De lange weg naar Santiago de Compostella, intermezzo: Armagnac…

after dinner...
Ik sloot mijn berichtje over dag 50, de Feestdag, af met een groet en de opmerking dat het Minsiterie een goed glas Armagnac dronk op het heil van broer en zus. Ik achtte die drank alom bekend bij de lezer, maar dat bleek niet zo te zijn.

Armagnac is de drank van de streek waar de wandelaars nu doortrekken, de Gascogne, de Gers. Men noemt hem wel het stiefbroertje van de Cognac, maar dat is naar mijn mening een misplaatste beoordeling. Een goede Armagnac kan met gemak de concurentie aan met een goede Cognac. Wanneer wij (Ellen en ik) de keuze hebben kiezen we voor Armagnac.

 Armagnac wordt gestookt (gedestilleerd) van de inheemse wijn uit de streek. De rauwe eau-de-vie die men zo verkrijgt moet daarna rijpen op eikenhouten vaten. Na drie jaar is de Armagnac drinkbaar, maar nog scherp, niet verfijnd. Beter is het om daarna nog een aantal jaren te wachten, de drank zal steeds zachter, complexer en edeler worden. De smaak is familie van die van de beter bekende Cognac, maar de Armagnac heeft een aardser karakter.

Het Armagnacgebied bestaat uit drie regio’s. De beste stooksels komen uit de Bas-Armagnac.

Ach, er valt zoveel te vertellen over de Armagnac. Mevrouw Wina Born, the Grand Old Lady van de Nederlandse culinaire journalistiek, schreef er een aardig en gedegen boekwerkje over. Het heet: Cognac & Armagnac en werd in de jaren tachtig van de vorige eeuw uitgegeven door Het Spectrum. Je vindt het nog wel eens antiquarisch. Heel lezenswaardig…

In de twaalfde en dertiende eeuw, toen zich, evenals nu, door de Armagnacstreek de stroom pelgrims zuidwaarts naar Santiago de Compostella bewoog via de passen van de Pyreneeën, was er ook een tegenstroom van Arabische pelgrims, vanuit het zuidelijk deel van Spanje, richting het noorden, op weg naar de Zwarte Madonna van Le Puy. Christen-Arabieren waren in die tijd nog talrijk!  De Arabieren beheersten toen al honderden jaren de kunst van het alcohol stoken, en het is meer dan waarschijnlijk dat zij hun kennis in de Armagnacstreek hebben weggeleerd. Vanaf de veertiende eeuw komt men in geschriften berichten tegen over stooksels in die contreien. In de streek Cognac volgde men pas een goede honderdvijftig jaar later.

Het zou verboden moeten zijn voor pelgrims om door deze omgeving te stappen zonder een glas van het vloeibaar rode goud te degusteren. Ik heb er evenwel alle vertrouwen in dat Ans en Jan op tijd hun glaasje zullen wegsnoepen.

Intussen zit ik alweer enige dagen zonder berichten van de wandelaars. Kijk ik op de kaart dan zie ik dat ze door een moerassig gebied trekken met nauwelijks bewoning, en dat voor een aantal dagen achter elkaar. Er zal wel geen WIFI zijn…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 47…

halfweg
13-05-2014. De etappe ging van Saint-Ferme naar La Reole, 20 kilometer.

Of je je glas half vol beoordeelt, of half leeg, het hangt doorgaans af van je humeur. En of Ans en Jan de helft van de tocht erop hebben zitten, of nog de helft moeten gaan, je mag het zeggen. In ieder geval vierden de wandelaars gisteren een feestje. Het was dag 50 van hun Lange Mars en de helft van het aantal kilometers zat erop…

Ans schrijft: deze dag is heel speciaal voor ons. De helft zit erop, de helft nog te gaan?! Vandaag een korte wandeling. Niks bijzonders over te vermelden. Met z’n tweeën verder. Lekker gewandeld, goed gebuurt. Plekje met bloemen gezocht voor onze lustrumfoto. Gelukt! Moesten wel zelf de foto maken want anderen durfden niet over de sloot te springen! In Reole de kerk en het gemeentehuis, in een voormalige benedictijner abdij (13e eeuw), bezocht. Lekkere Leffe gedronken en nu naar het volgende slaapadres. Liefs, JAns…

Ik heb er niks aan toe te voegen. Wij dronken er hier op het Ministerie een goed glas Armagnac op. Proost Ans, proost Jan…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

Doortruffelen…

truffelolie
Ik kom nog even terug op dat truffelgedoe. Ellen beschreef de teleurstelling over die maaltijd.

