal over de jacht op konijnen. En Alain Passard, de ‘Dalai Lama’ van de groenten, die sinds 2001 het vlees uit zijn keuken heeft verbannen. Of Ferran Adrià, de kok die de helft van zijn tijd in het laboratorium doorbrengt, maar die als kind eigenlijk gewoon voetballer wilde worden, net als Johan Cruyff. En Sergio Herman, de man met de drie sterren die in Oud Sluis streeft naar opperste perfectie. Natuurlijk mag Nigella Lawson in deze rij niet ontbreken. De sexy dame die de lustopwekkende foto’s in haar eerste boek ‘gastro porn’ noemt, blijkt zo ook haar gevoelige plekken te hebben. Zelfs de moeder van Jamie wil wel één en ander vertellen over haar beroemde zoon.

Eén ding hebben al deze koks gemeen, ze worden gedreven door hun passie voor smaak. Aranka schrijft erover in een vlotte, lekker leesbare stijl. En al ben ik dan geen vaste bezoeker van sterrenrestaurants, en al zeker geen frequent kijker van de tv programma’s met deze sterkoks, ik vond het toch boeiend om erover te lezen.

De foto’s van de fotograaf Frank de Ruiter zijn prachtig. Ook al kostte het hem, naar eigen zeggen, soms moeite om de altijd haastige koks te overtuigen nóg eens te poseren, het resultaat is prima. De schetsjes met trefwoorden en foto van de kok vind ik wel wat heel trendy.

Bij elke kok ook een recept. De meeste zijn heel goed na te koken in mijn eigen bescheiden keukentje. Maar bij een paar van deze recepten vraag ik me af hoe ik ooit de ingrediënten bij elkaar zou moeten krijgen. Eetbaar bladgoud is niet echt in het schap van mijn super te vinden.

Ik vind het wel jammer dat Aranka van der Pol niets schrijft over hoe ze tot de keuze voor déze koks is gekomen. Toevallig? Bewust? Waarom wel Jamie en niet Rick Stein? Of is Aranka al weer op weg naar de volgende serie topkoks? Van mij mag het, het zal vast nog zo’n boeiend boek opleveren.

Het boek is mooi verzorgd uitgegeven met harde kaft en een prettige lay-out.

  • Eetlust. In gesprek met ‘s werelds topkoks.
  • Geschreven door Aranka van der Pol. Foto’s Frank de Ruiter.
  • Uitgegeven bij House of Knowledge.
  • ISBN 978 90 9510 482 7
  • Het boek kost € 24,95

© ellen.

Gevulde speculaas

gevulde speculaas 010

De goedheiligman is alweer een paar dagen in het land, hoogste tijd dus voor bijpassende heerlijkheden. Het wordt een weekend met koud stormachtig weer, prima om je huis met de geuren van zelfgebakken speculaas te vullen!

  • 300 gram bloem
  • 125 gram donkere basterdsuiker
  • 2 eetlepels speculaaskruiden
  • 150 gram koude boter
  • 1 zakje bakpoeder
  • snufje zout
  • 2 eetlepels melk
  • 300 gram amandelspijs ( te koop bij een goede banketbakker, of zelf maken)
  • garneeramandelen
  • 1 losgeklopt ei

Meng bloem, zout, bakpoeder, suiker en speculaaskruiden. Hak de boter met twee messen door het mengsel tot piepkleine stukjes. Voeg de melk toe en kneed er een mooie deegbal van. Zet het deeg een uur in de koelkast.
Verdeel de deegbal in twee gelijke stukken. Rol elke stuk deeg met de deegroller uit tot een lap van ongeveer 20 x 30 cm. Leg 1 lap op de bakplaat.

gevulde speculaas 004

Kneed de helft van het losgeklopte ei door de amandelspijs en rol de spijs op een met bloem bestoven werkvlak uit tot een lap van ongeveer 20×30 cm. Leg de spijs op de lap deeg en leg de tweede deeglap erop. Druk de zijkanten goed op elkaar.
Bestrijk de bovenkant van het deeg met de rest van het ei. Druk de amandelen in het deeg als versiering. Schuif de bakplaat in het midden van de oven. Bak de gevulde speculaas op 160 graden in 40-45 minuten gaar.

© ellen.

