Borlottibonensoep met spelt

soep van borlottibonen en spelt
Soms eten we een tijd bijna dagelijks pasta, dan herontdekken we de aardappel, soms eten we een paar keer per week vis, of raken we verslingerd aan ‘op lage temperaturen gegaard’. Ik denk dat dat heel herkenbaar is voor onze lezers, ook onze dagelijkse kost is aan mode onderhevig. Denk aan de ‘vergeten groente’. Je kunt geen kookprogramma bekijken of er komt wel een ‘vergeten groente’ voorbij. Ook op Twitter kun je de laatste ‘eetmode’ volgen. De culi-twitteraars schrijven over brood bakken, cupcakes, foccassia, margaritaijs, worst maken, draadjesvlees en de laatste week zijn natuurlijk de asperges aan de beurt. Via Twitter kwam ik achter het bestaan van de Bruine Bonenbende. Voedingskundige Yneke Vocking, culinair historica Lizet Kruyff en culinair journalist Onno Kleyn namen het initiatief tot het oprichten van de Bruine Bonenbende. Met als missie het promoten van peulvruchten! De bonenbende heeft een eigen website met recepten, productinformatie en vooral, mooie verhalen over peulvruchten. Reden om weer eens in de bonenrecepten te duiken. Ik kocht in Luxemburg een voorraadje Borlottibonen*, met wat spelt uit het Luxemburgse Naturpark Obersauer een mooie basis voor deze maaltijdsoep.

soep van borlottibonen en spelt

  • Borlottibonensoep met spelt;
  • 160 gram spelt
  • 200 gram gedroogde borlottibonen (of 500 gram verse), knoflook, bleekselderij, salie, olijfolie
  • 4 tenen knoflook, geplet en fijngehakt
  • 1 flinke wortel, fijngesneden
  • 1 ui, 1 rode ui, fijngesneden
  • 1 kleine rode paprika, zaad verwijderen en heel fijn snijden
  • 1 stengel bleekselderij, fijngesneden
  • 2 eetlepels tomatenpuree
  • een flinke theelepel harissa
  • wat rozemarijn, salie en peterselie om te garneren
  • olijfolie
  • zwarte peper en zout.

De spelt en de bonen wassen en 24 uur weken in koud water. Het water bij de bonen af en toe verversen.

Giet de bonen af en doe ze in een ruime pan samen met een paar tenen knoflook, een fijngehakte stengel bleekselderij en een bosje salie. Giet er koud water bij, ongeveer 2x het volume van de bonen. Zet de pan op het vuur en breng de bonen aan de kook. Schuim het water af en voeg dan een flinke scheut olijfolie toe. Doe de deksel op de pan en kook de bonen in ongeveer een uur gaar. Schep de bonen uit de pan en houd ze apart. Haal ook de knoflooktenen en de selderij eruit, die hebben hun werk gedaan. Bewaar het kookvocht.

Verwarm in een andere pan wat olijfolie en smoor daarin de groenten zachtjes gaar. Voeg de tomatenpuree erbij en roer alles goed om. Doe er dan het kookvocht van de bonen bij en 2/3 van de bonen. Laat de groenten even garen en pureer dan alles tot een gladde massa met de staafmixer.

Schep de spelt uit het weekwater en voeg ze bij de soep. Laat de soep op een laag vuur 30 minuten koken tot ook de spelt gaar is.  Als de spelt gaar is zijn de korrels ongeveer tweemaal zo groot als een korrel risottorijst.

Voeg dan de rest van de bonen toe en breng de soep verder op smaak met peper en zout. Schep de soep in de borden en giet er een sliertje van de beste olijfolie over. Strooi er nog wat vers gehakte platte peterselie, salie en rozemarijn over en geef er stokbrood bij met gezouten boter.Wij zijn voorlopig ‘In de bonen!’

Kopje espresso toe!

* Borlottibonen zijn hier in Nederland ook wel te koop, maar in onze omgeving moet ik er echt naar zoeken of ze via internet bestellen (duur!) In Luxemburg liggen ze zo in het schap.

© ellen.