Kijk lezer, ik ben niet gek. Ik realiseer me heel goed dat ik niet op de eerste rij kan zitten zonder ervoor te betalen. Maar toen ik het potje aanschafte bij de super-om-de- hoek heb ik wél goed het etiket gelezen. En het staat er écht: Italiaanse Zomertruffels, Truffe Italien D’été, Tuber Aestivum Vitt. Dat staat er! En verder inhoud: tien gram.

De inhoud heeft weinig van doen met de zwarte Perigord truffel, of de Witte van Alba, dat weet ik heel goed, maar die zomertruffel dient voor de wat kleinere beurs als redelijk alternatief. En ik heb al eerder zomertruffels gegeten, geschaafd over mijn pasta. Ook verwerkte ik de zomertruffel in mijn Paté. En altijd met redelijk tot goed resultaat.

Het ging al fout bij het openen van het potje. We roken niets. Dan maar schaven, dacht ik. Maar ook nu geen zweempje van het truffelaroma. Ook het proeven van een plakje leverde nauwelijks enige sensatie op. Wat een deceptie!

Nu kan ik me gaan beklagen bij AH, of en bericht schrijven naar de importeur, maar dat ga ik niet doen. Ze bekijken het maar.

Ik volg het advies van Ellen op: die Witte zal ik ooit nog in Alba eten, en die Zwarte in de Perigord of in een van de andere truffelstreken in Frankrijk. En de zomertruffel laat ik voorlopig de zomertruffel. (Hoewel ik toch ooit prima truffelboter heb gehad die behandeld was met zomertruffel, het kan dus kennelijk wel…)

Ik doe verder zoals ik dat altijd al deed, ik gebruik edele truffelolie en getruffeerde boter. Dat heeft me nog nooit teleur gesteld. (Kijk bij de aanschaf uit. Truffelolie van € 2,- is geen truffelolie, het is een potje industrie-chemie. Hetzelfde geld voor de boter.)

De truffelolie van de foto hierboven bijvoorbeeld kostte een klein vermogen, hoeveel precies weet ik niet meer. Maar we gebruikten de olie onder anderen om een klein pastagerecht op smaak te brengen, als tussengerecht bij een kerstdiner. We waren met twintig personen, en toen iedereen voorzien was van een schoteltje spaghetti was het flesje nog niet half leeg. De hele ruimte geurde naar truffel.

Hetzelfde geldt voor goede truffelboter. Een paar vlokjes van de boter door je aardappelpuree gemengd en je weet niet wat je proeft. De hele schotel krijgt de aardse geur mee van de paddenstoelen.

© paul

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 46…

kerk
12-05-2014. De etappe ging van Port-Sainte-Foy naar Saint-Ferme, 25 kilometer.

Uitstekend wandelweer in een prachtige omgeving. Daarmee is zo goed als alles gezegd over de tocht van deze dag.

Behalve dan dat Ans en Jan weer in gevecht waren met de bewegwijzering. Het geval wilde dat het Jacobsgenootschap Voye de Vezelay in het departement Gironde geen schildjes had geplaatst. Een ander Jacobsgenootschap verzorgde de wegaanduidingen. Die aanwijzingen evenwel strookten niet met de informatie en het doel van de wandelaars, verwarring alom dus. De pelgrims maakten een aantal kilometers extra omdat ze verkeerd waren gestuurd.

Een en ander was uiteraard niet bevorderlijk voor het humeur van Ans en Jan, maar gelukkig maakte de kennismaking met Alain en Josette de dag weer goed. Alain en Josette waren de hoteliers van het slaapverblijf voor deze nacht. En verder logeerden er nog vier andere pelgrims.
menneke

De wandelaars hoefden niet te koken, Alain en Josette verzorgden een uitgebreide maaltijd. Te beginnen met een groene soep met verse tuinkruiden en room. Dan de keuze uit een macaronischotel met bospaddenstoelen of een kipgerecht uit Martinique, het vlees overgoten met een saus van kokos, kerrie en gember. Als bijgerecht een groene salade en daarna de notoire kaasplank. Alles besproeid met een wijn uit de buurt, een Bergerac. Afgesloten werd er met een toetje. We genoten als Pelgrims in Frankrijk… schrijft Ans.

