Achterstallig onderhoud, over van alles en nog wat…

 

schouderkarbonade met witlof 004

Ondanks het feit dat het Ministerie nagenoeg elke dag publiceert blijft er toch van alles liggen. De ervaring heeft geleerd dat het onmogelijk is om elke ontmoeting met eten en drinken te beschrijven. De tijd is eenvoudigweg niet toereikend en soms ontbreekt het aan zin of moed.

Zo moeten we nog schrijven over Julia en de fazanten, over de pensen in Frankrijk,over een kunstzinnige poepmachine, over een stuk of drie, vier kookboeken, over hanenkloten en over Trapistenbier. Ook liggen er nog een stuk of wat krantenberichtjes waar wel een en ander over te zeggen valt. Enfin…, we laten ons aan de andere kant ook weer niet opjagen, het moet leuk blijven.

Zaterdag bezocht Ellen de biologische varkensboeren en dat was hard nodig. Marleen zat verlegen om varkenshaas en op het Ministerie waren karbonades op. Diezelfde avond lag, tot mijn grote tevredenheid, een deel van de nieuwe aanschaf al te pruttelen in de pan.

Een receptbeschrijving zit er even niet in maar in grote lijnen komt het er op neer dat de karbonaatjes werden aangebakken. Zo ook een uitje en een teentje knoflook. Tomaatje erbij en daarna een glas witte wijn en een beetje bouillon. Toen het vlees zo goed als gaar was ging er een scheut room bij het vocht. De mooie rood-bruine kleur werd verkregen door de toevoeging van een kneepje tomatenpuré uit de tube. Het gerecht werd afgemaakt met de laatste restjes platte peterselie uit de tuin.

De zondag was pizza-dag en op maandag bleef het bij stevige groentesoep en brood. Ellen is even uit de running, de komende dagen zal ik moeten koken. Dat komt me wel uit. Ik heb er tegen de ochtend een sessie van negen nachten opzitten en verheug me op een paar vrije dagen thuis.

Waar we het aan te danken hebben weet ik niet, maar gisteren bezochten maar liefst 1200 mensen het Ministerie. Dat is verbazingwekkend veel voor één etmaal. Waar gaat dat toch in godsnaam heen? En waar houdt het op?

© paul

Lieve schat, wat vind je lekker?

 

lieve schat

Dit voorjaar (tijdens de boekenweek) stak ik de loftrompet over een historische uitgave van De verstandige kok.  Een kookboek uit onze Gouden Eeuw, hertaald en bewerkt door neerlandica en diëtiste Marleen Willebrands. Iets dergelijks moet ik nu wéér gaan doen.

Het betreft een boek dat oorspronkelijk Koocboec oft familieren keukenboec heette en in 1612 in Leuven verscheen. In deze eenentwintigste eeuwse uitgave kreeg het de wat meer plastische titel mee: Lieve schat, wat vind je lekker? Marleen Willebrands bezorgde ook hier de vertaling en stelde een verklarende woordenlijst samen. De historici Jozef Schildermans en Hilde Sels bezorgden de commentaren bij de tekst, beschreven de verbanden met de Italiaanse renaissancekeuken en zorgden voor de meeste bewerkingen van de recepten uit het Kookboec. Waarlijk een daad van grote importantie!

Of de schrijver nu Antoon de Kok heette of de Cock (met see oo see kaa), we zullen het nooit weten. Er is over de schrijver bijster weinig bekend. Hij leefde in de Spaanse Nederlanden van de 17e eeuw. Antoon hertaalde zijn naam, naar de gewoonte van de tijd, in het Latijn en noemde zich Antonius Magirus. Magirus is Grieks voor kok. Over de biografie van de schrijver is door de jaren heen druk gespeculeerd. In een apart hoofdstuk zetten Schildersmans en Sels het allemaal nog eens op een rijtje. Voorts besteden ze aandacht aan het historisch belang van het kookboec, aan de omstandigheden waarin het ontstond, en plaatsen ze het geheel in een politieke en maatschappelijke context. Ook gaan ze uitgebreid in op die grote eetschrijver uit de Italiaanse renaissance Bartolomeo Scappi. Antoon Magirus “leende” namelijk nogal wat van de recepten van Magister Scappi.

