Lijsterbes…

lijsterbes

Lijsterbes…
Hij zei dan: De lijsterbes kleurt vroeg dit jaar, het zal gauw herfst worden. Hij zei het in augustus. Die uitspraak van mijn vader had voor mij een blijmoedig profetische waarde.

Vanaf mijn prilste jeugd ben ik dol op de herfst. Op de ochtendnevel die de wereld klein maakt, op de doorbekende zon die het afstervend blad van de beuk laat opvlammen. Op de roos die een laatste bloem laat bloeien in  schemerig licht, ze blijft geuren. Maar ook op de regen, de stormen, de kou. Het is weer goed thuiskomen, de kachel brandt. De paddenstoelen komen…

Mijn vader had andere gedachten. Hij kon in weer en wind, elke dag weer, de deuren langs om wat schamele centen te collecteren, de premie voor een eenvoudige volksverzekering. Vaak nat tot op de draad, koud tot op het bot. En de winter moest nog komen…

De lijsterbes kleurt vroeg dit jaar, het zal gauw herfst worden. Hij zei het in augustus, hij zei het elk jaar weer…

Wortelpuree, maar anders…

wortelpuree

We kwamen thuis van vakantie en vonden op de berg kranten en poststukken maar liefst drie briefjes van KPN/TNT (Tante Post voor intimi…). Het Kind had ze als prioriteit voor ons gesorteerd en boven op de stapel gelegd. De briefjes lieten ons weten dat er op diverse adressen in onze buurt pakketjes lagen te wachten op onze thuiskomst. ( De Post doet dat tegenwoordig, je spullen afgeven, ergens in de buurt, wanneer je er even niet bent. Ik vind dat prima. Het bevordert impliciet het noodzakelijk contact met je buurtjes en je hebt snel je spullen ter beschikking.)

Twee van de pakketten bevatten onderwijs gerelateerde uitgaven, bestemd voor Ellen d’r bibliotheek. Het andere poststuk was afkomstig van Uitgeverij Van Dishoeck. Eindelijk weer eens een kookboek! En ach, het gebeurt wel vaker dat uitgeverijen belang stellen in de mening van het Ministerie. Dus sturen ze ons hun nieuwste uitgaven op gastronomisch gebied. En of het Ministerie er dan ook iets aardigs over wil schrijven…

We schrijven er heus wel over, zie de rubriek Lezen en Eten. Maar alleen schrijven we erover wanneer het gebodene ons ook aanstaat. Al in de oertijd van deze website besloten we de slechte zaken simpelweg dood te zwijgen (een enkele uitzondering daargelaten). Wijnen, restaurants, winkelketens, groot- of kleingrutters, bieren of kookboeken. We zullen ze prijzen indien de geboden waar het waard is. En anders hoor je er hier niets over. Met al de foute rommel die we ook tegenkomen zouden we wel drie websites kunnen vullen. We hebben daar geen zin in en ook de ons beschikbare tijd is niet toereikend…

Enfin, Van Dishoeck stuurde ons een kookboek. Simple Pleasures van de Nieuw-Zeelandse auteur Annabel Langbein. Je zou haar kunnen kennen, lezer. Haar televisie kookrubriek wordt regelmatig uitgezonden op de zender 24Kitchen. Ze heeft overigens een goede twintig kookboeken op haar naam staan, dat is niet niks.

Deze uitgave ziet er verzorgd uit. Mooi drukwerk, suggestieve plaatjes. Niet allen worden de gerechten uiterst smakelijk op foto getoond, ook is er plaats voor human interest; Annabel in de moestuin (met aarde onder haar vingernagels), Annabel schenkt de gasten wijn, soep, cocktails, Annabel schikt de tafels. Allemaal niks mis mee…

Het is alleen niet zo mijn keuken, bedacht ik.  Dat zegt overigens niet zo veel over Annabel, het zegt meer over mij. Ik ga het nu niet allemaal uitleggen, dat komt misschien nog wel, later.

Ellen evenwel is overtuigd van dit boek. Aan haar dan ook de eer om er een mooi artikel over te schrijven. En om mijn echtgenote een weinig te plezieren en niet direct de zeikerd uit te hangen koos ik voor de avonddis een gerecht uit dat boek van Annabel.  En eerlijk is eerlijk, het smaakte ons prima en de bereiding voldeed aan mijn culinaire beperkingen. Wortelpuree, maar dan anders

  • 5 middelgrote wortelen (500 gram),
  • 2 eetlepels olijfolie,
  • 2 tenen knoflook,
  • 2 theelepels komijnzaad,
  • 75 gram feta kaas,
  • 60 ml citroensap,
  • 2 theelepels vloeibare honing,
  • 2 eetlepels gehakte dragon,
  • Zouten peper uit de molen.