Ovenschotel met courgettes (courgettessoufflé?!)…

Vorige week vond ik een kookboek van Berthe Meijer terug: De Avontuurlijke keuken, voor het eerst uitgegeven in 1988. Het was in Luxemburg beland tussen de andere lec- en literatuur in ons boekenschap. Ik had het boek in tijden niet ingekeken en pas nu viel me op hoeveel bruikbare en smakelijke groentengerechten Mevrouw Meijer beschreven had. We hebben het boek mee terug genomen naar huis en afgelopen week ben ik ermee aan de slag gegaan. Ik koos een gerecht met courgettes. Zoals altijd paste ik het recept een beetje aan aan onze smaak. 

  • Olijfolie,
  • 1 kleine gesnipperde ui,
  • 2 tenen knoflook, fijngehakt,
  • 1 blik tomatenblokjes,
  • scheutje witte wijn,
  • 300 gram courgettes,
  • 25 gram boter,
  • 3 eieren
  • scheut room,
  • 25 gram parmazaanse kaas,
  • verse fijngehakte peterselie.

Laat op een matig vuur de uiensnippers en knoflook glazig worden. Voeg de tomatenblokjes toe en een scheutje wijn. Peper en zout erbij. Laat het geheel op een rustig vuurtje inkoken tot een mooie, niet al te dikke tomatensaus.

Snijdt de courgettes in dunne plakjes en bak die in de boter voor een goede tien minuten. Je dient de plakjes voortdurend om te scheppen om verbranden te voorkomen.

Klop de eieren los met de room en spatel de kaas erdoor, peper en zout en de peterselie.

Vet een ovenschaal in en stort op de bodem de tomatensaus. Hierop komen de schijfjes courgettes. Giet er vervolgens de eierstruif over en plaats de schotel in een op 200 graden voorverwarmde oven. Het gerecht is klaar wanneer de eieren zijn gestold, dat is na ongeveer 13 minuten. Ietsje langer in de oven geeft een mooie goudbruine kleur…

Het is de bedoeling dat je het gerecht warm opdient, maar het restant smaakte me later die dag koud ook prima. Hoewel het geen echte soufflé was  kreeg het er toch wat van weg. Luchtig! Als voorgerecht voldoet het voor vier personen, als hoofdgerecht voor twee.

We aten er gekookte aardappeltjes bij, en Ellen een biefstuk. Kaas en espresso toe.

Salade met coeur de boeuf tomaten, verse knoflook en andere genoegens…

coeur de boeuf tomaten

Wij hebben samen een paar dagen vrij en zijn ondanks de slechte weersvoorspelling afgereisd naar Luxemburg. Dat slechte weer valt reuze mee, het is hier tot nu toe prima. Droog, in de middag een lekker zonnetje, ‘s avonds wordt het koud, dan gaan we naar binnen, maken de kachel aan en kijken een mooie film of lezen een goed boek. Wat wil een mens nog meer! Tot gisterenavond waren we helemaal alleen op de camping (de hond van boer Neuss die even langskwam niet meegerekend), gisteren laat in de avond arriveerden ook onze campingburen Gerrie en Constant. Fijn om elkaar weer terug te zien na een lange winter. We hebben lekker even bijgekletst in het café. Ook Joop en Wilma, de beheerders van de camping, zijn blij dat er weer wat gasten zijn. De winters zijn lang, koud en saai in zo’n klein, afgelegen dorpje. Het café bij de camping is dan wel het hele jaar open en er komen ook genoeg lokale bezoekers, maar af en toe wat nieuwe mensen met nieuwe verhalen is wel fijn. Wilma wilde vandaag dus ook graag met ons mee naar de weekmarkt in Arlon. Een van de grotere markten in Zuid Belgie. Wij komen er graag, vooral voor de verse groenten en het fruit. Groenten en fruit zijn duur in Luxemburg en het aanbod op de markt in Arlon is meer dan mooi; verse groenten, prachtige kazen, ham uit Corsica, worsten uit Italie. Ook veel biologische zuivel uit de directe omgeving van Arlon.

