De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 71…

IMG-20140609-WA0000

07-06-2014. De etappe ging van San Bol naar Itero de la Vega, 24 kilometer.

San Bol bestond niet, tot die conclusie waren we al een dag eerder gekomen, het dorp werd opgeheven in 1503. Het moest een raar gevoel zijn om ergens te zitten en tegelijk ergens niet te zijn… Enfin, je kon daar nog een hele hoop metafysica op loslaten, feit bleef dat die pelgrims daar aan een mooi gedekte tafel zaten te wachten tot ze een bord paella op konden scheppen. Er zou later ook nog een toetje volgen (de lepeltjes lagen al klaar). Een aangename omstandigheid om zo aan te mogen schuiven, terwijl de gastvrouw van de herberg je verzorgde met spijs en drank…

Over die herberg valt nog wel iets te vertellen. De watervoorziening van het gebouwtje gaat via een échte bron. Zomer en winter heeft dat bronwater dezelfde temperatuur, 10 graden Celsius. De bron maakt dat de herberg überhaupt te gebruiken is voor meerdere gasten, zonder water geen leven.

In de jaren negentig van de vorige eeuw werd de herberg bestierd door ene Luìs. Het schijnt een vrolijke kwast te zijn geweest, en hij was altijd in voor een grapje. Op zekere dag kwamen er een paar Engelse pelgrims aankloppen, één van hen maakte onderweg aantekeningen ten behoeve van een nieuwe Engelstalige Compostellagids. Luìs leidde zijn gasten rond en aangekomen bij de bron vertelde hij hen dat het water geneeskrachtige eigenschappen bezat. Zomaar, als grapje, want het water was dan wel koel, helder en verkwikkend, maar dat was dan ook alles…

In de eerstvolgende uitgave van de Engelse Compostellagids was evengoed dat verhaal wél opgenomen. En aangezien reisgidsenschrijvers graag elkaars werk stelen zijn er sinds die tijd talloze Engelstalige uitgaven verschenen waarin het geneeskrachtig water van San Bol een prominente rol speelt.

En nog vaker gebeurt het dat Engelstalige pelgrims het verzoek doen om te mogen baden in die Magische Bron, en dat tot op de dag van vandaag… (Engelsen zijn gek op hokus pokus.)
IMG-20140607-WA0002

Ans opent het bericht van deze dag bericht met: Jos, as ge mar hèt genote… Een cryptisch bericht lezer, en ik weet absoluut niet waar het over gaat. Ik noteer het toch maar even, Jos zal het wel begrijpen.

Verder zegt Ans: na de maaltijd zijn we om 20.30 uur ons bed ingekropen, we sliepen al voordat we de kussens hadden geraakt…

Ach lezer, vroeg slapen betekende doorgaans ook vroeg opstaan. En zo kon het dan gebeuren dat de wandelaars na een gezamenlijk ontbijt al om 07.00 uur op pad waren. Een wijs besluit zou je zeggen, want het kon in deze streken al vroeg op de dag bloedheet zijn.

De tocht ging aanvankelijk door een laagvlakte, over onverharde wegen omringd door graanakkers. In het plaatsje Hontanas werd een kop koffie gedronken en vervolgens wandelden Ans en Jan naar het Klooster van San Anton. De ruïnes van het grote klooster zagen er indrukwekkend uit; de nissen waren nog aanwezig, waarin de Franse monniken van het klooster wijn en spijs uitstalden ten behoeve van de pelgrims naar Santiago. In vroeger dagen wel te verstaan, nu lag er slechts stof…  In een gerestaureerd bijgebouw van het klooster was de refugio, de pelgrimsherberg, ingericht. Daar logeren was evenwel geen optie, het was nog veel te vroeg op de dag.

Hierna lag het serieuze werk in het verschiet. Er moest worden geklommen en er moest worden gedaald. Een afschrikwekkende rotswand doemde voor de reizigers op en bovenop de berg tekende zich de ruïne van een kasteel af, daar moest men naartoe. Gelukkig begon het elke dag zo rond 12.00 uur te waaien in deze contreien, dat bracht wat verkoeling.