Schil de wortelen en hak ze grof in stukken. Kook ze met een beetje zout tot ze zacht zijn. Giet ze af en laat ze uitlekken.

In een grote koekenpan verhit je de olie. Bak daarin de fijngehakte knoflook en de komijnzaadjes op een middelmatig vuur tot het begint te geuren (laat de knof niet verbranden!).

Doe knof en komijn samen met de verbrokkelde feta, honing, kruiden, citroensap en uitgelekte wortel in de keukenmachine. Snuif zout erbij en een paar flinke draaien met de pepermolen. Hak alles fijn en breng het op smaak. Klaar! Het gerecht vergt al met al een goede tien minuten van je kostbare tijd. Vooruit dan, erbij vijf minuten voorbereiding…

  • Mevrouw Annabel rept er niet over, maar mijn smaak zegt me dat ik de volgende keer op een of andere manier extra peper toevoeg.  Misschien biber, misschien  harissa ? Het mag in ieder geval gerust pittiger…
  • Ellen opperde dat de smaak ook versterk zou kunnen worden met een paar reepjes ingelegde ansjovis.
  • In de plaats van dragon kun  je ook peterselie of munt gebruiken. Misschien zelfs koriander.
  • Je kunt het gerecht maken, ruim voordat je het gaat gebruiken.
  • Het gerecht diende als bijspijs bij onze maaltijd, het groentegerecht.
  • Bij het opdienen wordt geadviseerd om wat hele goede olijfolie over het gerecht te sprenkelen.  Misschien ook wat geroosterde komijnzaadjes…
  • Te gebruiken als bijgerecht bij geroosterd vlees, als dipsaus, als groentegerecht.
  • Ere wie ere toekomt: heerlijk, Mevrouw Langbein!

We aten er een mooi stuk kortgebakken varkensvlees bij. En een paar sneden knapperig stokbrood. Geweldige maaltijd! We hielden evenwel een schaaltje over. Prima dipsaus om mee te nemen naar het Café van Meester Jan, morgen…

© paul

Peterselie in de Bourgonge

vakantie zomer 2013 Asquins

Ik heb mijn gerede twijfels bij authenticiteit.  Altijd wanneer het erom gaat dat het “live” is, écht zoals het leven,  begin ik innerlijk te protesteren. En ik kan het niet nalaten om de vrienden en vriendinnen die verrukt smullen van  Boer Zoekt Vrouw op de vingers te tikken over hun enthousiasme. “Het is niet écht, het is televisie…”

Ook Ellens plezier, dat van Het Kind of dat van Marleen, in die zogenaamde echtheid van dingen mag ik met stugheid en vol overtuiging onderuit halen. En dat is niet netjes lezer, dat is frikkerig en flauw. Ik weet het, maar ik heb er geen verweer tegen. Ik moet dat doen om mezelf te beschermen tegen onechtheid, anders raak ikzelf het pad kwijt. (Ten koste van het plezier van anderen, dat dan weer wel…)

Ik troost me met de gedachte dat het overgrote deel van onze lezers (ook bovengenoemden) het evenwel vaak met me eens is. Het merendeel wat je als authentiek krijgt voorgeschoteld is pure “fake”. Of het nu is in de film, in het theater, in de krant. Altijd heeft er wel iemand hard aan gewerkt om de waarheid naar zijn hand te zetten. En de televisie spant de kroon! Spontaan en authentiek? A-me-hoela

Kookprogramma’s kunnen er ook wat van. De bedoeling is goed, maar niks is écht echt. En het resultaat van al de inspanningen wordt door jongens en meisjes met verfkwast, belichtingsets en handige montage opgeleukt tot wat je ziet (food design heet dat).

Waar je ook beducht voor moet zijn is de gastronomisch- toeristische informatie waar deze of gene regio in binnen- of buitenland je mee opzadelt. Authentieke kazen, brood van Grootmoeder, échte worstjes zoals toen. Een eerlijke schotel van zeevruchten, jam zoals men die al eeuwen maakte. Enfin, je kent het… Ga je zoeken dan vind je vaak slechts de slappe aftreksels van wat waarschijnlijk ooit was.

