Pastel de la Reina; taartje met amandelen

amandeltaartje; pastel de la Reina
Ik beschreef hier al vaker recepten uit het boek “De keuken van Spanje en Portugal”. Een mooi geïllustreerd, inspirerend kookboek. Tot nu toe prima. Gisteren zocht ik een recept voor iets lekkers bij de koffie of als dessert en kwam op dit recept uit. Toen ik het deeg wilde maken bleek dat de aanbevolen hoeveelheden niet klopten. Veel teveel bloem, te weinig eidooier en, naar later bleek ook een te grote hoeveelheid deeg voor de aanbevolen springvorm van 18 centimeter. Voor de vulling gebruikt men kweeperengelei (membrillo), dat had ik niet in huis. Het werd dus eigenlijk iets anders… maar toch.
Ik heb het deeg gemaakt volgens de aanwijzingen van het recept. De hoeveelheid is dan genoeg voor twee taarbodems. Ik heb de helft van het ovegebleven deeg in de vriezer gedaan. Ik geef toch maar de hoeveelheden voor twee taartjes omdat dan de verhoudingen in ieder geval kloppen.

  • 350 gram bloem
  • 75 gram poedersuiker
  • 225 gram zachte boter
  • 2 eidooiers om het deeg te binden (in het recept zegt men 1 dooier, dat was te weinig om deze hoeveelheid bloem te binden)
  • Voor de vulling:
  • 175 gram amandelen zonder velletje
  • 75 gram boter
  • 75 gram fijne suiker
  • 2 eidooers
  • 1 theelepel geraspte sinaasappelschil
  • mespuntje kaneel
  • 1 groot glas amontillado sherry
  • 3 eetlepels kweeperengelei (ik gebruikte abrikozenconfiture)

Zeef de bloem  en de suiker in een kom en wrijf met je vingertoppen de boter door de bloem tot je een kruimelig mengsel hebt. Roer de eidooiers erdoor en rol dan het deeg met korte halen uit. Deel het deeg in twee gelijke hoeveelheden. Bewaar de helft in de vriezer voor later. Bekleed met de andere helft een ingevette springvorm van 18 cm doorsnee. Bedek de bodem en maak een kleine opstaande rand van ongeveer 1 1/2 cm. Leg op het deeg aluminiumfolie met de glanzende kant naar beneden en vul het met droge bonen of rijst als steunvulling. Zogenaamd ‘blind bakken’. Ik gebruik doorvoor altijd kleine ogenboontjes. Je kunt ze meerdere malen gebruiken. Vergeet niet om er de folie tussen te leggen anders gaat het verkeerd!

amandeltaartje; pastel de la Reina
In het boek staat; bak de bodem met de steunvulling 10 tot 15 minuten op 150 graden. Dat was veel te kort. Ik bakte de bodem 45 minuten op 150 graden. Dat was prima. Verwijder de folie en de boontjes en laat de bodem afkoelen.

Vulling:
Maal de amandelen. Voeg de overige ingredienten toe en meng alles goed. Smelt de confiture en besmeer er de bodem mee. Schenk de vulling erop en bak de taart nu nog 60 minuten in de oven tot het deeg mooi bruin en knapperig is. Ondanks de fouten in het recept en bijzonder lekker taartje.

Een taart verfijnd genoeg voor een koningin, zelfs voor Reina Sophia, aldus de schrijfster van het boek.

Heerlijk als dessert met een kopje espresso!

© ellen.

En wat eten we met kerstmis???

hazenrug met kersensaus 003

We hebben dit jaar nog niets geschreven over kerstmis. Ik had er ook niet zo’n zin in. Paul moet beide kerstnachten werken en dus overdag slapen. Daarom houden we het dit jaar maar heel rustig. Geen traditioneel kerstdinner met een groot gezelschap. Jammer maar het is niet anders. Ik zorg dat ik een paar mooie boeken te lezen heb en een goeie film. Natuurlijk ga ik ook wel iets extra lekkers koken maar het zal allemaal heel bescheiden zijn. Paul vroeg me om weer eens bouillon te maken van een duifje. Een mooie dubbelgetrokken consommé van duif wordt dus ons voorgerecht en daarvoor iets met kleine grijze garnalen, daar is het nu het goede seizoen voor. Misschien wel een echte retro garnalencocktail? Dat is weer helemaal “in”! Janneke schreef er vandaag ook al over in haar kolom.

