Paté met wilde eend en morieljes…

paté

Paul viert dinsdag zijn verjaardag, een goede reden om weer eens een paté te bakken. Ik had al een tijdje een wilde eend in de diepvries liggen en ik besloot de paté met het borstvlees van de eendjes te maken. Alleen wilde eend zou te droog zijn voor een mooie paté dus ik maakte een vulling van varkensvlees en een vulling met het eendenvlees. Het eendenvlees gebruikte ik als een soort middenlaag. Ziet er mooi uit zo’n donkere laag in het midden. Ik verwerkte ook wat gedroogde morielles in de paté, smaakt heerlijk en kleurt ook mooi.

paté

Het lijkt ingewikkeld om zelf paté te maken maar eigenlijk valt het reuze mee. Een aantal dingen zijn wel handig om te weten.
Je hebt iets nodig om het vlees te malen; een keukenmachine, een worstmolen, een staafmixer (wel veel gedoe, je kunt dan maar kleine beetjes tegelijk malen) of, maar dat is echt werken, het vlees met twee messen fijnhakken.
Je hebt ook een oven nodig om paté te bakken, een schaal, liefst van aardewerk én je hebt een bak nodig waar de schaal inpast zodat je de paté au bain-marie kunt garen.
Je kunt de paté na het bakken samenpersen, je krijgt dan een mooie egale struktuur. Ik gebruik daarvoor een platte schaal die precies in de patéschaal past, je kunt ook een plankje op maat zagen. Het aandrukken doe ik met een “dikke witte”, een steen, lang geleden van een verbouwing overgebleven. Ik bekleed de dikke witte met alufolie en bewaar hem in de kelder speciaal voor dit doel.

Als je een paté voor de kerstdagen wilt maken, begin er dan een paar dagen van te voren aan . Een paté moet liefst een paar dagen “rijpen” zodat alle smaken de kans krijgen te mengen.

Ideaal is schouderstuk of een combinatie van fricandeau en speklappen. In plaats van wilde eend zou je ook haas kunnen gebruiken.

  • Voor een paté van ongeveer 1 kilo;
  • 250 gram lever
  • 750 gram doorregen varkensvlees, Liefst schouderstuk
  • ongeveer 300 gram eendenborst
  • 2 eieren
  • 2 sneden brood gedroogd en verkruimeld
  • een handjevol gedroogde morielles, een uurtje weken in koud water
  • een flink glas armagnac
  • vier teentjes knoflook, even in wat olie gesmoord
  • peper, zeezout, nootmuskaat
  • laurierblad, tijm
  • spek om de vorm te bekleden

Het spek voorkomt dat de paté droog wordt en aan de bodem plakt. Het vet smelt en je kunt het er voor het opdienen afsnijden.

Snijd het vlees in dobbelsten en maal ze fijn. Ik vind het mooi als het niet allemaal even fijn gemalen is. De struktuur wordt mooier als er wat grove stukken inzitten. Maal de lever fijn. Doe het varkensvlees in een grote kom, kneed er de eieren en het broodkruim door. Voeg knoflook, pepers, nootmuskaat en het glas armagnac toe. Laat de morielles uitlekken en voeg ze bij de vleesmassa.
Het moeilijkste is de hoeveelheid zout te bepalen. Doe er wat zout bij en bak een klontje van het vlees om even te proeven (rauw vlees met lever vind ik niet zo lekker om te proeven). Meng het eendenvlees met wat zout en peper en een scheutje armagnac.

Bekleed een ovenvaste schaal met een darmnet of met plakken spek. Schep er de helft van de vulling in. Schep daarop de farce van wilde eend en dan de rest van het vlees. Vouw het spek helemaal om de vulling en leg er een paar blaadjes laurier en wat tijm op.

paté

Zet de schaal zo in een waterbad in de oven en bak de paté op 180 graden in ongeveer 1 1/2 uur gaar.
Haal de schaal uit de oven en laat hem afkoelen.
Leg dan een plank met een gewicht op het vlees en zet de paté zo een nacht in de koelkast.

Verwijder de plank en haal het vettte spek van de bovenkant.
Serveer de paté als lunch of als voorgerecht.
Garneer met wat sla en tomaat of kleine augurkjes.

