Glaswerk uit de Borinage…

boussu glaswerk

Een ezel stoot zich wel eens aan een steen, maar toch geen drie keer aan dezelfde?! Deze wijsheid indachtig begin ik aan dit stukje. Al twee keer schreef ik het artikeltje (min of meer in deze vorm), en al twee keer wist ik het, geheel ongewild en tegen mijn bedoeling, te laten verdwijnen. Ik ben nog niet de oude, lezer, nog helemaal niet de oude… Indien ik ook deze poging van mijn schrijfsel per ongeluk vernietig, zul je nooit meer iets horen over dit onderwerp. Dat kan ik écht niet opbrengen…

Op zondagavond kwamen Ans en Hijn langs, zomaar. We hadden juist een aantal vrienden en belangstellenden uitgezwaaid die liefdevol en oprecht geïnteresseerd informeerden naar onze gezondheid, welzijn en welbevinden. Allemaal werden ze door mijn ongesteldheid en kortstondige ziekenhuisopname weer even op hun eigen sterfelijkheid gewezen; dat was confronterend!

Ans en Hijn wisten evenwel van niks, die kwamen gewoon op bezoek. Wel brachten ze kadootjes mee.

In het grensgebied met de Belgische Kempen ontdekten ze een nieuwe vlooienmarkt. Niet zo’n georganiseerde, waarbij het oorspronkelijk doel van plaatselijke rommel versjacheren was vervangen door het aan de man of vrouw brengen van huishoudschorten, leren jasjes, namaak parfums en andere goedkope nieuwlichterijen… Nee hoor, een markt met authentieke rommel, brique-a-braque, liefhebbersspul, kortom, vlooienmarktgedoe..

Ze vonden bovenstaande glazen. Belgisch fabricaat, geproduceerd in het plaatsje Boussu, gelegen in die verarmde kolenstreek waar Vincent van Gogh nog ooit werkte als prediker (jaja!). En waar Joris Ivens zijn eerste grote communistische filmverhaal vertelde. De Borinage heet die streek…

Het was vroeger al niet pluis in de Borinage, maar sinds de teloorgang van de Europese kolen- en staalindustrie in de jaren zestig van de vorige eeuw lijkt er niks meer te functioneren. Ook de glasindustrie, incluis die van Boussu, ligt er al een halve eeuw op z’n gat. Ik ben ervan overtuigd dat het glaswerk van de foto het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog nog heeft meegemaakt. Het is geen kristal, gewoon glaswerk is het. Maar sierlijk van vorm, en kunstig met de hand gegraveerd.

Het kleine glas is bestemd voor een Elixer d’Anvers, een Elske misschien, of gewoon voor Ellen d’r dagelijkse borrel. Het grote glas, bedacht Hijn, zou een ideale container zijn voor de Elblingwijn, die wat verdachte, maar mij zo dierbare Luxemburgse boerenwijn. Hijn heeft smaak…

© paul

Weer thuis…

bier 008

Die ene dag liep ik met Hond Jaros in strak tempo een zeven-kilometer-wandeling door de Pandelaarse Kampen, Koks en Esdonk (vise versa), de volgende ochtend haalde ik niet eens de broodstal van onze supermarkt, een goede tweehonderd meter van mijn voordeur… Ik moest omkeren en was letterlijk aan het stikken.

Een doortastend arts-assistent op onze Huisartsenpraktijk deed het enig juiste: ze stuurde me onmiddellijk in. En in het ziekenhuis deed ook de longarts het enig juiste, ze gaf me lucht!

Longaanval, zo heet hetgeen mij overkwam. Het komt erop neer dat de bescherming die ik in het dagelijks leven voor mijn matig functionerende longen hebt ontwikkeld, op agressieve wijze wordt doorbroken door één of meerdere virale infecties. De zuurstoftoevoer naar het lijf wordt voor een deel geblokkeerd. Je bent van het ene moment op het andere invalide, het gaat razendsnel. Ziekenhuisopname is meer dan wenselijk…

Respect en bewondering voor verzorgend volk, de verpleegkundigen en behandelaren van afdeling 3B van het Elkerliek Ziekenhuis in Helmond.