Aan de voet van de beklimming lag een dorpje in lintbebouwing. Castrojirez heette het dorp, het stelde als oord niks voor. Maar wel hadden ze er, vreemd genoeg, vier kerken. De wandelaars trokken door het dorp en kwamen dan op een steil bergpad. Het stijgingspercentage beliep 12 procent over een zig-zaggende en onverharde weg. Een meer dan pittige klim was het, maar de wandelaars werden beloond voor hun inspanning. Aangekomen op de Alto de Mostelares ontvouwde zich een immens vergezicht. Op een stenen muurtje zaten Ans en Jan dan enige tijd stilletjes die eindeloosheid in te staren…

De afdaling ging over een betonnen pad, bij een percentage van 18. Onderweg werd er gestopt om in het gras nog wat brood te eten, we deden er onze tijd over schrijft Ans.
IMG-20140607-WA0004

Het liefst waren de pelgrims gaan logeren in de afgelegen herberg van Ermita de San Nicolas, daar was het echter volgeboekt. Ze liepen dan maar door naar Itero de la Vega. Daar troffen ze een rustige herberg, en er was wél plaats. Ans en Jan kwamen nog enkel bekenden tegen en het weerzien was aangenaam. De maaltijd werd genoten in de plaatselijke eetschuur…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

Brown Beer J.J. Crawe…

image
Gedenkbieren die op de een of andere manier verwijzen naar de Eerste Wereldoorlog vind je dezer dagen volop, in Frankrijk, in België. (En een enkel in het Verenigd Koninkrijk. Van Duitsland en de rest van de wereld is me niks bekend.)

Op zich is het een prima manier om de Wereldramp te herdenken. Je mag alleen hopen dat de kwaliteit van het bier voldoet aan jouw standaard. Verreweg de meeste brouwers van de gedenkbieren komen uit dat stukje Noord-Frankrijk en uit West-Vlaanderen waar de strijd honderd jaar geleden op z’n hevigst woedde. En laat dat nu ook de streek zijn waar van oudsher de geweldige streekbieren vandaan komen…

Ik maakte al eens een summiere beschrijving van het fenomeen aan de hand van het Poppy-bier uit het Franse Péronne. En vorige zomer, door de Argonne trekkend,  dronken we er verschillende speciale W.O.I brouwsels, ik heb het lang niet allemaal gedocumenteerd. In Luxemburg dronken we Bière du Poilu (poilu was de bijnaam van  de Franse zandhaas uit die tijd).

Over Alex heb ik je al meermalen verteld. Hij bereisde alle slagvelden van West-Europa, van de Zwitsers-Franse grens tot aan de Noordzeekust. Het gebeurt vaker dat hij kleine souvenirs voor me meebrengt. Een kaasje, een worst. En ook regelmatig bier. Vandeweek bracht hij me een flesje Brown Beer J.J. Crowe. Nooit gezien, nooit van gehoord…

Enfin, het verhaal: John James Crowe was kapitein in het leger van het British Empire. Zijn regiment heette het Worchestershire en was gedurende de Eerste Wereldoorlog onder anderen gelegerd in de Belgische Westhoek. Bij gevechtshandelingen in de buurt van Nieuwkerk wist Crowe eenentwintig Duitse soldaten te ontwapenen en redde hij zo de levens van tientallen Britse soldaten, opgesloten in een hinderlaag. Hij kreeg voor zijn heldendaad het Victiria Cross en het Crois de Guerre (geen Belgische onderscheiding?). Crowe opereerde vanuit een oud gasthuis, genaamd De Bosgeus.

De Bosgeus bestaat nog steeds, het complex dient tegenwoordig als vakantiehuis voor grote gezelschappen. Al in eerdere dagen liet de directie een bier brouwen, speciaal voor de gasten en op zeer beperkte schaal verkrijgbaar in de omgeving.

En toen dan in 2011 ter ere van J.J. Crowe, en met fors Engels militair vertoon, een plaquette werd onthuld op de binnenplaats van De Bosgeus, , besloot de beheerder tot uitgave van dit bier. Hij liet het brouwen over aan Brouwerij De Graal uit Brakel in Oost-Vlaanderen (en die ken ik dan weer wel…).

De naam van het bier is J.J. Crowe, Brown Beer to remember. Het komt in een 33 cl. flesje, type Duvelfles. Het alcoholpercentage is 10 %.

Het type wordt omschreven als Abt, als Quadruppel, maar ik houd het op een degelijke Vlaamse Dubbele. Het is een bier van de hoge gisting, bij het uitschenken vertoont het  wat vertroebeling. De kleur is middeldonker bruin, en de schuimkraag is zwak. (Dat lag niet aan mijn glas, ook op bierfora wordt daarover geklaagd.)

