Broccoli met penne en gorgonzola

broccoli en lamskarbonaadjes

De grote crash van onze computer lijkt toch weer even uitgesteld…Ik paste de truck toe die vaak helpt bij computerproblemen; even-aan-en-uit-zetten. Nou ja, uit ging het ding vanzelf dus trok ik er de stekker maar uit, je weet maar nooit…En inderdaad, vandaag werkt het ding weer als vanouds!

Paul schreef al over ons weekende in Luxemburg, er is zoveel te vertellen dat ik niet goed weet waar ik moet beginnen. Laat ik dus beginnen bij de restjes. Boodschappen doen voor 15 personen is niet makkelijk; ontbijt, avondmaaltijd, koffie, thee, snacks en snoep, bier, wijn enzovoorts, er blijft altijd wel wat over ( te weinig is echt vervelend). Het bier en de wijn blijven wel staan tot de volgende keer, het fruit en de overgebleven chocolade worden verdeeld over de diverse auto’s, maar de bederfelijke waar moet toch snel verwerkt worden.

Dit keer waren er twee flinke stukken kaas over, een stuk Brie de Meaux en een stuk Gorgonzola. Ik bedacht vandaag een snelle maaltijd met Gorgonzola, penne en broccoli. Een prima resultaat vond ik zelf.

Voor twee personen;

  • 400 gram broccoli
  • 200 gram penne
  • 1 klein bekertje room
  • 100 gram gorgonzola

De broccoli in kokend water 3 minuten koken, afgieten, even laten schrikken in koud water en goed laten uitlekken. Intussen de room met 75 gram van de gorgonzola verwarmen en even laten indikken. De penne al dente koken zoals de beschrijving aangeeft en afgieten. De penne en de broccoli in een ovenschaal sschikken en de saus erover gieten. Nog een paar stukjes gorgonzola er het geheelstrooien en de schotel 10 minuten in de voorverwarmde oven zetten.

broccoli en lamskarbonaadjes

Wij aten er een paar lamskarbonaadjes bij, even snel om en om knapperig gebakken in wat olijfolie. Een stukje Brie de Meaux toe en, natuurlijk een kopje espresso.

© ellen.

Kippenragout, soepkip deel één

soepkip 007

Wat is er eigenlijk mooier dan een soepkip! Een biologische soepkip ook nog! Zo’n kip heeft een prachtig lang leven gehad, ons vele eieren geschonken en na hele vele jaren trouwe dienst mogen ze ook nog eens in de pan. Niet iets om zomaar even klaar te maken dus. Vlees om met aandacht en respect te behandelen…

Ik kocht een biologische soepkip, en bedacht er een pan risotto bij. Maar van één goede soepkip kan je veel meer maken…

Met deze kip ging het zó:

Kip schoonmaken en eventueel in delen snijden. Opzetten met koud water en langszaam aan de kook brengen. Afschuimen tot het water helder is. Dan de smaakmakers toevoegen;Bijvoorbeeld;1 ui, een paar stengels selderij,petersele, laurieblad, tijm, wat peperkorrels en wat je nog meer lekker vind. Laat de kip zo zeker 3 uur zachtjes sudderen. Dan af laten koelen en overtollig vet en kruiden verwijderen. De kip netjes verdelen; velletjes en drelletjes voor de hond, vlees apart voor latere gerechten. De bouillon eventueel een keer zeven. Ik bedacht voor de boullion een mooie risotto met spinazie en met het vlees maakte ik een ragout.

  • voor vier personen;
  • 60 gram boter plus een klontje om de champignons en de ui te bakken
  • 5 eetlepels bloem
  • 1 uitje, fijngesneden
  • 250 gram biologische kastanje-champignons
  • bouillon
  • gaar kippenvlees, fijngesneden, flink wat versgemalen peper, een handjevol vers gehakte platte peterselie, eventueel wat zout.

De champignons in partjes snijden en met het uitje even aanbakken in het klontje boter.

In een pan met dikke bodem de rest van de boter smelten en de bloem toevoegen. Roer goed over de bodem en laat even zachtjes garen.
Voeg er de bouillon beetje voor beetje bij tot de ragout de juiste dikte heeft en roer tot alle klontjes weg zijn. Laat de roux 20 minuten heel zachtjes garen en doe er dan het kippenvlees bij, de peper, de champignons en peterselie.Voeg om het extra romig te maken eentueel een scheutje room toe.