Nou heeft de Bourgogne wél een hoop aan authentieks te bieden, ik geef het grif toe. Die wijnen, dat vlees, die kazen… Maar over dat gedoe met die peterselie had ik toch altijd mijn twijfels. Natuurlijk krijg je in restaurants een overvloed van het groen. Bij de slakken, in de hamgelei, in soepen en bij salades. Bij de varkenspoten en in de Boeuf  Bourgignon.  Gekookt, gestoomd, gefrituurd of vers. Maar dat is bij de Hogere Gastronomie, dacht ik. Zou het volk thuis ook zo uitgesproken zijn over die vermeende specialiteit van de Bourgogne? Gebruiken ze het écht of zijn ze het vergeten, of heeft het nooit bestaan in hun volkskeuken?

We wandelden door Asquins. Een sluimerend dorpje in het noorden van de Morvan.  Een paar honderd inwoners telt het. Bakker en slager hadden er geen bestaansrecht meer, maar ze hebben een bibliotheek, een goede kroeg en een restaurant. In de kroeg koop je ’s ochtends je brood.

Nagenoeg elk huis heeft er wel een groentetuin. Het notoire staat te pronken. Wat kool, wat sla. Een bessenstruik, een fruitboom, soms een notelaar. Uien, prei en wortelen. Opvallend weinig boontjes, maar overal stokrozen. En overal een brede richel peterselie, soms plat, soms gekruld. Het was dus toch waar, Bourgondiërs gebruiken een overdaad aan peterselie, ook thuis…

En als ze dan geen tuintje hadden dan losten ze dat op door van een stukje van hun oprit het plaveisel weg te bikken. Plaats voor peterselie moest er kennelijk zijn.

© Paul

Kalfslapjes met artisjokken

kalfsvlees met artisjokken
In Luxemburg kocht ik prachtig kalfsvlees van kalfjes uit Septfontaines (je kunt in Luxemburg op de verpakking precies zien waar de dieren zijn geboren, waar ze geleefd hebben en waar ze geslacht zijn) Deze kalfjes zijn grootgebracht in de heuvelachtige wei tegenover onze camping. We kunnen zelf zien dat ze daar een prima leven hebben gehad, mooi kruidachtig gras gegeten hebben en niet opgefokt zijn in een te kleine box. Het vlees van deze kalfjes smaakt ook beter, is minder waterig en kleurt niet zo bleekrose. Alle reden dus om af en toe wat van dit vlees te kopen en in de vriezer te bewaren. Ik maakte deze filetlapjes als volgt klaar;

  • voor twee personen
  • 2 grote of vier kleine kalfslapjes (filets)
  • boter om in te braden
  • 1/2 l blik artisjokkenharten, uitgelekt en de artisjokken in vieren gesneden (vers mag natuurlijk ook, maar die zijn hier niet altijd te koop helaas)
  • 1 ui, fijngesneden
  • 1 teentje knoflook, geplet en fijngesneden
  • een flinke eetlepel kappertjes
  • scheutje witte wijn, scheutje room
  • eetlepel fijngesneden platte peterselie.

Verhit de boter in de pan en bak daarin de kalfslapjes zo dat ze van buiten bruin en van binnen nog mooi rosé zijn. Haal ze uit de pan en houd ze warm. Bak dan de ui en knoflook lichtbruin en blus af met een scheutje witte wijn. Roer alle aanbaksels los en voeg de room toe. Doe er dan de in partjes gesneden artisjokken bij en de kappertjes. Laat nog even inkoken en leg de kalfslapjes terug in de saus om nog even door te warmen en strooi er de peterselie over.

Geef er een groene salade bij en wat brood om de saus op te dippen.

Kopje espresso toe!

© ellen

La Nuit de Varennes…

vakantie zomer2013 St Menehould

Een simpel, niks zeggend vakantiekiekje, denk je dan. Een aandenken aan een Frans provinciestadje onder een sombere zomerhemel. En nog een beetje lullig ook… Ja, dat denk je dan…

Maar niets is minder waar en schijn bedriegt.

Op exact de zelfde plaats waar Ellen nu wat dromerig slentert, daar op die brug, werd op de late avond van 21 juli 1791 Lodewijk de XVIe met vrouw en kindertjes opgepakt door een Revolutionair Comité. De koninklijke familie was aan de vooravond van de Franse revolutie gevlucht uit Parijs. Het reisdoel was Montmédy, tegenwoordig een Franse stad, maar in die dagen onderdeel van Belgisch Oostenrijk. De paters van Orval hadden boven op het fort van Montmédy een herberg in bezit. Daar zou de koninklijke familie worden ondergebracht, in afwachting van betere tijden. Het heeft niet zo mogen zijn. De familie werd gearresteerd, terug gevoerd naar Parijs en in de loop van het jaar 1793 geëxecuteerd.