Het bier geurt aangenaam lichtjes naar citrus, ook wat kofieachtigs zit erbij, of chocolade. De smaak is beslist niet te zoet, verder geurt en smaakt het me bekend, hoewel ik er geen omschrijving voor kan bedenken. De afdronk is niet erg lang, wel prettig.

Een best bier, ik kan niet anders oordelen. Maar waarom moet het nou toch weer zo zwaar gemaakt worden. Na twee flesjes heb je ongeveer zoveel alcohol in je lijf als na het drinken van een grote fles Luxemburgse Rivanerwijn. Geen bier dus om door te drinken.

Alex is er van overtuigd dat hij het bier gemakkelijk aan kan komen,ondanks de kleinschaligheid waarop het brouwsel worden geproduceerd . Ik mag het hopen, ik doe mee in de aankoop, ik lust er wel pap van…

© paul

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe70…

IMG-20140607-WA0001
06-06-2014. De etappe ging van Burgos naar San Bol, 25 kilometer.

Je keek even naar de foto en je werd er blij van. Twee zwervers in een ver, vreemd en warm land, de weelde straalde óók een beetje op jou af. Tussen die twee bruinverbrande koppen door zag je de kathedraal van Burgos zich in al zijn heerlijkheid tonen, wat een geluk…

Nou lezer, wij gingen ons met heel andere zaken bezighouden, wij hadden niks met zwervers

Je zou de wandelaars 25 kilometer kunnen laten lopen en vervolgens vragen waar ze nu waren uitgekomen. Nergens, zouden ze antwoorden. Het was de waarheid en toch ook weer niet. Begrijpen deed je er niks van…

Vriend Jan zat gisterenavond aan onze keukentafel naarstig te zoeken. Hij gebruikte Michelinkaarten, hij gebruikte andere wegwijzers, hij zocht ook zijn heil bij Google. Hij moest en zou weten waar wederhelft en zwager zich ontspanden. Het mocht niet baten. San Bol was niet te vinden… Maar dat kon ook niet lezer, het dorp was opgeheven in 1503.

In de omgeving daar deden verhalen de ronde over een desastreuse epidemie die de ganse goegemeente uitmoordde, maar meer waarschijnlijk was dat het een Joods dorp betrof, waarvan de gehele bevolking werd verbannen.

In 1492 werd er in het zuiden van Spanje door Koning Ferdinand en zijn vrouw Isabella een edict uitgevaardigd waarbij Spaanse Joden werden gesommeerd het land te verlaten. Het was de maand Maart en de Joden kregen drie maanden de tijd om hun vertrek te organiseren. Natuurlijk ging alles niet zo snel, de logistiek was nog middeleeuws en voordat zo’n bericht in het noorden doordrong was er alweer fors wat tijd voorbij.

De Joden moesten Spanje verlaten omdat ze in de ogen van de Spaanse koning verwant waren aan de Moren. Die Moren had hij zojuist verslagen en de laatsten van hen in de Middellandse Zee gekiepert, of dan toch verbannen naar Marokko.

De Joodse gemeenschap week massaal uit naar Portugal, maar daar had de autochtone bevolking geen behoefte aan asielzoekers. In 1496 werd er dan ook een decreet uitgevaardigd waarbij men Spaanse én Portugese Joden gewoon de grens over zette, ze moesten maar zien, maar niet bij ons

Is er iets nieuws onder de zon lezer, ik weet het niet? Ik ben geen historicus, maar wel ken ik de stammenstrijd van die wetenschappers over het feit of de geschiedenis zich herhaalt, of juist niet. Van mij mogen ze academisch verder bakkeleien, het zal altijd nieuwe inzichten opleveren, het helpt me op dit moment niet verder…  Maar wél lees ik mijn krantje, wél lees ik over Iranezen, Irakezen, Russische Joden en Hindoestaanse Chinezen. Ik lees over Pakiestaanse vrouwen die van huis en haard verdreven worden omdat ze niet dienstbaar genoeg zijn aan deze of gene gestoorde ziel en dus geen keuze hebben dan ook maar te verkassen naar vreemde oorden. Van alle tijden?..

En het is natuurlijk eenvoudig om de Spanjaard en de Portugees van toenmaals verwijten te maken, maar het was wel de Paus van Rome die alles blijmoedig sanctioneerde (en de Jezuïeten die het noodzakelijke voorwerk deden..) Ellen vindt dat ik nu moet ophouden met deze polimiek. Nou vooruit dan….