Ik heb pasteibakjes gekocht in de supermarkt, die moeten 10 minuutjes in de oven op 160 graden. Je kunt de bakjes natuurlijk ook zelf maken.

Blijft over een flinke pan kippenbouillon, voor nieuwe risotto-experimenten natuurlijk…Risotto met verse spinazie en gorgonzola lijkt me wel wat. Wordt vervolgd dus…

© ellen.

Köstrizer Schwarzbier…

zwartbier

Zwartbier, ik ben er dol op. Ik schreef je al eens over mijn passie voor dat type, met name over dat uit Tsjechië. Maar geloof me, Duitsers maken er ook wat van.

Het Zwartbier hoort thuis in Midden Europa. Behalve in Oostenrijk, Hongarije en Tsjechië is het bier altijd populair geweest in het oosten van Duitsland. Door de tweedeling van dat land als gevolg van de Tweede Wereldoorlog verdwenen de Oostduitse bieren tamelijk radicaal uit de Westerse schappen. Lokaal werd er in het Westen nog wel gedaan aan Zwartbier, maar het mocht niet écht een naam hebben. Men hield het bij Pilsner, Alt, Kölsch en Weissenbier. En verder hielden de Westduitsers er een behoorlijk protektionistisch beleid op na wat betreft “vreemde” bieren. Denk maar niet dat buitenlandse brouwerijen als Heineken of Bavaria zomaar hun producten in die markt konden uitzetten. En diezelfde beschermende maatregel paste men toe op de Oostduitse bieren. Ze kwamen er niet zomaar in! Toen echter het wonder geschiedde en de beide Duitslanden begin jaren negentig weer tot één staat werden gesmeed kwam daar verandering in. Heel Duitsland werd weer één grote markt en de Zwartbieren uit de oostelijke deelstaten vonden hun weg naar de westelijke consument.

De Köstritzer Schwarzbierbrauerei is gelegen in het plaatsje Bad Köstritz in Thüringen, deelstaat in de voormalige DDR. De brouwerij bestaat al sinds het begin van de 16e eeuw (hoewel je dat soort gegevens altijd met een korreltje zout moet nemen). De brouwerij deed het niet slecht in de DDR. Het was echter iemand van de Bitburger Brauerei Th. Simons die de bui zag hangen. De Westduitse markt zou weer open gaan voor andere dan in Westduitsland geproduceerde bieren. En Zwartbieren zouden wel eens een deel van het marktsegment kunnen gaan bezetten dat nu door de pilsverkopers werd bediend. Voor Simons gold dan ook: of zelf Zwartbier maken, of zorgen dat je op een andere manier die markt bezet. Ze deden dat bij Simons door de Köstritzer Schwarzbierbrouerei in 1991 op te kopen. Het was een gouden grip…

De Köstrizer Schwarzbierbrauerei is een zelfstandig ondernemende brouwerij, hoewel ze dus deel uitmaakt van een groot concern. Wel kon men gebruik maken van de faciliteiten van het moederbedrijf, en vanaf 1993 werd het Zwartbier gericht in heel Duitsland afgezet. Twee jaren later waren ze marktaanvoeder, en dat zijn ze gebleven tot de dag van vandaag.

Verwacht van het Zwartbier geen uitgesproken smaaksensatie zoals je die vindt bij Belgische of Engelse zwarte bieren. Duitse zwarte bieren zijn gemaakt om te drinken, niet om snoepen. Het zijn bieren van de lage gisting, en je drinkt ze zoals je pils drinkt. Tegen de dorst of gewoon als avondvullende drank. Ze gaan niet tegen staan. Het alcoholpercentage schommelt altijd rond de 5 procent.

Ik vind het Köstritzer een prima Zwartbier. Het is vol van smaak, droog en chocoladebitter. Het geurt niet overdadig, er is geen lage afdronk. Gewoon uitstekend bier om een avond mee door te zakken. Probeer het maar eens.

Oh ja lezer, die roos op de achtergrond van de foto. Die roos heet Westerland. Hij staat in onze tuin uitbundig te bloeien, en de vaas op tafel maakt dat de hele keuken geurt naar roos…

© paul.