Dit keer moesten we ook dringend wat plantjes kopen voor ons piepkleine kruidentuintje achter de caravan. Door de zeer strenge vorst waren een aantal planten kapotgevroren en éénjarigen als peterselie en selderij planten we gewoon ieder jaar opnieuw.

verse knoflooktenen en champignons

We kochten onder andere ook een bosje artisjokken, coeur de boeuf tomaten en een paar bollen verse knoflook. De tomaten gingen vanavond in een salade met wat gemengde sla, ruccola en jonge spinazie. Een bol verse knoflook hebt ik gebakken en even nagestoofd met wat champignons. Flink peper erbij en versgehakte platte peterselie. Erbij nieuwe aardappeltjes, even in de schil gekookt en daarna gebakken, en lamskarbonaadjes. Om je vingers bij op te eten!

Kopje espresso toe, mét een borreltje Marc de Champagne en een paaseitje.

© ellen.

Spaghetti met zalm en aspergepuntjes…

 

Soortgelijke recepten verschijnen er elk jaar weer op deze web site. We blijven ze toch maar publiceren, omdat elk jaar een deel van onze lezerskring verandert, de recepten een beetje veranderen, en omdat we het zelf lekker en mooi vinden.

Bij elke aspergeboer (die zelf steekt) kun je “afvalasperges” kopen. Asperges die gebroken zijn of anderszins verminkt tijdens het oogsten. Zelfs nu, nu de groente nog kapitalen kost, betaal je voor één kilo aspergestukken niet meer dan € 3,-. Je hebt voor dat geld een heleboel smaak. Voor ons is het voldoende om er een ruime pastaschotel mee te maken en een forse pan soep, genoeg voor meerdere dagen.

Vandaag de pastaschotel dus. Zoek de mooiste koppen uit uit de zak gemutileerde asperges. Je kunt ze eventueel schillen, maar doorgaans is dat bij koppen niet nodig (de rest van de asperge wel!) Kook ze in gezouten water gaar.

Fruit een heel fijn gesneden sjalotje in boter. Gebruik een braadpannetje, of nog liever een sauspan. Voeg goede room toe en doe er wat van de gerookte zalm bij voor de smaak. Ook een paar druppels droge witte wijn erbij. Laat de saus inkoken tot de dikte die je geschikt en lekker vindt. Afmaken met een beetje nootmuskaat, peper en zout. Kook de spahetti en laat die even uitlekken. Meng de spaghetti door de roomsaus en schep er dan de rest van de zalm en de aspergekoppen door. Bestrooi het gerecht met gehakte peterselie, of in dit geval, verse bieslook. Dien warm op.

Simpel, snel, heerlijk…

Linzenschotel met tomaatjes en citroenrasp…

Bij het afdalen van de keldertrap stootte ik mijn hoofd aan een pak Puy-linzen, dat wat ongelukkig uitstak uit het schap aan de wand. Een milde krachtterm en daarna verwondering. Ik dacht: verdraaid, hebben we dat nog? En zo bepaalde het toeval, als zo vaak, wat er gisteravond op tafel ging verschijnen. Een schoteltje linzen dus! Het recept vond ik in een oude Delicius, het is van de hand van Trudelies Schouten, die het ooit beschreef als onderdeel van een “Groene Kerst”. Mevrouw Schouten gebruikte beluga-linzen, ik die uit Puy. Verder deed ik wat anpassingen, het oorspronkelijk recept was voor acht personen en ik hoefde slechts twee monden te voeden. Voor twee personen dus:

  • 120 gram gedroogde linzen,
  • 30 gram gedroogde tomaat,
  • 1 sjalot, fijn gehakt,
  • 12 kerstomaatjes (1 ons),
  • ‘n hand basilicum,
  • handje verse peterselie, fijngehakt,
  • rasp van een halve citroen,
  • citroensap,
  • olijfolie,
  • 1 tak tijm,
  • 1 laurierblad,
  • peper en zout.
Spoel de linzen in een zeef. Breng ze aan de kook, samen met de laurier, de tijm, de citroenrasp en de in blokjes gesneden gedroogde tomaten. Laat ze op een laag vuurtje gaar worden, met het deksel op de pan. Verwarm de oven voor op 200 graden. Doe de kerstomaatjes in een ovenschaaltje en begiet ze met 2 eetlepels olie. Even schudden zodat de olie over het hele oppervlak van de tomaten zit. Dan bestrooien met peper en zout. De tomaten worden nu in de oven gegrild, een goed kwartier tot twintig minuten.
Wanneer de linzen gaar zijn roer je er olie en een scheutje citroensap door, de fijgehakte sjalot en de peterselie. Een flinke zwieper met de pepermolen, idem met het zout. En niet te vergeten de helft van de basilucumblaadjes, die je grof hebt gescheurd. Zorg dat alles goed door elkaar raakt en stort dan de groente in een voorverwarmde schaal. Drappeer de kerstomaatjes ertussen en bestrooi de schotel met de rest van het basilicumblad. Dien warm op.
  • De kookinstructie voor linzen vind je doorgaans op de verpakking. Maar er bestaat een soort vuistregel. Week de linzen twee à drie uur in koud water en je kunt ze daarna in een goede twintig minuten gaar koken. Kook je ze zonder te weken dan zal het 35 à 40 minuten duren voordat ze gaar zijn. Het beste is en blijft om tussentijds te proeven hoe het met je linzen staat. Je kunt zo precies de consistentie bereiken die je wenselijk vindt (zacht, beetgaar enz.). Bedenk dat sommige linzensoorten niet kunnen zónder weken, en anderen dat in het geheel niet nodig hebben. Mijn linzen kookten 35 minuten.
  • Ik gebruik bij het koken van linzen altijd drie keer zoveel water als linzen. Meer water mag best, bij minder ga je tekort komen. Het voordeel van niet teveel water te gebruiken is dat het water aan het eind van de kooktijd geheel is opgenomen. Moet je afgieten omdat de schotel te nat is dan verlies je altijd wat smaak, en dat is jammer. Wel blijven controleren of de zaak niet droog kookt. Ik had gisteren kennelijk iets teveel water gebruikt, dus liet ik de laatste tien minuten de deksel van de pan. En toen kwam het toch allemaal weer goed.
  • De toevoeging van citroenrasp aan het gerecht is dé verrassing. Alleen al daarom zou je dit gerecht moeten proberen.
  • Reken per persoon op 60 gram gedroogde linzen, grote eters wat meer.

 

Nieuwe aardappeltjes uit de oven; een beetje lente…

nieuwe aardappeltjes
Het is hier al een paar dagen prachtig weer; het zonnetje schijnt uitbundig, de bomen krijgen blaadjes en grrr, het zevenblad schiet al weer aardig uit. Tijd voor een luchtig fris lentemenu, maar eigenlijk is er nog niets echt ‘lente-achtigs’ te koop. Voor de eerste groenten van de koude grond is het toch echt nog te vroeg. We zouden natuurlijk dat zevenblad uit onze tuin kunnen eten, maar ik ben er niet echt dol op. Jonge brandnetels zijn prima lentegroen, maar die groeien weer niet in onze tuin en op plaatsen hier in Gemert waar brandnetels wel groeien, plassen er naar mijn zin teveel honden overheen. Bij de caravan in Luxemburg groeit een overdaad aan brandnetels en ik maakte er al eens een heerlijke risotto mee. Goed daar verheugen we ons vast op. Toch een beetje ‘lente’ was dit schoteltje met nieuwe aardappeltjes en tomaatjes uit de oven.

  • voor twee personen
  • 300 gram  nieuwe aardappelen, schoonboenen en even voorkoken mét schil en al
  • een stuk of zes kleine rijpe tomaten in partjes gesneden
  • een halve rode ui in fijne ringen gesneden
  • kleine zwarte olijfjes, mét pit
  • een stukje zachte geitenkaas
  • olijfolie
  • peper en zout

Verwarm de oven voor op 180 graden. Snijd de aardappeltjes in partjes en schik ze op een ovenschaal. Maal er wat grof zeezout over en wat zwarte peper. Schik te tomatenpartjes erop en dan de olijfjes en de stukjes geitenkaas. Giet er met gulle hand olijfolie over en zet de schotel 20 minuten  in de oven.

Kopje espresso toe.

© ellen.

Linzen met worstvlees in tomatensaus…

Linzen, we zijn er dol op. Linzen uit Puy, linzen uit de Berry, linzen uit Italië, linzen uit Spanje… We mogen ze te pas en te onpas eten. Het liefst zelf geweld en gekookt, maar soms moet het even anders. Onder tijdsdruk willen we een enkele keer wel grijpen naar een portie linzen uit blik. Minder lekker, ik geef het toe, maar bruikbaar voor een snelle en eenvoudige maaltijd. Het recept is van Italiaanse origine en als bijgerecht voldoet de hoeveelheid voor 2 à 3 personen.

