Verse doperwtjes met olijfolie en proscuitto uit Florence…

erwtjes
Bij Italiaans eten denken wij hier in Nederland toch vaak alleen maar aan ‘pizza en pasta’ terwijl juist de Italianen meesters zijn in het bereiden van groentengerechten. De Italiaanse keuken kent eindeloos veel variaties met groentes van het seizoen. Ik pak dan ook altijd graag terug naar het kookboek van Marcella Hazan; De Italiaanse keuken. Talloze simpele groentengerechten, voor alle seizoenen vind je er wel iets lekkers. Op dit moment is het tijd voor verse doperwtjes. Je kunt ze even heel simpel blancheren, lekker, maar Marcella geeft de erwtjes nog nèt iets meer swung door ze een met beetje knoflook, wat ham en wat kruiden klaar te maken.

voor vier personen, vrij naar Marcella Hazan:

  • 1 kilo ongedopte erwtjes
  • 2 teentjes knoflook, geschild en in kleine stukjes gesneden
  • 2 eetlepels olijfolie
  • 2 eetlepels proscuitto of pancetta, fijngesneden
  • 2 eetlepels zeer fijngehakte peterselie
  • zwarte peper uit de molen, zout

Verwarm de olijfolie en fruit daarin de knoflook lichtbruin. Voeg de proscuitto toe. Roer even goed om en doe er de gedopte erwtjes bij. Schep alles een paar keer goed om en voeg peterselie en peper toe. Doe er dan ongeveer 4 eetlepels water bij. Temper het vuur en leg een deksel op de pan. Laat de erwtjes zo 15 tot 20 minuten sudderen, afhankelijk hoe oud en hoe vers ze zijn. (evenuteel wat water toevoegen) Het water moet verdampt zijn als de erwtjes gaar zijn. Stoof eventueel even zonder deksel zodat het vocht kan verdampen. Serveer de erwtjes op een mooie schaal. Wij aten er een kalfs T-bone van de gril bij en wat nieuwe aardappeltjes.

Kopje espresso toe!

© ellen.

Schouderkarbonaden met Maitranksaus…

doperwtjes en karbonaadjes in Maitranksaus

We beginnen naar de zomer te verlangen. Zo’n mooie zwoele zomeravond, dat je gewoon de hele avond in de tuin kunt zitten en je, zelfs als het begint te schemeren, geen vestje nodig hebt. Geurende rozen, een mooie fles wijn erbij en goed gezelschap…Het komt eraan lezer! Gisteren was het in ieder geval mooi genoeg om de zaterdagborrel met de Keizer van Monera in de tuin te nuttigen. De zon scheen, de rozen bloeien volop, de peterselie schiet de grond uit. Tijd voor een mooi zomers aperitief; Maitrank! We schreven er al uitgebreid over. Er ontstond zelfs een hele correspodentie over dit bijzondere zomerse drankje. En we maakten het ook al eens zelf. Ans en Hijn waren in de Hemelvaartvakantie in Luxemburg en brachten voor ons een fles mee.

maitrank

Goed gekoeld serveren met een schijfje sinaasappel en je proeft de zomer! En omdat de fles toch open was, gebruikte ik de maitrank, in plaats van witte wijn om de karbonaadjes in te stoven. De Maitrank gaf een mooie kruidige smaak aan het vlees en de saus. Maitrank is hier in Nederland, volgens mij, nergens te koop, maar je kunt het zelf maken. Je zou de Maitrank in dit recept ook kunnen vervangen door een scheut vermout of Noilly Prat.

Schouderkarbonaden gestoofd in Maitrank:

  • 2 biologische schouderkarbonaden
  • 1 ui in dunne ringen gesneden
  • 1 teentje knoflook, geplet en fijngehakt
  • wat olijfolie
  • peper en zout
  • een flinke scheut Maitrank
  • eventueel wat bouillon
  • een scheutje room
  • versgehakte platte peterselie

 

Verhit de olijfolie en bak het vlees snel om en om bruin. Voeg de in ringen gesneden ui toe en de knoflook en laat even meebakken. Blus dan af met een flinke scheut Maitrank. Roer de aanbaksels los. Laat zo 45 minuten stoven. Roer er op het einde van de braadtijd een scheutje room bij en wat vers gehakte platte peterselie.