Gefrituurde risottoballetjes….

septfontaines mei 2009

Risotto, het begint Ellens specialiteit te worden. Ze heeft het helemaal in de vingers. Rijk, smeuïg en ongelooflijk lekker. Tijdens onze vacantie maakte ze een viertal varianten, waaronder de klassieker met kwarteltjes. Al bij eerdere gelegenheid schreef Ellen dat je risotto ook prima kunt gebruiken voor restverwerking. En ik geloof dat ik toen schreef dat er weinig rest te verwerken valt omdat de pan bij ons altijd tot op de bodem wordt geleegd.

Maar goed, het moest er dan toch eens van komen. Ellen maakte wat extra saffraanrisotto, en ik hield me tijdens de maaltijd een beetje in. We hadden dus over, en de volgende dag werden er balletjes gedraaid.

De koude rijst leent zich prima om balletjes van te draaien. Er zit nogal wat boter en kaas in, en afgekoeld houden die de zaak prima bij elkaar. Balletjes draaien dus, en tijdens het vormen een klontje zachte kaas in het hart werken.

De balletjes worden door meel gerold, dan door losgeklopt ei en daarna door broodkruim. Ze worden daarna gebakken of gefrituurd in de hete olie.

septfontaines mei 2009 septfontaines mei 2009, balletjes van de risottoresten

septfontaines mei 2009, balletjes van de risottoresten

Krokant aan de buitenkant, smeuïg zacht van binnen. Er hoeft verder niks bij. Vurrukkulluk.

© paul

Risotto alle quaglie, ofwel Risotto met kwartel: een klassieker!

septfontaines mei 2009

De afgelopen vakantie besloot ik me verder te verdiepen in het maken van risotto. In het boek “Made in Italy”, van Georgio Locatelli staat een zeer uitgebreid hoofdstuk over risotto, dus ging het boek mee in de boekenkrat en het experimenteren kon beginnen! Dankzij de vele Italianen die in Luxemburg al decennialang wonen en werken zijn er in alle supermarkten volop Italiaanse producten te koop, dus ook alle soorten risottorijst zijn moeiteloos te vinden. Hier in Nederland kan ik in onze omgeving eigenlijk alleen, en dan moet ik nog goed zoeken, arboriorijst vinden.

Locatelli leert ons dat er drie soorten risottorijst zijn; semifino (de kleinste), fino en superfino. Elke soort omvat verschillende rassen. De belangrijkste zijn arborio, carnaroli (beiden superfino) en vialone nano (semifino). Risottorijst behoort tot de variëteit Japonica, deze bevat twee verschillende soorten zetmeel. Aan het oppervlak bevindt zich het zachte amylopectine dat tijdens het koken opzwelt en deels oplost. Een deel van dat zetmeel wordt dus in het gerecht opgenomen waardoor het romig wordt. Binnen in de korrel zit het hardere amylose, dat intact moet blijven en de rijst al dente houdt.

Voor dit klassieke gerecht met kwartels gebruikte ik carnaroli rijst. Locatelli zegt hiervan: “Wij gebruiken deze soort vooral voor simpele en elegante risottos zoals saffraanrisotto en risotto van schaal- en schelpdieren, of risottos met kwetsbare ingrediënten die pas op het laatst worden toegevoegd.” Locatelli geeft twee versies van het gerecht. In onze caravan hebben we geen oven dus maakte ze zo;

  • Voor twee personen;
  • 2 biologische kwartels
  • 200 gram carnarolirijst
  • 50 gram boter
  • 1 glas droge witte wijn
  • 1,5 liter kippenbouillon
  • 2 stengels bleekselderij, fijngehakt
  • 1 kleine wortel, fijngehakt
  • 1 eetlepel tomatenpuree
  • 1 uitje, fijngehakt
  • voor de mantecatura:
  • ongeveer 45 gram koude boter
  • 50 gram versgeraspte Parmezaanse kaas

Fileer de kwartels; snijd de pootjes af en de borststukjes. Doe het karkas, vleugeltjes enzovoorts bij de kippenbouillon. Voeg de bleekselderij, wortel en tomatenpuree ook bij de bouillon en laat die een half uurtje trekken. Zet de bouillonpan naast de risottopan en houd de temperatuur van de bouillon nét tegen de kook aan.

