Lamsvlees met raz el hanout en artisjokken…

lamsvlees raz el hanout 019

De eerste werkweek zit er al weer op maar ik heb het ritme nog niet echt te
pakken. We eten te laat, of hebben geen zin in koken. We moeten nog allerlei
bezoekjes afleggen, nieuwe kleren kopen, in de tuin werken, voorraden aanvullen
en ga zo maar door.
Vandaag begon de dag grauw en somber, echt weer voor een
mooie stoofpot dacht ik, later toch een mooi zonnetje, konden we eindelijk weer
eens in de tuin zitten.

Toch de stoofpot maar gemaakt, met een zuiders tintje dan maar;

Voor vier personen;
1 kilo lamsvlees in niet te kleine stukken gesneden

olijfolie
2 uien, fijn gesneden
3 tenen knoflook, geplet en
fijngehakt
5 kleine gedroogde chilipepertjes
2 theelepels raz el
hanout
6 rijpe tomaten
1 eetlepel tomatenpuree
1/2 literblik
artisjokkenharten
1 bosje verse koriander

Bak het vlees in de olie rondom bruin. Bak in een stoofpan de uien en
knoflook even glazig. Voeg het vlees erbij en de chilipepertjes. Meng alles goed
en doe er de in stukken gesneden tomaten bij. Laat het geheel nog even bakken en
voeg dan het raz el hanout kruidenmengsel toe. Doe er de tomatenpuree en wat
water of bouillon bij en laat het vlees op een zacht vuurtje angeveer 1 1/2 uur
stoven.
Voeg dan vlak voor het einde van de gaartijd de uitgelekte
artisjokkenharten bij. Laat ze even meewarmen en strooi er de verse gehakte
koriander over.

Wij aten deze pittige stoofpot met een handgemaakte pasta uit Calabria; Filei
Calabresi.

En natuurlijk espresso toe!

© ellen.

Saffraanrisotto…

risotto milanese 015

Ik loop nog steeds een dag achter met het beschrijven van het eten en drinken op het Ministerie. Ik ben nu al twee dagen noodgedwongen thuis (de bussen staken nog steeds hier in Brabant en ik ben afhankelijk van het openbaar vervoer). Genoeg tijd dus zou je zeggen, maar het is hier in huis rommelig druk. Veel bezoek, veel klusjes enzovoorts. Maar goed, de rust lijkt voor een aantal uren weergekeerd en zo heb ik even tijd om de risotto te beschrijven die we gisteren aten.
De oplettende lezer heeft het al gemerkt, wij zijn even helemaal in de risotto. Dankzij het prachtige boek van Giogio Locatelli leer ik elke dag een beetje meer over het geheim van goede risotto. In zijn boek “Made in Italy” verteld hij in een uitgebreid hoofdstuk over risotto; de soorten rijst die het beste passen bij de verschillende risottogerechten, de techniek van het koken, de bouillon die je gebruikt en de ‘mantecatura’.
De mantecatura is de fase tegen het einde van de kooktijd, waarin boter en kaas door de rijst geroerd worden, waardoor het gerecht heerlijk romig wordt.
Risotto wordt in Italie bijna altijd als zelfstandige gang opgediend. Een uitzondering is de saffraan risotto die geserveerd wordt bij osso buco, of cotoletto alla Milanese. Gisteren maakte ik de saffraanrisotto. Ik had geen kalfsschenkel of coteletten dus besloot ik de saffraan risotto als zelfstandige gang te serveren.

voor vier personen (een beetje overhouden is niet erg, er zijn prachtige recepten voor de restjes)
2 1/2 liter kippenbouillon
50 gram boter
1 ui, heel fijn gesneden
400 gram carnarolirijst
1 glas droge witte wijn
1 koffielepel saffraandraadjes
1 koffielepel tomatenpassata

maak de risotto romig met;
75 gram boter en 100 gram vers geraspte grana padano of Parmezaanse. Eventueel zout en peper.

Traditioneel wordt in deze risotto ook wat merg gebruikt. De risotto wordt daardoor nóg romiger. Gebruik dan ongeveer 50 gram merg. Laat de mergpijpjes een uur spoelen in koud water. Haal de merg eruit en hak het fijn. Smelt de ui tegelijk met de boter en de ui.

Breng de bouillon aan de kook en houd op temperatuur tegen de kook aan. (zet de pan bouillon naast de risottopan).