© ellen

Spruitjes met tamme kastanjes…

spruitjes met kastanjes

Het was even heel stil op dit weblog. Druk, druk, zoals dat gaat in de laatste weken van het jaar en net toen ik dacht dat ik vakantie had kwam er ook nog even een bestelklusje tussendoor. Daarna zorgde de aankoop en installatie van een nieuw printerje voor een enorme computercrash, brrr, goed dat we nog een laptop hebben.

Maar goed, daar komen al die bezoekers hier niet voor! Dit weblog, en ongetwijfeld ook vele andere kooklogs worden de laatste dagen druk bezocht. Men zoekt volgens mijn statistieken vooral naar eendenborst, lamsbouten, lamsrack en haas. Vandaag zag ik dat iemand via Google zocht naar “groenten bij haas”. Wij aten vandaag hazenrugfilets met rodewijnsaus en de groenten erbij; spruitjes met tamme kastanjes. De kastanjes maken dit gerecht extra feestelijk. Je kunt de kastanjes natuurlijk zelf poffen, pellen en koken maar voor het gemak kun je ze rond de kerstdagen op veel plaatsen ook voorgekookt kopen. Ik kocht ze bij de groentenhandelaar, vacumverpakt. Het pakje bevatte twee keer 250 gram kastanjes, in aparte porties verpakt. Handig, omdat het keurig vacumverpakt is kun je de tweede portie even bewaren tot een volgend feestje.

  • Spruitjes met tamme kastanjes voor vier personen;
  • 500 gram spruitjes, de buitenste blaadjes verwijderen
  • 250 gram voorgekookte tamme kastanjes
  • een flinke klont boter

Kook de spruitjes in gezouten water in ongeveer 7 minuten beetgaar en giet ze af. Verwarm intussen de boter en smoor daarin de kastanjes eventjes tot ze warm zijn. Voeg de spruitjes toe en schep alles snel om. Dien op in een mooie schaal. Eet er bijvoorbeeld haas bij.

Zoek ook eens via de rubriek kersttips. Wie weet vind je nét dát recept dat je al dagen zocht…

© ellen

Hazenrugfilets met rodewijnsaus…

hazenrug met rode wijnsaus

U wilt kerstrecepten? Misschien is dit een goed idee! Hazenrugfilets met rodewijnsaus.

In alle winkels liggen deze tijd van het jaar vol met de meest heerlijke dingen. Zo rond de kerstdagen biedt zelfs de plaatselijke super oesters, kreeft, lamrack, hazenbouten en noem maar op. Tijd om volop te genieten dus. Buiten is het koud en er ligt hier inmiddels zo’n pak sneeuw dat er alleen nog sleetjes glijden kunnen. Goed weer om lekker binnen te blijven en te genieten van een goede fles wijn en een mooie maaltijd.

Wie voor het kerstdiner niet urenlang in de keuken wil staan zou bijvoorbeeld deze hazenrugfilets kunnen maken. Een niet-alledaags gerecht, feestelijk, en het kost niet veel tijd om klaar te maken. koop bij voorkeur een hele hazenrug en fileer die zelf. Dat klinkt ingewikkeld, maar het is niet moeilijk om zelf een hazenrug te fileren. Een goed scherp mes doet het werk. Snijd ze dicht mogelijk langs een kant van de ruggengraat naar beneden, kantel het mes en snijd langs de ribben het vlees los. Hetzelfde met de andere kant van de rug. Je hebt nu twee mooie filets én het karkas. Zet het karkas op met wat water. Breng aan de kook en schuim af. Voeg tijm, selderij, ui en laurier toe en laat de bouillon een uurtje zachtjes trekken. Maak dan de rodewijnsaus met deze bouillon;

  • 3 dl bouillon
  • 3 dl rode wijn
  • 1 fijngesneden sjalot
  • 1 theelepel appelstroop, tijm, peper en zout.

Smoor de sjalot even in een klein klontje boter. Giet de bouillon erbij en laat inkoken tot de helft. Doe de wijn erbij en de tijm en laat de saus nogmaals inkoken. Zeef de saus, voeg de appelstroop toe en laat de saus zo nog zachtjes even doorkoken. Haal de saus van het vuur.

