Buitenspel? Wij niet…

De Keizer van Monera had zijn huis weer met zelf geknipte oranje guirlandes behangen, Vriend Jan zocht zijn heil bij voetbalminnend volk. Marleen en de Jongste Bediende verbleven op de Oranjecamping in de Pandelaar en bij de buren was de tuin ingericht als Voetbalstadion.

Onze vrienden waren wel een beetje bezorgd over onze desinteresse, en misschien nog wel meer over ons onbenul. Marleen deed nog één keer haar best…

Ellen liet me de foto zien, de neerslag van een ultieme poging om het Ministerie te betrekken bij wat “ons” Nederlanders geacht wordt dezer dagen te beroeren. Marleen trachtte Ellen de Buitenspelregel bij te brengen. De opstelling op de foto sprak voor zich, vond men. (Saillant detail: de Orvalasbak in de achtergrond, gevuld met kersenpitten, hoorde niet bij de spelregels. Die asbak vertegenwoordigde de tribune van de F-side.)

Ik vroeg: Snap je het nou? Ellen zei zonder enig voorbehoud: Nee!

Ach lezer, voetbal is niet “ons ding”, en dat zal het ook nooit worden. En ben eerlijk lezer, oranje is toch eigenlijk alleen maar een mengsel van rood en geel… Waarschijnlijk is dit het enige wat je verneemt over het Wereldkampioenschap Voetbal op deze site. We wensen jullie oprecht heel veel plezier bij de wedstrijden, wij verheugen ons op een stille straat

© ellen-paul

*(Dit is een bewerking van een artikel, gepubliceerd tijdens het laatste Europese Kampioenschap Voetbal.)

Alcohol…

meivakantie 2007 206

De hele discussie rond jongeren en alcohol staat weer in het brandpunt. Leeftijdsgrens optrekken, happy-hour afschaffen, drankreclame nog meer inperken, je bedenkt het maar en het is bespreekbaar. En toegegeven, al dat ongebreideld gezuip levert ook de nodige problemen op. Ik heb geen oplossing.

De discussie gaat overigens Europabreed. In Luxemburg bestonden er al heel lang regels, maar niemand hield zich eraan. Contrôle op een en ander was er nauwelijks. Zowel ten aanzien van het drankgebruik van jongeren, alsook in geval van dronken achter het stuur kruipen liet men het nogal gemakkelijk lopen. Zelf gezien. Niet één keer, maar wel honderd keer. Tot en met dronken agenten in een politiebus.

Een goede acht jaar geleden vond er een radicale omslag plaats. Er wordt nu met grote regelmaat verkeerscontrole gedaan. De pakkans is groot, de boetes zijn hoog. Ook in de horeca wordt scherp gecontroleerd. En overal in het land zie je bovenstaande bordjes.

© paul

Hammen en worsten…

IMG-20140526-WA0001IMG-20140526-WA0000

Je stuurt de Jongste Bediende op ontwikkelingsreis (of was het een zendingsmissie, daar wil ik even vanaf zijn), en hij kwijt zich onmiddellijk van zijn taak. Hij sjouwt bier naar Spanje, regelt maaltijden voor pelgrims en start drinkgelagen.

En en passant onderzoekt hij de dingen ten behoeve van het Ministerie. Zo stuurde hij per elektronische post bovenstaande foto’s, genomen in een van de betere charcuteriezaken van Rocevalles in Spaans Baskenland.

Over die worsten valt vanaf de foto weinig te zeggen, behalve dan dat het er veel zijn. Soorten zijn niet te onderscheiden.

Die hammetjes herken ik wel. Die zijn afkomstig van het Ibericozwijn. Voor buikspek moet je niet bij die beesten zijn, maar hun hammetjes zijn de beste van de wereld.

Ga zo door Jongste Bediende, je bent goed bezig. (En we zijn heel benieuwd naar de foto’s van Marleen…)

© paul

 

Cirkels in mijn bier…

De tijd van het zomergraan op de akkers valt veelal samen met de komkommertijd van de kranten. De politiek zit op z’n kont in die dagen, dus veel vreeswekkends valt er uit die hoek niet te verwachten.  En ook de economische krachten houden zich stilletjes. Crisis en recessie zijn op z’n vroegst pas in september weer aan de orde. Het zal mede daarom zijn dat er, elke zomer weer, hele pagina’s verschijnen over het fenomeen graancirkels. 