Smelt de boter en smoor daarin de ui zachtjes tot hij glazig is. Doe dan de rijst erbij en roer goed tot alle korrels met boter bedekt zijn. Voeg de wijn toe en laat die volledig verdampen.

Voeg nu bouillon toe, telkens een á twee soeplepels per keer. Roer voortdurend over de bodem van de pan. Als de bouillon is opgenomen voeg je weer nieuwe toe.
Ga op deze manier 15 tot 20 minuten door en blijf roeren tot de rijst gaar is. De korrels moeten van buiten gaar zijn en van binnen nog wat ‘beet’ hebben. Bak intussen de kwartelpootjes en borstfilets even snel in wat boter. De pootjes iets langer dan de filets. Leg ze apart en houd ze warm onder folie.

Draai het vuur uit en laat de risotto een minuut rusten. Meng dan de koude boter en de kaas door de risotto. roer krachtig om en schep de risotto op een schaal. Snijd de borstfilets in plakjes en schik ze samen met de kwartelboutjes op de risotto.

Vooraf een mooie salade en toe een kopje espresso met bittere chocolade, dat was dit jaar onze manier om 1 mei te vieren!

© ellen.

En een kommetje rijst…

 septfontaines mei 2009, rijst met pruimpjes bij Zheng

Ook vorige week waren we er weer. Bij Zheng, in Septfontaines, Luxemburg. Je eet er authentiek, je eet er lekker.

En welk gerecht je ook kiest, de eenvoudige kip, het exotisch lam, de gelakte eend, altijd wordt er rijst bij geserveerd. Geen grote bak, maar een klein kommetje. Kleverige, geurende en smakelijke rijst. Met een paar piepkleine pruimpjes.

Het ontroert me altijd weer…

© paul

Ragout van champignons en ham…

 ragout 002

Ik kocht vandeweek een te ruime hoeveelheid ham voor bij de asperges. En aangezien ik de plakken dik had laten snijden, was het overschot verre van geschikt om te dienen als boterhambeleg. Maar goed, ik moest er toch iets mee. Ik besloot gisteren dan maar een ragout te maken van die ham, met paddenstoeletjes. Het recept is voor twee personen.

  • 2 ons (achter)ham in blokjes gesneden,
  • 1 doosje grotchampignons,
  • 1 ui,
  • 2 tenen knoflook,
  • olijfolie,
  • peper en zout uit de molen,
  • handje vers gehakte peterselie,
  • scheut room,
  • scheut water.

Verhit olie in een stoofpan en voeg de fijn gehakte ui en de gesnipperde knoflook toe. Laat dit even mooi glazig worden en voeg dan de fijn gesneden paddenstoelen toe. Laat die even mee bakken. Dan de ham erbij en een scheutje water. Flink peperen en spaarzaam zijn met zout (i.v.m. de ham). Laat nu alles met gesloten deksel een minuut of tien stoven. Voeg dan een scheut room toe en laat het vocht (zonder deksel) inkoken tot een smeuïge ragout ontstaat. De gehakte peterselie er op het laatst bij en het gerecht is klaar.

We aten de ragout met “kant-en-klare” spätzel. Ik kom daar later nog over te schrijven. Een flink bord gemengde sla completeerde de maaltijd. We dronken er een glas Barbera d’Asti bij van de nieuwe voorraad (12 flessen, wat een feest).

Koffie en een chocoladebonbon toe.

© paul

Course des garcons de café…

We slenterden door een gigantisch koopcentrum op de grens van België en Frankrijk. Ellen schoot een kleine bazar binnen, ze zag het gietertje waar ze al zolang naar zocht. Ik sjouwde wat verveeld achter haar aan. Aardewerk in opzichtige kleuren, potten en pannen die na aanschaf weer snel op een vlooienmarkt zouden belanden. Enfin, de rommel die je dacht nodig te hebben, maar niet heus… Ik zag er geen been in.

Achter in de zaak hing het notoire rek met wenskaarten. Wenskaarten hebben ze namelijk altijd in dat soort zaakjes. Onder het mom van “gezellig en leuk” etaleert men massa’s flauwe prentjes, al dan niet in kleur. Ik mag graag de andere kant op kijken. Het was dan ook Ellen die deze foto ontdekte tussen al die goed bedoelde rommel.