Wij aten er nieuwe aardappeltjes bij en ‘verse’doperwtjes. Over die doperwtjes later meer!

Een kopje espresso toe!

© ellen.

Schouderkarbonaden met tomatensaus en tuinboontjes…

schouderkarbonade en tuinboontjesVandaag eindelijk weer eens een lekker karbonaadje van biologisch varkensvlees. We kochten gisteren vlees bij de Sumiranboerderij. Dit vlees smaakt stukken beter dan het biologische vlees dat bij de super verkocht wordt. Kennelijk wordt het vlees uit de super toch anders behandeld? Het vlees uit de super lijkt meer vocht te bevatten. Ik weet niet wat ze ermee doen. Dit Sumiranvlees was in ieder geval prima en ik vind de prijs ook heel redelijk. Paul eet nog zeker niet zo’n hele karbonade maar een piepklein stukje om te proeven gaat al prima. Ik stoofde de karbonaden dit keer met tomaten en verse knoflook.

 

  • voor twee personen
  • 2 schouderkarbonaden
  • een beetje olijfolie
  • 1 ui, in ringen gesneden
  • 2 tenen verse knoflook, heel fijn gesneden
  • een scheutje witte wijn
  • eventueel wat bouillon
  • 2 grote tomaten, in partjes gesneden
  • wat gedroogde oregano
  • een takje verse rozemarijn
  • een handje zwarte olijven
  • peper en zout
  • wat versgehakte platte peterselie

Verwarm de olie en bak daarin het vlees aan beide kanten snel bruin. Voeg ui en knoflook toe en bak ze even mee. Dan de tomatenpartjes erbij en ook nog even meebakken. Blus af met de witte wijn. Doe er de oregano, rozemarijn en olijven bij en eventueel wat bouillon en laat het geheel een uurtje zachtjes stoven. Breng verder op smaak met peper en zout en strooi er op het laatst met gulle hand peterselie over.

Wij aten er vandaag jonge tuinboontjes bij. Vandaag onder de zaterdagborrel met de Keizer van Monera dopte ik de boontjes. Een gezellig karweitje vind ik dat eigenlijk; wat ‘buurten’ en toch iets doen. toen de boontjes allemaal gedopt waren dopte ik er een paar ‘dubbel’ zoals dat heet. Een vreselijk friemelklusje en eigenlijk bleek het helemaal niet nodig. Misschien beter als je wat oudere tuinbonen hebt, maar voor deze jonge boontjes vind ik het eigenlijk gedoe.

schouderkarbonade en tuinboontjes 

 

En de groeten van de Sumiran-varkens…

sumiran

Een drukke dag vandaag. Na de prachtige optocht reden we naar Heusden, naar de Sumiran boerderij. We dronken koffie op het erf en ‘buurten’ over varkens, boeren en buitenlui en wat ons zo verder nog bezighoud. In de koelbox ging een kleine, maar mooie voorraad biologisch vlees mee naar huis. Recepten volgen…

De groeten van de varkens, zij hebben het goed!

© ellen.

Schouderkarbonaden met Noilly Prat…

schouderkarbonaden met Noully Prat-saus

Mode kenmerkt zich door veranderlijkheid. Het ene jaar zijn de rokken kort, het jaar daarop vallen ze over de knie. Auto’s hebben een silver-matalic kleur, tot de mode besluit dat er weer meer opzichtiger kleurtjes in het straatbeeld moeten. Wat eens als een absolute “must” gold kan even daarop bij het grof vuil. Mode bedilt zo’n beetje alles wat we zien en zijn, en het is voortdurend oppassen dat we ons niet knettergek laten maken door deze of gene modepaus of smaakmaker. En natuurlijk door al die schrapers die grof geld aan mode, en dus aan ons willen verdienen.

Ook het kookgedoe en het restaurantwezen ontkomen niet aan mode. En ook daar geldt dat wanneer iets eenmaal uit de mode raakt, je ook dient te doen alsof het nooit heeft bestaan, alsof het besmet en te levensgevaarlijk is om nog mee om te gaan.