Bak intussen de hazenrugfilets in wat hete boter snel om en om bruin. Laat ze op een zacht vuurtje nog even garen en haal ze dan uit de pan. Laat het vlees even onder folie rusten en snijd het dan in schuine stukken.

Verwarm de rodewijnsaus nog even en een klop er vlak vóór het opdienen een paar kleine klontjes ijskoude boter door.

Wij aten er vandaag spruitjes bij met tamme kastanjes. En de wijn, de wijn was heerlijk! Paul kreeg de fles voor zijn verjaardag; een Chateauneuf-du Pape. Prima bij de haas.

Toe een stukje kaas en daarna natuurlijk espresso!

© ellen.

Stoofpotje van kalfsvlees…

stoofpotje van kalfsvlees

Het is natuurlijk wel leuk al die koekjes maar er moet ook nog gewoon gegeten worden. Tijd voor een mooie stoofpot. Kalfsvlees, natuurlijk van een onbesproken kalf dat gewoon fijn in de wei gedarteld heeft. Lekker makkelijk ook, zo’n stoofpot maak je gewoon van te voren. s’avonds even opwarmen, beetje pasta erbij en een salade. Ik was toch in de keuken bezig om een paté te bakken, zo’n stoofpot gaat dan in één moeite door. Over de paté later meer, die staat nu te rusten met een gewicht erop.

  • Neem voor de stoofpot 1 kilo kalfslappen, een beetje doorregen is het lekkerste en snijd die in flinke stukken.
  • 1 ui en 3 teentjes knoflook, fijngesneden
  • wat olijfolie
  • wat boullion
  • 1 ingelegde citroen, alleen de schil gebruiken en in fijne reepjes snijden
  • een beetje foelie
  • oregano
  • zwarte peper en zout
  • wat verse basilicum
  • 1 glas witte wijn
  • wat room

Verhit de olie en bak daarin het vlees mooi bruin. Bak in een andere pan de ui en knoflook even aan en blas af met het glas wittte wijn. Voeg uien en wijn bij het vlees. Doe er de foelie en oregano bij en kruid met peper en zout.Voeg er een scheutje bouillon bij en laat het geheel zo heel zachtjes een uurtje stoven. Doe er dan de partjes citroenschil bijen stoof nog een kwartiertje. Voeg wat room toe en laat met de deksel van de pan even inkoken. Strooi er verse blaadjes basilicum over en dien op met wat kleine pasta en een salade.

kopje espresso toe, met een kerstkoekje natuurlijk!

© ellen.

Nóg meer kerstkoekjes…

kerstkoekjes

De koekjes waren een groot succes en ik besloot nog maar even verder te oefenen. Het gebruik van honing door het deeg bijvoorbeeld geeft weer heel nieuwe smaken en mogelijkheden. Gisteren maakte ik nogmaals de koekjes met honing en gember. Ik garneerde ze dit keer niet met pistaschenootjes maar met wat gesmolten chocolade en hier en daar zo’n zilverpailletje. Voor de chocoladedecoratie gebruikt ik Callebaut chocoladecouverture callets extra dark. (te koop bij onder andere de Sligro.) Even au bain Marie smelten en spuitje maken van opgerold bakpapier. Je kunt er dan allerlei figuurtjes mee “tekenen”.

Ik maakte ook nog een variant met chocolade;

Chocolade-honingkoekjes:

  • 200 gram zachte boter
  • 50 gram honing
  • 60 gram witte basterdsuiker
  • de schil van 1 sinaasappel, geraspt
  • 200 gram bloem mengen met 50 gram cacaopoeder
  • 100 gram gemalen hazelnoten

kerstkoekjes

Doe de zachte boter in een kom en meng er met de mixer in de laagste stand de honing, suiker, sinaasappelrasp door. Kneed er dan met de hand de gemalen hazelnoten en de bloem/cacao door tot je een mooie bal deeg hebt. Pak het deeg in folie en laat het een uurtje in de koelkast rusten.