Smelt de boter in een pan met een dikke bodem. Fruit hierin de ui zachtjes glazig.

Doe de rijst erbij en roer goed tot alle korrels met boter bedekt zijn. Als alle korreltjes heet zijn kun je de wijn toevoegen. Laat de wijn verdampen tot de ui en rijst droog zijn. Doe dan de saffraan erbij.

Voeg nu bouillon toe, telkens een á twee soeplepels per keer. Roer voortdurend over de bodem van de pan. Als de bouillon is opgenomen voeg je weer nieuwe toe.
Ga op deze manier 15 tot 20 minuten door en blijf roeren tot de rijst gaar is. De korrels moeten van buiten gaar zijn en van binnen nog wat ‘beet’ hebben.

Draai het vuur uit en laat de risotto een minuut rusten. Meng dan de koude boter en de kaas door de risotto. Breng verder op smaak met wat peper en zout.

© ellen.

Risotto alle ortiche, risotto met brandnetels.

luxemburg juni 2008 061

Onze vaste lezers hebben het denk ik al begrepen, wij waren even een paar dagen naar Luxemburg. Een paar dagen lekker luieren, wat lezen en wat boodschappen doen. Vorige week heb ik het boek “Made in Italy” van Giorgio Locatelli gekocht en daar heb ik heerlijk in zitten lezen. Een echte recensie schrijf ik later nog wel, nu eerst maar een recept uit dit mooi boek.
Tot onze ergernis groeien er opeens allemaal brandnetels rond onze caravan en tot mijn grote vreugde staat er in het boek van Locatelli een recept van risotto met brandnetels!
Ik weet niet meer van wie de spreuk komt maar wel heel toepasselijk: “If you can’t beat them, eat them”.

luxemburg juni 2008 013
Dit recept is een prima oplossing voor die stekelige dingen.
Het is ook precies de goede tijd voor mooie jonge brandnetels. Pluk de jonge exemplaren. Doe wel handschoenen aan, of als je die niet in de buurt hebt, een plastic zakje om je hand. Pluk alleen de blaadjes, de steeltjes zijn wat taai.

Voor vier personen;
400 gram risottorijst, Locatelli raadt aan om vialone-nano rijst te gebruiken
2 handenvol jonge brandnetelblaadjes (bewaar een paar blaadjes voor de garnering)
2 1/2 liter bouillon
50 gram boter
1 kleine ui, heel fijngesneden
1 glas droge witte wijn
zout en peper

75 gram koude boter in kleine blokjes gesneden
100 gram geraspte Parmezaanse kaas

Blancheer de brandnetels een paar seconden in ruim kokend water met wat zout. Giet ze af en pureer ze in de foodprocessor. (in onze caravan heb ik die niet dus hakte ik de brandnetels gewoon fijn, dat gaat ook prima)
Breng de bouillon aan de kook en zet die naast de risottopan. Houd de temperatuur van de boullon tegen de kook aan.

Smelt de boter in een pan met een dikke bodem. Fruit hierin de ui zachtjes glazig.
Doe de rijst erbij en roer goed tot alle korrels met boter bedekt zijn. Als alle korreltjes heet zijn kun je de wijn toevoegen. Laat de wijn verdampen tot de ui en rijst droog zijn.

Voeg nu bouillon toe, telkens een á twee soeplepels per keer. Roer voortdurend over de bodem van de pan. Als de bouillon is opgenomen voeg je weer nieuwe toe.
Ga op deze manier 15 tot 20 minuten door. Doe na 10 minuten de brandnetelpuree erbij. en blijf roeren tot de rijst gaar is. De korrels moeten van buiten gaar zijn en van binnen nog wat ‘beet’ hebben.

Draai het vuur uit en laat de risotto een minuut rusten. Meng dan de koude boter en de kaas door de risotto. Breng verder op smaak met wat peper en zout.

Frituur voor de garnering een paar blaadjes brandnetel in een laagje olie.

luxemburg juni 2008 064

Wij hebben genoten van deze mooie risotto, een aanrader!

