Met de Europese cantharel is het zo zoetjes aan gedaan, het seizoen is voorbij. Wat nu nog in de handel wordt aangeboden komt uit de Verenigde Staten en Canada. En weer wat later zullen het paddenstoelen uit China zijn. Of je die cantharellen van zo ver wilt eten is aan jou. De kwaliteit is over het algemeen wat minder, onder meer door de lange tijd tussen het plukken en het moment van consumeren. Wij beperken ons doorgaans tot de Europese cantharel. We aten een paar weken geleden dan ook de laatste exemplaren van dit seizoen.
Cantharellen met omelet, cantharellen in de saus bij vlees. In een schoteltje met aardappelen en spek of eenvoudigweg zonder toevoeging gebakken op een geroosterd sneetje toast. Het klinkt allemaal vertrouwd. Maar cantharellen met vis?… Reken maar dat het heel goed kan, nou en of. In Duitsland, in Frankrijk, op het platteland vind je nog steeds klassieke schotels met cantharellen en zoetwatervis.
Voor de gelegenheid bedacht Ellen een pastagerecht. Mét vis, mét cantharellen… Als hoofdgerecht voor twee personen, als voorgerecht voor vier.
- 250 gram kabeljauwfilet
- 100 gram cantharellen,
- 1 sjalotje,
- scheut witte wijn,
- scheutje room,
- paar druppels citroensap,
- rasp van een kwart citroen,
- wat blaadjes basilicum,
- olijfolie
- peper en zout.
- spaghetti naar behoefte.
Kook de spaghetti zodanig dat hij gaar is tegen de tijd dat je saus klaar is. Poets de cantharellen schoon en scheur ze in stukken. Bak de gesnipperde sjalot in de olijfolie tot hij glazig wordt. Voeg de gescheurde cantharellen toe en laat ze een paar minuten meebakken. Voeg witte wijn en room toe en laat het geheel even opkoken. Dan de in dobbelstenen gesneden vis erbij. Na een minuut of vier is de vis gaar. Maak het gerecht af met citroenrasp, citroensap, gehakte basilicum en flink peper en een beetje zout uit de molen. Stort de spaghetti op de saus en schep goed om. Klaar!
© paul