Evengoed was het een primeur voor ons: de eerste verse tuinbonen van het jaar. Ze waren er al wel eerder en in een mooier formaat, we kwamen ze al maanden terug tegen. Maar ze kwamen uit Verweggiestan en we beoordeelden ze té exotisch van aard…
We kochten afgelopen zaterdag op de markt onze eerste Europese tuinbonen, ze oogden prachtig. Thuis gekomen bleek de groente van iets mindere kwaliteit dan we op de markt hadden ingeschat. Tel daarbij op dat de bonen door omstandigheden nog een aantal dagen in de koelkast bleven liggen en je snapt dat ik vanmiddag na het polen niet bepaald overhield wat ik oorspronkelijk voor ogen had. Daar komt nog bij dat er nogal wat erg grote exemplaren tussen zaten.
In zo’n geval is er maar een ding wat je kunt doen: dubbeldoppen!
Dubbeldoppen betekent niet meer dan dat je, na het polen, de tuinbonen ontdoet van het buitenste vlies. Het is een eenvoudige klus, maar wel tijdrovend. Je snijdt met een scherp mesjes via de bovenkant de tuinboon (op de naad) overdwars door. Daarna kun je de twee zachte helften uit de harde buitenschil wippen. Nogmaals, het is een eenvoudige klus, maar het kost je tijd. Ik heb geen hekel aan dit soort handwerk. Ik zet een mooie langspeelplaat op of ik luister via de digitale snelweg een gemist radioprogramma terug. Het ontspant me en het levert ook nog eens iets speciaals op.
Het recept dat ik vervolgens gebruikte werd al eens door Ellen beschreven, met dank aan Mevrouw Hazan. Ze noemde het Tuinbonen zoals ze in Rome worden gegeten. Laat ik het recept nou toch terug vinden bij Mevrouw De Medici; daar heet het Toscaanse tuinboontjes. Enfin, Italianen onder elkaar, moet je maar denken…
Ik beschrijf het recept zoals ik het vanmiddag klaarmaakte.
- 300 gram dubbelgedopte tuinbonen,
- 50 gram gerookt ontbijtspek,
- 1 sjalot,
- olijfolie,
- peper en (eventueel) zout uit de molen,
- 4 eetlepels water,
- wat vers gehakte peterselie.
Verwarm de olijfolie in een pan met een stevige bodem. Fruit hierin de gesnipperde sjalot langzaam glazig. Doe er dan het in dobbelsteentjes gesneden spek bij en laat dat zachtjes uitbakken, ongeveer een minuut of vier. Voeg vervolgens de tuinbonen toe en besprenkel alles met flink wat peper uit de molen. Schep even om zodat er zich een filmlaagje van vet om de boontjes voegt. Doe het water erbij en laat het gerecht dan 10 minuten op een zacht vuurtje stoven. Schep de boontjes in een voorverwarmde schaal, strooi er vers gehakte peterselie over en dien op.
- Opmerkingen:
- Of je zout gebruikt hangt voornamelijk af van je spek. Het is al snel teveel.
- Tuinbonen, gewoon in hun buitenvelletje, ach, we aten ze al zo vaak, en het is een heerlijke groente. Duppelgedopte tuinbonen echter zijn anders, milder, en verschrikkelijk lekker. Alleen al voor die milde smaaksensatie zou je de moeite moeten nemen om het eens uit te proberen.
- In Italië (maar ook in Portugal) worden zelfs hele jonge tuinbonen dubbel gedopt. Of ik dat er voor over heb weet ik niet, maar het moet wel iets vreselijk lekkers opleveren. (Ik zag ze wel eens op een markt aangeboden voor vreselijk veel geld…)
- De gaartijd hangt af van de versheid van je tuinbonen. Proeven of het goed is heet het motto.
© paul