Als hoofdgerecht maak ik hazenrug met een saus met Amarenekersen. Erbij puree van aardappelen en peterseliewortel en spruitjes met kastanjes.

Voor het dessert ijs gemaakt van pruimen en armagnac.

Zo, voor wie nog moet bedenken wat er met de kerst op tafel komt is dit toch een aardig voorbeeldmenu. En voor degene die iets geheel anders zoeken zou ik zeggen kijk op dit weblog ook eens bij de kersttips van vorige jaren. Als je in het zoekmachientje het woord kersttip intypt krijg je hele reeksen met suggesties voor het kerstdiner.

Ik wens jullie allemaal veel plezier bij de voorbereidingen!

© ellen.

 

De chocolade van Tante Janske…

chocolade

Als het al over chocolade ging, dan ging het over Kwatta. Het was Kwatta voor, het was Kwatta na. Het donderde niet of de repen van Bensdorp kwamen, van Verkade of van De Baronie. Chocolade heette Kwatta in onze contreien, ik wist niet beter. Alleen voor de chocolade van Tante Janske golden andere regels…

Tante Janske was de ouste zuster van mijn vader, mijn vader was de jongste van het gezin. De moeder, oma van Lanen, was het gezin vroeg ontvallen en Tante Janske had haar rol ten opzichte van mijn vader over genomen. Niet dat ze elkaar vaak zagen, Tante Janske woonde voor jaren-vijftig-begrippen té ver weg. Maar toch…

Tante Janske woonde met haar gezin in het dorpje Budel-Schoot. Een mooi statig huis had ze, met een ruime gerieftuin, een boomgaard en kassen waarin ze druiven kweekte. Tante Janske was goed in kruiderij en ze kende de culinaire waarde van wilde planten.

Budel-Schoot ligt nagenoeg vastgebouwd aan het Vlaamse stadje Hamont. De provinciale weg loop gewoon door, van Nederland zo België in. En ergens staat een slagboom die de grens markeert tussen de twee landen. Die slagboom staat er overigens nog steeds, hij is altijd open.

Dat was vroeger, in ieder geval in mijn herinnering, wel even anders. Ik zie een door geüniformeerde douaniers bemande post voor me. De intimiderende, wat barse, Lange Arm van het Wettelijk Gezag die in niet mis te verstane bewoording vroeg of er soms nog iets was aan te geven. Ze waren met karabijnen bewapend, die gasten.

Ik kende de bloedstollende verhalen van de smokkelwaar die diep in de nacht de grens werd over gebracht. Boter, kaas en eieren, met gevaar voor eigen leven. Mijn vader mocht er graag over verhalen. Hij was so-wie-so dol op dat soort opgeklopte romantiek, en hij kon vertellen als de beste.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Een enkele keer heb ik als kind die grens overschreden, samen met Tante Janske. In Hamont kochten we mijn eerste Suske en Wiske en een paar tabletten chocolade. Tante Janske drong erop aan dat, bij het wederkeren in het Vaderland, ik mijn stripboek zou tonen aan de dienstdoende grenswacht. Over de gekochte chocolade diende ik te zwijgen. Ik weet nog steeds niet écht waarom. Mijn vader evenwel deed alsof hij apetrots op me was. Ik had chocolade gesmokkeld. Dat was strafbaar, maar het was ook een gebaar van Burgerlijke Ongehoorzaamheid, een verzetsdaad en levensgevaarlijk.