Na de maaltijd werden de pelgrims nog verrast met een rondleiding door de Abdij van Saint-Ferme. Paters woonden er niet meer, maar een deel van het complex was in gebruik genomen als gemeentehuis. Ook de abdijkerk was nog intact en diende nu voor de gelovigen uit het dorpje. Een imposant bouwwerk meenden Ans en Jan. De gids toonde de wandelaars een aantal inscripties, gekrast in de muren van de kerk. Ze zouden er mogelijk al zijn gemaakt bij de bouw van dit deel van het complex, ergens in de elfde eeuw…
menneke

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

 

Eenvoudige salade van Coeur de boeuf…

17 april 2007 015
De loftrompet steken over die vuistdikke tomaat, luisterend naar de naam Coeur de boeuf, je kunt het niet voldoende doen. Het is een geweldige vrucht!

Wij zijn vaak niet in de gelegenheid om hem te kopen, in ons dorp wordt-ie niet aangeboden. Een enkele keer zie je hem op de Helmondse zaterdagmarkt verschijnen. Maar zijn we in Luxemburg dan is de tomaat altijd voorhanden, en we zullen het niet nalaten om hem aan te schaffen.

De tomaat rijpt van binnenuit en heeft de smaak van tomaten in vroeger dagen, alleen is hij wat minder zoet. Héél veel tomaat, dat is wat je proeft.

Coeur de boeuf (ossenhart, runderhart) is als soeptomaat geschikt, maar het meest komt hij tot z’n recht als saladetomaat. Zelfs de meest eenvoudige salade wordt een feest.
pasta met truffel

Snijd de tomaat in dunne plakken en overgiet die met goede spijsolie. Peper en zout uit de molen en grof gesnipperde basilicumblaadjes eroverheen en je salade is klaar. Eén tomaat volstaat als bijgerecht voor twee personen.

De combinatie met zachte kaas, bijvoorbeeld mozzarella of een geitenkaasje, is goddelijk.

© paul

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 45…

soepeters
11-05-2014. De etappe liep van Mussidan naar Port-Sainte-Foy, 32 kilometer.

De landstreek waar de wandelaars doortrekken kent een bloedig verleden. Talrijke Godsdienstoorlogen tussen katholieken en de hugenoten en de rondwarende Pest trokken hun spoor door het land. We zijn  dan in de 17e eeuw en noch arm, noch rijk  ontkwam eraan.

Een landheer uit de streek, genaamd Heer Montagne, raakte al zijn bezittingen kwijt ten gevolge van de oorlog. Zijn kasteel, de talloze boerderijen en al zijn landerijen. Zijn hele familie werd uitgeroeid door de vijand. Berooid trok hij daarna van boerderij naar boerderij om als een landloper te bedelen om een kom soep en een slaapplaats op stal, zijn lijfgoed was zijn enig bezit. Op een dag werd hij aan tafel genodigd door de Familie Chabrol. Hij ontwaarde daar een merkwaardig ritueel. Wanneer de familie het bord soep bijna leeg had gelepeld goot men bij het laatste beetje een ferme scheut wijn en slurpte dan het restant naar binnen.

Na de ondertekening van het vredesgedrag tussen katholieken en hugenoten kwam het nog redelijk goed met de landheer. De gulle maaltijden en de gegunde slaapplaatsen bij de boeren indachtig, werd de landheer een weldoener voor de pachters in de streek. Zijn faam als beschermheer van de derde stand drong door tot ver buiten de landstreek.

De gewoonte van de Familie Chabrol vergat hij nimmer. Sterker nog, hij adopteerde de gewoonte en goot voortaan altijd wijn bij de restanten van de soep. De gevleugelde woorden Je Chabrol worden nog steeds gebezigd in de streek.

Respect en liefde voor de natuur, eerbetoon aan de traditie, aan de ontmoeting rond de tafel, eenvoud, verdraagzaamheid, kwaliteit van het leven, de keuken en de smaak … 
soepeters

Het is het motto waarmee de leden van de Académie du Chabrol en Pays de Montagne zich vereenzelvigen. De gastheer voor deze dag, Monsieur Charles, is lid van dit Genootschap. Hij bedient de wandelaars in het kostuum van het Genootschap. De omschrijving van Ans betreffende de status van Monsieur Charles, is wel héél kort door de bocht: Hij slurpte zijn soep en kreeg er een diploma voor…

Het was al 08.30 uur toen de wandelaars aanliepen, die ochtend. Het zou een lange dag worden want er stonden 32 kilometers op het programma.