Ik ben intussen weer thuis, en blij toe, dat begrijp je. Ik scharrel wat door het huis, loop een piepklein stuk met Hond Jaros, ontvang bezoek, beantwoord telefoontjes, lees een boek en bekijk een documentaire. Ik lijd aan chronisch slaaptekort en mijn humeur benadert het vriespunt. Mijn omgeving, en vooral dan Ellen, heeft daar last van. Het duurt nog even voor ik weer de oude ben, maar het lijkt sneller te gaan dan ik verwachtte.

Dank aan al die belangstellenden, die me groetten, troostten, een hart onder de riem staken, bloemen en drank schonken. Dank aan Ans, die ons de eerste dagen met alle zorgzaamheid omringde. Dank aan Ellen, die het door mijn getrubbel te druk had haar eigen griep op een verantwoorde manier uit te vieren…

© paul

 

Kopi Loewak, de gepoepte koffie…

DSC_0001

In de oertijd van deze website schreef ik er al eens over: Kopi Loewak. Ik schreef het stukje in verwondering, aanleiding was een krantenartikel. Ik kende het bestaan van mijn onderwerp voordien niet, ik had er nog nooit van gehoord.

Het betreft koffie van een heel bijzondere soort, ik mocht hem een paar jaar later proeven. Tot mijn verbijstering heb ik er toen niet over geschreven, terwijl het onderwerp toch typisch genoeg is. Afgelopen zondag maakte ik hernieuwd kennis met Kopi Loewak. Alle reden om het verzaken van enige jaren terug alsnog goed te maken.

Koffiebonen groeien niet zomaar aan een struik. Koffiebonen zijn de pitten van de koffiebes (koffiekers). Het vruchtvlees van de bessen moet verwijderd worden, zodat de pit vrij komt, gedroogd kan worden en daarna gebrand of geroosterd. Pas dan heb je koffiebonen. Het verwijderen van het vruchtvlees gebeurt soms met de hand, meestal echter machinaal. Maar soms kan het ook anders.

De Loewak (Luwak) is een civetkatachtige en komt voor in Zuid-Oost Azië. Voornamelijk leven de diertjes van vijgen, maar ook koffiebessen zijn gewild fruit op het menu. Met de pitten van de koffiebessen kunnen de diertjes niks. Die pitten worden dan ook weer in z’n geheel uitgepoept. Wel hebben de pitten dan het gehele maag- en darmstelsel van de Loewak gepasseerd. Onder anderen door de invloed van lichaamssappen en het afgesloten milieu treedt er een soort fermentatie op. De pitten worden nadat ze zijn uitgepoept verzameld, gewassen en verder behandeld. Wat je aan het eind van het proces overhoudt is een peperdure, want bewerkelijke en zeldzame koffieboon.

luwak coffee

Vroeger werd er verzameld in het wild, tegenwoordig worden Loewaks in gevangenschap gehouden om verzekerd te zijn van een beetje opbrengst. De koffieboer hoeft ‘s ochtends alleen maar de kooi uit te mesten. De strengen koffiebonen komt hij dan vanzelf tegen. Een vorm van bio-industrie, alleen de schaal is wat kleiner…

Bram en Maja maakten dit jaar een lange reis door de Indonesische Archipel, op zoek naar de roots van Bram en zijn ouders. Hoewel Brams achtergrond Moluks is dienden ze de hele Gordel van Smaragd te doorkruisen, de familie is uitgewaaierd over al die duizenden eilanden en eilandjes. Zo kwamen ze ook terecht in Bali. En dat nu is een van die streken waar de Loewak actief is. Bram, als gekend koffieadept, kon de unieke kans niet voorbij laten gaan. Kopi Loewak aanschaffen aan de bron, zonder tussenhandel, plaatselijk gebrand, zo uit de eerste hand (nou ja, hand?!).

Afgelopen zondag, tussen alle activiteiten van Stir-up Sunday door, mochten we proeven en genieten van de exclusieve waar. Bram bewaarde de Kopi Loewak voor een bijzondere gelegenheid, en dit was er een, vond hij.