Enfin, het nieuws van de verbanning drong door in de noordelijke contreien van Spanje, jaren later, en de Joodse bevolking begon noodgedwongen aan een volgende diaspora. Uiteindelijk kwamen er een hoop van hen terecht in Antwerpen, in Amsterdam. En ze waren welkom lezer, toen wel, nou en of, toen wel… En San Bol was daarmee ontvolk en hield op te bestaan.

Overigens bleef er op die plek, genaamd Santobol, nog wel een leprozenkolonie bestaan tot ergens in de 19e eeuw, maar dat mocht geen naam hebben…

De reizigers waren evengoed, volkomen onkundig van de historische diepgang van hun wandeldoel, die ochtend vertrokken om 07.00 uur. Wijk een beetje van de route af en je vindt de mooiste refugio, pelgrimsherberg, die je tussen hier en Santiago tegen kunt komen, was de geheimtip van een medepelgrim. En wat doe je dan?
IMG-20140604-WA0002

De route was mooi en eenzaam. Het ging over fiets- en voetpaden, vaak ook onverharde wegen. Op zich vielen de hoogteverschillen wel mee, weinig stijgen en dalen, behalve dan dat ene neergaande pad met al die losse keien…

Onderweg was er overigens wel steeds vaker de gelegenheid om koffie te drinken en lijftocht in te slaan. En ook werd er steeds vaker reclame gemaakt voor de pelgrimsherbergen. Je kon ze vinden in soorten en maten, je liep per slot op de Pelgrimssnelweg…

Na het middagmaal bikkelden (in Ans d’r woorden) de wandelaars over een Meseta, een hoogvlakte. Het oogde geweldig, alleen de broodnodige schaduw moesten de pelgrims ontberen. Pas na uren ontwaarden Ans en Jan een boompje, dat was de enige plaats waar het noodzakelijk schoonheidsslaapje kon worden gedaan.
IMG-20140607-WA0003

Om 15.00 uur kwamen de wandelaars aan in San Bol. Er stond een herberg en verder was er helemaal niets; een open vlakte, een paar bomen en daaronder die hut. Ze hadden er geen toilet, niet eens een schijthuis… Je gerief deed je in het open veld…

Wel was er een bron. En die gaf water, zomer en winter. De temperatuur van het water was onder alle omstandigheden (‘s winters bij vorst en ‘s zomers bij verzengende hitte) 10 graden Celsius.

De herberg bood plaats voor 20 pelgrims, er verbleven er slechts 13. Het leverde een hoop gezellige buurt op, slapen deden onze wandelaars op een matras op de grond…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

Granita di Caffé.

Het is hier heel warm, drukkend, benauwd. Vanmorgen ben ik al vroeg naar de markt geweest met Vriend Jan. Allerlei lekkers gekocht voor een etenje vanavond. We sluiten de maaltijd in ieder geval af met Aardbeien met Pepersaus. Een ander mooi dessert voor warme dagen is deze Granita di Caffé of voor de komende dagen toch een heerlijk tussendoortje.

  •  3 dl zeer sterke espresso
  • suiker naar smaak
  • 2 dl slagroom geklopt met suiker naar smaak.

Zet hele sterke espresso en los de suiker op in de nog warme koffie. Laat afkoelen en giet de espresso in een ijsblokjes vorm. Maak de blokjes niet dikker dan 1 cm.  Laat de koffieblokjes bevriezen.( kan gewoon in het vriesvak) Klop de slagroom met wat suiker stijf. Leg de bevroren blokjes in de keukenmachine (met metalen blad), of maal ze met de staafmixer, tot fijne kristallen. Verdeel het koffie-ijs over 6 glazen en schep de slagroom erop. Serveer direct.

Posted in desserts | Leave a reply

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 69…

el cid
05-06-2014. De etappe liep van Cardenuele -Riopico naar Burgos, 15 kilometer.

Het was ergens in de jaren zestig, ik zal twaalf zijn geweest. De film werd vertoond in het Luxortheater aan de Molenstraat en mijn moeder stuurde mij ernaar toe. Mijn moeder was dol op film, ze vond het een belangrijke en volwaardige kunstvorm, en daarvan kennis nemen achtte ze onmisbaar onderdeel in de opvoeding van haar zoon ( de meest waanzinnige en fantastische dingen heb ik in die tijd gezien, mijn zusje herinnert zich geheel andere ervaringen dienaangaande…).