Je begrijpt lezer, dié chocolade kon onmogelijk Kwatta heten. Dié chocolade behield gewoon zijn eigen naam: Côte d’Or. Bij ons thuis was het merk niet verkrijgbaar, maar dat verhoogde alleen maar de geuzenstatus. Ik ging zo ver dat ik de chocolade niet nuttigde. Ik bewaarde hem, zodat ik hem aan vriendjes kon tonen: “Tsja, gesmokkeld…, uit België…”

Toen Ellen een paar weken geleden thuis kwam met een van “De Klassiekers” van Côte d’Or werd ik helemaal week. De chocolade van Tante Janske, die gesmokkelde…

© paul

Kersttip! Gevulde peertjes met chocolade…

26 december 2006 004

Zo, de boom staat mooi versierd in de kamer, aan de voordeur hangt een krans en boven de keukendeur een takje mistletoo. Het menu is uitgedacht en uitgeschreven nu kan ik eindelijk eens rustig achter de computer gaan zitten. Ook dit jaar gaan wij met twintig mensen genieten van het kerstdiner. Een traditie van jaren. Altijd hetzelfde gezelschap; vrienden, familie, kinderen. Het menu variëerd een beetje, de locatie ook en we worden langzaam wat ouder. De kinderen kunnen tegenwoordig met gemak de hele maaltijd aan tafel blijven en lusten bijna alles. Meestal verrassen ze ons met een kerstlied of een concert op de fluit. Ieder levert zo zijn of haar aandeel in het geheel. De één versleept de tafels, de ander schrijft een echte kerstspeech of maakt de groenten schoon en weer een ander proeft de wijn voor. Mijn aandeel is het samenstellen van het menu en het koken. Vooral het bedenken van het menu is ieder jaar weer een hele klus. Niet alles is mogelijk voor twintig personen als ik ook nog zelf mee wil eten, dus kies ik meestal voor een makkelijk hoofdgerecht. Voorgerechten, tussengangen en dessert zijn ieder jaar anders. Om zeker te zijn dat alles klopt maak ik eindeloos lijstjes, streep af wat klaar is en vergeet mijn lijstjes…

  • Tip, het tafelkleed!

Traditiegetrouw worden de tafels gedekt met grote zorg en oog voor detail. Een tafelkleed dat de drie grote tafels bedekt hebben we niet dus kopen we al jaren een enorme lap stof op de markt. Rond deze tijd begint de uitverkoop en voor weinig geld heb je een prachtig allesbedekkend tafelkleed. Kies er kaarsen en decoraties bij in dezelfde kleur en je hebt eenprachtige kersttafel. Gebruik molton lakens als ondergrond, dat voelt prettiger aan. (Wij gebruiken het stof later om er carnavalspakken van te maken, maar daar hebben de lezers in het Noorden natuurlijk niets aan). De stoelen hebben we geërfd van het voormalig café aan de overkant. Borden, bestek en glazen kunnen we lenen van een bedrijf in Eindhoven.

Nu nog een paar dagen boodschappen doen, spullen verhuizen en voorproeven. Intussen zal ik elke dag wat recepten publiceren van bijzondere gerechten. Om te beginnen vandaag een dessert;

Gevulde peertjes met chocolade

Deze peertjes zijn een klassieker in ons gezelschap, ik maak ze regelmatig en iedereen vind ze heerlijk. Niet moeilijk, ik heb ze zelfs een keer in Luxemburg in een tent klaargemaakt.
Voor vier personen (ongeveer, ik maak ze altijd met 20 tegelijk, dus ik moet een beetje gokken naar de hoeveelheden)
4 peren, Doyenné du Comice of Beurré Hardy
100 gram amandelspijs, mengen met 1 eidooier
een handvol gehakte walnoten
wat oranjesnippers
1 fles Moscato D’ Asti
100 gram bittere chocoladerepen, fijngehakt en au bain Marie gesmolten.
Schil de peren en boor het klokhuis er schuin uit, zo dat het steeltje eraan blijft.
Kneed de oranjesnippers en de gehakte noten door de spijs en stop dit in de holte.
Zet de peren in een pan en giet de wijn erover. Pocheer ze dan zachtjes tot ze glazig beginnen te worden.
Laat de peren afkoelen en overgiet ze dan met de chocolade.
Geef er eventueel wat geklopte room bij.

© ellen

Waldmeistereis…

De computer doet al dagen niet meer wat ik wil. Ik kan geen nieuwe foto’s
laden, dus het artikel over de maaltijd van gisteravond moet je even tegoed
houden. Ik grijp dan maar terug naar vakantiefoto’s, die moeten ook nog
beschreven worden.