Verwarm de oven op 180 graden. Vorm kleine balletjes van het deeg, ongeveer zo groot als een walnoot. Leg de deegbolltjes op een met bakpapier beklede bakplaat. Maak in elke bolletje een klein kuiltje en druk daarin wat pistachenootjes. Strooi er nog wat bruine suiker over en bak de koekjes ongeveer 10 tot 15 minuten.

kerstkoekjes

Ook deze koekjes moeten mooi knapperig aan de buitenkant zijn en zacht van binnen.Je kúnt de koekjes zeker 2 weken bewaren in een afgesloten trommel. Leg telkens een laag keokejes en dan een vel bakpapier in de trommel. De koekjes kunnen dan niet beschadigen en blijven mooi vers. Ik heb dit niet uitgetest, de koekjes zijn hier altijd meteen op!

© ellen.

 

Faience de Lunéville…

bordjes 008

We waren nog bloedjong en alles moest modern zijn. Zo gaat dat. Waarom we alletwee onmiddellijk vielen voor het faience uit Lunéville weet ik nog steds niet zeker. Waarschijnlijk was het de integere klassieke stijl, gepaard aan de wat primitieve beschildering.

Bij de toen nog ietsje belegen kookwinkel Hoyng aan de Markt in Eindhoven verkochten ze allehande spullen uit Lunéville, tegen weggeefprijzen. Het betrof namelijk “misbaksels” van de keramiekfabriek Keller et Guérin. Het zat hem vooral in de schilderfoutjes op het aardewerk. Allemaal handwerk, die decoraties. Er ging dus wel eens iets scheef.

Zeker in die tijd stegen de prijzen van het Lunéville-serviesgoed ver boven onze begroting. En ook nu peins ik er niet over om iets aan te schaffen tegen nieuwwaarde. Het spul is peperduur.

Maar goed, zoals gezegd gingen de misbaksels de deur uit tegen weggeefprijzen, en zelfs wij waren in staat een en ander aan te schaffen. We kochten een mooie koffiepot met een bolle buik, grote Franse koffiekoppen. borden en bordjes en een paar schalen. We gingen het meteen gebruiken, met als gevolg dat er van die eerste spullen niet zo gek veel is over gebleven. Het is stevig aardewerk, maar tegen gooi- en smijtwerk is het niet bestand.

Intussen zijn we een stuk zuiniger op onze spullen. We kopen nog regelmatig wat bij. In Frankrijk, en met name dan in de Vogezen vind je her en der verkooppunten van misbaksels. En op vlooienmarkten in Luxemburg en Frankrijk kan ik het niet laten om even het serviesgoed door te nemen. Bovenstaand bordje is zo’n vlooienmarkt exemplaar. De sporen van de tijd zijn erop af te lezen en dat maakt het extra aantrekkelijk. Ons “nieuwere” serviesgoed zie je terug bij het faience-artikel op Wikipedia. (Of op enkele van de talloze foto’s van dit web-log.)

Overigens, wanneer iemand thuis van deze spulletjes heeft en ze staan in de weg: er valt met ons altijd te onderhandelen. (Let wel: het gaat ons dan om dit type aardewerk. Keller et Guérin hebben in het verleden nogal wat monstrueuze zaken in de wereld gezet. En daar zitten we dan weer niet op te wachten…)

Luneville Keller et Guérin

© paul

Kerstkoekjes met honing en gember…

kerstkoekjes

Ik had vandaag een verschrikkelijk vervelende dag op mijn werk, álles zat tegen, en ik beslist niet mee! Soms gebeurt dat. Dan kun je thuis gaan zitten balen, of mopperen, of droevig in een hoekje gaan zitten. Je kunt gaan hardlopen of fietsen om alle kwade energie weg te laten vloeien. Je kunt een trommel koekjes leegeten om het vervelende gevoel kwijt te raken. Maar fietsen of hardlopen in de regen is niet zo “mijn ding” en een trommel koekjes leegeten ook niet. Koekjes bakken, dat is voor mij een prima bezigheid na een vervelende dag. Een flinke bol deeg kneden, er eens flink mee op het aanrecht meppen en daarna de troostende geur van koekjes met honing die uit de oven opstijgt…

  • Honingkoekjes met gember:
  • 75 gram geconfijte gember, heel fijngehakt
  • 200 gram zachte boter
  • 50 gram honing
  • 60 gram bruine basterdsuiker
  • de schil van 1 sinaasappel, geraspt
  • 250 gram bloem
  • 100 gram gemalen amandelen (ik koop amandelschilfers en maal die zelf fijn)
  • voor de garnering; wat pistachenoten, fijngehakt en nog eens wat bruine basterdsuiker

Doe de zachte boter in een kom en meng er met de mixer in de laagste stand de honing, suiker, sinaasappelrasp en geconfijte gember door. Kneed er dan met de hand de gemalen amandelen en de bloem door tot je een mooie bal deeg hebt. Dit is even een kledderig karweitje maar prima om alle ergernissen kwijt te raken. Pak het deeg in folie en laat het een uurtje in de koelkast rusten.