Magirus was geen plagiaatpleger. Hij gebruikte dan wel de recepten van Scappi, maar hij bewerkte ze en paste ze aan voor gebruik in de Lage Landen. Magirus heeft een prettige manier van schrijven, tintelend, vrolijk, soms vlijmscherp (polemisch zeggen de auteurs). In de hertaling van Willebrands leest het als een trein. Magirus beperkt zich niet tot het geven van recepten, maar schrijft ook over het belang van goede ingrediënten, keukengereedschap en een verantwoorde wintervoorraad. Tussen de recepten door geeft hij productinformatie.

De historici Schildermans en Sels plaatsen hun culinair-historische bespiegelingen tussen de recepten en beschrijvingen van Magiris. Dat is altijd een hachelijke zaak, maar hier gebeurt het zo natuurlijk dat het op geen enkel moment het oorspronkelijke verhaal ophoudt of in de weg staat. De schrijftrant van de historici leest lekker weg en sluit uitstekend aan bij die van Magirus. En wát ze schrijven verheldert de oorspronkelijke inhoud en maakt dat de moderne mens kan blijven volgen waar het nu eigenlijk om gaat.

Het oorspronkelijk boec van Magirus is opgebouwd uit pakweg 170 recepten (lemma’s). Die zijn echter lang niet altijd grondig uitgeschreven en vereisen een forse basiskennis van de historische keuken. Daarom hebben de auteurs van dit boek 30 recepten aangepast en op moderne manier beschreven. Je kunt ze zo nakoken, echt waar.

Het boek is sober maar effectief geïllustreerd met prenten en een enkel schilderij uit de 17e eeuw. De typografie is uitstekend verzorgd, de bladspiegel prettig.

Ik ben erg gecharmeerd van dit boek, Ellen vindt het het beste historisch kookboek uit onze bibliotheek.

Houdt je lief van geschiedenis? Houdt je lief van koken? Of nog beter, houdt je lief van allebei? Schenk je lief dit boek met de Kerst. Voor jou kan dan de rest van het jaar niet meer kapot, gegarandeerd! En dat voor luttele € 25,-

Jozef Schildermans, Hilde Sels, Marleen Willebrands
Lieve schat, wat vind je lekker?
Davidsfonds /Leuven
ISBN 987-90-5826-500-5

© paul

Zuurkool met Jesusworst…

 

zuurkool 011

Ik zag vanmorgen een regenboog met een mooi zonnetje erachter. Ik trok mijn jas aan, Hond Max stond ook al klaar voor een forse wandeling. Toen we  bij de voordeur waren regende het alweer pijpenstelen. Toen ben ik toch maar bezweken voor de zuurkoolschotel het is per slot winter. Er lag ook nog een laatste Jesusworst in de diepvries, meegebracht op de terugweg van onze vakantie dit jaar in Frankrijk.
Een bijzondere worst uit de Jura. Uit het plaatsje Morteau om precies te zijn. Paul schreef er al eens over. Ik maakte de zuurkool als volgt;

Voor vier personen;
500 gram biologische zuurkool
war jeneverbessen, zwarte peper en een laurierblad
1 flinke ui, in stukken gesneden, 1 teen knoflook geplet en fijngesneden
een stukje zuurkoolspek
een Jesusworst, als je die niet hebt koop dan een echte goede rookworst van een slager die er nog iets van maakt
500 gram aardappelen, geschild en in partjes gesneden
2 glazen droge witte wijn, bijvoorbeeld een Riesling uit de Elzas, een Luxemburgse Rivaner is ook prima

Smelt wat boter of, voor de echte liefhebbers een lepel reuzel, in een grote pan. Bak daarin ui en knoflook even glazig. Voeg de zuurkool toe, de worst en de kruiden.
Snijd het stuk spek in plakjes en leg ze op de zuurkool.
Giet er de wijn over en sluit de pan. Laat de zuurkool op een zacht vuur zo een uurtje stoven. Doe er dan de aardappelstukken bij en laat nog ongeveer 20 minuten zachtjes stoven tot de aardappelen gaar zijn. Voeg eventueel wat bouillon toe als het geheel te droog wordt.
Serveer de zuurkool op een mooie schaal. Snijd de worst in dikke plakken en schik spek, worst en aardappelen rondom de zuurkool.

Ik dacht nog wel iets over te houden voor morgen maar helaas. De komende en gaande… aten worst en spek. Wat rest is een beetje zuurkool en één aardappel! Jammer Hendrikje!

Toe natuurlijk een kopje espresso.
© ellen.

En de groeten van de varkens!!!