Wel onmiddellijk bood zich een overweldigend mooi landschap aan. Er werd gelopen over paden en paadjes, alles licht geaccidenteerd, niet te zwaar en met alle mogelijkheden om optimaal te genieten van de omgeving. Lekker weer vandaag.

Klokke twaalf werd de broodmaaltijd genuttigd op de traptreden van een kapel, en vrij kort daarna kwamen Ans en Jan de Antwerpse pelgrim met de camper weer tegen, Danny. Hij kwam de wandelaars tegemoet gelopen, hij was alweer op weg naar zijn automobiel die enkele kilometers noordelijker stond geparkeerd.

Danny haalde zijn camper op en reed ergens in de vroege middag de wandelaars achterop. Die vertelden hem dat ze op zoek waren naar koffie, maar ook Danny was geen uitspanning tegen gekomen en kon in die zin weinig betekenen. Hij reed dan maar door.

Na nog eens een half uur lopen stond daar Danny weer, geparkeerd op de stoep van een kerkje. Hij riep van verre: Hier op het plein is koffie. De reizigers speurden het pleintje af, maar van een café of koffiehuis geen teken. Ik bedoel hier, in de camper…

Enfin, verse koffie en een goed uur rust in de camper, dat was wat Danny te bieden had. Voorts vroeg Danny of hij een stuk mee mocht lopen. Ans en Jan stelden zijn gezelschap intussen erg op prijs, dus werd de tocht gedrieën hervat, het was intussen 14.30 uur. Al buurtend werden gegevens uitgewisseld. En dan bleek Danny in zijn arbeidzaam leven óók brandweerman te zijn geweest. Enfin,..

Port-Sainte-Foy is een zelfstandige gemeente, maar in feite is het een voorstadje geworden van Sainte-Foy-La-Grande, een wat meer stedelijke omgeving dus. Het was even zoeken, maar uiteindelijk werd er weer eens een gewone-mensen-terras gevonden met koel schuimend bier. Danny had er wel zin in, maar hij deed wat voorzichtigjes, hij moest het eind naar zijn camper nog teruglopen.
soepeters

Monsieur Charles had ik je al voorgesteld, hij bereidde voor de wandelaars de avondmaaltijd. Kippensoep, inclusief het slurpritueel, (ook Jan slurpte soep), gebakken aardappeltjes met een vleesburger, sla, kaas en een toetje. De man was een gezellige prater, zijn gezelschap vormde een aangename afsluiting van weer een unieke dag…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

Van duiven en torentjes…

vakantie juli 2007 082

“Een kom soep met iets meer runds- dan schapenvlees, de meeste avonden gehakt van de overblijfselen van het middagmaal, de povere resten bot op zaterdag, linzen op vrijdag, en een duifje als toegift op zondag.”  Dat is wat Cervantes de verarmde landadelijke Heer uit La Mancha laat eten. En dat duifje, daar gaat het om. Dat was de enige luxe die Don Quichot zich kennelijk kon permiteren.

Al sinds de oudheid worden er duiven gehouden. Niet voor de sport, dat bestaat nog maar relatief kort. Nee, het ging om het vlees. En het was een luxe, want het probleem met duiven was dat ze gevoederd moesten worden, anders vertrokken ze naar elders. Maar voederen betekende dan weer dat goed graan en peulvruchten opgeofferd werden omwille van de vleesproductie, en dat kon een horige of keuterboer zich eenvoudigweg niet permiteren. Duifjes kweken was dus al met al toch weer gedoe van de maatschappelijke bovenlaag.

De rijken waren ook in staat om gepaste behuizing voor het gevogelte op te trekken. Vaak prestigieuse en statusverhogende bouwwerken. Bovenstaande toren troffen we  aan in de noordelijke Auvergne. Het benedengedeelte was graanopslag, in de twee bovenverdiepingen werden duiven gehouden. Je vindt ze overal in Bourgondië, in Anjou en in Auvergne en de Fransen willen het graag doen voorkomen als hun aller eigenste specialiteit (lees ik in hun brochures). Maar dat is natuurlijk onzin. Heel Engeland staat nog vol met middeleeuwse duivenkotten, Spanje idem dito en verder vind je ze in iets mindere mate terug in elk ander Europees land, zo ook bij ons.