Verwarm de oven op 180 graden. Vorm kleine balletjes van het deeg, ongeveer zo groot als een walnoot. Leg de deegbolltjes op een met bakpapier beklede bakplaat. Maak in elke bolletje een klein kuiltje en druk daarin wat pistachenootjes. Strooi er nog wat bruine suiker over en bak de koekjes ongeveer 10 tot 15 minuten.

kerstkoekjes

De koekjes blijven zacht van binnen met een krokante buitenlaag; heerlijk! Je kunt ze bewaren een een trommel; telkens een laag koekjes en een vel bakpapier ertussen. Ik gebruikte hiervoor, enigszins aangepast, weer een recept van Essen und Trinken. Zie ook kerstkoekjes  deel 1.

© ellen.

“Hutspot Anders”, ofwel creatief met de Sint-restanten…

wortel, ui aardappel, "hutspot anders"

Toen ik vandaag de groentenlade inspecteerde lag er een grote zak biologische winterwortels en een bosje uien met groen. Een beetje karige inhoud, ik heb al dagen geen boodschappen meer gedaan en ik had vandaag nog geen zin om naar de winkel te gaan.

Wortels dus. Eigenlijk heel toepasselijk zo begin december. De tijd dat Het Kind haar schoentje zette is allang voorbij maar ik herinner me nog goed het vaste ritueel. Een mooie tekening en een borreltje voor Sinterklaas (tegen de kou op het dak) én een wortel in de schoen voor het paard! Na een aantal dagen hadden we natuurlijk een zak vol wortelen en moesten we nodig wortelstamppot eten. Ik ben niet zo dol op de gewone hutspot of wortelenstamppot ik besloot er vandaag een zuiders tintje aan te geven;

  • aardappelen, schillen en in mooie partjes snijden
  • winterwortelen schillen en in evengrote stukjes snijden
  • 2 bosuien met wat groen ook in partjes gesneden
  • 100 gram ontbijtspek in reepjes gesneden
  • een handvol zwarte olijven
  • een paar taakjes rozemarijn
  • peper en zout
  • olijfolie

Kook de aardappelen en de wortels in wat water bijna gaar. Giet ze af en schik ze op een ovenschaal. Leg er de ui, het spek en de olijven tussen en hier en daar wat rozemarijntakjes. Strooi er flink zwarte peper op en giet er de olijfolie over. Zet de schaal in een voorverwarmde oven. Ongeveer 20 minuten op 20 graden.

Kopje espresso toe.

© ellen.

update: 20 graden moet natuurlijk zijn 200 graden. Met dank aan Karen!

Plat Préféré…

broccoli met garnalen

Het stikt van de kookprogramma’s op de televisie. De meeste kijk ik niet, het is me veel te veel gehijg, gegooi, geschreeuw, gedoe! Het gaat daar ook helemaal niet over koken of gastronomisch genieten. Het gaat over Moderne Televisie, c.q. héél vervelende egootjes die zó ingenomen zijn met zichzelf dat ze netaan de andere opgevoerde egootjes kunnen tollereren. En samen blért dat dan een beetje in de rondte, slaat eens een pollepeltje door de brij en kwettert weer vrolijk (lees opgefokt) verder. Ik heb genoeg aan mijn eigen egootje. Als ik weer eens zonodig moet, dan ga ik wel een potje zitten navelstaren in mijn badkamertje.