 

sumiran 008
Vanmorgen waren we even op de Sumiranboerderij in Heusden. Ik schreef er hier al eerder over. De Sumiran boerderij is een biologisch bedrijf waar nog met respect met de dieren omgegaan wordt. Vandaag maakten we kennis met één van de nieuwe fokzeugen; Ankie.
Ankie was even binnen in de stal waar ze met nog drie zeugen gezellig een dutje deed. Ankie is dol op bezoek, want bezoek betekent vaak een extra appeltje en appeltjes daar is Ankie dol op. Ze vindt appeltjes zo lekker dat ze er zelfs een kunstje voor wil doen; mooi zitten Ankie, dan krijg je een appeltje. En ja hoor, ze deed het nog ook!
Natuurlijk vertoonde Ankie haar kunstje net in het donkerste deel van de stal zodat het op de foto niet zo heel duidelijk is.

sumiran 012

Het varken op de voorgrond is al oud. Zij is met pensioen en hoeft niet meer te werken, geen biggetjes meer te baren. Ze wordt niet geslacht maar mag gewoon op de boerderij van haar oude dag genieten!
Op de achtergrond zie je het luikje waardoor de varkens zelf naar believen naar binnen of buiten kunnen wandelen. Een mooi leven hebben ze daar op de Sumiranboerderij.

Maar laat ik niet al te sentimenteel worden, je kunt op de boerderij ook varkensvlees kopen, van biologisch gefokte varkens en andere biologische producten. Ze roken er zelf hammen en maken echte lekkere rookworsten.
Het smaakt tien keer beter dan de waterige lapjes van AH en consorten. En het is helemaal niet zoveel duurder. Meer informatie over de Sumiranboerderij vind je hier.
Een bezoekje waard!

© ellen

Ravioli met spinazie en ricotta…

 

ravioli 012

Soms zijn er van die dagen dat alles helemaal verkeerd gaat…vandaag was zo’n dag voor mij. Ik werd te vroeg wakker, sliep nog even, en werd vervolgens zo vervelend wakker dat ik er de hele dag last van  heb gehad. Uitslapen is dus echt niets voor mij! Vervolgens ging ik later dan anders naar mijn werk en werd beloond met een forse regenbui. Nou ja, dat kan iedereen deze dagen gebeuren. Op het werk ging het nog even prima. Tot de jongens van ICT kwamen met mijn nieuwe pc! De oude pc werd meedogenloos gekild. Ram, stekkers eruit, toetsenbord eraf… en toen hadden ze pauze! Ik ook, want ik kon niet meer werken. Na de pauze volgden ingewikkelde upgrades en ander onbegrijpelijk gedoe, maar de pc was niet meer bruikbaar.
Collega Elma kan práten met de jongens van ICT, ik niet.

Onze studenten hadden vandaag allemaal een vrije dag, dus ik kon best gemist worden. Ik besloot het voor vandaag maar voor gezien te houden! Natuurlijk regende het weer pijpenstelen toen ik vertrok en natuurlijk zag de eerste bus die langs kwam mij niet staan. Ik wachtte gewoon nog 20 minuten in de stromende regen, ik was toch al nat dus wat maakt dat nog uit!

Om een lang zeurverhaal kort te houden; ik heb ook nog heel gezellig met Hond Max boodschappen gedaan, uiteraard regende het gewoon door maar ik was toch al nat, Hond Max maakt het allemaal niet veel uit. Natuurlijk kocht ik gewoon helemaal de verkeerde dingen voor het eten vandaag. Normaal eet je bij dit soort weer zuurkoolstamppot of erwtensoep, ik kreeg opeens visioenen van zelfgemaakte pasta met een mooie luchtige vulling…

Ik kocht spinazie, ricotta en bio-eieren, Parmezaanse kaas was nog op voorraad.
Meel voor de pasta heb ik altijd in huis dus dit moest gewoon lukken!
Zelfgemaakte ravioli met spinazie en ricotta:

Maak een vulling van 250 gram spinazie
200 gram ricotta
2 eidooiers
150 gram vers geraspte Parmezaanse kaas
100 gram vers geraspte oude kaas
wat zout, peper en nootmuskaat
De spinazie even blancheren in kokend water en uit laten lekken. Druk het vocht er zoveel mogelijk uit en hak de spinazie fijn.
Meng dit alles tot een zalvige massa.

Maak pastadeeg van 300 gram bloem en drie eieren en steek er rondjes uit met een doorsnee van 7 centimeter.
Leg op ieder plakje deeg een lepeltje vulling. Bestrijk de randen met losgeklopt eiwit, en leg er een rondje deeg op. Druk de randen goed aan en leg de ravioli op een schone doek.