Bram had een nieuwe Italiaanse espresso pot aangeschaft. Niet teveel water erin, zodat de koffie fors van smaak werd. Wat we proefden was een stevige, volle koffie, wat crèmig, mild-bitter, een beetje chocoladeachtig, een tikje zuur (Arabica?). Enfin, ik maak er niks van, van deze proefbeschrijving. Maar geloof me, het was eenmalig van smaak. Ben je een échte koffieliefhebber, schaf dan wat van die bonen aan. Je hoeft niet gelijk een kilo te kopen, dat is wel heel begrotelijk. Maar van een goede twintig gram zet je al een paar geweldige kopjes espresso. Het is net zoiets als met goede wijn: niet de kwantiteit telt, slechts de kwaliteit…

© paul

Kalfsniertjes in madeirasaus…

meivakantie uit eten

Er valt nog een en ander te beschrijven, maar ik kan er even niet mee verder. Dus duikel ik een vakantiefoto op, afgelopen voorjaar genomen in het Portugees restaurant Ribatejo, vlak bij de Luxemburgs-Belgische grens. Het gerecht heet (ongeveer) Rins em Vitela Madeira, niertjes in madeirasaus.

Hoewel het tot mijn lievelingsgerechten behoort eet ik het thuis zelden. Kwestie van moeilijk aan een bevredigende kwaliteit kalfs- of lamsniertjes te geraken. Twee à drie keer per jaar maakt Ellen het gerecht voor me, standaard begeleid door een romige saus met whisky of cognac. Dat is dan altijd in Luxemburg, daar heb ik zo mijn adresjes.

En ook eet ik mijn kalfsniertjes, zoals gezegd, in dat Portugese restaurant. De kwaliteit is er prima. Nooit te lang gegaard, altijd nog een tikje roze van binnen. Saus van het braadvocht, room en een scheut madeirawijn, kwistig aangezet met peper uit de molen.

En dan dat torentje rijst. Boterrijst is het, smeuïg, vol, tongstrelend. Zoals de naam zegt is de rijst rijkelijk aangemaakt met boter. Bij die rijst hoef je eigenlijk niks anders te eten, dat smaakt al geweldig van zichzelf… De lichtgele kleur komt van tartrazine, de kleurstof waar Portugezen en Sjanjaarden een patent op hebben.

Enfin, het is bevredigend om wat weg te dromen bij vakantiefoto’s. Bevredigender is het om te eten bij Ribatejo. Mischien moesten we maar weer eens naar Luxemburg…

© paul

 

Slaoliestijl…

toorop_delfseslaolie

Duitsland en Oostenrijk zijn de landen van de Jugendstil, Franrijk en België van de Art Nouveau. In beide gevallen gaat het om dezelfde kunststijl, al zijn er nationale en regionale varianten te onderschijden. Ook in Nederland deed de stroming opgeld, zij het in aanzienlijk mindere mate. Belangrijkste exponent was wel Jan Toorop, de man van het affiche. Hij maakte het in 1894 in opdracht van de NOF, de Nederlandse Oliefabriek (van Arretje Nof!).

Klonk er in de woorden Jugendstil en Art Nouveau een eerbiedige waardering door, in Nederland adopteerde men al snel de naam Slaoliestijl… Tsja, we zijn altijd al een poëtisch volkje geweest.

Apropos, in een paar stokoude kookboeken vind ik slaolie nog terug, maar is er heden ten dage nog iemand die het woord gebruikt? (Ikzelf alleen wanneer ik in mijn dialect spreek…)

© paul

 

Spaghetti met peper, ansjovis en kappers…

spaghetti met kappers, ansjovis, pepers en knoflook.

Ik heb altijd gedacht dat het een volkse klassieker was, maar hoe ik ook zoek, ik kan het recept in geen enkel kookboek terug vinden. Laat ik ervan uitgaan dat het een bedenksel van Ellen is…

Het gerecht staat al jaren op onze menulijst, we eten het vaak. In zijn eenvoud benadert het die andere (échte) klassieker: spaghetti aglio, olio e peperoncino. Het is in een handomdraai klaar, de ingrediënten zijn goedkoop en de smaak is superbe… Het geraffineerde zit ‘m in de toevoeging van ansjovisflites. Een stevige lunch voor twee personen:

  • 1 verse peper,
  • 1 uitje,
  • 2 tenen knoflook.
  • 1 eetlepel kappertjes,
  • 2 rijpe tomaten,
  • 3 ansjovisfilets
  • olijfolie.

