Risotto, het begint Ellens specialiteit te worden. Ze heeft het helemaal in de vingers. Rijk, smeuïg en ongelooflijk lekker. Tijdens onze vacantie maakte ze een viertal varianten, waaronder de klassieker met kwarteltjes. Al bij eerdere gelegenheid schreef Ellen dat je risotto ook prima kunt gebruiken voor restverwerking. En ik geloof dat ik toen schreef dat er weinig rest te verwerken valt omdat de pan bij ons altijd tot op de bodem wordt geleegd.
Maar goed, het moest er dan toch eens van komen. Ellen maakte wat extra saffraanrisotto, en ik hield me tijdens de maaltijd een beetje in. We hadden dus over, en de volgende dag werden er balletjes gedraaid.
De koude rijst leent zich prima om balletjes van te draaien. Er zit nogal wat boter en kaas in, en afgekoeld houden die de zaak prima bij elkaar. Balletjes draaien dus, en tijdens het vormen een klontje zachte kaas in het hart werken.
De balletjes worden door meel gerold, dan door losgeklopt ei en daarna door broodkruim. Ze worden daarna gebakken of gefrituurd in de hete olie.
Krokant aan de buitenkant, smeuïg zacht van binnen. Er hoeft verder niks bij. Vurrukkulluk.
© paul