Kook de ravioli in ruim water enkele minuten. Ze zijn gaar als ze boven drijven!
Schep ze met een schuimspaan uit de pan en leg ze op voorverwarmde borden.

Smelt een flinke klont boter  en laat daarin een handvol salieblaadjes even meesmoren.
Schep de salieboter over de ravioli en dien ze snel op.

Ik moet eerlijk bekennen dat de pasgepoetste keuken er na dit ravioli-avontuur uitzag alsof er een bom ontploft was. De ravioli was heerlijk, de keuken is weer schoon. Toch een goeie dag.

© ellen

Bladerdeeghapje met spinazie-ricotta vulling…

 

ravioli 001

Ik hield wat vulling over van de ravioli en bedacht een voorgerechtje. Er waren nog een paar plakjes bladerdeeg in de diepvries. Ik heb ze even laten ontdooien en gewoon op de bakplaat gelegd. De randen  een beetje omvouwen, een schepje vulling van de ravioli erop en een restjetomatensaus. Klein beetje geraspte kaas erover en 20 minuten in de oven op 200 graden.

Rodenbach…

 

rodenbach 005

Zie of hoor ik het woord “rodenbach”, ik maak er in gedachten meteen “Konijntje in Rodenbach” van. (Zoals ik bij “lam” eigenlijk altijd denk: “lamsbout met knoflook”.)

Rodenbach wordt al heel lang geschonken op het Ministerie, hoewel om onbegrijpelijke reden de laatste jaren wat minder. En er wordt ook al heel lang met Rodenbach gekookt. Het is een Vlaamse bier en wordt gebrouwen door de brouwerij met dezelfde naam: Rodenbach. En wel sinds 1820, en dat zonder onderbreking. De brouwerij staat in Roesselare in Westvlaanderen.

Het type bier heeft officieel geen naam. Noem het: Vlaamse rode ale, of Roodbruine oude ale, of Vlaamse zure ale. Bij Rodenbach thuis noemen ze het simpelweg Westvlaams rood. Het is een bier van de hoge gisting, en er wordt geen tarwemout gebruikt, maar een mengeling van roodachtige gerstenmouten. Die zorgen voor de complexiteit van smaak en geur en natuurlijk voor die mooie rood-bruine kleur.

Het bier heeft een intense smaak, licht zoet-zurig en fuitig. De geur is een perfekt samengaan van zoet-zuur fruit en een zachte zweem gist. Heel in de verte ruik je wat caramel. Dat alles komt ook weer in de smaak terug. Het is een vol bier met een waardige afdronk. Rodenbach als frisse dorstlesser kent zijn weerga niet. Je drinkt het dan fors gekoeld (bij een graad of vier).

Rodenbach Grand Cru wordt op dezelfde manier gebrouwen, maar dat bier lagert twee volle jaren op eikenhouten vaten. De smaak wordt nog intensiever en het zoet dringt verder naar de achtergrond, ten faveure van het rinsig zuur. (Raar maar waar: des te ouder, des te frisser.) Ook de geur intensiveert. Een prettige vorm van hooi-broei, dat is wat ik ruik. Dit frisse, maar o zo statige bier drink je bij keldertemperatuur of net iets warmer. Té koud is dood in de pot, je verpest dan alles wat er mooi aan is.

Rodenbach leent zich uitstekend om mee te koken Rodenbach Grand Cru doet dat ook, maar is tevens een waardige begeleider van een mooie maaltijd. Reken maar dat er een hoop pretentieuze rommelwijn is die ik onmiddellijk inruil tegen een statig glas Grand Cru. Mijn maaltijd zal er alleen maar bij winnen..

© paul

Kerstip 1: Tulband.

 

tulband 024
Tulband is voor mij heel nostalgisch gebak. Mijn moeder bakte ze heel vaak en in ieder geval altijd met de kerstdagen. Speciaal met kerst werd de tulband bestrooid met poedersuiker of voorzien van een witte glazuurlaag. Een takje hulst met besjes versierde de gebakschaal.
Als kind mocht ik zo vanaf mijn tiende jaar helemaal zelf cake en tulband maken. Wij waren vooral dol op het uitlikken van de beslagkom als het gebak eenmaal in de oven stond. Ik herinner me nog dat ik samen met een vriendinnetje besloot als verrassing een tulband te bakken volgens het beproefde recept van mijn moeder. Mijn moeder was die middag op bezoek bij een tante. Het deeg lukte prima, we proefden er een beetje van, en nóg een beetje…en we vonden het zo lekker dat we al het beslag opaten. Hond Takkie mocht de kom uitlikken! De verrassing voor mijn moeder was twee kotsmisselijke kinderen en een dorstige hond. Sindsdien heb ik het afgeleerd de beslagkom uit te likken!