Verhit de olie in een koekenpan en bak dan op halfhoog vuur de gesnipperde ui, de gehakte knoflook en de gehakte peper tot de uisnippers mooi glazig zijn (niet bruin!). De in blokjes gehakte tomaten erbij en ook de kappertjes. Snijd de ansjovisfilets kort en laat ze vervolgens smelten in de saus. Kook intussen spaghetti naar believen. Schep de spaghetti dan door de saus en dien heet op. Zo simpel, zo lekker…

Die ansjovisjes smelten echt weg in de saus. We gebruiken ze regelmatig op deze manier. Denk aan gestoofd lamsvlees, denk aan romige tomatensoep….

Nou nog een naam bedenken voor dat gerecht…

© paul

Spaghetti met kabeljauw en cantharellen…

spaghetti met kabeljouw en cantharellen

Met de Europese cantharel is het zo zoetjes aan gedaan, het seizoen is voorbij. Wat nu nog in de handel wordt aangeboden komt uit de Verenigde Staten en Canada. En weer wat later zullen het paddenstoelen uit China zijn. Of je die cantharellen van zo ver wilt eten is aan jou. De kwaliteit is over het algemeen wat minder, onder meer door de lange tijd tussen het plukken en het moment van consumeren. Wij beperken ons doorgaans tot de Europese cantharel. We aten een paar weken geleden dan ook de laatste exemplaren van dit seizoen.

Cantharellen met omelet, cantharellen in de saus bij vlees. In een schoteltje met aardappelen en spek of eenvoudigweg zonder toevoeging gebakken op een geroosterd sneetje toast. Het klinkt allemaal vertrouwd. Maar cantharellen met vis?… Reken maar dat het heel goed kan, nou en of. In Duitsland, in Frankrijk, op het platteland vind je nog steeds klassieke schotels met cantharellen en zoetwatervis.

Voor de gelegenheid bedacht Ellen een pastagerecht. Mét vis, mét cantharellen… Als hoofdgerecht voor twee personen, als voorgerecht voor vier.

  • 250 gram kabeljauwfilet
  • 100 gram cantharellen,
  • 1 sjalotje,
  • scheut witte wijn,
  • scheutje room,
  • paar druppels citroensap,
  • rasp van een kwart citroen,
  • wat blaadjes basilicum,
  • olijfolie
  • peper en zout.
  • spaghetti naar behoefte.

Kook de spaghetti zodanig dat hij gaar is tegen de tijd dat je saus klaar is. Poets de cantharellen schoon en scheur ze in stukken. Bak de gesnipperde sjalot in de olijfolie tot hij glazig wordt. Voeg de gescheurde cantharellen toe en laat ze een paar minuten meebakken. Voeg witte wijn en room toe en laat het geheel even opkoken. Dan de in dobbelstenen gesneden vis erbij. Na een minuut of vier is de vis gaar. Maak het gerecht af met citroenrasp, citroensap, gehakte basilicum en flink peper en een beetje zout uit de molen. Stort de spaghetti op de saus en schep goed om. Klaar!

© paul

Bonenstoofpot met avocadosaus…

bonenstoofpotje met avocadosaus

Morgen zal Ellen helpen om de laatste bonen, spekbonen, uit de tuin van Marleen en de Jongste Bediende te oogsten. De tuin wordt winterklaar gemaakt. Alles moet eruit, alleen de prei mag nog even. Over een eerdere oogst vertelde ik je al eens, het betrof piepers en bonen. We hebben er intussen volop van gegeten.

Vorige week nog maakte ik een maaltje Picassobonen klaar. Ik bereidde de bonen op dezelfde wijze als ik al eerder deed met citroenboontjes: al fiasco… En ook deze keer liet ik de bonen relatief kort weken, een goede drie uren. Dat werkte toen prima bij de citroenboontjes, maar deze bonen hadden definitief een langere tijd nodig. Toen de bonen uiteindelijk uit de kookpot kwamen waren niet alle schilletjes zacht. Volgende keer dus maar weer ouderwets een nacht in het water zetten…picassobonen

En natuurlijk hielden we ook een ferme portie over van de maaltijd. Ik bewaarde de boontjes twee dagen in de koelkast en maakte er later een schotel mee die iets weg had van chili con carne.

Ik maakte een eenvoudige tomaten- gehaktsaus. Gesnipperd uitje in de pan, gesnipperde knoflook erbij. Wanneer het aankleurt gaat het gehakt erbij. Is het vlees gebruind, dan twee gehakte tomaten en een flinke slobber passata toegevoegd. Peper en zout uit de molen.

In deze saus mochten de gare bonen heel langzaam opwarmen. Ik liet het geheel een goed half uur doortrekken. Dan kon het gerecht heet op tafel.