Mysterieus, fascinerend, maar toch ook een beetje beangstigend, dat gedoe. Talloze hypothesen doen de ronde over het ontstaan en de betekenis van die cirkels, maar die over buitenaardse inmenging doen het verreweg het best. Onaardse spokerijen gooien overigens ook hoge ogen. (Vraag het maar aan het Kind, gekend Dan-Brown-fan.)

Iets dergelijks overkomt ook mij lezer, maar dan met mijn bier. En het hele jaar door. Cirkels die op onverklaarbare wijze verschijnen in mijn glas.

Het begint meestal na een vierde fles Lupulus, maar soms ook na een zeker aantal pijpjes bockbier. Ik zit rustig te drinken en hup, het is er weer. Zomaar uit het niets… Ik schrik er telkenmale weer van.

“Laat me met rust” brom ik in mijn glas. Of wanneer ik erg geschrokken ben: “Donder toch op!”  Het mag niet baten…

Mijn angsten bezweren door hard te gaan zitten zingen wil nog wel eens helpen. Maar daar wordt mijn omgeving dan weer onrustig van.

Uiteindelijk komt het verlossend woord altijd weer van Ellen: “Je kunt toch ook gewoon minder drinken?” merkt ze fijntjes op.

Beschaamd neem ik nog een voorzichtig slokje. Ik zal het nooit meer doen

© paul

* Dit is een bewerking van een artikel uit 2012…

Madeleine…

vakantierestanten

Hij doopte een madeleine-koekje in de bloesemthee, proefde en rook, en als bij toverslag trokken alle beelden uit zijn jeugd aan zijn geestesoog voorbij. Ik heb het over de beroemde “madeleine-scene” uit Prousts À la Recherche du Temps Perdu. Ik heb het boek nog steeds niet gelezen. Het prijkt ergens op mijn verlanglijst, vrij hoog zelfs. Maar de pakweg 3000 pagina’s die het munuscript telt schrikken me ook af.

Wel had ik al eens een madeleine geproefd. Uit het assortiment van Verkade, de Beukelaer of een andere koekenbakker. Ik vond er niet veel aan. Moest je daar nou zo’n drukte om maken? Had Marcel Proust niet beter een andere metafoor kunnen bedenken om zijn jeugdherinneringen aan op te hangen? Tja, dát dacht ik. Tot ik die madeleines van Lea Linster proefde…

Ellen had me er al eens over verteld, over die madeleines van Lea Linster. Ze worden elke dag vers gebakken in haar restaurants. Mevrouw Linster beschouwt de madeleine als haar uithangbord, als haar pièce de résistance.

Na elke maaltijd worden ze geserveerd, bij de koffie. En is de restaurantbezoeker enthousiast geraakt over het kleine cakeje, dan kan hij het, in kadoverpakking gehuld, meenemen naar huis. Wel geldt de stelregel: op de dag dat ze gebakken worden zijn ze op hun best.

Een knapperig bruin huidje aan de buitenkant, van binnen goudgeel. Geurend naar amandel en een vleugje citroen. Het smaakt naar cake, maar fijner. Vreemd genoeg laat Lea Linster in haar receptenboek Best of Lea Linster, Cuisinière het citroenrasp helemaal weg. Terwijl ik toch écht dacht dat ik citroen proefde…

Enfin, ik zal geen boze dingen meer denken over madeleines. Zoals altijd kun je niet generaliseren, het komt aan op de kwaliteit van de dingen. Bij de espresso-toe hoorde een klein bolletje vanille-ijs en een staafje schuimgebak. Maar het hoogtepunt was toch dat kleine bruine ding.

Overigens, waarom denk je dat het nieuwe paviljoen van Mevrouw Linster “Madeleine” heet?

