Zoals gezegd, die drukke “vrije” week sloten we af bij Ans en Alex. Vriend Jan en (andere) Ans waren er ook. We dronken en we aten. Tijdens de maaltijd kwam ter sprake dat Ans en Alex één van de daarop volgende dagen de Schone Stad Mechelen zouden bezoeken. Ze wilden de Rik Wouters tentoonstelling zien (die overigens nog loopt tot 1 januari 2015!)
Het kwam ons goed uit. Wij wilden graag weer een Mechelse Koekoek van topkwaliteit, en die koop je in Mechelen. Het vriendelijk verzoek aan Ans en Alex of ze vanaf het Gemeentemuseum even de straat wilden oversteken. Daar aan de overkant, bij kwaliteitspoelier Paradijs Maturin hebben ze de allerbeste.
Er pronkt in die winkel allerlei, alles naar aanbod van het seizoen. Mechelse koekoek hebben ze er altijd; de dames liggen er half gekleed bij. Tussen de uitgestalde waar kies je de koekoek die jou aanstaat. Vervolgens wordt de vogel vakkundig gesloopt en keukenklaar gemaakt. Aangezien in dit geval de bestelling voor derden was werden de poten mee verpakt. “Kunnen die mensen thuis zien dat het een échte is…” De kop kun je eventueel ook meekrijgen, maar de Mevrouw Poelier vertelde ons bij een eerdere gelegenheid dat dat tegenwoordig nog zelden op prijs wordt gesteld.
Werd onze vorige koekoek getrasformeerd tot een Bourgondische koekoek, deze zal vermoedelijk eindigen als Poule au pot, het lievelingsgerecht van Charles de Gaulle.
(Voor het archief: we aten lekker bij Ans en Alex; o.a. een taartje met spinazie en gerookte forel en een salade van rauwe rooie bietjes. Ook bakte Ans de Noord-West Franse equivalent van de Elzasser Flammenkueche. Met de topkaas uit Picardië en Nord-Pas-de-Calais: de Maroilles, die overigens ook onderdeel uitmaakte van het kaasdessert. Over die kaas later meer…)