Dit was wel de saaiste kerst ooit; Paul moest s’nachts werken, en dus overdag slapen. Dan is een uitgebreid kerstdiner met veel gangen en mooie wijnen geen optie. Ik heb deze kerst dus ook maar weinig tijd in de keuken doorgebracht. Gelukkig had ik een mooi boek en gelukkig kwamen de Jongste Bediende en vriendin Marleen even langs om te kijken of we niet helemaal verpieterden…
Lichtpuntje waren de patrijsjes die ik gisteren klaarmaakte. De foto’s zijn niet zo geweldig maar de vogeltjes smaakten uitstekend. (Op de bovenste foto de patrijsjes na het aanbraden).
Ik maakte ze klaar op de Normandische manier, met appeltjes en room. Eigenlijk moesten ze met wit vet spek omwikkeld worden, maar de enorme rij wachtenden bij de slager deed mij besluiten om het spek te vervangen door ontbijtspek (iets dikker dan normaal laten snijden bij onze grootgrutter).
- 2 patrijsjes
- 6 lapjes spek, bindgaren
- boter
- room
- 2 grote goudreinetten, geschild en in schijfjes gesneden
- een scheut calvados
Wrijf de patrijsjes in met zout en peper en bind het spek om de borst. Verwarm de, liefst geklaarde, boter en braad daarin de patrijsjes rondom aan. Haal de vogels uit de pan en braad de appelschijfjes licht bruin. Giet er de calvados over en daarna de room. Laat de room even op temperatuur komen. Neem een ovenschaal met deksel en leg daarin de patrijsjes. Schik de appel eromheen en giet de room erover. Sluit de deksel en laat de patrijsjes in een matig hete oven garen. Wij aten er aardappelpuree bij met truffelboter. Kopje espresso met voor mij een glas calvados toe.
© ellen.