De foto laat een beeld zien van een hardloopwedstijd voor kelners in Parijs. Ze stormen met z’n allen over de Place de la Madeleine. Het jaar is 1951.

Het plaatje komt uit de collectie van Keystone, een fotoarchief dat bestaat sinds 1927. Het bedrijf heeft vestigingen in een aantal grote plaatsen in de wereld, ook in Parijs. Ze beheren een collectie van een goede vijftien miljoen foto’s. Ze hebben werk van alle groten uit de fotowereld. Spijtig genoeg kon ik niet achterhalen van wie dít beeld is.

Die wedstrijd bestaat overigens nog steeds. Tegenwoordig heet het Course des Garcons de Café et des Serveuses. Vanaf het Hôtel de Ville in het 4e arrondissement wordt er een rondje gemaakt van zo’n acht kilkometer. De jongens en meisjes dragen een dienblad mee met daarop een fles water en drie glazen. De eerste prijs bedraagt zes honderd euro, alleen beroeps mogen deelnemen. De wedstrijd vindt dit jaar plaats op de laatste zondag van juni.

Ik kende het fenomeen niet, maar terug in Luxemburg zag ik in de lokale courant een artikel en plaatje van een zelfde fenomeen, maar dan met bladen Bofferdingbier. Ook op internet vind je de wedstrijden. Het blijkt dat Amerikanen er dol op zijn. Maar wordt iets populair, dan kan het niet anders of vervlakking steekt de kop op. Bij al die wedstrijden mag iedereen mee doen. Het wordt al snel weer volksjolijt.

Nee, dan die Omloop van het Cafévolk uit 1951. Alles écht, iedereen in uniform. Geweldig…

© paul

 

SONJABAKKEREN…

Fokke en Sukke

De halve nacht zat ik te werken aan een artikel over Rusland, een reis boordevol smaken. Met moeite kreeg ik de links en foto op hun plaats. Maar eindelijk was het er toch, en tevreden plaatste ik het. Kwam het op 13 juni te staan. Enige grofbekkerij was mij op dat moment niet vreemd…

Dan maar even die ene verontruste lezer beantwoorden. Nee, het Ministerie sonjabakkert niet, nee het Ministerie montignakkert niet… Die Atkins, die wil nog wel eens langs komen op het Ministerie.

© paul

Wij waren op vakantie en aten…Sardijnse stoofpot met kleine artisjokken

septfontaines mei 2009, verse kleine artisjokken

Verslagen verslag uit Septfontaines Luxemburg.

 

Wij dachten het ditmaal helemaal uitgevonden te hebben; gewoon een labtop lenen van mijn werk en dan via het draadloze netwerk op de camping lekker elke dag een stukje bloggen. Helaas bleek dit te optimistisch gedacht! Deze labtop wil niet dat ik mij met “vreemde draadloze netwerken inlaat”! Na een aantal pogingen, met hulp van alle compu-nerds uit het dorp, bleek glashelder dat het met deze labtop niet mogelijk is om het draadloze netwerk van de camping op te pikken. Als tussenoplossing hebben we nu een usb-stick gekocht om wat foto’s en artikelen op te kunnen slaan (dat kan namelijk ook niet op deze labtop). Een peperdure stick overigens, wij verkopen ze op school voor 1/3 van de prijs die ik hier moest betalen! Maar goed het is vakantie en je wilt wat…

 

Misschien lukt het ons morgen om een internetcafé te vinden en via de stick dit artikeltje te plaatsen.

Er is meer dan genoeg om over te schrijven en nu kan ik in ieder geval een aantal mooie dingen vastleggen. (*

 

Zoals altijd houden we hier een heel luie vakantie, het is al een aantal dagen redelijk tot warm weer en we kunnen eigenlijk iedere dag buiten zitten. De nachten zijn hier nog steeds erg koud. Als de zon ondergaat maken we de kachel aan en zitten we lekker binnen.

We hebben, zoals altijd een grote boodschappenkrat volgepakt met boeken en ditmaal ook een aantal dvd’s.