Erbij wat stukjes taco, opgewarmd in de koekenpan en een flinke lik avocadosaus. Die avocadosaus is heel snel te maken, effectief bij allerlei gerechten en verschrikkelijk lekker.

Zorg dat je een rijpe avocado hebt. Halveer hem , wip de knikkerpit eruit en schep het zachte vruchtvlees met een lepel uit de schil. Druppel er onmiddellijk wat citroensap over om verkleuren te voorkomen. Voeg twee eetlepels crème- fraiche toe en wat tabasco. Pureer het geheel en je saus is klaar. Er kan dan nog vanalles aan smaakmakers bij, maar de simpele versie zoals hierboven beschreven voldoet in al zijn eenvoud.

© paul

Wortelstamp…

wortelstamp

De lange wandelingen met Hond Jaros zijn ideaal om na te denken. In het dorp is het nog een kwestie van opletten (wie rijdt je dood? Poept de hond niet op een onverkwikkelijke plaats?) Eenmaal buiten de bebouwde kom valt al dat gedoe van je af.

Ik had alle tijd om wat ingewikkelds te bedenken, bijvoorbeeld iets met kool. Dat zullen we eten, dacht ik nog stellig. Tot ik via een omweg weer terug keerde in het dorp. Bij een van de eerste huizen rook het naar gekookte uien, een wat weeïge, zoete geur. Het deed me onmiskenbaar aan vroeger denken. Op sommige hefstige dagen, op de terugweg van school, rook het dan huis voor huis naar wortelstamp. Alsof de hele buurt het afgesproken had. Ik realiseerde me dat het alweer jaren geleden was dat we een eenvoudige stamppot met wortel aten. En dat terwijl we normaal gesproken de ingrediënten altijd in huis hadden. Niks kool dus, wortelstamp werd het.

Heel eenvoudig, naar de ijzeren stelregel: twee delen aardappel, een deel wortel. Uitje erbij, de grootte ervan is afhankelijk van de hoeveelheid aardappel en wortel. Geen gebruik maken van de knijper, en al helemaal niet van de keukenmachine. Gewoon stampen met de stamper. Scheutje  room erdoor en een klont boter. En flink peper uit de molen.

De laatste keer dat we wortelstamppot aten hadden we er klapstuk bij. Vandaag koos ik voor varkenskarbonaden, eenvoudig en je hebt jus. Ik kon het evenwel niet nalaten om de jus een beetje te verrijken met een scheut witte wijn en een gulpje room. Even door laten koken en onderwijl de aanbaksels van de bodem van de koekenpan losschrapen. Dat geeft smaak…

Hond Jaros als deurmat…

Hond Jaros als deurmat

Ellen had zich ten doel gesteld een aantal platte foto’s te maken. Mij lukt dat vrijwel altijd, hoewel het echt nóóit mijn bedoeling is. Ellen evenwel zag het als een uitdaging om haar techniek aan te scherpen. Opnamen, zo plat als een dubbeltje… Een van de resultaten van het experiment was de foto hierboven. Eigenlijk denk ik dat het nog stukken platter had gekund, maar dan zou het ook heel griezelig worden.

Hond Jaros, moe van het slopen van een speelgoedkip, twee kluiven en een deel van zijn kussen lag uitgeteld op het linoleum in de keuken. Flits …, ze had hem.

Ellen was matig tevreden over de foto. Maar zoals het gaat, de kijker gaat aan de haal met het gebodene, en uiteindelijk heb je je als maker daar maar bij neer te leggen.

Zie ik zo’n afbeelding dan is de kans groot dat mijn romantische inslag met mij aan de haal gaat. Uiteindelijk zie ik een plaatje uit een natuurkundige atlas uit de negentiende eeuw, tonend exotische hondenrassen… Prototype van een Afgaanse Fakirdrijver, een Russische Werstmeter, een Tibetaanse Yakmelker. Mooi vind ik de contourlijnen, alsof ze met een pennetje getrokken zijn…

Hond Jaros ligt intussen (nu op dit eigenst moment) met Ellen op bed te kijken naar het televisieprogramma Tussen Kunst en Kitsch. Ellens voorkeur voor antiek en mooie spullen ken ik intussen wel. Ik ben zo benieuwd naar de smaak van die hond…

© paul