Ik zag vanmorgen een regenboog met een mooi zonnetje erachter. Ik trok mijn jas aan, Hond Max stond ook al klaar voor een forse wandeling. Toen we bij de voordeur waren regende het alweer pijpenstelen. Toen ben ik toch maar bezweken voor de zuurkoolschotel het is per slot winter. Er lag ook nog een laatste Jesusworst in de diepvries, meegebracht op de terugweg van onze vakantie dit jaar in Frankrijk.
Een bijzondere worst uit de Jura. Uit het plaatsje Morteau om precies te zijn. Paul schreef er al eens over. Ik maakte de zuurkool als volgt;
Voor vier personen;
500 gram biologische zuurkool
war jeneverbessen, zwarte peper en een laurierblad
1 flinke ui, in stukken gesneden, 1 teen knoflook geplet en fijngesneden
een stukje zuurkoolspek
een Jesusworst, als je die niet hebt koop dan een echte goede rookworst van een slager die er nog iets van maakt
500 gram aardappelen, geschild en in partjes gesneden
2 glazen droge witte wijn, bijvoorbeeld een Riesling uit de Elzas, een Luxemburgse Rivaner is ook prima
Smelt wat boter of, voor de echte liefhebbers een lepel reuzel, in een grote pan. Bak daarin ui en knoflook even glazig. Voeg de zuurkool toe, de worst en de kruiden.
Snijd het stuk spek in plakjes en leg ze op de zuurkool.
Giet er de wijn over en sluit de pan. Laat de zuurkool op een zacht vuur zo een uurtje stoven. Doe er dan de aardappelstukken bij en laat nog ongeveer 20 minuten zachtjes stoven tot de aardappelen gaar zijn. Voeg eventueel wat bouillon toe als het geheel te droog wordt.
Serveer de zuurkool op een mooie schaal. Snijd de worst in dikke plakken en schik spek, worst en aardappelen rondom de zuurkool.
Ik dacht nog wel iets over te houden voor morgen maar helaas. De komende en gaande… aten worst en spek. Wat rest is een beetje zuurkool en één aardappel! Jammer Hendrikje!
Toe natuurlijk een kopje espresso.
© ellen.