  • 300 gram linzen, uitgelekt gewicht,
  • 1 blikje tomaatblokjes (400 gram),
  • 2 varkensworstjes,
  • 2 sjalotten,
  • 2 tenen knoflook,
  • 1 gedroogd pepertje,
  • 1 theelepel karwijzaad (kümmel),
  • 2 eetlepels tomatenpuree,
  • olijfolie,
  • handje verse koriander,
  • peper en zout.
Hak de sjalotten en de knoflook fijn en bak ze op een rustig vuur in olijfolie tot ze glazig en zacht zijn. Roer het karwijzaad en het pepertje erdoor en laat dat een goede minuut meebakken. Dan de tomatenpuree erbij. Laat het geheel een paar minuten binden. Ontvel de worstjes en doe ze bij de saus. Maak de worstjes met een houten lepel kort en laat ze meebakken. Wanneer het vlees na een paar minuten bruin is kan de tomatenpulp erbij. Een scheut water toevoegen en de saus 20 minuten laten koken. Breng op smaak met peper en zout. Wanner de saus voldoende is ingedikt kunnen de linzen erbij en ook de helft van de koriander. Na een minuut of vijf is alles voldoende verwarmd. Schep de groenten over op een voorverwarmde schaal en strooi er de rest van de koriander over.
  • Ik gebruikte karwijzaad, wil je liever de wat mildere smaak van venkelzaad dan moet je iets meer gebruiken van die specerij.
  • Het bakken van het pepertje en het zaad zorgt ervoor dat de smakelijke oliën sneller en beter los komen.
  • Koriander geeft een heerlijke, maar specifieke smaak, niet iedereen waardeert die. Je kunt in dat geval peterselie gebruiken.
  • Gebruik je gedroogde linzen dan kun je ze aan de saus toevoegen, tegelijk met de tomaten en het water. Gewoon even controleren of ze gaar zijn. (Dat zal na een goede 25 minuten zijn.)

Hachis Parmentier voor een groot gezelschap

Hachis Parmentier

Meestal maak ik voor de carnavalsmaaltijd soep. Soep in grote hoeveelheden, bonensoep, preisoep, tomatensoep met veel groenten, noem maar op. Ideaal voor de carnavalsvierder; een flinke kom soep met veel groenten, wat brood en hup we kunnen er weer tegen. Voor zo’n feestje moet je een goede bodem hebben, stevige kost, niet te vet en het moet ook nog eens snel klaar zijn.

Ik las een tijdje geleden een tweet van Sylvia Witteman waarin ze schreef dat ze een gezelschap Russen te eten kreeg en dat ze daarvoor Hachis Parmentier zou gaan maken. Dat leek me opeens een prima menu voor ons carnavalsgezelschap. Vandaag dus geen soep maar Hachis Parmentier.

  • Voor een niet te schatten aantal mensen denk ik dat dit voldoet:
  • 2 1/2 kilo half om half gehakt
  • 4 grote uien
  • 2 grote rode uien
  • knoflook naar wens
  • zout en peper
  • wat raz el hanout
  • basilicum
  • 5 kilo aardappelen
  • boter
  • olijfolie om in te bakken
  • melk
  • truffelboter
  • nootmuskaat
  • twee grote ovenschalen

Bak het gehakt mooi rul. Bak telkens een portie van ongeveer een pond tegelijk. Kruid met raz el hanout, peper en zout en knoflook. Schep het gehakt in de ovenschalen zo dat de bodem helemaal bedekt is. Bak dan de uienringen lichtbruin en leg die op het gehakt. Kook de aardappelen en maak er met de knijper een luchtige puree van. werk de truffelboter door. Bedek het gehakt en de uien met de puree.

Tot zover is alles klaar. Vanavond gaan de schalen in de oven om te verwarmen en een mooi bruin korstje te krijggen. Zo, nu ga ik snel mijn pekske aantrekken. De eerste gasten zullen zo wel arriveren en dan vertrekken we richting De Keizer voor de laatste carnavalsdag. Zo rond zes uur moet er iemand naar huis om de oven aan te zetten en dan kan het gezelschap om een uur of zeven aan tafel.