In de jaren zestig en zeventig werd er veel en graag met sherry gekookt. En dat gebeurde tot het niet meer gebeurde. Ineens was het uit, op, over. Waarom zou ik niet weten. Sindsdien verdwijnen ook de recepten waarin sherry wordt verwerkt uit de kooklectuur. Verdwenen, foetsie, weg. En niet omdat sherry ineens niet meer te gebruiken zou zijn, want dat is het gewoonweg wel. Maar het is kennelijk niet meer in de mode.

Zoiets gebeurde ook met Noilly Prat. Noilly Prat is een Franse vermouth, uit de buurt van Marseille. Het is een drank met een rijk smaakgamma, en in de basis zit zoet en een tikkeltje zuur. Bij ons is de drank nooit zo populair geweest, maar veertig jaar geleden kon je in elk Frans of Belgisch restaurant wel een gerecht eten waar de vermouth in verwerkt was. En terecht, want Noilly Prat leent zich prima in de keuken. Maar goed, dat is dus nu verleden tijd…

In de prehistorie van het Ministerie stond de vermouthfles ook in onze keuken te prijken. We gebruikten er naar hartelust van, en niet alleen bij het koken. Tot het dus ook bij ons op enig moment ophield. Een verklaring heb ik daar niet voor, misschien waren we toch modegevoeliger dan we wel wilden toegeven.

Enfin, hoog tijd voor een opwaardering. Bij Noilly Prat hebben ze er al wat aan gedaan door de drank in een moderne, kekke, en wat mij betreft lelijke fles te stoppen. De smaak is gelukkig hetzelfde gebleven. Het recept is voor twee personen.

  • 1 ui,
  • 2 schouderkarbonaden,
  • 2 tenen knoflook,
  • 1 sherryglas Noilly Prat,
  • 1 sherryglas bouillon,
  • room,
  • olijfolie,
  • vers gehakte peterselie,
  • scheutje tabasco,
  • peper en zout.

Wrijf het vlees in met peper en zout. Bak de schouderkarbonaden in olijfolie aan alle twee de kanten tot ze mooi bruin zijn. Haal ze uit de pan en houd ze warm. Bak in dezelfde pan de gesnipperde ui en de fijn gehakte knoflook aan tot het goudgeel glazig wordt. De karbonaden terug in de pan, de bouillon en de Noilly Prat erbij, deksel op de pan en op een heel zacht vuurtje laten stoven. Na een goed uur haal je het vlees weer uit de pan. Meng de room door het stoofvocht en maak het gerecht af met een scheutje tabasco en de vers gehakte peterselie.

Let tijdens het stoven op dat het vlees niet droog komt te staan. Een klein scheutje water toevoegen volstaat.

¢ paul

Kalfniertjes in whiskysaus

kalfsnier in whiskeysaus

Natuurlijk was het niet alleen maar kommer en kwel in Luxemburg. we hebben ook weer heerlijk rondgewinkeld in het enorme Belle Etoille shoppingcentre. Het blijft fantastisch wat ze daar allemaal te koop aanbieden. Dit keer hebben we ons maar eens verdiept in wat er zoal op de afdeling ‘abats’ te koop was. Slachtafval, het klinkt niet zo smakelijk maar toch vind je hier de meest heerlijke stukjes vlees. In Nederland meestal niet te koop of je moet een superverhouding met een superslager hebben. Nier en lever van een biologisch kalf, kom daar in Nederland maar eens om. Kalfszwezerik, varkenspootjes, lamsniertjes en zelf hersens lagen gewoon in het schap. Nu is zwezerik klaarmaken op een camping me iets teveel gedoe. Het blijft tenslotte een beperkt klein keukentje. Paul had wel zin in de kalfsnier en we haddden ook een mooie fles Single Malt Scotch Whisky gekocht. De combinatie lag voor de hand; Kalfsnier in Whiskysaus.