Vandaag maar vast als eerste kersttip deze tulband. Het recept komt uit een oud kookboek van mijn moeder. De tulbandvorm erfde ik ook van haar.

200 gram boter
200 gram suiker
1 zakje vanillesuiker
4 eieren
150 ml melk
de geraspte schil van een citroen
500 gram bloem
1 zakje bakpoeder
150 gram krenten en 150 gram rozijnen, even wellen in water of wat rum.

Smelt de boter en roer er de suiker, vanilliesuiker en citroenrasp door. Klop met de mixer in de hoogste stand en voeg de eieren één voor één toe. Klop zo zeker 10 minuten tot je een mooi schuimig mengsel hebt.
Meng het bakpoeder door de bloem. De mixer uit en de bloem met een houten lepel (liefst met gat) voorzichtig door de massa scheppen. Voeg af en toe wat melk toe tot alles mooi gemengd is. Roer er tot slot de rozijnen en krenten door.
Vet de tulbandvorm goed in en verwarm de oven voor op 160 graden (hete lucht).
bak de tulband in ongeveer 60 minuten gaar. Laat hem even in de vorm staan en kiep het gebak dan op een taartenrekje om verder af te koelen.

© ellen.

Kaasfondue uit de Jura…

 

kaasfondue 008
Sinterklaas komt vanavond niet bij ons. Jammer, ik vind het altijd wel een heel leuk feest. Toch een reden om maar iets bijzonders te eten vanavond. Vorig jaar maakte Paul een echt Sinterklaasgedicht bij een te nuttigen fles wijn. Dit jaar bedacht ik iets lekkers bij een mooie fles uit de kelder. We hadden nog een mooie Jura wijn, uit Arbois.

Mijn gedachten gingen naar die zomerdag in de Jura. We zouden een wandeling maken en verdwaalden een beetje. En het was héét, zeer héét…Ons doel, een klein plaatsje St Anne, konden we niet eens vinden, zo heet was het…We besloten maar even te stoppen om ergens iets te drinken en vonden na nog een paar kilometer een gehucht. Een paar huizen en een zeer bouwvallige herberg, St Anne sûr Poste!!! Zonder er erg in te hebben hadden we ons doel zo ongeveer bereikt. Het zag er allemaal niet super de luxe uit, maar we hadden dorst en honger dus we besloten maar te wachten wat er kwam.
En dat was boven verwachting! Zelden heb ik zo lekker gegeten en gedronken dan daar in die krakkemikkige herberg. Kaasfondue was de specialiteit, met kaas van de kaasmakerij aan de overkant.
Salade erbij met ham uit eigen schouw. Sla uit de tuin. Wijn kwam van een paar dorpen verder. Ik zou nooit bedacht hebben dat ik ooit bij 36 graden kaasfondue zou eten en dat ik dat dan ook nog zó lekker zou vinden!
Met die gedachten haalde ik vandaag de fles uit Arbois uit de kelder. We kochten kaas en brood en besloten er een gezellige maaltijd van te maken.

Ik raspte de kaas, Paul ontkurkte de fles en…gedver…kurk… en niet zo’n beetje. De wijn was echt niet meer te drinken. Jammer, soms kan dat gebeuren. Gelukkig hadden we nog een andere (eenvoudige) fles witte wijn… en de kaasfondue was prima!

voor vier personen
1 teentje knoflook, pellen en pletten en heel fijnhakken
500 gram kaas, ik gebruikte vandaag 250 gram Gruyère, 250 gram Comté, grof geraspt  raspen, zelf raspen.
3 dl droge witte wijn
nootmuskaat, peper
2 theelepels maizena
1 eetlepel Kirsch

Neem een aardewerk fonduepan, die zetten minder snel aan.
Doe de knoflook en de wijn in de fonduepan en zet die op een zacht vuurtje.  Voeg de kaas beetje voor beetje toe en laat langzaam smelten. Als het begint te pruttelen de maizena aanmaken met de Kirsch en bij de kaasmassa doen. Goed roeren, nootmuskaat en peper toevoegen en even door laten pruttelen.

Maak een salade met groene sla en een paar hardgekookte eieren en een paar plakken goede gedroogde ham en geef er stevig brood bij.
Espresso toe.
@ ellen