© paul

* Dit artikel is een bewerking van een stukje uit 2010…

Koel helder water…

vakantie zomer 2013 Asquins

Ik weet niet hoe het er in hun toeristencentra aantoe gaat, ik kom daar nooit. Maar de gastvrijheid van het Platteland van Frankrijk (Spanje, Italië) blijft me verheugen. Want het bestaat er nog steeds allemaal; de goede keuken, de vriendelijke bediening, de gemoedelijke omgang. En je hoeft er niet naar te zoeken, je struikelt er vanzelf over.

Het voedsel wordt er nog steeds écht bereid, ik heb ook afgelopen zomer weinig pre-fab op mijn bord gezien. En het mogen dan niet altijd hoogstandjes zijn, het is wel eerlijk. De prijs van het gebodene is nagenoeg altijd goed en water en brood zijn voor kosten van de waard. En zo hoort dat ook.

Ik erger me telkens weer wanneer ik in de Horecaf bij ons ten lande bij mijn maaltijd een flesje water moet kopen. (“Prikkels of Plat?”) Niet omwille van het geld, dat maakt me niet zo veel uit. Nee, het is omwille van de krentenwegersmentaliteit, omwille van de ongastvrijheid.

Brood en water, bazale zaken behorend bij een maaltijd, net als bestek en servet. Ze dienen je te worden aangeboden. En dat nu staat me zo aan in die kleine herberg, die bistrot of dat dorpshotel. Ze doen het gewoon, kwestie van gastvrijheid, fatsoen, beschaving.

We aten er echt niet duur, daar in dat dorpsrestaurant in Asquins. Gepocheerde eieren in wijnsaus. Een goed glas Bourgogne erbij, een kaasje en een glas Marc toe. Simpele ambiance, simpele maaltijd, simpele prijs. Maar een fles gekoeld water stond voor aanvang al op tafel, voor ons, de gasten. Met een schaal brood. En zo hoort het.

© paul

* Dit is de bewerking van een artikel van 20 september 2013. Ik heb de reactie’s van destijds niet meegenomen. (Je kunt ze opzoeken…).

Ochtendwandeling…

gegratineerde asperges

Hond Jaros stond gezellig te blaffen tegen een kudde kamelen, hij raakte volstrekt opgewonden van al die bulten. Ik dacht nog even dat ik de kudde in bescherming moest nemen tegen die Spaanse straatschuimer, maar de kamelen maakte het niets uit. Ze bleven stoïcijns doorkauwen.

Er is een circus in het dorp. Het staat geplaceerd op een veldje aan de Zuid-om, vlak bij de woning van Marleen en de Jongste Bediende. Het circus heet Bellmondo. Die naam bracht me vanzelf op de gedachte dat ik de afgelopen dagen wel erg weinig mogelijkheden heb om nog een film te bekijken. Zelfs voor mijn favoriete draken met Jean-Paul Belmondo ontbreekt me de tijd.

Zo mijmerend sukkelde ik het pad op naar de biologische tuinen van VELT. Hun laantje met kweeperen staat volop in bloei. En aangezien er voor de komende dagen geen nachtvorst wordt verwacht mag je ervan uitgaan dat dit jaar een rijke oogst oplevert. Dat was twee jaar geleden wel even anders.

Ik probeerde na te denken over de avondmaaltijd. Asperges waren geen optie, die aten we vandeweek al twee maal. Vooral die gegratineerde waren bijzonder goed geslaagd. Ik had de bechamelsaus wat aan de dunne kant gehouden, maar er wel wat kaas door gewerkt. Heel mooi vol van smaak was het geworden.

Enfin, ik ben er nog niet uit lezer. Ik ga eerst maar een stukje maken over de Lange Mars

© paul

Captain Egg-plant…

Captain Vegetable

In de Volkskrant worden elke week wel een paar foto’s afgedrukt waarop willekeurige voorwerpen puur toevallig door de fotograaf getransformeerd zijn in afbeeldingen van dieren. En misschien herinner je je nog de rookkolom van één van de brandende Twin Towers, waarin je een gezicht kon herkennen; het gezicht van de duivel, beweerden zieke geesten… Iets degelijks overkwam ons bij het fotograferen van een aubergineschotel.  We kregen de tronie van een All American Comic Hero.