Het is al weer jaren geleden dat de plaatselijke poelier stopte met zijn bedrijf. Hij ging met pensioen en had geen opvolger. We kochten bij die man vaak duif. Meestal betrof het jonge duiven uit de eigen kweek van de talrijke duivenmelkers die ons dorp rijk was, soms waren het wilde duifjes. (Er wordt in Nederland nog steeds op de houtduif gejaagd.) Nog onlangs heb ik met de Jongste Bediende zitten dromen over de onvoorstelbaar lekkere duivensoep die we vroeger regelmatig maakten. En wilde duivenborstjes in een saus van rode wijn en chalotjes was enige jaren het vaste voorgerecht met de Kerst.

Vanavond maakt Ellen Anjouduif voor me klaar, misschien wel de lekkerste gekweekte duif ooit…

© paul

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 44…

menneke
10-05-2014. De etappe ging van Saint-Astair naar Mussidan, 24 kilometer.

Die beroemde grotten van Lascoux waren de wandelaars al weer enige tijd geleden (op grotere afstand) gepasseerd. Maar het hele Zuid-Westen van Frankrijk is doortrokken van dat soort grotten, spelonken en onderaardse holen en er is op meer plaatsen grotkunst terug gevonden. Dat gaat zo door tot in Spanje.

Nu is het een bekend verschijnsel dat lange en eenzame tochten reizigers in verwarring kunnen brengen, zeker wanneer zij dwalen in meer exotische streken. Legendarisch zijn de verhalen van beroemde Noordpoolreizigers in wiens blikveld voortdurend groene Eskimo’s opdaagden. De verhalen ook van de Napoleontische legers op weg naar Moskou, trekkend door eindeloze berkenwouden. De soldaten van de Grande Armée zagen het geboomte op den duur aan voor oogverblindend vrouwvolk. Menige Betula onderging een groepsverkrachting.

Enfin, onze wandelaars hebben het merendeel van hun intellectueel kunnen nog op een rijtje, dat is wel duidelijk. Maar soms slaat de vermoeidheid toe, is de scherpte ervan af en verliezen ze hun kritisch vermogen. Dan hebben ze even geen last van goede smaak en laten ze het historisch besef voor wat het is.

Het bovenstaand plaatje bijvoorbeeld interpreteerden ze op enig moment als een prehistorische Pelgrim. Ze dachten zelfs dat hij hun de weg wees (ergens naartoe schrijft Ans. Ja, ja…) en: Of hij écht heel oud is weten we niet, de nietjes van de ondergrond waren al wel verroest… Nou ja lezer, nou ja,..

Het begon die dag so-wie-so al raar. Omdat ze vergeten waren om de wekker te zetten werden Ans en Jan pas om 06.50 uur wakker, knap laat. Zonder al teveel gehaast kon het dan ook zo zijn dat de reizigers pas om 09.00 uur vertrokken. De luchten oogden dreigend, maar het bleef droog, de hele dag.

De routeaanwijzingen van het Santiagoboek klopten al direct niet meer met de bewegwijzering van het plaatselijk Santiagogezelschap. Leidde het boek de reizigers van dorpje naar dorpje, de plaatselijke route volgde de Grande Randonnées, het Europese wandelweb, ontworpen voor die-hards, die van afzien hun tweede natuur hadden gemaakt.

Het risico om ook deze dag weer van alle herbergen, café’s en koffiehalteplaatsen verstoken te blijven trok de reizigers absoluut niet. Daar kwam nog bij dat er in de ochtend al eens een goede vier kilometer teruggelopen moest worden door gebrek aan goede aanwijzingen. Ans en Jan ontwierpen dus ter plekke hun eigen Camino, met goed gevolg…
soepeters

Er waren meer wandelaars die geen vat konden krijgen op de routes, ze hadden zich hopeloos verlopen. Toen dan Jan, als bedreven leidinggevende de staf van Zjoske in de hoogte stak, scanderend: Follow the Leader, had hij zomaar een hele klocht Nordic Walkers achter zich aan. Enfin,…

Onderweg kwamen Jan en Ans een man tegen uit Antwerpen, ze hadden hem al eens eerder ontmoet. Zijn naam was Danny.