© ellen

Gekruide saffraanrijst en lamsgehaktballetjes in tomatensaus.

lamsballetjes en saffraanrijst 010

Paul maakte deze week Fesenjaan van kip, een Iraans gerecht. We vonden het allemaal heel lekker en geïnspireerd door dit succes zocht ik vandaag eens in mijn kookboeken naar recepten. Al snel kwam ik terecht bij Claudia Roden, één van mijn favorieten als het gaat over de keuken van het Midden-Oosten. Haar kookboek “De Joodse Keuken” is een veelgebruikte bron van inspiratie hier in ons huis. Ik zie nu dat we nog nooit een artikel geschreven hebben over dit prachtige boek! Binnenkort lezer, zeer binnenkort…
Vandaag alvast twee recepten uit een ander boek van Claudia Roden, “Tamarinde en saffraan”, favoriete recepten uit het Midden-Oosten.

Het was een rommelig weekende en ik was bijzonder lui deze dagen, soms is dat wel eens nodig, gewoon bijna niets doen. Gevolg is dan ook dat er weinig boodschappen gedaan worden en ik moest dus vanavond iets klaarmaken met wat er op voorraad was. In de diepvries wat lamsgehakt, blikjes tomaten zijn er altijd en rijst ook. Met wat kruiden vers uit de tuin, en gedroogd en het recept van Claudia Roden werd het toch iets bijzonders!

lamsballetjes en saffraanrijst 014

Lamsgehaktballetjes in tomatensaus (ongeveer naar het recept van Claudia Roden)
voor vier personen:
500 gram lamsgehakt
1 ui, zeer fijngesneden
3 eetlepels platte peterselie en 1 eetlepel koriander, fijngehakt
zout en peper
1 eetlepel harissa
1 eetlepel olijfolie om te bakken

Meng ui en kruiden door het gehakt en vorm er kleine balletjes van ter grootte van een walnoot.
Bak de balletjes in de olie rondom bruin in ongeveer vijf minuten. Schep ze dan uit de pan.
Maak de tomatensaus van;

2 fijngesneden uien
2 teentjes knoflook
1 blikje tomaten en 1 kop tomatenpulp
1 theelepel suiker
wat zout
5 gedroogde chilipepers
3 eetlepels peterselie en 3 eetlepels koriander, fijngehakt.

Gebruik een ondiepe pan die op tafel kan worden gezet.
Bak ui en knoflook in de olie. Voeg de pepers toe en de tomaten en tomatenpulp. Laat even sudderen en breng op smaak met zout en wat peper. Laat de saus even inkoken en voeg peterselie en koriander toe. leg de gehaktballetjes in de saus en laat het geheel zo nog 5 minuten pruttelen.

Serveer met gekruide saffraanrijst:

2 koppen rijst
1 liter bouillon
1 theelepel kardemomzaden
6 kruidnagelen
2 stukjes pijpkaneel
1 thelepel saffraan
zout en peper
2 eetlepels rozijnen
1 eetlepel pijnpitten en 1 eetlepel geschaafde amandelen

Breng de bouillon aan de kook en doe er de kruiden bij. Laat dit tien minuten trekken. Voeg de saffraan toe en zout en peper en de rijst. Laat het geheel aan de kook komen en roer alles goed door. Laat de rijst 10 minuten koken, giet ze af en laat ze dan nog 10 minuten doorgaren met de deksel op de pan. Rooster intussen de amandelsnippers en de pijnpitten en week de rozijnen even in wat lauw water.

Schep de rijst op een mooie schaal. Strooi er pijnpitten, amandelschaafsel en rozijnen over en dien meteen op.

Een mooie maaltijd, wij waren tevreden.
Kopje espresso toe!

© ellen.

Saffraanaardappeltjes

aardappeltjes met saffraan

Onze maaltijd van gisteren avond: lamscarbonaatjes, broccolisalade en saffraanaardappeltjes. Niet écht spectaculair, maar heel erg lekker.

Collega Foeroez adviseerde om de saffraan, alvorens te gebruiken, een beetje te verwarmen en dan te verpulveren. Zo had ze dat thuis van hun Iraanse kok geleerd. Het zou de smaak en geur beslist ten goede komen. En verdomd…

© paul

Fenegriek, Ghorme sabzi en andere genoegens…

Foeroez bekeek de foto’s en las de beschrijving van mijn variant van Fesenjaan en zei: “Het ziet eruit alsof mijn moeder het gemaakt heeft.” Ik was apentrots…

Het toeval wilde dat we weer twee nachten samen werkten. De eerste nacht had Foeroez een ruime maaltijd meegenomen, voldoende voor twee personen. En zo maakte ik opnieuw kennis met een exponent van de Iraanse keuken. Ghorme sabzi noemde ze de schotel, een soort van nationaalgerecht dat overal in dat immense land wordt gegeten, dwars door alle etnische culturen heen. Later las ik bij Claudia Roden dat ook de Joodse gemeenschap in Perzië het gerecht adopteerde en het bij de Iraanse diaspora meenam en verspreidde in de regio.