Het bezoek aan Trier leverde niet alleen prachtige worsten op, het bood nog
heel andere genoegens. We aten heel behoorlijk, we dronken er prachtige dingen
en sloegen dan nog wat bijzondere spulletjes in.

Evenals Arlon in België is Trier een Maitrankstad. Je kunt het op veel
plaatsen krijgen, niet vers, maar uit de fles. En onder verschillende namen:
Maitrank, Maiwein, Waldmeisterwein.
Een stukje voorbij de befaamde worstenmaker is een
ijssalon gesitueerd. Op de deur stond breeduit aangeplakt: Neu, Neu,Neu. Het
betrof een aankondiging van Maitrankeis. “Mit Waldmeister”, stond
erbij.
Liefhebbers als we zijn, vonden we dat we dat moesten proberen. We
kochten ieder twee bolletjes in een hoorntje. Ellen maakte meteen een foto, één
hand met het ijs, één hand met de camera.
Daarna de
smaaktest:
Mensengoedheid, wat was dat smerig. Mierzoet en verder alleen
chemie. Alsof het de komplete restverwerking betrof van het afval van de Bayer
fabrieken. En geen spoortje Waldmeister, zelfs niet in kunstmatig nagemaakte
zin.
We keken elkaar aan en dropten onze ijsjes in een prullenbak aan de
overkant van de weg, weer een ervaring rijker.

© paul

Aardbeien met groene pepersaus

etentje bram en maya 005

Bram en Maye verbouwen hun keuken. Al weken eten ze van “tafeltje dekje”, AH
kant-en-klaar-, Griek-Chinees-Italiaans afhaal. Verbouwen valt altijd een beetje
tegen…
Een goede reden voor ons om Bram en Maya uit te nodigen voor een
informele maaltijd.
Ik schreef vanmiddag al in voren het recept van het
dessert. Er moest natuurlijk ook een foto bij komen dus de Eerste De Beste
toevallige passant moest als proefkonijn het toetje testen. Ons Kind had geluk,
ze arriveerde nét op tijd, daarna kwam ook nog vriend Andy en de Keizer van
Monera…
De hoeveelheden van dit dessert zijn dus nogal ruim bemeten.

Het oorspronkelijke recept komt uit een boekje dat ik jaren geleden kreeg van
“Genosse Bart”, het boekje heet
“Koken als Kaatje”. Anneke en Fons van
Groeningen.
Uitgegeven in 1975 door de Nederlandse vereniging van Artsen en
Automobilisten.

Tja,wat moet je hier nu van denken, een vreemde vereniging, maar de aardbeien
met peper zijn hier al jaren een tophit! Toch maar opschrijven zo’n recept. Onze
gasten zijn al jaren content met dit dessert..

Aardbeien met groene peper;

Aardbeienpuree:
1 dl water
500 gram aardbeien
100 gram suiker

Saus:
100 gram suiker
1 dl Grand Marnier
2 theelepels groene
peperkorrels ui een potje

Om te garneren:
250 gram aarbeien
roomijs

Doe het water en de aardbeien in een pan en bestrooi met de suiker. Breng ze
aan de kook en laat ze dan ongeveer 1 minuut op een hoog vuur doorkoken.
Doe
de massa en een blender en pureer tot je een mooie massa hebt.
Wrijf de puree
door een haarzeef.

Doe de suiker in een sauspan en laat ze op een zacht vuur carameliseren. Voeg
de grand Marnier toe en de peperkorrels. doe de siroop bij de aarbeienpuree en
roer goed.
Laat de saus afkoelen.

Snijd de aarbeien doormidden en leg ze in een kring op de borden.
Giet de
aardbeiensaus binnen de kring en leg in het midden twee bolletjes
roomijs.