Onze dagen hier hebben een vast patroon; opstaan, douchen enzovoorts, koffiedrinken en ontbijten, een wandeling met Hond Max, bedenken wat we vandaag zullen eten, boodschappen doen. Boodschappen doen, dat lijkt simpeler dan het is. De dichtstbijzijnde winkel is hier 6 kilometer vandaan; een benzinepomp met bakkerij en wat eerste levensbehoeften. Voor de rest kunnen we kiezen uit allemaal grote supermarkten. België of Luxemburg maakt eigenlijk nauwelijks iets uit in afstand, en in de uithoek waar wij verblijven is ook Frankrijk en Duitsland snel te bereiken. Dat maakt de keus natuurlijk al moeilijk. . Maar de ‘dichtstbijzijnde supermarkt’ ligt toch op ongeveer 20 kilometer van onze verblijfplaats.

In een aantal omliggende dorpjes is nog wel een klein winkeltje te vinden maar er worden er ieder jaar wel een paar opgeslokt door de grote supermarkten.

 

Daar komt nog bij dat de Luxemburgse bevolking voor een groot deel bestaat uit Portugezen en Italianen. In alle winkels kun je daarom een keur aan Portugese en Italiaanse levensmiddelen vinden.

 

Ik heb dus ook een flinke stapel kookboeken in mijn krat gepakt om eens rustig te kunnen lezen over al het moois dat hier in de diverse winkels te koop is:

 

Bosjes kleine verse artisjokken, grote ronde Bretonse artisjokken, diverse soorten risottorijst, pasta in alle maten en soorten, polenta, met en zonder truffelstukjes. Mooie verse groenten en fruit uit het zuiden van Frankrijk of Italië. Een keur aan biologische kippen, kwartels, duifjes. Prachtig rundvlees. En altijd duidelijk aangegeven waar het vee vandaan komt, welk ras, hoe opgefokt en waar het geslacht is.

 

Je snapt wel lezer; “Wat zullen we vandaag eens eten” is hier een moeilijke keuze. Wordt het kalfslever van een mooi biologisch kalf of een grote regenboogforel? Willen we pasta of risotto? Of gewoon Luxembourger Gromperen?

 

 

Zo aten we een van de eerste dagen hier een mooie stoofpot met artisjokken en aardappelen. Een gerecht uit Sardinië, met Luxemburgse Gromperen en Franse artisjokken.

Als je ze ergens ziet, meteen kopen zo’n bosje verse artisjokken! Ik betaalde slechts 1,59 voor dit prachtige bosje!

 

Wij aten ze deze week volgens een Sardijns recept:

 

septfontaines mei 2009

 

Voor twee personen:

 

Een bosje verse kleine artisjokken (zo’n bosje bevat meestal vijf kleine artisjokken, ik gebruikte er vier)

250 gram vastkokende aardappels

1 flinke ui, grof gesneden

2 eetlepels olijfolie

1 teen knoflook, geplet en fijngesneden

Zout en peper

2 eetlepels versgehakte platte peterselie

 

Zet een kom water klaar met daarin het sap van een citroen. Verwijder alle harde buitenste blaadjes van de artisjokken. Knip de bovenkanten bij, verwijder alle ‘stekelige delen’ en snijd ze in parten. Snijd de stelen bij en schil ze zoals asperges. Snijd ze in kleine stukjes en leg die ook in de kom met citroensap en water.

 

Schil de aardappels en snijd ze in de lengte in parten.

 

Neem een pan met een dikke bodem en verwarm daarin de olijfolie. Fruit de ui en knoflook lichtbruin. Voeg dan de aardappels, de artisjokkenparten, de stukjes van de stelen, zout en peper en peterselie toe en blijf bakken. Schep nu alle ingrediënten een paar keer om en voeg een paar eetlepels water of groentebouillon toe. Laat het geheel zachtjes sudderen tot de artisjokken en de aardappels gaar zijn. Reken op ongeveer 30 minuten. Voeg eventueel wat extra water of bouillon toe.

Schep alles in een mooie schaal en bestrooi met nog wat versgehakte platte peterselie.

 

Wij aten er een kippenpootje bij, maar eigenlijk voldoet deze Sardijnse stoofpot ook zonder vlees prima.

 

Wij aten nog een stukje voortreffelijke Brie de Meau.

En natuurlijk een kopje espresso toe.

 

© ellen.

 

* Het is ons dus helaas niet gelukt om tijdens de vakantie stukjes te publiceren.