Ghorme sabzi is een stoofschotel van lams- of rundsvlees, rijst en bladgroenten. Er gaat spinazie in, munt, bosuitjes, peterselie en koreanderblaadjes. En iets wat Foeroez Shanbalileh noemde. En dat was nou net het probleem. Die shanbalilieh diende je eigenlijk vers te verwerken, maar ze kon dat kruid in Nederland niet vinden. Soms wel in gedroogde vorm, maar dat was toch anders…

Enig zoeken leverde op dat Shanbalileh de Iraanse aanduiding is voor een kruid dat wij kennen onder de naam Fenegriek (of Grieks hooi). En fenegriek wordt wel in de Europese keuken, met name in die van de Mediterrane landen, gebruikt. De zaden gaan nogal eens door zuiderse Vermouth, en de gedroogde blaadjes gebruikt men wel in stoofschotels. Een enkele kaasboer, hier ten lande, wil de zaden nog wel eens kiezen als kruidige toevoeging aan zijn producten. Over het gebruik van verse planten in de Europese keuken vond ik niets terug. Medicinaal wordt fenegriek al sinds de oudheid toegepast, ook bij ons. Het zou onder andere als eigenschap hebben dat het vrouwen molliger maakt. Borstvergroting, maar dan zonder snijden. (Echt waar, zelf gelezen…) Verder zuivert het bloed, heeft het een gunstige uitwerking op het te veel aan cholesterol enzoverder enzovoort…

Wikipedia geeft een kort lemma over Fenegriek. De Duitse versie vertelt iets meer. Het kruid heet dan Bockshornklee.

De lezersvraag: Waar vindt het Ministerie verse Fenegriek?

© paul

Fesenjaan van kip…

noten 019

De aard van mijn werk brengt met zich mee dat ik niet altijd op mijn “eigen” plek zit, maar ook zo nu en dan een nachtdienst vervang voor deze of gene collega. En doorgaans werk ik die extra nachten dan samen met collega Foeroez.
De wortels van Foeroez liggen in Iran en ze kan prachtig vertellen. Tijdens één van onze gezamenlijke nachten beschreef ze me een gerecht dat ze vaak voor haar zoon maakt. Ze noemde het Goresh Fessendjoen. Ik vond het later terug onder de naam Khoresht Fesenjaan. Het zal wel een kwestie zijn van fonetisch interpreteren. Goresh betekent zoveel als samengesteld gerecht en Fesenjaan geeft aan dat het slechts om één gerecht gaat.
Ik heb die bewuste nacht volop aantekeningen zitten maken van de bereidingswijze, maar mijn schrijfsel blinkt niet uit in duidelijkheid. Voor dit gerecht gebruik ik dan ook twee recepten door elkaar, een beetje Foeroez, een beetje Time-Life. En dan zijn er nog aanpassingen die ik moest doen omdat mijn vlees niet overeen komt met de recepten, niet in vorm en niet in gewicht.
Foeroez gebruikt een hele kip, Time-Life heeft het over eend.
Het bijzondere van het gerecht is de combinatie vlees, walnoten en granaatappelsiroop.
Het is een combinatie die in de Nabije Oriënt vaker voor komt. In Georgië gebruiken ze de saus bijvoorbeeld met vis. Ook combinaties met allerhande ander gevogelte en wild, maar ook met bijvoorbeeld geroosterde aubergines kwam ik tegen. Voorlopig valt er dus weer genoeg te onderzoeken.

Fesenjaan van kip (vier personen):

Ruim anderhalve kilo kippenvlees van onbesproken gedrag (in mijn geval: acht onderpoten (drumsticks) en twee lapjes borstvlees).
6 eetlepels olijfolie,
2 middelgrote uien,
1 tl. kurkuma (geelwortel),
400 gram walnoten,
1 liter kippenbouillon,
zout, peper,
2 eetlepels granaatappelsiroop,
2 eetlepels citroensap,
3 eetlepels suiker.

Ik had 400 gram walnootkernen nodig, dat betekende ruim een uur gaan kraken. Je zou walnootkernen zo kunnen kopen (o.a. in exotische winkels), maar ik heb ze sinds kerstmis niet meer gezien. Kraken dus. Vervolgens heb ik ze machinaal tot rul gruis verwerkt.