Danny hield er een wat vreemde manier op na om de Camino te belopen. Hij woonde in een camper. Hij plaatst het vehicle ergens onderweg, liep dan een deel van het pelgrimspad, draaide om en ging terug naar de kampeerbus. Hij reed dan vervolgens naar de plaats waar hij die dag te voet gestopt was, om vandaar uit de volgende ochtend weer zo’n tochtte maken. Hij deed dat een aantal weken per jaar en hoopte zo ooit in de toekomst in Santiago de Compostella te geraken. Het leek omslachtig, en dat was het misschien ook, maar het wás een manier, nietwaar?

Al met al waren Ans en Jan zeer te spreken over de tocht van deze dag. De omgeving werd zienderogen anders, meer zuiders. Men zag er de eerste palmen, bamboe en bananenbomen.

Een beetje spanning aan het eind van de dag kon er nog wel bij. Het duurde zeker een uur voordat iemand op kwam dagen met de sleutel van het Pelgrimshuis. Al die tijd verkeerden de wandelaars in onzekerheid over een gedegen slaapplaats voor de nacht.

De avondmaaltijd moest worden gekookt op té kleine pitten, met té zware pannen. Maar uiteindelijk at men genoeglijk pasta met een groentesaus. Het logeeradres voor de volgende dag was geregeld…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, intermezzo: muziek voor Ans…

vakantie zomer 2013 Asquins

Weinig nieuws te melden, dus tijd voor een intermezzo…

Mijn liefde voor Oude Muziek (middeleeuwen, renaissance, barok) deel ik al sinds lange tijd met Ans. (Of Ans met mij, daar wil ik vanaf wezen.) Als ondersteuning bij deze artikelenreeks zou ik gebruik gaan maken van pelgrimsmuziek uit de twaalfde eeuw, dat leek me wel toepasselijk. Dus ik begon naarstig te zoeken in mijn platenkast, want ergens lag die cd met de Mirakelen van Sant’iago.

Tot mijn schande realiseerde ik me dat ik de muziek al jaren niet meer had afgespeeld en op de plaats in de kast waar de cd hoorde te staan vond ik nu heel andere dingen. Het zoeken nam zeer geruime tijd in beslag ten gevolge van de vloek van het teveel. Uiteindelijk vond ik het schijfje achter de Collectie Johann Sebastian Bach. Hoe het daar ooit verzeild is geraakt was me een raadsel, maar ik had het gelukkig weer terug.

Evenwel diende zich onmiddellijk en nieuw probleem aan. Hoe kreeg ik die muziek bruikbaar op de lap top? Zelf doen, daar ben ik te digibeet voor, en iemand inschakelen trok me niet aan.  Zoek gewoon op internet, Youtube misschien… was Ellens voorstel. Stom, stom, ik had daar zelf aan kunnen denken.

Enfin,.. de muziek en de teksten van de Mirakelen van Sant’iago komen uit een middeleeuwse boek, genaamd de Codex Calixtinus. De teksten zijn verzameld, en mogelijk voor een deel ook geschreven, door een Franse geleerde priester uit de buurt van Poitou. Later is het boek overgebracht naar de kathedraal van Santiago de Compostella, waar het zich nu nog steeds bevindt.

De Codex bevat naast de Jacobsliederen ook historische, hagiografische en literaire teksten. De geschiedenis van Karel de Grote en zijn vazal Roeland vind je er bijvoorbeeld in terug. De Jacobsliederen werden oorspronkelijk eenstemmig gezongen. Het boek stamt uit de 12e eeuw.

Anonymous 4 is een Amerikaans ensemble, het bestaat uit vier vrouwen. Zij leggen zich in hun praktijk helemaal toe op de muziek uit de middeleeuwen en de renaissance. Anonymous 4 brengt haar muziek uit op het prestigieuze label Harmonia Mundi France.

Het lukt me niet om een filmpje te plaatsen, dus wil je de muziek horen dan moet je zelf zoeken op YouTube (Anonymous 4, Santiago). Of je klikt naar hun web site. Daar is muziek zat te vinden, ook die voor Sint Jacobus… (En lukt het allemaal niet Ans, ik heb de cd teruggevonden en weer op de juiste plaats opgeborgen. Het komt wel, later, later…)

Intussen rammelen de artikelen en foto’s weer binnen via Ellens telefoon.  Maar nu is het toch mooi te laat om nog een paar uren te gaan zitten schrijven. Morgen is er weer een dag, we gaan naar bed en kijken er nog een oude Tatort-Krimi. Met Max Ballauf en Freddy Schenk in de hoofdrol…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 43…

8 mei
09-05-2014. De etappe liep van Perigueux naar Saint Astier, 27 kilometer.