Confit de canard…

confit de canard

Ik schreef je al eens over onze avonturen met “verpakt” eten, over  de verschrikkingen, maar ook over de hilariteit die dergelijk voedsel op kan leveren. Maar ook liet ik je vol trots weten hoe goed het kan gaan…

Confectie voedsel bestaat al weer een goede honderdvijftig jaar, verpakt in blik, in karton, in glas. Enfin, we waren het er dus over eens dat het beter vermeden kan worden, maar soms kan dat even niet. Met goed geconserveerde groenten is niets mis. Denk aan tomaten, aan artisjokkenharten, aan kapucijners of bonen. Met vlees en vis ligt het alweer wat gevoeliger, maar ook daar biedt het blik soms uitkomst. Als het puur en alleen om het conserveren gaat wil ik nog mild zijn, de problemen ontstaan dáár waar de fabrikant voor jou gekookt heeft. Kant-en-klaar-uit-een-potje. Het is bijna altijd fout…

In Frankrijk bestaat evenwel een hele lange traditie van geconserveerd kwalieteitsvoedsel. Vaak streek gebonden, gemaakt met de beste spullen. In elke supermarkt vind je wel een rek met dat soort dingen, maar ook op markten en bij de slager, de grutter of de bakker. Het gaat meestal om vlees: worstjes, rillette, pastei, paté, maar ook stoofpotten van kip, van varken,rund of lam vind je er. En natuurlijk komt er ook een hoop verdachts op de markt. Maar daar ben je zelf bij. Moet je maar fatsoenlijk inkopen en niet voor een dubbeltje op de eerste rij willen zitten.

Van de zomer sloegen we weer een paar van die potten en blikken in. En eergisteren openden we er een van. Confit de canard, eendenpoten gegaard in ganzenvet. De spullen kwamen uit het zuid westen van Frankrijk, waar deze vorm van bereiden zou zijn uitgevonden. Het vlees had een betrouwbaar keurmerk, wat betreft kwaliteit alsook ten aanzien van afkomst. Het merk kan ik je niet geven, ik heb zojuist het blik in de daartoe bestemde afvalcontainer bij de plaatselijke AH gedeponeerd. Ik dacht dat ik een foto van het blik had, dat is dus niet zo. Wel weet ik dat het uit een productielijn stamt, speciaal opgezet voor de supermarktketens Match en Cora.

Vier eendenpoten zaten er in de verpakking, ingebed in ganzenvet. Je hoefde alleen het (gesloten) blik voor korte tijd in heet water te zetten om het vet te laten smelten, zodat de poten vrij kwamen. Poten in een ovenschaal en in een voorverwarmde oven bij 200 graden warm laten worden in een goed kwartier. De laatste vijf minuten even pal onder de gril om een knapperig korstje te genereren. We voegden alleen een paar plukjes rozemarijn toe. Vet of olie hoefde er natuurlijk niet extra bij. Om het vlees lag al een filmlaagje ganzenvet. En wat de eend van zichzelf aan vet bezat smolt mooi uit in die vijftien minuten. De smaak was voortreffelijk. Het ganzenvet hebben we gezuiverd, dat staat in de koelkast te wachten op andere toepassingen (aardappeltjes in bakken!).

We aten er gestoofde zuurkool bij en een zalvige aardappelpuree.

confit de canard en zuurkool

© paul

Wannes van de Velde, 1937-2008…

wannes

Na gedane zaken brachten we zondagavond nog enige tijd door voor de televisie. Ik had de videorecorder al ingeschakeld om de hoofdfilm op Canvas op te nemen. Er was evenwel een programma ingelast, een documentaire van enige jaren terug over de zanger/dichter Wannes van de Velde. “Vreemd”, dacht ik, “Er zal toch niet gebeurd zijn?” Ellen stelde me echter snel gerust. In zeven haasten spoedde ik me daarna naar mijn broodheer, ik moest die nacht werken. Bij binnenkomst was mijn eerste handeling het inschakelen van het radiotoestel op kantoor. Afgestemd op Clara, de klassieke muziekzender van de Vlaamse radio, dat is zo mijn gewoonte. En ook daar werd een documentaire over Wannes van de Velde uitgezonden. De korte zoektocht op internet, die ik daarop ondernam, leerde me dat er er wel degelijk wat was gebeurd. Wannes van de Velde was overleden. Vorige week maandag al, 10 november. Ik heb er niets over gelezen in mijn Nederlandse Kwaliteitskranten, en het Belgisch Televisie Journaal had ik die week niet gekeken.

Geen idee heb ik of Wannes van de Velde enige bekendheid geniet in Noord Nederland, maar ik betwijfel het. Zoveel Vlaamse kunst kan op een of andere manier de barrière van de Grote Rivieren niet slechten, of wordt gewoonweg niet gepruimd. Vlaanderen is en blijft exotiek voor de Randstad.

Wij leerden het werk van Wannes van de Velde kennen aan de keukentafel bij Peer en Marjola. In een hoek stond de oude koffergramofoon, en daarop werd muziek gespeeld van Wannes van de Velde. Volksdeuntjes leken het, maar het was meer. En de teksten lieten zich aanhoren als pure poëzie. Poëzie in een onvervalst Antwerps. Dan weer lyrisch, dan weer romantisch, maar bijna altijd strijdbaar.