Foto’s van de carnaval zijn te bekijken via :http://www.flickr.com/photos/ellenbouckaert/sets/72157628886758959/

Vandaag géén espresso!

© ellen.

Chinese kool (zuurkool, zoute kool, gefermenteerde paksoi?!, ik weet het niet…).

Wie wat bewaard, die heeft wat. Daar waren we het toch over eens?

Zo kocht ik bij mijn laatste bezoek aan de Chinese supermarkt aan de Kleine Berg in Eindhoven wat pakjes, zakjes en blikgoed. Om wat te hebben in barre tijden, en ook om het mezelf makkelijk te maken bij mijn sporadische exercities in Oosters Koken.

Ik schafte me blikjes tjap tjoy aan, en blikjes met vleesvervangers. Ik kocht er noedels van allerlei aard en natuurlijk dim-sum. En ook nam ik een aantal zakjes gefermenteerde groente mee. De meeste bevatten kool (zuur, zout, mild-zoet). De groente van de foto zal ook wel kool zijn, maar zeker weten doe ik het niet, en de verpakking helpt me nauwelijks verder.

Xue cai da wang, dat is de enige voor mij leesbare informatie op de verpakking. Ik ben nog even te rade gegaan bij de Tokowijzer van Kattebelletje, het mocht niet baten.

De smaak deed in ieder geval denken aan groene kool, of boerenkool. Verder was het gerecht licht-zout, iets zurig en mild. Wij aten het koud, als bijgerecht bij een oosterse maaltijd, maar verwarmen of met andere zaken meestoven moet ook prima gaan. Het zakje kostte een goede euro…

Winterse Venkelsalade met bloedsinaasappel

venkelsalade met bloedsinaasappel 005
Sinds 1 januari werk ik officieel één dag minder in de week, dinsdag is voortaan mijn vrije dag, officieel dan. In de praktijk is het er nog even niet van gekomen. Het wil maar niet lukken om een sluitend rooster te maken met die dag minder. Maar vandaag was het toch eindelijk zover; mijn eerste vrije dinsdag! Nou had ik natuurlijk uitgerekend vandaag een evaluatiebijeenkomst van een cursus die ik voor mijn werk volg, maar goed, de bijeenkomst duurde maar tot twaalf uur. Het werd dus eigenlijk de eerste extra vrije middag van dit jaar… Ik moet zeggen dat ik vind dat ik mijn middag welbesteed heb; na de bijeenkomst op het TUE terrein in Eindhoven ben ik even naar het centrum gewandeld en heb ik een paar mooie wollen truien gekocht voor de helft-van-de-helft (je moet toch al erge haast hebben wil je tegenwoordig nog de volle mep betalen voor kleding en schoeisel?) Daarna een smakelijke lunch met een kopje espresso toe, met de bus naar huis en in ons dorp met Hond Max nog een eindje in de zon gewandeld. En nog tijd genoeg over om een mooie kip te grillen en er een salade bij te maken! Dat beloofd wat voor de komende dinsdagen…

Ik weet het wel; Iedereen eet vandaag boerenkool of zuurkool of erwtensoep vanwege “eindelijk winter”. Nou ik had geen zin in zware winterkost, ik had zin in een gegrilde kip en een salade van venkel leek me er prima bij smaken. Rauwe venkel vind ik meer iets voor de zomer dus heb ik de venkel geblancheerd in kokend water. We aten de salade lauwwarm.

  • voor twee personen:
  • 2 kleine venkelknollen, een beetje groen apart houden
  • 1 1/2 bloedsinaasappel
  • olijfolie
  • peper en zout
  • wat citroensap
Maak de venkelknollen schoon en halveer ze. Blancheer ze 10 minuten in kokend gezouten water. Laat ze in een vergiet uitlekken en snijd ze in dunne plakjes. Meng het sap van een halve bloedsinaasappel met olijfolie en peper en zout. Snijd de andere bloedsinaasappel in partjes en schik die met de venkel op een schaal. Giet er de dressing over en serveer de salade lauwwarm.
Lekker met een gegrilde kip!
Kopje espresso toe.
© ellen.