  • Voor 2 personen
  • 1 nier van een biologisch kalf, goed schoongemaakt en in stukjes gesneden
  • 2 kleine sjalotten, 1 teentje knoflook, fijngesneden
  • wat bloem
  • peper en zout
  • boter
  • whisky
  • witte wijn
  • wat room
  • eventueel bouillon
  • versgehakte platte peterselie

Kruid de stukjes nier met zout en peper en stuif er een klein beetje bloem over. Verhit de boter en bak daarin de sjalotjes en knoflook even aan. Schep ze uit de pan en bak in dezeflde pan de stukjes nier rondom goudbruin. Voeg ui en knoflook weer toe en giet een een scheutje whisky over. Blus af met wat witte wijn en laat het geheel even sudderen. Voeg een scheutje room toe en laat nog even zachtjes inkoken. Niet te lang anders worden de niertjes taai. Ze moeten mooi rosé zijn. Schep er nog wat platte peterselie over en dien snel op. Wij aten er wat spätzle bij en een salade.

Stukje Camembert d ‘Isigny toe maakte de maaltijd helemaal af. En natuurlijk een kopje espresso.

© ellen.

Cassoulet au confit de canard…

stormschade Septfontaines 2010

We waren er even niet, kwestie van een lang weekend Luxemburg. We deden ons best om vanuit onze woonst aldaar een berichtje op dit web-log achter te laten, het lukte niet. We hebben iedereen de schuld gegeven van het debacle, behalve onszelf. Weer thuis bleek evenwel dat ik aan een verkeerd knopje had gezeten! Enfin…

Heuse rampen hadden er tijdens onze maandenlange afwezigheid plaats gevonden. Met als apotheose een storm op orkaankracht die de helft van het bos boven de camping wegvaagde. Het geschiedde op de laatste dag van februari. Je zult er de komende tijd nog over lezen.

Ondanks de hartverscheurende aanblik van de kaalslag, aten en dronken we goed. Ellen maakte kalfsnieren in whiskysaus, een geweldige biefstuk en kakelverse (jaja) forelletjes. We dronken oude volle Bourgogne en jonge frisse Rivaner. Eén dag hielden we het simpel. (Hoewel, simpel?)

Bij elk bezoek aan Luxemburg schaffen we ons wel een paar potten kant-en-klaar-maaltijd aan. Doorgaans nemen we die mee naar huis, maar soms worden ze ter plekke genuttigd. Je komt ze vaak tegen, die potten en blikken. In Frankrijk, in Luxemburg, in Belgie. Hoogwaardig voedsel, artisinaal bereid met de beste ingredienten. Er zit her en der ook wel kaf tussen het aanbod, maar met een beetje zoekwerk en goed opletten vind je de juiste kwaliteit heus wel. Slechts opwarmen volstaat om van een heerlijke maaltijd te genieten.

Favoriet bij ons is de Cassoulet met gekonfijte eendenpootjes. In zo´n pot zitten twee, soms drie eendenpootjes, drie Toulouseworstjes en drie plakken Morbier-achtige worst. Het vlees drijft in een bad van witte bonen en aardappelen, aangmaakt met een tomatensaus en middels kruiden en specerijen op smaak gebracht. Het enige eigen toevoegsel is dan een flinke hand vers gehakte peterselie.

De inhoud van de pot is anderhalve liter en kost twaalf euro.

¢ paul

Varkenknie in aspic…

varkensvlees in gelei

Over de Paasbrunch kom ik nog te schrijven, ik heb nu even geen goede foto paraat. Dan maar iets geheel anders: varkensvlees in aspic.

Mijn collega Ivo woonde ruim vijfentwintig jaar in Frankrijk. Geruime tijd was hij geitenboer. Hij produceerde van die prachtige kleine witte kaasjes, die hij dan voor een deel zelf sleet op artisinale markten. Hij deed dat onder anderen samen met zijn vriend c.q. collega-boer Julien Mayrac, een varkenshouder.

