In een landelijk gelegen streek genaamd Oxfordshire Cotswolds ligt het stadje Town of Witney. Tegen het einde van de vorige eeuw stichtte Paddy Glenny er een brouwerij luisterend naar de naam Wychwood Brewery. (Dit zouden de openingszinnen kunnen zijn van een Engelse streekroman, maar het zijn gewoon de feiten.)
Het is so-wie-so verwarrend met die Paddy Glenny. Zijn voornaam is Iers, zijn achternaam Schots, maar hij is volbloed Engels en deed zijn opleiding tot Meesterbrouwer in Duistland. Een internationaal bezig baasje…
Maar goed, mede aan hem hebben we het te danken dat er weer traditionele bieren worden gebrouwen in het Verenigd Koninkrijk. En dat werd hoog tijd ook, tussen de jaren zestig en de jaren zeventig van de vorige eeuw draaide men nagenoeg de hele traditionele brouwpraktijk in de UK de nek om.
De stadsbrouwerij van de Town of Witney werd in 1961, na 120 jaar trouwe dienst, opgekocht door een brouwgigant en gesloten. Dat was algemene praktijk, ook in Nederland en Vlaanderen. Het was de brouwgiganten niet te doen om het smakelijke bier van de kleintjes, maar door brouwerijen te kopen en vervolgens te sluiten creëerden ze ruimte om hun eigen slappe en goedkope rommel af te zetten. Een schandalig verlies aan kwaliteitsbieren was het gevolg.
Enfin, uiteindelijk is het toch weer goed gekomen. Het barst in Europa van de initiatieven. Overal spruiten de microbrouwerijen, de ambachtelijke brouwerijtjes, de traditionele brouwerijen als de spreekwoordelijke paddenstoelen uit de grond. Ook in het Verenigd Koninkrijk.
In 1983 kocht de voormelde Paddy G. de oude brouwerij van Town of Witney op en begon er een traditionele pub ale te brouwen. Al snel kwamen er partnes bij in de brouwerij. Een van hen was Chris Moss, en het was deze brouwer die de Legendary Hobgoblin ontwikkelde. Het bleek een gouden greep. Het bier won snel aan populariteit, ook bij een jongere generatie.
Intussen omvat de Hobgoblin-lijn acht verschillende bieren die het hele jaar door gebrouwen worden. En verder brouwt men elke maand van het jaar (behalve in mei en in oktober) een ander seizoensbier. Het zwaartepunt ligt evenwel bij het Lenegdary Hobgoblin.
Toen het Kind gisterenmiddag met Ellen de plaatselijke Lidl bezocht zag ze het bier weer staan in de schappen. (Ik had het er al eens vaker met haar gekocht.) Het Kind sommeerde Ellen meteen een krat aan te schaffen, maar die trapte daar niet in. Twee flesjes brachten ze uiteindelijk mee naar huis. Afwijkende etiketten, met als ondertitel: the unofficial beer of halloween. Uiteindelijk bleek het gewoon om het standaard Hobgoblin te gaan.
Over het type bestaat enige verwarring. Er wordt gesproken van Primium bitter, maar ook van Dark Ruby Ale en van Ruby Ale. Enfin, in ieder geval een bier van de hoge gisting, amberkleurig.
Verwacht niet dat je een abdijachtig bier hebt gekocht, en ook niet een Vlaams Rode. Nee, het is en blijft Engels bier. Maar wel keurig Engels bier.
Het bier geurt wat naar caramel, chocolade en een tikje citroen. De smaak is maltig, bitter en zoet zijn keurig in balans. De smaaksensatie is niet overweldigend (zoals bij de grote Belgische bieren) of opdringerig (zoals bij slecht bokbier) maar is van dien aard dat je het bier de hele avond zou kunnen drinken. De schuimkraag is matig, zoals je mag verwachten bij Engels bier. Het alcoholpersentage beloopt een goede vijf procent.
Mij smaakt het wel, dat Hobgoblin. En ik bevind me in goed gezelschap. De Engelse Biergoeroe Michael Jackson schrijft er mild over in zijn Bieratlas.
Het Hobgoblin komt in een fles van een halve liter en Ellen betaalde daar tachtig cent voor. Bij Lidl ligt het bier regelmatig in de schappen.
Hobgoblin is te vertalen als Trol. Zo’n misselijke kabouter, weet je wel…
c paul