Enfin…, er zijn natuurlijk uitzonderingen. Belgen maken doorgaans uitstekende kookprogramma’s. Dat deden ze vroeger, en dat doen ze nog. Plat Préféré is zo’n programma. (Canvas). In elke aflevering kookt de jonge chef Jeroen Meus het lievelingsgerecht van een Overleden Wereldburger. Op lokatie, met medewerking van bekenden van de overledene. Alles wordt gefilmd in een acceptabel tempo, en het geheel straalt integriteit en eerlijkheid uit. De chef kookt voortreffelijk en tussen de bedrijven door krijg je ook nog handige keukentips. Ook dit programma is televisie en ook dit programma wordt gemaakt om te amuseren. Maar het is degelijk en de kijker krijgt niet het gevoel als infantiel te worden behandeld. Het heeft kwaliteit!

(“Kwaliteit”, zo noemt men het begrip dat intussen langzaam maar onafwendbaar afzinkt in de mestkuil van onze amusementsbeschaving. Je ziet het gebeuren, als je je ogen maar open houdt! )

Vorig jaar schreven we al met veel enthousiastme over Plat Préféré, en dit jaar is het programma alleen nog maar beter geworden. We waren op bezoek bij Greta Garbo, bij Bob Marley en bij Charles de Gaulle. Bij Astrid Lindgrenn, bij Ian Fleming en bij Bruce Lee. En ook nog bij Armand Pien, de aardigste weerman ooit!

Nog twee afleveringen zijn er te gaan en dan is deze serie alweer voorbij. Ons resten nog over twee weken Frank Sinatra en aanstaande dinsdag Hergé, de geestelijke vader van Kuifje.

Eén Overleden Wereldburger noemde ik nog niet: Toon Hermans. In zijn zoektocht naar Hermans’ favoriete maaltijd belandt Meus in Hilversum, bij Mevrouw Boerenkamp, die aldaar een Indonesisch restaurant runde. Toon Hermans was dol op haar Nasi Goreng en op een gerecht met de welluidende naam Toemis Broccoli Oedang. Belgen hebben van ouds niks met de Indonesische keuken, maar Mevrouw Boerenkamp helpt Meus een aardig eind op scheut. (Ronduit hilarisch in die aflevering is de kleine zoektocht van Meus naar het “Frietje Oorlog”, een voor Belgen onbestaanbare verkrachting van hun geliefde Patat.)

Gisteravond kwamen Andy en het Kind even langs, zo ook de Baas van Monera. We deden niks aan het Sinterklaasfeest, maar een klein samenzijn vonden we wel gepast. We aten samen. En voor de gasten werd er gekookt naar het voorbeeld van Mevrouw Boerenkamp. De maaltijd was een succes, de pannen werden tot op de bodem leeggeschraapt. En dat terwijl ik toch een aanzienlijk hoeveelheid had aan te bieden. Het recept lees je na bij Plat Préféré. We hebben er ons nagenoeg aan gehouden.

Aangezien Ellen op het moment niet in de best denkbare conditie is moet ik vanalles zelf doen. Foto’s maken bijvoorbeeld. En dat vergeet ik dan weer. Enfin, op het allerlaatste moment, nadat alle schalen al waren schoon gelikt, werd de foto alsnog getrokken.

Jeroen Meus houdt er zelf een heel aardige web-site op na.

© paul

Boeuf bourguignon…

Boeuf Bourguignon

Het recept is afkomstig van de Oostenrijks-Duitse sterrenkok Sarah Wiener, die het op haar beurt doorgegeven kreeg van de herbergierster Paulette Galin uit het plaatsje Chatenay, een gat in de zuidelijke Bourgogne. Ik wilde dit pracht-gerecht maken voor een groot gezelschap, dus bedacht ik dat het niet geheel overbodig zou zijn om eens te oefenen. Met een kleinere portie, gewoon thuis. Er waren namelijk een aantal zaken waarvan ik me niet zeker was…

In Bourgondië komt alleen vlees van het Charolais rund in aanmerking voor deze stoofpot,ik heb daar alle begrip voor. Maar daar begint dan ook meteen het “gedoe”, ik kan dat vlees hier nu even niet bekomen. Daar komt nog bij dat de Fransen hun beesten anders versnijden dan Nederlandse slachters plegen te doen, dus ook daar moest een oplossing voor gevonden worden.

Ook was het oorspronkelijk recept bedoeld voor een groot gezelschap, zodat ik voor hier thuis een en ander terug moest rekenen naar voor ons te behappen hoeveelheden. Het recept zoals ik het hier geef is berekend op vier personen.