Zijn naam is Captain Egg-plant, beschermer van radijs en spruitje, van koolrabie en flodderboon. Hij woont in een aspergetunnel en voorziet de mensheid van vezels en vitaminen.

Maar maak hem niet kwaad: hij zal je zwaar op de maag gaan liggen!

© paul

Landlord of Isle of Islay (part of it…)

the-winning-tartan laphroaig

Het is écht waar lezer. Sinds enige dagen ben ik grondbezitter ergens in een van de ruigere gebieden van het Verenigd Koninkrijk. Ik bezit een lapje grond op een eiland aan de westkust van Schotland, pal ten noorden van Northern Ireland. Het eiland heet Isle of Islay.

Ik verwierf de gronden middels een zakelijke transactie. En ik weet heus wel dat dat een beetje lullig is. Er kleeft wat goedkoops aan; nieuw geld, gekochte adeldom, protserigheid, modern oligarchisme… Een Earl zal ik nooit worden, laat staan een Duke. Maar toch lezer, maar toch…

Door middel van de aanschaf van een mooie fles Laphroaig, 10 jaar oud, bood de drankstoker mij de mogelijkheid om mede-eigenaar te worden van het eiland. Het mij toebedeelde grondstuk is een square foot groot, je zou er nét de hoes van een langspeelplaat op kunnen etaleren. Maar de grond is van mij, zoveel is zeker!

Ik vertel het je nog sterker: één maal per jaar kan ik er de pachtgelden gaan innen, in   natura. Een glas whisky is dat, maar dan wel een van de hele goede soort.

Ik overweeg om zelf een tartan te ontwerpen, dat ben ik aan mijn stand verplicht. Maar voorlopig hul ik me in die van Laphroaig. En dan mag Jan Geerts die hele 2400 kilometer naar Compostella hebben gelopen in zijn moderne afritsbroek, wie doedelt er die laatste etappe in zijn eigen rokje de Pelgrimsstad binnen?.. Juist lezer, ik dacht het wel…

Eh,.. de whisky stijgt me naar de kop, ik geloof dat ik maar moet stoppen. Groet en welterusten…

P.s.: Port Ellen ligt ook op dat eiland, daar ben ik dan weer géén baas over…

© paul

Zondagmiddag…

gesmoorde venkel

Terwijl Vriend Jan en Ellen bleven inzetten op Nikkie Terpstra hoopte ik tot ver in de koers op Tom Boonen. Het werd dan uiteindelijk tóch weer Fabian Cancellara die de 98e editie van de Ronde van Vlaanderen op zijn palmares bijschreef… Maar wat een mooie wedstrijd!

We keken de koers aan de keukentafel. Vriend Jan kwam deze zondagmiddag een beetje bijpraten over de Lange weg naar Santiago. We dronken een glas goed bier en op enig moment nodigde ik Vriend Jan uit om te blijven voor de maaltijd. Het zou een goede zondagse maaltijd worden. Zoiets wat Duitsers Gutbürgerlich noemen of ook wel Hausmannskost.

Nog onlangs schreef ik dat in bouillon gesmoorde venkel tot mijn meest favoriete groetengerechten behoort. Ook gisteren maakte ik het gerecht weer met het grootste plezier klaar. Erbij schouderkarbonades, gestoofd in de Noilly Prat. Over die Marseillaanse vermouth stak ik al eens de loftrompet. Zonde toch dat daar nog zo weinig mee wordt gekookt.

schouderkarbonade in noilly prat

Veel ui laten meestoven in het gerecht maakt het er alleen maar beter op.

Bij de maaltijd hoorde dan nog een getruffeerde aardappelpuree, grof van structuur (uit de knijper…). Ook had ik nog een soepje staan, van kip en paprika, dat hebben we maar overgeslagen, het werd teveel.

Een goed glas witte Loirewijn en espresso met kersenbonbons toe. En afgesloten met een glas Laphroaig.  Zondagse maaltijd…

© paul