Julien Mayrac heeft vrije-uitloopvarkens. Ook de kippen, de kalkoenen en de geit scharrelen er lustig op los. Van het andere vlees weet ik het niet, maar een deel van het varkensvlees wordt geconserveerd aangeboden, en wel ingeblikt. Ivo bracht onlangs zo’n blik voor ons mee. Jarret de porc stond er op het blik, een knietje dus. De inhoud bestond uit pootvlees, ontdaan van bot. Zowel lang spiervlees en kort, wat vet erbij en gelei. Ook een stukje zwoerd, botermals. Het vlees was gekookt en smaakte voortreffelijk. Ik wist alleen niet wat ermee te doen. Voor de mousse die ik ervan wilde maken achtte ik het vlees niet geschikt. Ellen loste het op door het vlees in te leggen in gelei. Een eenvoudig recept, met een feestelijk gerecht als resultaat.

  • 400 gram gekookt varkensvlees,
  • 400 cc bouillon,
  • 1 glas droge witte wijn,
  • 1 eetlepel kappertjes,
  • 6 blaadjes gelatine,
  • verse peterselie,
  • peper en zout.

Hak of snijd het vlees fijn. Verwarm de bouillon en de witte wijn. Week de gelatineblaadjes en hak de peterselie. Los de gelatine in de bouillon op. Doe het vlees in een kom. Meng het vocht erdoor en de peterselie en kappers. Op smaak maken met peper en zout. Stort de massa in een vorm en laat minstens één nacht in de koelkast opstijven.

* De wijn en de kappers zorgen voor een frisse, wat zurige smaak. En let op met zout toevoegen, het vlees is doorgaans al gezouten bij het conserveren.

biologisch varkenspootje biologisch varkenspootje

© paul

Het worstje van Catillon…

worstje uit Brussel, Cantillon?

Jan en Ans waren in Brussel, ik schreef er al over. Naast een keur aan Gueuzebieren brachten ze ook dit worstje mee. Het verhaal van het worstje bleef wat vaag, ze kochten het in de museumbrouwerij Cantillon. Er zou wort (of iets anders uit het brouwproces) door de farce zijn gemengd en dat maakte het worstje zo bijzonder.

Ik heb gezocht en gezocht, maar ik kan er geen chocolade van maken. De informatie van de brouwerij rept in het geheel niet van worstjes.Het enige terug te vinden worstje wordt als bijlage gegeven tijdens de brouwerijdag op 24 april van dit jaar, en wel bij hun Cuveé Saint-Lamvinus. Het betreft dan een worstje met eekhoorntjesbrood.

Is het belangrijk te weten hoe het nou precies zit met dat worstje? Ja nou en of! Ik mag dan van mezelf wel niet voortdurend in superlatieven vervallen, maar ooit moet het…

Dit was het lekkerste worstje ooit! (Ten slotte moet er ooit één het lekkerst zijn, niet waar?)

Ik heb de brouwerij om uitkomst geschreven, ik heb nog geen antwoord gehad. (Wordt vervolgd…)

© paul

Kalfsmerg…

ossobuco

Zelden heb ik ergens last van bij het schrijven. Het proces gaat doorgaans langzaam, maar eenmaal bezig rolt er altijd wel wat leesbaars uit. Meestal is de kwaliteit aardig doorsnee, een enkele keer val ik van mijn stoel van verbazing, bewondering en eigendunk. Ik moet wel opletten om niet voortdurend in superlatieven te vervallen. Het staat zo lullig, dat hemel-hoog prijzen. En het klinkt ongeloofwaardig ook. Maar soms moet het lezer, soms moet het…

Een kalfsschenkel heeft een bot, en dat bot bevat merg. Je krijgt het er gratis en voor niks bij. En dat is mooi meegenomen, want niets is lekkerder dan een sneetje wit brood met goeie boter en een hompje merg. Echt waar! Men mag mij er ‘s nachts voor uit bed porren, ik wil er gaarne een stuk voor omfietsen en ook ben ik niet te beroerd om derden hun deel afhandig te maken onder valse voorwendselen. Zo lekker vind ik dat!

Terwijl ik dit stukje uit de computer zit te rammelen besef ik dat ik iets dergelijks al eerder schreef. Ik zoek het op en er blijkt zo’n superlatievenartikel  te staan op 2 januari 2009. Enfin, lees het zelf maar na.

© paul