Onze automobiel was gasgestookt en we reden in Duitsland. Wilde je nieuwe brandstof innemen dan werd je meestal doorverwezen naar een industrieterrein. Daar vond je dan altijd wel een butagashandelaar die er ook een LPG pompje op na hield. Verder was de mogelijkheid tot inname van autogas dun bezaaid bij onze Oosterburen. In Ludwichshafen was het geen zier beter dan in de rest van Duitsland. We werden er verwezen naar de haven aan de oevers van de Rijn. Het was vóór het Tom-tom tijdperk, dus de route moest uitgelezen worden op een stadskaartje, ik snapte er geen zier van. Uiteindelijk stopte ik voor een loods waar nogal wat bedrijf was. Ik ging naar binnen in de veronderstelling dat er uiteindelijk wel iemand zou zijn die me de weg kon wijzen. Er was geen portier of beveiligingsbeambte, ik wandelde zo naar binnen. Eerst en vooral kwam ik een partij handvuurwapens tegen, uitgestald op een tafel. Iets verderop lagen geavanceerde automatische geweren, sluipschutterstuig en machinepistolen. Ik schrok me rot. Ik bleek te zijn binnengedrongen op de schietbaan van het politiekorps van Ludwichshafen. Er was volk zat, iedereen was bezig met de dingen die je deed op een schietbaan. Ik intussen had zomaar de complete wapenuitrusting voor een forse terroristische cel bij elkaar kunnen sprokkelen. Geen haan die er naar kraaide…

De wandelaars hadden een soortgelijke ervaring. Het gebied waar ze nu liepen was doortrokken van grotten en spelonken, Lascaux lag vlak in de buurt! Op enig moment kwamen ze bij een enorme grot waar een hoop kabaal uitkwam. Het bleek de schietbaan van de Departementale Politie te zijn. Men schrok zich rot! Schieten van de politie etcetera schrijft Ans. Hoezo etcetera, schiet de Brandweer daar ook?

Enfin,.. er moest afscheid genomen worden deze ochtend, sommige pelgrims namen een ander pad of kozen ervoor om terug te keren naar huis en haard. Peter uit Hamburg ging, evenals Ans en Jan, verder met de Lange Mars, om 08.30 vertrokken de pelgrims. Peter liep zijn eigen hoge tempo, dus al snel raakte hij uit zicht. Ze zouden elkaar later op de dag wel weer treffen.

Het was so-wie-so een beetje wennen om na dagen hele stukken van de etappe te delen met meerdere mensen, nu weer samen te lopen. Het lopen ging wat moeizaam ook, alsof er pap in de benen zat.

Een indrukwekkende omgeving was het, vooral bosrijk gebied, veel klimmen en dalen. In het dorpje Chancelade (Chancelada in het Occitaans, ik kom daar morgen wel op terug..) werd een afstap gemaakt naar de kapel van Saint Jean. Ook de wandelaar dient tijd in te ruimen om belangrijk cultuurgoed onderdeel te laten zijn van de pelgrimage… De jonge priester die er in z’n eentje de mis deed, zonder enige gelovige in zijn kerkbanken, werd op de koop toe genomen.

Iets verderop, in het bos, gebruikten Ans en Jan de broodmaaltijd. Gelukkig kwam er vrij snel daarna ook de mogelijkheid om verse koffie te scoren, in het dorpje Gravelle. Daar ontmoetten ze ook Peter weer en gezamenlijk zorgden ze voor een slaapplaats voor de nacht, een aantal kilometers verderop. De rest van de etappe was minder vermoeiend, behalve dan misschien die grot met die schietende politiemensen…

Onderweg werden de wandelaars achterop gereden door een paar jochies op een kleine tractor. Er ontspon zich een conversatie en Jan vertelde mannekes een mop in het Frans, gelardeerd met onberispelijk Gemerts. Lachen als boertjes met kiespijn, dat deden ze. Ze zullen de clou wel niet begrepen hebben. Toen de pelgrims dan vertelden dat ze intussen al 1000 kilometer hadden gelopen, vielen de bekjes van die gastjes pas écht open. Ans en Jan konden er smakelijk om gniffelen.
perigord
De rest van de tocht was saai. Er werd gelopen langs een drukke weg. De enige verrassing was de tulpenboom. (Hydrodendron tulpifea heet-ie). En uiteindelijk maakte de mooie slaapplek alles goed…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>