Ik nam een ruime bakpan en liet de uien heel zacht uitzweten in een paar lepels olie. De kurkema ging erbij en en het geheel werd net zolang omgeschept tot de kurkuma als een filmlaagje om de uien lag. Na een minuut of vijf schepte ik de uien uit de bakpan en deed ze in een grote stoofpan.De walnotenpulp ging erbij
de bouillon, peper en zout. Even aan de kook gebracht en daarna meteen het vuur op de laagste stand. Het geheel mocht een goede 20 minuten trekken.

Intussen bakte ik in de resterende olie het kippenvlees aan alle kanten bruin. Daarna ging het vlees in de saus. Een beetje rondwalsen maakte dat het vlees helemaal omgeven was met de walnootsaus.
Het vlees mocht nu op heel laag vuur anderhalf uur garen. (Op zich was het vlees al veel eerder gaar, maar ik had er geen idee van of die lange gaartijd de smaak verder zou beïnvloeden, dus ik heb me maar aan de “voorschriften” gehouden.)

Na die anderhalf uur haalde ik het vlees uit de pan en mengde de granaatappelsiroop, de suiker en het citroensap door de saus. Daarna ging het vlees er terug in en mocht alles nog een half uur stoven.
Het vlees was daarna gaar, de saus ingedikt en alles was doordrongen van de gecompliceerde smaak.
We aten er rijst bij en een frisse salade.

Al met al is het wat gedoe, dit gerecht. Maar zowel Ellen als onze tafelgenoten (en ook ikzelf) oordeelden dat het het gedoe waard is.
Ik ga binnenkort proberen hoe het werkt met vis.

© paul

Grieks knoflookhoen…

 

griekse kip 013

Nu de keuken dan is geschilderd, gepoetst en opgeruimd is er geen enkel beletsel om weer eens een goede maaltijd te bereiden.

Grieks knoflookhoen:

1 goede kip,
zout,
peper,
5 citroenen,
1/8 l olijfolie,
4 bollen knoflook,
1 kg aardappelen, liefst een beetje vastkokend,
3 takken rozemarijn,
8 salieblaadjes,
basilicum.

Ik had vóór het weekend al een goede kip gekocht. Eentje uit Lalandes, mét een Label Rouge. Ik heb haar vanavond min of meer correct gesloopt. Poten eraf en netjes versneden tot bil en drumstick, borsthelften in tweeën, vleugeltjes mét een beetje extra vlees van de borst, en verder sneed ik van het karkas nog wat onbestemde hompen. De rest van het karkas heb ik meteen opgezet in water met een uitje, teentje knoflook, wat tijm, een flintertje foelie en peper en zout. Dat wordt de bouillon voor de komende dagen. Het doet zichzelf…

Ik wreef de kipdelen in met zout en peper en legde ze in een diep bakblik met de huid naar boven. Ik perste vier van de vijf citroenen uit. Het is de bedoeling dat je ongeveer evenveel sap hebt als olijfolie, een achtste liter elk. Ik mengde de vloeistoffen tot een homogene marinade en goot de helft over de kip. De aardappels had ik geschild en in grove blokken gesneden. Ze werden om de kipdelen gedrapeerd. De knoflookbollen werden gehalveerd en met de snijkant naar onderen tussen de rest gelegd. De rozemarijn en de salieblaadjes ertussen en de rest van de marinade over het geheel uitgegoten. Van de vijfde citroen sneed ik schijven en die legde ik op het kippenvlees.
De oven was voorverwarmd op 220 graden. Ik plaatste het bakblik in het midden van de oven. Bij die temperatuur gaarde ik de schotel in drie kwartier.
Zoals je op de foto ziet is alleen de citroen zwart geworden. Dat geeft echter niet, die citroen eet je niet, die is er alleen om tijdens het gaarproces smaak af te geven. Je gooit hem daarna weg.

Het levert een overheelijke schotel op. Het kippenvlees is doordrengt van de geur- en smaakstoffen, zo ook de aardappelen. De knoflook verliest al zijn scherpte door het garen en wordt heelijk zacht en zalvig van smaak en consistentie. 
En terwijl wij in de keuken rustig een glas wijn zaten te drinken deed de oven al het werk. En de hele keuken geurde…

We aten er een frisse salade bij en dronken een glas Spaanse witte.
Stukje Brie de Meaux toe.

griekse kip 006

Ik volgde min of meer het recept van het team van Essen und Trinken, zoals dat eind jaren negentig op t.v. verscheen.

