Het stikt van de kookprogramma’s op de televisie. De meeste kijk ik niet, het is me veel te veel gehijg, gegooi, geschreeuw, gedoe! Het gaat daar ook helemaal niet over koken of gastronomisch genieten. Het gaat over Moderne Televisie, c.q. héél vervelende egootjes die zó ingenomen zijn met zichzelf dat ze netaan de andere opgevoerde egootjes kunnen tollereren. En samen blért dat dan een beetje in de rondte, slaat eens een pollepeltje door de brij en kwettert weer vrolijk (lees opgefokt) verder. Ik heb genoeg aan mijn eigen egootje. Als ik weer eens zonodig moet, dan ga ik wel een potje zitten navelstaren in mijn badkamertje.
Enfin…, er zijn natuurlijk uitzonderingen. Belgen maken doorgaans uitstekende kookprogramma’s. Dat deden ze vroeger, en dat doen ze nog. Plat Préféré is zo’n programma. (Canvas). In elke aflevering kookt de jonge chef Jeroen Meus het lievelingsgerecht van een Overleden Wereldburger. Op lokatie, met medewerking van bekenden van de overledene. Alles wordt gefilmd in een acceptabel tempo, en het geheel straalt integriteit en eerlijkheid uit. De chef kookt voortreffelijk en tussen de bedrijven door krijg je ook nog handige keukentips. Ook dit programma is televisie en ook dit programma wordt gemaakt om te amuseren. Maar het is degelijk en de kijker krijgt niet het gevoel als infantiel te worden behandeld. Het heeft kwaliteit!
(“Kwaliteit”, zo noemt men het begrip dat intussen langzaam maar onafwendbaar afzinkt in de mestkuil van onze amusementsbeschaving. Je ziet het gebeuren, als je je ogen maar open houdt! )
Vorig jaar schreven we al met veel enthousiastme over Plat Préféré, en dit jaar is het programma alleen nog maar beter geworden. We waren op bezoek bij Greta Garbo, bij Bob Marley en bij Charles de Gaulle. Bij Astrid Lindgrenn, bij Ian Fleming en bij Bruce Lee. En ook nog bij Armand Pien, de aardigste weerman ooit!
Nog twee afleveringen zijn er te gaan en dan is deze serie alweer voorbij. Ons resten nog over twee weken Frank Sinatra en aanstaande dinsdag Hergé, de geestelijke vader van Kuifje.
Eén Overleden Wereldburger noemde ik nog niet: Toon Hermans. In zijn zoektocht naar Hermans’ favoriete maaltijd belandt Meus in Hilversum, bij Mevrouw Boerenkamp, die aldaar een Indonesisch restaurant runde. Toon Hermans was dol op haar Nasi Goreng en op een gerecht met de welluidende naam Toemis Broccoli Oedang. Belgen hebben van ouds niks met de Indonesische keuken, maar Mevrouw Boerenkamp helpt Meus een aardig eind op scheut. (Ronduit hilarisch in die aflevering is de kleine zoektocht van Meus naar het “Frietje Oorlog”, een voor Belgen onbestaanbare verkrachting van hun geliefde Patat.)
Gisteravond kwamen Andy en het Kind even langs, zo ook de Baas van Monera. We deden niks aan het Sinterklaasfeest, maar een klein samenzijn vonden we wel gepast. We aten samen. En voor de gasten werd er gekookt naar het voorbeeld van Mevrouw Boerenkamp. De maaltijd was een succes, de pannen werden tot op de bodem leeggeschraapt. En dat terwijl ik toch een aanzienlijk hoeveelheid had aan te bieden. Het recept lees je na bij Plat Préféré. We hebben er ons nagenoeg aan gehouden.
Aangezien Ellen op het moment niet in de best denkbare conditie is moet ik vanalles zelf doen. Foto’s maken bijvoorbeeld. En dat vergeet ik dan weer. Enfin, op het allerlaatste moment, nadat alle schalen al waren schoon gelikt, werd de foto alsnog getrokken.
Jeroen Meus houdt er zelf een heel aardige web-site op na.
© paul