Daar zat ik dan als snotneus tussen vrijende paartjes, rumoerige nozems en opgeschoten pubers. En ik vond het geweldig. Wat er om me heen gebeurde deed me niks, ik werd eenvoudigweg in de film gezogen.

Rodrigo Díaz de Vivar werd geboren onder de rook van Burgos. Hij kreeg zijn bijnaam El Cid Campeador naar aanleiding van de ridderlijke toernooien die hij won. Later, in zijn hoedanigheid als veldheer, streed hij in de bevrijdingsoorlogen en bouwde hij aan zijn reputatie als Morendoder. Hij raakte verwikkeld in de machtsintriges aan verschillende Spaanse hoven, diende onder Moorse edelen en werd verbannen ten gevolge van de beschuldiging van diefstal. Hij eindigde als Koning van Valencia, welke stad hij eigenhandig veroverde op de opstandelingen die de Kalief van de stadsstaat ter dood hadden gebracht. El Cid stierf gewoon in bed, in tegenstelling tot de talloze legenden die hem strijdend onder laten gaan. (Aan het eind van de film zie je Charlton Heston met wapperende mantel op zijn strijdros verdwijnen naar de einder, de eeuwige jachtvelden te gemoed.) El Cid werd volksheld nummer een in het Oude Spanje.

In de zeventiende eeuw probeerde de Spaanse koning hem heilig te laten verklaren, maar de toenmalige paus ging hier niet in mee, onder meer vanwege El Cids brutaal gedrag en zijn opportunistische houding tegenover de moslims.

Ik zag de film enige jaren geleden terug, ik hield er een dubbel gevoel aan over. De karakters waren plat en volgens eenvoudige schema’s uitgewerkt. Goed was goed en slecht was slecht. En de slechten waren bijna altijd Arabische types. Het verhaal zat vol intriges, maar van de eenvoudige soort, in de bijrollen werd pathetisch geacteerd.

De beelden waren echter overweldigend, de massa-scenes werden legendarisch en Sophia Loren was op haar mooist. (La Loren, ik houd van haar. Haar rol in Una Giornata Particolare is waarschijnlijk de mooiste vrouwelijke filmrol ooit. En ook: quote van La Loren: Een dag zonder pasta is een verloren dag…).

Charlton, El Cid, Heston was ongetwijfeld een groot acteur, hij vervulde ook zeven jaar de functie van voorzitter van die enge club National Rifle Association, de belangenorganisatie van schietgrage Amerikanen.

Enfin, ook de wandelaars waren op zoek naar El Cid, ze zouden hem later deze dag ontmoeten in Burgos. In alle rust begonnen Ans en Jan aan de dag, Burgos lag op slechts 15 kilometer, voor de wandelaars een peulenschil van een tocht. De resten brood en kaas van de vorige dag werden gedeeld met het gezelschap van de nacht.
IMG-20140604-WA0005

Korea, Zweden, Peru, Frankrijk en Nederland. Acht mensen, vijf nationaliteiten. Men had in elkaars aanwezigheid de avondmaaltijd gebruikt, nu was het tijd voor het afscheid.

De korte trip werd gelopen in een blinde mist die pas optrok toen de wandelaars Burgos binnentrokken. De rest van de dag was het overigens prachtig weer. Aan de pelgrimsherberg werden lijfgoed en rugzak toevertrouwd en daarna deed men een rondje om de kathedraal. Dan was het tijd om een bed te reserveren, te douchen en te rusten. Het pelgrimshuis werd van gemeentewegen beheerd, er konden 160 pelgrims in worden ondergebracht. De bedden waren wel onderling van elkaar gescheiden door een vliesdun wandje, je kreeg een beetje een kostschoolgevoel, maar het was er relatief rustig.

Na een licht slaapje en een verkwikkende douche zochten Ans en Jan, samen met twee Spaanse pelgrims, een restaurant op. Ze gebruikten er de avondmaaltijd en vervolgens stond een uitgebreid bezoek aan het inwendige van de Kathedraal van Burgos op het programma. We keken onze ogen uit en het is moeilijk te beschrijven wat een pracht en praal we gezien hebben schrijft Ans…

Het is dan ook een waarlijke exponent van het Rijke Roomsche Leven, die gigantische kerk daar in Burgos. Begonnen als een romaanse kerk, afgebouwd in de stijl van de Spaanse gotiek. Ook renaissance en barok lieten hun sporen acht, zowel in het interieur als in de architectuur. Opmerkelijk is dat het goed gedaan werd. De stijlen vullen elkaar aan, versterken elkaar, ze bijten nergens…

Even later ontmoetten de wandelaars dan El Cid, in de gedaante van het allesbepalend ruiterstandbeeld op een van de vele pleinen. Alles goed Cid, nog steeds zo bronstig en agressief?..