© paul

Poussins, gevuld met gehakt en verse tuinkruiden…

poussins 004

Wij hebben vakantie! Een weekje luieren, lezen, wat wandelen, lekker eten, een mooi glas wijn drinken, en verder zien we wel.
Vandaag hebben we de hele dag bijna niets gedaan, een paar boodschapjes, een rondje met hond Max, een beetje knoeien met de nieuwe/oude telefoon, en Paul speelde, samen met de Jongste Bediende gezellig aan de keukentafel met zijn nieuwste aanwinst:een mobiele dvd-speler. Dat belooft wat! Met dat ding kunnen we nu overal eindeloos film kijken. Het nieuwe apparaat werd ingewijd met een film van Jacques Tati: “Jour de Fête”. Intussen probeerde Ons Kind mijn favoriete ringtoon op de nieuwe telefoon over te zetten, helaas, niet gelukt.  Misschien kan Evert mij helpen?
Je snapt wel lezer voor een serieuze maaltijd werd het wel erg laat, maar toch. Ik had een tijdje geleden twee mooie poussins gekocht en in de diepvries bewaard. Vanmorgen heb ik ze ontdooit dus moest er toch echt gekookt worden. Ik maakte ze heel klassiek klaar; gevuld met biologisch gehakt en veel verse tuinkruiden, zoals de moeder van Paul ze elk jaar maakte met Kerstmis. 

Neem per persoon één kippetje
50 gram biologisch gehakt, gekruid met peper, zout, peterselie, wat nootmuskaat en een teentje geplette, fijngehakte knoflook
Verwarm de oven voor op 200 graden

Meng de kruiden en de knoflook door het gehakt. Vul de kippetjes hiermee en maak de opening dicht met een prikkertje of bind een touwtje rondom de kippetjes.
Smeer de poussins rondom in met olijfolie en leg in een schaal. Zet de schaal in de voorverwarmde oven en
Laat de kippetjes in ongeveer 45 minuten bruin en gaar worden.

Wij aten er spinazie bij en krielaardappeltjes.
Espresso toe.

© ellen.

Mootje zalm met een saus van verse tuinkruiden…

zalm 002

Het is al een paar dagen stralend mooi voorjaarsweer, zonnig en, uit de wind, zelfs warm. Dan krijg ik zin in verse kruiden, groene groenten. Er is nog niet zo heel veel groente van “de koude grond” dus behelpen we ons met een krop sla. Gewoon een hele krop, gewoon uit Nederland, daarover een kleine rode ui in heel dunne ringetjes gesneden. Ik maakte de sla aan met superolijfolie (uit Toscane, dat wel), een beetje vers citroensap, peper en zout.

Daarbij een gewoon mootje zalm.
Bestrooien met peper en zeezout en even losjes door wat bloem wentelen (er mag alleen een filmpje bloem achterblijven  rondom de zalm).
De mootjes snel bakken in wat olie, aan beide kanten lichtbruin.

En daar wilde ik een saus bij maken, een mooie kruidensaus. Mijn gedachten gingen naar de Frankfürter Grüne.
Maar er in onze tuin zijn nog niet alle benodigde kruiden te vinden.
Ik besloot dus maar een saus te maken met wat er nu wel groeit; tijm, peterselie, bieslook, basilicum.

Groene voorjaarskruidensaus;
3 eetlepels mayonaise (zelfgemaakt)
2 eetlepels room
2 hardgekookte eieren, heel fijngehakt
1 eetlepel kappertjes (uit een potje, ingelegd in azijn)
2 eetlepels fijngeknipte bieslook
1 eetlepel fijngehakte platte peterselie
1/2 eetlepel fijngehakte tijm
1 eetlepel fijngehakte basilicum (Niet uit de tuin, maar gekocht in een pot. Goed verzorgen en ze groeien weken in de vensterbank)
wat peper en naar smaak wat zout.

Roer de room door de mayonaise en schep er vervolgens de eikruimels, de kappertjes en de kruiden door.
Eventueel wat zout en peper toevoegen.

Een paar gekookte aardappeltjes erbij, ook ruim bestrooid met verse peterselie.

Stukje kaas toe.
En espresso!

©ellen.