Kort daarna ontdekten we Mistero Bufo. Een theaterproductie naar Dario Fo, uitgevoerd door de bloem van het nieuwe Vlaamse theater, genaamd de Internationale Nieuwe Scene. Muziek en Nederlands/Vlaamse teksten van Wannes. Rauw, strijdbaar, eerlijk tot op het bot. Daarna zijn wij Wannes van de Velde nooit meer vergeten…

Er is op het Ministerie niet één feest, of er wordt gezongen. Liederen van Wannes van de Velde horen bij het vaste repertoir. “Pieter Breughel”, “Mah Sofieke”, “Stôn al jaore in de Reigen”, ach lezer, de lijst is lang…

Wannes van de Velde hield zich bezig met het volkslied, maar ook met flamenco en jazz. Met theater en met literatuur. Hij schilderde en maakte grafiek, hij deed aan poppenspel en had een eigen theatertje in Antwerpen.

In 2001 werd er lymfatische leukemie geconstateerd, een ziekte die hij in 2005 volledig onder controle zou hebben. Het herstelproces had evenwel dermate veel van zijn lijf gevraagd dat Wannes van de Velde nog nauwelijks in staat was op te treden. Hij verscheen nog slechts sporadisch in het openbaar. Op 10 november van dit jaar is hij overleden, 71 jaar oud.

wannes

Hier kun je doorklikken naar een korte biografie van Wannes van de Velde, zoals die verscheen op de internet-site van de Vlaamse kwaliteistkrant De Morgen. De foto boven dit artikel komt ook uit die krant, we hebben de auteur niet kunnen achterhalen om toestemming te vragen voor publicatie.

© ellen-paul

Gestoofde zuurkool…

 zuurkool

Ik vertelde je vandeweek over de inkopen die we deden op Bronlaak. Daar hoorde onder anderen “verse” zuurkool bij, zelf gemaakte.

Doorgaans maken wij gebruik van de diensten van AH. De voorverpakte zuurkool “eigen merk” bevalt ons heel aardig, en trouwens, we hebben ook niet zo heel veel andere keus. Het was dan ook een verrassing om die zelf gemaakte zuurkool aan te treffen in het winkeltje van Bronlaak. Grof gesneden kool, mooi gefermenteerd en verpakt in tweepersoons porties. Men had de groente verrijkt met wat peperbolletjes en jeneverbes. De smaak was prima, maar iets minder mild dan die befaamde zuurkool uit de Elzas. We maakten hem als volgt klaar:

In een stoofpannetje liet ik 50 gram spek (in dobbelsteentjes gesneden) bakken tot ze mooi bruin waren. Dan stortte ik de zuurkool erop. Aangezien de groente wel erg magertjes was gekruid deed ik er nog een stuk of zes jeneverbessen bij. Daarover ging nog een flinke scheut bouillon en het gerecht mocht nu een minuut of vijftien stoven. (Wordt het te droog, dan gewoon een voorzichtig scheutje bouillon of water toevoegen.)

We aten er confid de canard bij en een zalvige aardappelpuree. Riesling uit de Elzas paste als gegoten.

confit de canard en zuurkool

© paul

Geschaafd landschap…

boleten 003

We hebben onze voorraad voor het komende jaar binnen. Netjes gedroogd en opgeslagen in glazen potten. En dat werd ook tijd, het paddenstoelenseizoen loopt af. De meeste boleten die je nu nog vindt zijn doorgeschoten, zompig en zacht. Laat staan, laat staan…

Achteraf kostte het niet echt veel moeite om nieuwe plekken te vinden, maar het neemt niet weg dat mijn bezorgdheid van een week of zes geleden nog steeds geldt. Niet wij paddenstoelenplukkers vernietigen de biotoop van de paddestoelenplant (mycelium), het zijn toch echt de lokale en provinciale overheden, de gebiedsbeheerders en Rijkswaterstaat. Ellen documenteerde een en ander voor mij.

Op de foto zie je een boom als het ware op een eilandje staan. Je ziet duidelijk het hoogteverschil tussen het eilandje en de rest van de bodem. Met graafmachines is er grond weggeschraapt, soms wel dertig centimeter diep. De paddenstoelenplant, die onder de grond leeft, is voor een deel, soms helemaal, vernietigd. En dat over kilometers lengte. En niet alleen gebeurt dit bij de wat belangrijkere wegen, ook de achteraflaantjes moeten eraan geloven. Het nut van deze ingrijpende wegwerkzaamheden is me nog steeds niet volledig duidelijk, maar het heeft onder anderen te maken met het afwateren van de rijweg.

De paddenstoelen zoals je ze ziet zijn slechts de vruchtlichamen van de eigenlijke plant. Die plant bestaat uit een wortelweb, mycelium genaamd. Hoe snel mycelium groeit is afhankelijk van de soort. Soms gaat dat razend snel. In het geval van de grotere soorten paddenstoelen duurt het meestal wel even. De meeste boleten, en zeker eekhoorntjesbrood, doen er jaren over om een plek te koloniseren.

In mijn afgeschraapte paddenstoelenlaan is soms wat mycelium blijven zitten. Manmoedig wringt hier en daar een eenzame vrucht zijn kopje door het zand. Maar het zal toch weer jaren duren voordat ik hier een respectabel maaltje zal plukken.

boleten 005

© paul