Tiramisu…

 

Kerst 2007 095

De tiramisu die ik voor het kerstdiner maakte was een groot succes. Sterker nog, het gezelschap wil dit als vast onderdeel van volgende dinertjes! Ik schrijf het recept dus maar even op voor het in de vergetelheid raakt.
Ik gebruikte het recept van Gerrit Jan Groothedde van Eetschrijven, hij won er in 1979 zelfs een prijs  mee. Ik volgde ook letterlijk zijn advies over het gebruik van eiwitten, Gerrit Jan schrijft;

Nu kon u het slechter treffen, want mijn recept voor tiramisu (ik bedacht het al in 1979 en won er toen zelfs een prijs mee) is, al zeg ik het zelf, het lekkerste dat er in het Nederlands op internet te vinden is. Eén van de redenen is dat ik tot mijn verbazing wel de enige lijk te zijn die er geen probleem in ziet vijf eierdooiers en maar twee eiwitten voor te schrijven. U hebt het begrepen: bij mij houdt u drie eiwitten over! Tja, dat is dan niet anders. Twee eierdooiers is veel te weinig, vijf eiwitten is veel te veel en alles er tussenin is een laf compromis. U wilt toch lekker? Nou: gebruik die drie eiwitten dan lekker ergens anders voor! Bijvoorbeeld voor die baked alaska waar ik het vorig jaar ook al over had.

Ik gebruikte de eiwitten die over waren om een flinke stapel macarons te bakken, dat was ook een goede oplossing.
Het oorspronkelijk recept van Gerrit Jan is voor 6 tot 8 personen, ik moest dus de hoeveelheden wel aanpassen. Ik vermenigvuldigde de hoeveelheden met 3 en dat was voor 20 personen prima. Ik gebruikte een roestvrijstalen ovenschaal van 37x26x6 cm, daar paste alles precies in.
Voor het besprenkelen van de lange vingers gebruikten we een speciale methode; in de meeste recepten staat dat je de koekjes moet soppen of besprenkelen of doordrenken. Al met al een risicovolle onderneming want de koekjes vallen nogal snel uitelkaar. Een geheel nieuwe methode dus op het Ministerie; wij spoten de koffie met de plantenspuit over de koekjes!!! Groot voordeel; een zeer gelijkmatige verdeling, geen koekjes die uit elkaar vallen, geen troep in de keuken!

kerst 24 en 25 december 002

De oorspronkelijke hoeveelheden voor 6 tot 8 personen;
250 g mascarpone
5 eierdooiers 2 eiwitten
200 g Italiaanse savoiardi (of lange vingers, boudoirs of lepelbiscuits)
100 g witte basterdsuiker
250 cl sterke koffie
4-6 eetlepels amaretto
wat cacaopoeder.

Ik gebruikte dus voor 20 personen;
750 gram mascapone
15 eidooiers
6 eiwitten
600 gram lange vingers (iets meer omdat dan het blik perfect gevuld was)
300 gram basterdsuiker
750 ml sterke koffie
15 eetlepels amaretto
cacaopoeder
een schone plantenspuit om de koffie te verdelen
een bakblik van  37x26x6 cm

Klop de eierdooiers schuimig met de suiker. Dan de amaretto erbij doen en de mascarpone. Meng tot je een mooie gelijkmatige massa hebt. Klop de eiwitten stijf en schep er dan de massa heel voorzichtig door. Je hebt nu een zachtgele vla.
Leg de koekjes met de suikerkant naar boven in een vorm.
Bespuit de koekjes met koffie tot ze mooi doordrenkt zijn. Schep hierover zoveel vla dat de koekjes bedekt zijn. Leg hierop een nieuwe laag koekjes, bespuit die met koffie. Daarop een laag vla en ga zo  door tot de koekjes op zijn. ( in mijn blik pasten drie lagen) Eindig met een laag vla. Zet de tiramisu minstens 30 uur in de koelkast.
Bestrooi vlak voor het gebruik met cacaopoeder. Je kunt de tiramisu met behulp van een mes en taartschep opdienen.

© ellen, met dank aan Eetschrijven.

Kersttip 8: Salame di Cioccolato…

 

Arretje Nof, Salame di ciaccolato

De hele dag is het hier op het weblog een drukte van belang. Zijn er nog zoveel mensen op zoek naar een recept voor het kerstmenu?
Hier in huis is het lekker warm, de kaarsjes branden en het ruikt heerlijk naar gebraden konijn met tomaatjes. Recept van dit overheerlijke konijn volgt straks, als wij gegeten hebben. Nu alvast een dessert dat ik al eerder maakte, Salame di Cioccolato
Zou een mooi gerecht kunnen zijn na het konijn, allebei een beetje Italiaans getint.