Daar op die plek, op die brug in Varennes-en-Argonne. Denk in plaats van die spijkerbroek een wijdvallende reisrôbe, verander dat rood haar in een asblonde pruik en plaats een breedgerande hoed op het hoofd en je ziet Marie-Antoinette staan.

 

Fin de vacance…

fin de vacance

De vraag of het Ministerie definitief op z’n gat ligt kan ik gelukkig ontkennen. Maar wanneer mij die vraag gesteld wordt in de plaatselijke super (door meer dan één passant) dien ik toch even achter m’n oor te krabben…

Nee, we liggen niet op ons gat. We waren even met vakantie. En natuurlijk ken je de ellende van ons internetbereik in het Rijkste Land van de EU. Nou, in Frankrijk was het nog belabberder. Dat wil zeggen, op de plaatsen waar wij verbleven. Niks geschreven dus…

Donderdag kwamen we thuis. En er had die dag nog een stukje op de website geplaatst moeten worden. Maar toen kwam de Keijzer van Monera even langs, en Marleen en de Jongste Bediende, het Kind en Andy. En we spraken de ontdekte wijnen aan, de bieren, worsten en hammetjes. Niks geschreven dus…

Vrijdag was wasdag. En natuurlijk moesten we naar het Café van Meester Jan. Nou, geloof maar niet dat ik daarna nog een artikel kon schrijven. Ellen overigens ook niet…

De zaterdag verliep al bijna als van ouds. We bezochten de zaterdagmarkt in Helmond. De garnalen waren schandalig duur (onze visboer was het daar roerend mee eens), de oesters kostten minder dan een frikandel. Dat dan weer wel..

Evengoed hadden we die avond zeven eters. Een Bourgondische maaltijd werd het; vooraf kaassoesjes ofwel de echte Bourgondische Gougères, gevolgd door een mooie stoofpot, een echte Boeuf Bourguignon. Erbij om in sfeer te blijven, aardappelpuree met truffelboter en een salade. Ons gezelschap was tevreden. Een kopje espresso toe kwam er niet van, er moest nog meer bier en wijn geproefd worden…

Tja en vandaag lummelden we maar wat door de dag; een beetje lezen en beetje televisie kijken. Een deel van de vakantiefoto’s op Flickr gezet en daarna een paar oesters met een glas Chablis om de vakantie af te sluiten.

Morgen beste Lezer, doen wij weer verslag van wat er hier gegeten en gedronken wordt. Je hebt nog een heleboel vakantieverhalen van ons tegoed, maar nu gaan we toch eerst even Zomergasten kijken.

© Paul en Ellen

Côte a l’os van de grilpot…

roosteren

Ik vertelde gisteren over dat brok vlees op de gril. Nou, dit is ‘m dan. Het is rundsvlees, dik gesneden, mals.

Wanneer we zo’n stuk grillen bestrijken we het heel dunnetjes met wat olijfolie (marineren kan ook). Eenmaal op het vuur boven het rooster wordt het slechts een paar maal gedraaid. En altijd met behulp van een tang. Met een vork prik je er gaatjes in en verlies je te veel sap.

Door met de achterkant van een lepel of vork op het vlees te drukken voel je hoeveel weerstand er is. Aan de hand daarvan bepaal je of je vlees klaar is. Ik laat dat wijselijk aan Ellen over, ik bak daar niks van.

Is het vlees klaar dan laat je het zeker vijf, liever tien minuten rusten. Onder aluminiumfoli zodat het niet écht afkoeld. En dan versnijd je het stuk in reepjes. Je eet er met een aantal mensen van.roosteren

 © paul

Salade van broccoli en boontjes…

salade boontjes brocolli, tomaat 

Laatst aten we weer eens broccolisalade. Ach, dachten we, al zo vaak beschreven, laat maar gaan…

Nee, denk ik nu, het is alweer drie jaar geleden dat we het erover hadden en er zijn in die tijd een hoop nieuwe lezers bij gekomen. En overigens kun je niet iedere keer origineel zijn. Je herhaalt jezelf door de jaren, je kunt niet anders. Vandaar dus…

De foto dreigde alweer weg te zinken in het archief der vergetelheid, ik kon hem nog net redden.