Een dag eerdere kregen Ans en Jan de tip van een vrouwelijke pelgrim in Cardenuele. Morito heette de tapasbar, daar was het te doen. Rond 20.00 uur streken de wandelaars er neer, het bleek een voortreffelijke aanbeveling van die mevrouw. De tapas waren van topkwaliteit en de drank vloeide rijkelijk.

Na nog een korte  lome tocht door stegen en steegjes dienden de pelgrims de refugio op te zoeken. Om 22.30 uur lagen ze onder de lakens.

© paul

(P.s. Privé reactie van jullie scribent: Martien, je dicht me een Grieksgoddelijke status toe maar in werkelijkheid zit ik op een heuveltje in de Handelse Bergen. Kijk ik naar links dan zie ik Boekel liggen, aan de andere kant ontwaar ik De Mortel, maar Santiago? Ik zou niet weten waar ik het zoeken moest. Ik tik overigens met drie vingers en wordt daar aardig sacherijnig van. Verder gaat het wel goed. Groet, Paul…)

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

La Llave…

Lamsvlees met tuinboontjes en artisjokken

De papieren pakketjes lagen netjes gestapeld op de toonbank bij onze Turkse slager. Ze zouden een “soort” saffraan bevatten. Verpakt in honderd piepkleine envelopjes, elk bevattend 1,2 gram. En de prijs voor honderd stuks was € 4,- .

Wij wisten wel beter, voor saffraan was dit veel te goedkoop… Toch kochten we een pakje. Mischien bevatte het geelwortel (kurkuma, kunjit). Enfin, we zouden wel zien.

Het openen bij thuiskomst leverde een blijk van herinnering op. Die witte pakjes met rood opdruk kenden we. We gebruikten ze in het verleden wel eens om gerechten te kleuren.

Het spul komt uit Spanje. Het merk heet La Llave (de Sleutel) en op de verpakking staat wat het is: Colorante Alimentario oftewel voedingskleurstof. Nadere beschouwing leert dat het een synthetische kleurstof betreft, E-102 (Tartrazine). Het goedje is aangevuld met maismeel en zout. In een enkel geval willen sommige mensen fout reageren op de stof, maar dat zijn uitzonderingen. Tartrazine wordt op grote schaal in de voedingsindustrie gebruikt.

Het is de kleurstof waarmee in Spanje vaak de paëlla wordt aangekleurd. Saffraan is immers veel te duur voor de alledaagse volkskeuken.

Een saffranvervanger is het natuurlijk niet. Saffraan geeft kleur, smaak én geur, en dat op een heel delicate manier. Dit goedje geeft kleur, en een heel klein beetje smaak. Het maismeel zou daar mede verantwoordelijk voor zijn(?).

Lamsvlees met tuinboontjes en artisjokken

© paul

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 68, Flying Dutchmen…

 

onthand
04-06-2014. de etappe ging van Vilafranca naar Cardenuele -Riopico, 24 kilometer.

Wij zijn een beetje ‘onthandt’ beste lezers; Paul is vandaag aan zijn rechterhand geopereerd. Een kleine ingreep, maar toch. Alles is stevig ingepakt en dat nodigt niet uit tot veel beweging… Paul is rechts en is dus echt ‘onthand’! Mooie verhalen typen over de wandelaars naar Santiago zit er dus even niet in! Om het thuisfront toch van nieuws te voorzien neem ik de regie van het verslag maar even over. Verwacht van mij vandaag geen mooie verhalen en achtergrondinformatie, ik tik gewoon, bijna letterlijk, het bericht van Ans over…

Hoewel enig commentaar… Ze beginnen wat ‘praatjes’ te krijgen, die wandelaars, lijkt het wel. Ans bluft, ‘we zoeven medepelgrims voorbij’, ze heeft het zelfs over ‘Flying Dutchmen’. De twee blijken over een steeds betere conditie te beschikken en dat geeft natuurlijk vleugels.