  • 1 kg rundsvlees aan het stuk (b.v. ribstuk van de voorste ribben),
  • 100 gram ontbijtspek,
  • fles rode Bourgogne (Pinot noir),
  • 1 grote ui,
  • 300 gram winterwortel,
  • 4 tenen knoflook,
  • 1 bosje peterselie,
  • 1/2 bosje selderie,
  • ‘n flinke pluk verse tijm, 1 laurierblad,
  • peper en zout,
  • olijfolie.

Dep het brok rundvlees droog en versnijdt het in grove stukken. Snijdt het ontbijtspek in dobbelsteentje en hak de ui in grove stukken. Bak het vlees in een stoofpan in hete olie aan alle kanten bruin en strooi er flink peper en zout over. Bak onderwijl het ontbijtspek uit in een koekepan en doe er de ui bij. Is de ui mooi aangefruit dan kan die samen met het spek bij het vlees gevoegd worden. Schudt een scheutje van de rode wijn in de uienpan en roer de aanbaksels los. Stort dat op het vlees en voeg vervolgens de resterende inhoud van de fles wijn toe. Het vlees mag nagenoeg helemaal onder staan. De tenen knoflook gaan in hun geheel in de pan, en ook het boeketje smaakmakers, de selderie, de helft van de peterselie, de tijm en het laurierblad. Op het zachte vuur van het allerkleinste pitje mag het gerecht nu twee en een half uur stoven. De wortelen worden grof geneden en gaan na die twee en half uur bij het vlees. Nog een half uur doorsmoren en het gerecht afmaken met de resterende fijngehakte peterselie en eventueel wat peper en zout. Het gerecht kan op tafel.

Enige opmerkingen:

  • Het vlees dient écht in grote brokken versneden te worden, in ieder geval zeven bij zeven bij zeven centimer Laat je het echter door je slager doen, dan is de kans groot dat je met te kleine stukjes thuis komt. Wij zijn nu eenmaal niet gewend om met grote brokken vlees te werken.
  • Een kilo vlees is voor de doorsnee stoofpan te veel om in één keer bruin te bakken. Ik gebruikte dan ook twee pannen. Heb je teveel vlees in één keer in je pan, dan zal het niet snel genoeg dichtschroeien, maar vocht gaan verliezen, zodat het al begint te stoven voordat het er eigenlijk aan toe is. En dat wil je niet!
  • De wortelen gaan pas in het laatste stadium van het kookproces bij het gerecht. Ze blijven enigzins gaaf en geven een aangename “bite” aan het gerecht.
  • Mijn saus bleef erg aan de dunne kant, ik vond hem een nét te dun van consistentie (de smaak was voorterffelijk!). Ik heb een minimum aan bindmiddel gebruik (johannesbroodmeel, hetwelk smakeloos is) zodat de saus een heel klein tikje minder vloeibaar werd.
  • Ik serveerde er aardappelen bij, naar voorbeeld van Sarah Wiener. Het gaat als volgt: schil vier grote aardappelen. Kook ze in hun geheel nagenoeg gaar. Leg ze dan 15 minuten op een bakplaat in een voorverwarmde oven bij 180 graden. Er vormt zich een heel dun vliesje om de aardappelen. Wanneer je die bij het gerecht serveert blijven ze in vorm, en verdwijnen niet als kruim in je saus. Met je vork pik je steeds een stukje aardappel af, dat je dan alsnog naar believen kunt prakken. De rest van de aardappel behoudt echter zijn vorm. Je hebt het verdelen van het bijgerecht volkomen in de hand. Een gouden tip…
  • En zoals het gaat bij dit soort klassiekers, er zijn talloze recepten in omloop. Men neemt hele andere stukken vlees, men gebruikt bouillon in combinatie met rode wijn, en soms wortel als bindmiddel, of ook wel raapjes. De aardappelen stoven mee, en de knoflook wordt juist fijn gesnipperd. Ik geef je hier een degelijke basis, verder kun je ermee fantaseren. Maar een fles Bourgogne moet erin. Je kunt best andere wijn gebruiken, maar dan wordt het geen Boeuf Bourguignon…

© paul

Boeuf Bourguignon