Och, Turnhout, stedeke schone,
Zijn uw ruitjes groen, maar uw hertjes koen…
Regels uit het Brabants volkslied, het derde couplet begint ermee., ik leerde het op de lagere school.
Wij waren er vandaag even, in Turnhout. We gingen eigenlijk voor de kunst, maar museum Würth was bezig met het inrichten van een nieuwe tentoonstelling, en of we medio maart terug wilden komen. Dan hadden ze weer van alles te bieden, nu was er alleen verbouwingspuin…
We sjokten dan maar door het stadje, er was niet veel te beleven. Wel aten we er prima in een gelegenheid aan de Grote Markt: Marché 17. Beperkte kaart, prima eten. Ellen koos een biefstuk van Belgisch wit-blauw rund, rijkelijk besmeerd met fijne mosterd, erbij een voorbeeldige saus, frietjes en gesmoorde groenten. Voor mij waren er Sint-Jacobs schelpen met flinters gedroogde tonijn op groenten, en een saus (coulis) van erwten en kervel. Meer dan behoorlijke huiswijn, wit en rood en natuurlijk espresso toe.
Enfin, we sukkelden op ons gemak door de binnenlanden van de Belgische Kempen en Nederlands Limburg weer op huis aan, in de volle overtuiging dat we binnenkort terug moeten. Overigens lagen ook in de Kempen de aspergebedden in volle glorie te wachten op wat meer zon. En het waren er niet zo weinig ook.
Al dit geschrijf zou eigenlijk de opening moeten vormen van een artikel over Corsendonk bier, want daar hebben ze wat mee in Turnhout. Maar ik ben bang dat Corsendonk moet wachten tot morgen. Ik heb het wel gehad, ik ben moe. Ik wil mijn boek nog uitlezen [Scheepsberichten van Annie Proulx (alles van die vrouw moet je lezen, écht waar) ] en met Ellen een film kijken. Ik open nog een fles Corsendonk Summum, schop mijn schoenen uit, en dat was het dan wel…
Adieu lezer…