Ans schrijft letterlijk:

Kwart over 7 vertrokken. We waren bijna de laatste van de 30. 
Het begon al met een flinke stijging. Vanmorgen bij de afwas had een pelgrim er al de pee in omdat hij wist wat er kwam. Wij beiden niet. Dankzij onze kleine 2000 km in de benen, gingen we er al snel enkele voorbij > flying dutchmen. Het stuk door Montes de Oca was best mooi. Door eikenbos , heide en bloeiende brem. 
Door Atapuerca dat bekend staat om een veldslag tussen Navarra en Castilie. Castilie veroverde hierdoor meer macht. Dit was van groot belang voor de latere geschiedenis van Spanje. 
Hier zijn ook in een grote steengroeve de resten van een prehistorische mens aangetroffen die de wetenschappelijke naam Homo antecessor heeft gekregen

IMG-20140604-WA0004

We sturen ook een foto van een menhir die herinnert aan de slag Atapuerca. 
IMG-20140604-WA0003


We hebben ook een heel mooi, moeilijk pad gehad over de Matagrande. (1078m). Grote uitgesleten kalkzandstenen maken het lastig stappen. Heel mooie uitzichten oa op Burgos waar we morgen naar toe gaan. Nu even relaxen in een heel klein plaatsje in een gemoedelijke, hele simpele gemeente herberg. Een bed, wc, douche en een stoel om te zitten. Je kunt er niet koken dus zijn we genoodzaakt om een pelgrimmenu te nuttigen in de plaatselijke bar voor 8 euro. Keuze uit 4 voorgerechten en 3 hoofdgerechten. Zijn met 6 man dus komt goed. 
Wordt vervolgd.
GroetJAns.

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

© ellen.

 

 

 

Aardbeien met groene pepersaus

etentje bram en maya 005

Er wordt warm weer voorspelt voor de Pinksterdagen, heel warm weer. Ik wil dan eindelijk weer eens met een flink gezelschap aan onze grote tuintafel eten, Hond Jaros gaat maar eens ergens anders liggen. Het menu staat nog niet helemaal vast, ik laat dat altijd afhangen van het aanbod op de markt, het dessert is duidelijk: aardbeien met groene pepersaus, een prachtig gerecht voor warme dagen, feestelijk genoeg voor Pinksteren en er worden nu volop aardbeien te koop aangeboden. Ik maak dit dessert al jaren, soms wat meer peper, soms wat minder alcohol (als er kinderen mee-eten) het blijft een succes. De combinatie van groene pepertjes met aardbeien is bijzonder lekker. Aardbeien kunnen soms wat weeïg zijn, de pepertjes geven ze weer pit.

  • Voor ongeveer 8 personen:
  • Aardbeienpuree:
  • 1 dl water
  • 500 gram aardbeien
  • 100 gram suiker
  • Saus:
  • 100 gram suiker
  • 1 dl Grand Marnier
  • 2 theelepels groene
  • peperkorrels op sap (in glazen potjes te koop)
  • Om te garneren:
  • 250 gram aardbeien
  • roomijs

Doe het water en de aardbeien in een pan en bestrooi met de suiker. Breng ze
aan de kook en laat ze dan ongeveer 1 minuut op een hoog vuur doorkoken.
Doe de massa in een blender en pureer tot je een mooie massa hebt.
Wrijf de puree
door een haarzeef.

Doe de suiker in een sauspan en laat op een zacht vuur carameliseren. Voeg
de grand Marnier toe en de peperkorrels. Doe de siroop bij de aarbeienpuree en
roer goed.
Laat de saus afkoelen.

Snijd de rest van de aardbeien doormidden en leg ze in een kring op de borden.
Giet de aardbeiensaus binnen de kring en leg in het midden een bolletje
roomijs.

© ellen.

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 67…

IMG-20140529-WA0015
03-06-2014. De etappe ging van Grañón naar Vallafranca Montes de Oca, 33 kilometer.

Het was al vroeg een drukte van belang in de herberg van Grañón. Het ontbijt werd in gezamenlijkheid gedeeld en samen ruimde men op. Toen de wandelaars de geldelijke schuld voor de slaapplaats en het eten wilden voldoen bleek dat er geen tarief voor stond. Slechts een kleine eigen bijdrage werd er gevraagd, zodat er weer brood, vlees en groenten ingeslagen konden worden voor de komende avondmaaltijd. Vriendelijk volkje toch, daar in Grañón

Het werd een hete dag. En verreweg het grootste deel van de route volgde een pad langs de N120, een drukke verbindingsweg met veel autoverkeer. Tja, ook dat kon gebeuren.

