06-06-2014. De etappe ging van Burgos naar San Bol, 25 kilometer.
Je keek even naar de foto en je werd er blij van. Twee zwervers in een ver, vreemd en warm land, de weelde straalde óók een beetje op jou af. Tussen die twee bruinverbrande koppen door zag je de kathedraal van Burgos zich in al zijn heerlijkheid tonen, wat een geluk…
Nou lezer, wij gingen ons met heel andere zaken bezighouden, wij hadden niks met zwervers…
Je zou de wandelaars 25 kilometer kunnen laten lopen en vervolgens vragen waar ze nu waren uitgekomen. Nergens, zouden ze antwoorden. Het was de waarheid en toch ook weer niet. Begrijpen deed je er niks van…
Vriend Jan zat gisterenavond aan onze keukentafel naarstig te zoeken. Hij gebruikte Michelinkaarten, hij gebruikte andere wegwijzers, hij zocht ook zijn heil bij Google. Hij moest en zou weten waar wederhelft en zwager zich ontspanden. Het mocht niet baten. San Bol was niet te vinden… Maar dat kon ook niet lezer, het dorp was opgeheven in 1503.
In de omgeving daar deden verhalen de ronde over een desastreuse epidemie die de ganse goegemeente uitmoordde, maar meer waarschijnlijk was dat het een Joods dorp betrof, waarvan de gehele bevolking werd verbannen.
In 1492 werd er in het zuiden van Spanje door Koning Ferdinand en zijn vrouw Isabella een edict uitgevaardigd waarbij Spaanse Joden werden gesommeerd het land te verlaten. Het was de maand Maart en de Joden kregen drie maanden de tijd om hun vertrek te organiseren. Natuurlijk ging alles niet zo snel, de logistiek was nog middeleeuws en voordat zo’n bericht in het noorden doordrong was er alweer fors wat tijd voorbij.
De Joden moesten Spanje verlaten omdat ze in de ogen van de Spaanse koning verwant waren aan de Moren. Die Moren had hij zojuist verslagen en de laatsten van hen in de Middellandse Zee gekiepert, of dan toch verbannen naar Marokko.
De Joodse gemeenschap week massaal uit naar Portugal, maar daar had de autochtone bevolking geen behoefte aan asielzoekers. In 1496 werd er dan ook een decreet uitgevaardigd waarbij men Spaanse én Portugese Joden gewoon de grens over zette, ze moesten maar zien, maar niet bij ons…
Is er iets nieuws onder de zon lezer, ik weet het niet? Ik ben geen historicus, maar wel ken ik de stammenstrijd van die wetenschappers over het feit of de geschiedenis zich herhaalt, of juist niet. Van mij mogen ze academisch verder bakkeleien, het zal altijd nieuwe inzichten opleveren, het helpt me op dit moment niet verder… Maar wél lees ik mijn krantje, wél lees ik over Iranezen, Irakezen, Russische Joden en Hindoestaanse Chinezen. Ik lees over Pakiestaanse vrouwen die van huis en haard verdreven worden omdat ze niet dienstbaar genoeg zijn aan deze of gene gestoorde ziel en dus geen keuze hebben dan ook maar te verkassen naar vreemde oorden. Van alle tijden?..
En het is natuurlijk eenvoudig om de Spanjaard en de Portugees van toenmaals verwijten te maken, maar het was wel de Paus van Rome die alles blijmoedig sanctioneerde (en de Jezuïeten die het noodzakelijke voorwerk deden..) Ellen vindt dat ik nu moet ophouden met deze polimiek. Nou vooruit dan….
Enfin, het nieuws van de verbanning drong door in de noordelijke contreien van Spanje, jaren later, en de Joodse bevolking begon noodgedwongen aan een volgende diaspora. Uiteindelijk kwamen er een hoop van hen terecht in Antwerpen, in Amsterdam. En ze waren welkom lezer, toen wel, nou en of, toen wel… En San Bol was daarmee ontvolk en hield op te bestaan.
Overigens bleef er op die plek, genaamd Santobol, nog wel een leprozenkolonie bestaan tot ergens in de 19e eeuw, maar dat mocht geen naam hebben…
De reizigers waren evengoed, volkomen onkundig van de historische diepgang van hun wandeldoel, die ochtend vertrokken om 07.00 uur. Wijk een beetje van de route af en je vindt de mooiste refugio, pelgrimsherberg, die je tussen hier en Santiago tegen kunt komen, was de geheimtip van een medepelgrim. En wat doe je dan?
De route was mooi en eenzaam. Het ging over fiets- en voetpaden, vaak ook onverharde wegen. Op zich vielen de hoogteverschillen wel mee, weinig stijgen en dalen, behalve dan dat ene neergaande pad met al die losse keien…
Onderweg was er overigens wel steeds vaker de gelegenheid om koffie te drinken en lijftocht in te slaan. En ook werd er steeds vaker reclame gemaakt voor de pelgrimsherbergen. Je kon ze vinden in soorten en maten, je liep per slot op de Pelgrimssnelweg…
Na het middagmaal bikkelden (in Ans d’r woorden) de wandelaars over een Meseta, een hoogvlakte. Het oogde geweldig, alleen de broodnodige schaduw moesten de pelgrims ontberen. Pas na uren ontwaarden Ans en Jan een boompje, dat was de enige plaats waar het noodzakelijk schoonheidsslaapje kon worden gedaan.
Om 15.00 uur kwamen de wandelaars aan in San Bol. Er stond een herberg en verder was er helemaal niets; een open vlakte, een paar bomen en daaronder die hut. Ze hadden er geen toilet, niet eens een schijthuis… Je gerief deed je in het open veld…
Wel was er een bron. En die gaf water, zomer en winter. De temperatuur van het water was onder alle omstandigheden (‘s winters bij vorst en ‘s zomers bij verzengende hitte) 10 graden Celsius.
De herberg bood plaats voor 20 pelgrims, er verbleven er slechts 13. Het leverde een hoop gezellige buurt op, slapen deden onze wandelaars op een matras op de grond…
© paul
Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>