 Recept voor zes personen.

75 gram rozijnen
200 gram bittere (pure) chocolade
3 eetlepels boter
75 gram geblancheerde, gehakte amandelen
200 gram droge biscuits, verkruimeld
3 eetlepels oranjesnippers en sukade, gehakt
2 eierdooiers

De rozijnen zette ik in de week in ruim warm water.
Ik verbrokkelde de chocolade en smolt de stukjes met de boter en een snuifje zout au-bain-marie.
Eens gesmolten roerde ik er de suiker, amandelen, biscuits en gedroogde vruchten doorheen.
Ik haalde de pan van het waterbad en werkte de goed uitgelekte rozijnen en de eierdooiers door het mengsel. Hierna mocht het geheel afkoelen.
Vervolgens zou je van de massa een worst kunnen maken door het geheel tussen twee vellen vetvrij papier of folie te rollen. Ik gebruikte een halfronde cakevorm. Ik vind dat eenvoudiger en minder risicovol. Je voorkomt dat de massa uit elkaar valt.
Goed…, ik bracht de massa over in een halfronde bakvorm en drukte goed aan. Daarna kon het hele zaakje in de koelkast om op te stijven. (Minstens één uur.)

Vóór gebruik zette ik de vorm even in een laagje lauw water. Daarna liet de massa zich prima (en vormvast) storten op een platte schaal.

Ik maakte het gerecht voor twaalf personen, ik gebruikte dus het dubbele van wat ik hierboven heb beschreven.
De helft van de biscuit-massa bestond uit volkorenkaakjes. Ik vond het niks, maar iedereen was er vol lof over.
In de plaats van de sukade en sinaasappelsnippers gebruikte ik een gelijke hoeveelheid gedroogde abrikozen, heel fijn gehakt. En dat werkte verrassend goed.
Ik verwerkte uiteindelijk ook iets meer boter omdat ik het gevoel had dat er te weinig binding was.
Achteraf denk ik dat er wat minder amandel in had gemoeten.
We dronken er sterke koffie bij en een borreltje Armagnac.

Arretje Nof, Salame di ciaccolato

© ellen.

Salame di Cioccolato (dinertje voor 12 personen)

 

Arretje Nof, Salame di ciaccolato

Naast de afwas, het schuren en het boenen was het maken van het toetje voorbestemd mijn aandeel te worden bij het diner voor de ex-collega’s.
Ik koos voor een recept dat Mevrouw Lorenza de’Medici ooit eens optekende in Toscane, maar het komt overal in Italië voor. Wij aten het bijvoorbeeld al eens in Asti. Het heet Salame di Cioccolato. Als het gerecht klaar is ziet het er ook uit als een soort chocolade bloedworst. Ik paste het recept lichtjes aan voor eigen gebruik.
In de jaren vijftig en zestig was het in ons land in sterk versoberde vorm “wereldberoemd” onder de naam Arretje Nof (cake).
Ik geef je het recept voor zes personen.

75 gram rozijnen
200 gram bittere (pure) chocolade
3 eetlepels boter
75 gram geblancheerde, gehakte amandelen
200 gram droge biscuits, verkruimeld
3 eetlepels oranjesnippers en sukade, gehakt
2 eierdooiers

De rozijnen zette ik in de week in ruim warm water.
Ik verbrokkelde de chocolade en smolt de stukjes met de boter en een snuifje zout au-bain-marie.
Eens gesmolten roerde ik er de suiker, amandelen, biscuits en gedroogde vruchten doorheen.
Ik haalde de pan van het waterbad en werkte de goed uitgelekte rozijnen en de eierdooiers door het mengsel. Hierna mocht het geheel afkoelen.
Vervolgens zou je van de massa een worst kunnen maken door het geheel tussen twee vellen vetvrij papier of folie te rollen. Ik gebruikte een halfronde cakevorm. Ik vind dat eenvoudiger en minder risicovol. Je voorkomt dat de massa uit elkaar valt.
Goed…, ik bracht de massa over in een halfronde bakvorm en drukte goed aan. Daarna kon het hele zaakje in de koelkast om op te stijven. (Minstens één uur.)