Onderweg liepen de wandelaars te mijmeren over de fietsroute die Broer Ruud had bereden op zijn Compostellatocht. Aangezien hij vaak geen gebruik kon maken van de wandelpaden voor de pelgrims, moest hij wel afhankelijk zijn van grotere wegen. Het zal lang niet altijd een pretje zijn geweest tussen al dat voortrazend snelverkeer.

Het file-lopen omwille van het teveel aan pelgrims viel tot nog toe best mee. Er waren wel meer wandelaars dan in voorgaande stukken, het gebeurde toch vaak dat Ans en Jan alleen liepen.
IMG-20140604-WA0000

Onderweg passeerden de reizigers de Ermita Nuestra Señora de la Peña, de Hermitage van Onze Lieve Vrouw van Peña, een door een middeleeuwse monnik in de rots uitgehouwen kapel. Ook trokken de reizigers door de Montes de Oca, de Ganzenbergen, een zeldzaam mooi gebied en heel eenzaam. Struikrovers bevolkten in vroeger dagen dit deel van de route, gebrand als ze waren op have en lijfgoed van de talloze voorbijtrekkende pelgrims naar Compostella

Het zal 15.30 uur geweest zijn toen de wandelaars Vallafranca Montes de Oca binnentrokken. Het was tijd voor een terras en een goed glas bier. Tijd ook voor een keuveltje met de eigenaresse van het etablissement. Dan moest er geboodschapt worden ten behoeve van het avondmaal en daarna werd het pelgrimshuis opgezocht.

Het koken verliep vlot. De bereiding was eenvoudig, de maaltijd smakelijk. Een grote bak salade, gebakken aardappeltjes en gehaktballetjes uit blik. Maar wel goei, schrijft Ans, leken wel biologisch eigengemaakt. En een pelgrim is snel tevreden..

Alle tijd was er om gedachten te wisselen met de andere pelgrims in de herberg. Vooral Hanna uit Zwitserland bleek een prettige gesprekspartner. Zij was helemaal alleen op pad, op de een of andere manier deed zij de wandelaars denken aan Kris van Broer Ruud.

Laat en loom in de vallende avond werd de laatste wijn gedronken. Ter afsluiting bood men de wandelaars een klein doses marihuana aan. Ach, ze lieten het er maar bij, zij zouden toch wel slapen.

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

Dutch oven…

DSC_0010
Dutch ovens komen al sinds lange tijd niet meer uit Nederland. Sinds de Engelse Quaker Abraham Darby in 1704 de kunst van het potten maken afkeek in onze streken, en zijn zaakjes goed patenteerde, worden de gietijzeren pannen voornamelijk geproduceerd in het Verenigd Koninkrijk en de U.S.A. De naam Dutch oven bleef…

De methode van produceren en de erbij behorende kooktechniek waren allang bekend in Engeland, maar de Nederlandse pannen waren gewoonweg beter. Tot Darby ontdekte waarom, en hij de productie ging toepassen op vroeg-industriële schaal.

Enfin, het betreft zware gietijzeren pannen. Je hangt ze boven, of zet ze rechtstreeks op het houtvuur. De deksel kan omgekeerd worden zodat je er houtskool op kunt storten. Op die manier heb je onder- én bovenwarmte. Je pot werkt dan min of meer als een oventje. Op het houtskool van de deksel kun je vervolgens weer een koekenpan plaatsen.

Wanneer je de techniek onder de knie hebt moet het vervolgens mogelijk zijn om een gecompliceerde maaltijd in een keer te bereiden, met gebruik van relatief weinig brandstof. Van de zomer gaan we uitvinden hoe dat werkt.

We kregen de set geschonken van de beheerder van het landje waar ons Luxemburgs onderkomen staat. Beheerder Joop is dol op BBQ en andere vormen van buiten koken en zijn verzameling apparatuur is indrukwekkend.

Helaas moet hij ons verlaten, hij heeft een nieuwe betrekking gevonden. En op die plaats kan hij slechts een gedeelte kwijt van zijn spulletjes. Hij schonk ons dan de Dutch oven. Maar ook een soepketel met standaard en een rookoven. Wij zijn hem dankbaar, dat begrijp je…

Om je enig idee te geven hoe het werkt met die Dutch oven kun je hier doorklikken naar een YouTube filmpje.

© paul