Voor vier personen;

  • 400 gram broccoli
  • 4 tomaatjes
  • 1 lente ui
  • 300 gram speciboontjes
  • wat olijfolie en citroensap
  • 1 dessertlepel grove mosterd
  • peper en zout

Zet een ruime pan met gezouten water op. Blancheer de broccoliroosjes vier minuten in het kokende water en giet ze af. Laat de groenten even schrikken in ijskoud water dan blijven ze mooi groen. Doe hetzelfde met de boontjes (iets langer mag). Laat ze goed uitlekken en schik de roosjes en boontjes op een schaal. Schik de in partjes gesneden tomaatjes en de lenteui tusssen de andere groenten. Maak een dressing van citroensap, olijfolie, mosterd en wat peper en zout. Verdeel de dressing over de salade en dien op. Zon op tafel.

Erbij hoorde deze keer een enorme gegrilde côte a l’os, (clubsteak zeggen de Engelsen). Zo’n brok steak met een stuk rib. En een glas Spaanse rode…

© paul

kaasje in wijnblad…

roosteren

Wanneer je te weinig brandstof gebruikt heb je een probleem. Dus gooi je maar wat extra briketten, hout of houtskool op het stookrooster van je grilpot. Het zou zonde zijn wanneer je kostbare vlees hitte en tijd moest ontberen door je zuinigheid. 

Toch jammer denk ik dan altijd weer aan het eind van de maaltijd. Staat die pot daar te gloeien alsof het niks is. Er zou nog best een maaltje op geroosterd kunnen worden.

De laatste jaren lossen we een en ander op door te zorgen dat er altijd een paar rode uien klaarliggen. Of knoflook in een jasje van aluminiumfolie. Of een paar bananen. Zo heb je toch nog lol van dat nagloeien. En een aantal van die zaken zijn ook later, of de dag daarop, prima als bijgerecht of toegerecht. Nu de druivenstokken weer volop in blad staan is het de moeite waard om het kunstje met de verpakte kaas weer uit de kast te rukken.

Het vergt enige oefening, maar dan heb je ook wat. Zo’n gesmolten kaasje uit het blad lepelen is een genotvolle bezigheid. Een geweldig toetje, dat is het. In dit geval gebruikten we stukjes Comté, maar bijna alle andere kaas van kwaliteit is te verwerken. Als je ze maar goed verpakt…

Ellen beschreef de vouwkunst al eerder: klik hier en ook hier

© paul

Langste woord en andere genoegens…

Angus beef

We zaten op een Duitstalig terras, Marleen en ik. Uit de stapel kranten die er uitdagend lag te wachten op een op informatie beluste bezoeker, stak het puntje van de Bild Zeitung. Het is het meest abjecte dagblad van Duitsland en ik weiger er zelfs  mijn handen aan vuil te maken. Marleen is ook die mening toegedaan, maar nu grabbelde ze toch de krant uit de stapel. Achteraf maar goed, anders was er geen aanleiding om dit stukje te schrijven en zou ik de foto ook nooit hebben gebruikt.

Ergens tussen een honderdtal opgesomde feiten waardoor je Duitsland als je favoriete land zou moeten beschouwen stond het statement Langste woord uit de Duitse taal, mogelijk het langste woord ter wereld. Het luidde:

 Rindfleischetikettierungsüberwachungsaufgabenübertragungsgesetz

Nu schreef ik al eerder over het fabelachtig vermogen van onze Oosterburen om woorden aan elkaar te plakken:

Osterkaninchennasenbeutler is er een, ook fascinerend is Gaststättenfacharbeiter/in. Het zijn geweldige scrabblewoorden. Maar die rundvlees-enzovoorts-wet is onbruikbaar, het past überhaupt niet op het scrabblebord, het bestaat uit 63 letters…

Ik durf geen Nederlandse vertaling te geven van dat lange woord, maar het komt erop neer dat het de wet op rundvleesetiketten beschrijft en benoemd.

Een beetje onderzoek wees uit dat de naam van de wet nooit enig Duits woordenboek heeft gehaald. Daarvoor wordt het te weinig gebruikt.

Danzij die wet evenwel, weten we bijvoorbeeld dat Ellens stuk vlees op de foto afkomstig is uit Ierland en dat het beef van het Angusrund betreft. Verder wordt vermeld wie de producent is en waar die geografisch thuis hoort.

Jaja, en dat allemaal dankzij het (nog één keer hardop samen): Rindfleischetikettierungsüberwachungsaufgabenübertragungsgesetz!

© paul