Vóór gebruik zette ik de vorm even in een laagje lauw water. Daarna liet de massa zich prima (en vormvast) storten op een platte schaal.

Ik maakte het gerecht voor twaalf personen, ik gebruikte dus het dubbele van wat ik hierboven heb beschreven.
De helft van de biscuit-massa bestond uit volkorenkaakjes. Ik vond het niks, maar iedereen was er vol lof over.
In de plaats van de sukade en sinaasappelsnippers gebruikte ik een gelijke hoeveelheid gedroogde abrikozen, heel fijn gehakt. En dat werkte verrassend goed.
Ik verwerkte uiteindelijk ook iets meer boter omdat ik het gevoel had dat er te weinig binding was.
Achteraf denk ik dat er wat minder amandel in had gemoeten.
We dronken er sterke koffie bij en een borreltje Armagnac.
Arretje Nof, Salame di ciaccolato

Een “heftig” toetje, dat is het wel. Ik hield uiteindelijk nog wat massa over. Maar geen nood, het Kind en de Zus ontfermden zich de dag daarop over de restanten. Heus lezer, het komt écht altijd allemaal op.

Ga je Arretje Nof maken, dan gebruik je geen boter, maar margarine van de Nederlandse Olie Fabriek. En de biscuits worden Mariakaakjes. En geen amandelen, geen sukade, geen oranjesnippers, geen eierdooiers.  Ik beschreef het al eens hier.

© paul

Pruimenijs…

pruimenijs 002

Gisteren heb ik gekookt voor een aantal collega’s van Paul.
Het menu:
Een terrine van zalm en brocolli
Tomatensoep met basilicum
Lamsbout met rozemarijn en veel teentjes knoflook
Worteltjes, rozeval aardappeltjes uit de oven, tomatensalade
Pruimenijs
Koffie toe.
Het was een hele gezellige avond. Ik heb natuurlijk wat foto’s gemaakt en ik zal een paar gerechten ook hier opschrijven.
Helaas, weer geen foto’s van de lamsbout. Het is altijd even werken om het hoofdgerecht op tafel te zetten; de bout uit de oven halen, de saus afmaken, het vlees snijden, de bijbehorende gerechten opdienen. Ik bedenkt altijd net te laat dat ik wéér geen foto van de lamsbout heb gemaakt! Jammer, volgende keer beter!
Ik zal wel alle gerechten opschrijven en ook de volgorde waarin ik ze maakte. We waren met zeven mensen aan tafel. Dat is wel niet zoveel maar het is toch zaak om even goed te plannen.
Ik begon met het pruimenijs. Ik heb helaas geen ijsmachine dus dan duurt het wel even voor het ijs klaar is.

Pruimenijs voor ongeveer 10 personen. (er is nog wat overgebleven)
500 gram gedroogde pruimen zonder pit
1 liter thee om de pruimen te weken
10 eetlepels suiker
1 koffielepel kaneel
2 eetleples citroensap
3 eetlepels armagnac (ik gebruikte gisteren cognac, ik had geen armagnac meer in huis)
1/2 liter slagroom.
Week in pruimen een nacht in de thee. Giet ze af en kook ze met een beetje water en 6 lepels suiker gaar. Giet het sap weg en draai de pruimenpap door een passe-vite. Voeg kaneel, citroensap en de armagnac toe.
Klop de room met de rest van de suiker bijna stijf. Roer de afgekoelde pruimenpap voorzichtig door de room.
Schep het mengsel in een platte schaal en zet die in het vriesvak.
Roer af en toe om en laat het dan weer verder bevriezen. Het duurt ongeveer 5 uur voor het helemaal bevroren is.
Haal het ijs even voor het opdienen uit het vriesvak. Bestrooi de borden met wat cacaopoeder en schep per persoon twee bolletjes op een bordje.

©  ellen.