Chocoladetaart met amandelen en hazelnoten.

torta caprese

Onze laptop is gecrasht en teruggestuurd naar de fabriek. Heel vervelend want stukjes maken op de Ipad valt niet mee. Ik kan geen foto’s vanaf mijn camera naar de Ipad overzetten dus moet ik het nu even doen met wat er al op Flickr staat, of foto’s met de Ipad gemaakt zijn, maar die, vraag met niet waarom, komen op z’n kop op de website te staan. ( zie het vorige stukje over de druiven!)

Nu maar even een stukje over chocoladetaart die ik in het weekende bakte; een groot succes mag ik wel zeggen. De taart moet nog een beetje fluffie zijn dan is hij het lekkerste. Je kunt alleen amandelen gebruiken of hazelnoten of een mengsel van beiden.

  • 125 gram ongezouten boter
  • 185 gram pure chocolade, in grove stukken
  • 220 gram fijne suiker
  • 5 flinke eieren, gesplitst
  • 250 gram gemalen amandelen of hazelnoten of een mengsel van beide.
  • 1/4 theelepel zout.

Verwarm de oven voor op 160 graden (hetelucht) en bekleed een springvorm van 22 cm doorsnee met bakpapier. Vet het papier en de randen van de vorm goed in.

Doe de boter, de chocolade en de suiker in een kom en verwarm die au bain Marie. laat de kom ongeveer 5 minuten staan tot de boter en de chocolade gesmolten zijn. Neem de kom van het van het vuur en roer het mengsel mooi egaal. Laat afkoelen tot kamertemperatuur.

Klop de eidooiers met een houten lepel één voor één door het chocolademengsel en roer er dan vervolgens de amandelen of hazelnoten door.

Klop de eiwitten met het zout in een brandschone kom tot zich stijve pieken vormen. Schep telkens een paar lepels eiwit door het deeg en schep heel voorzichtig om. Probeer er zoveel mogelijk lucht in te houden. Giet als alles mooi gemengd is het beslag in de springvorm en bak de taart in ongeveer 60 minuten gaar. De zijkanten moeten  loslaten van de kanten. Test met een houten prikkertje hoe fluffie de taart is. Wij vonden hem het lekkerste als de massa nog niet helemaal droog is. Laat de taart op een rooster afkoelen en maak dan de springvorm los.

Kopje espresso erbij, heerlijk!

@ ellen.

Druiven

imageStja, die druiven… Het worden er ieder jaar meer… muurtje op het zuiden… Rijke oogst! Maar, ik moet bekennen dat we er al jaren niets mee doen. We eten een paar trosjes, delen wat uit… En dat is het dan wel. Blijven nog kilo’s over… Ieder jaar laten we de vogels snoepen van de restanten, dit jaar heb ik me voorgenomen om toch maar eens iets met onze druiven te doen. Jam is geen optie, de schilletjes van de druiven zijn te stug en druiven zijn zowiezo niet zo geschikt om tot confiture / jam te verwerken omdat er weinig pectine in de vruchten zit. Oplossing is dus een gelei te maken, of de druiven te verwerken in een een sapketel. Maar een sapketel heb ik niet! Wijze raad en goede adviezen worden op prijs gesteld!
Voor alle duidelijkheid: onze druiven zijn geen wijndruiven! Wij willen ook geen wijn maken! Er zijn meer dan genoeg goede wijnmakers!

Wie weet wat te doen met al die kilo’s druiven?

Zelfgemaakte ravioli met ossenstaartvulling

ravioli

Ik zat wat te bladeren in “Made in Italy” van Giorgio Locatelli en kwam terecht bij zijn recept voor ravioli met ossenstaartvulling. Dit recept staat al heel lang op mijn lijstje van ‘nog eens te maken gerechten’. Toen ik het recept van Locatelli nog eens goed doorlas stuitte ik op een aantal onbegrijpelijke handelingen. Het is in het boek ook meer een verhaal dan een duidelijk recept. Ik besloot er mijn eigen versie van te maken, met dank aan het idee van Locatelli!
Dit is wel een recept voor als je veel tijd hebt; het is even werken maar dan heb je ook iets heel lekkers op je bordje!

  • 500 gram ossenstaart in stukken van 5 cm
  • 2 eetlepels olijfolie
  • 2 grote sjalotten, fijngesneden
  • 3 teentjes knoflook, geplet en fijngehakt
  • 2 middelgrote wortels, in kleine blokjes gesneden
  • 2 eetlepels tomatenpuree
  • 1 glas droge witte wijn
  • een bosje salie en een paar takjesrozemarijn, samengebonden
  • ongeveer 1 liter ontvette bouillon
  • wat gehakte platte peterselie
  • 50 gram geraspte Parmezaanse kaas
  • 1 ei
  • peper en zout

Verhit de helft van de olijfolie en smoor daarin de ui, wortel en knoflook 10 minuten. Neem een andere pan en verhit de rest van de olijfolie. Bak daarin de stukken ossenstaart rondom bruin. Voeg de groenten erbij en smoor nog even mee. Giet er de witte wijn bij en laat alles even inkoken. Dan de tomatenpuree erbij en het bosje rozemarijn en salie. Giet er bouillon over tot alles bijna onderstaat en laat de stukken staart zo in ongeveer 1 1/2 uur gaar stoven.

Maak intussen pasta van 400 gram pastameel 00, drie eieren en een eidooier. (bewaar het wit om de ravioli mee dicht te plakken).

pasta

Haal de stukken staart uit de saus en pluk het vlees van de botjes. Velletjes en drelletjes verwijderen (hond is er blij mee). Vis de kruiden uit de saus en gooi ze weg. Schep de helft van de groenten uit de pan en mix ze samen met de stukjes vlees in de foodprocessor tot een grove massa. Doe er een ei bij en de Parmezaanse kaas. Breng verder op smaak met peper en zout. De vulling is nu klaar.

Steek rondjes uit de pastavellen van ongeveer 6 cm doorsnee en leg daarop een volle theelepel vulling. Sluit af met een tweede rondje waarvan je de randen met eiwit bestreken hebt en druk ze goed dicht. (kortste zin in dit recept maar hiermee ben je dus wel even bezig. Aanbevolen; een goed programma op de radio of een luisterboek. Ik luisterde naar Harmke Pijpers die het boek ‘Ontregelde geesten’ van Douwe Draaisma voorlas. Ideaal zo’n luisterboek bij dit soort klusjes!)

De saus goed ontvetten. Dat gaat het beste door met vellen keukenpapier het vet op te deppen. Neem een paar keer schoon keukenpapier en laat het vet opzuigen. Voeg dan nog wat bouillon toe en laat de saus even inkoken tot sausdikte. Breng op smaak met peper en zout en wat peterselie. (Gebruik hiervoor goed dik keukenpapier, niet die dunne van de aanbieding. dun keukenpapier neemt bijna geen vet op en scheurt snel).

Gaar de ravioli in ruim kokend, gezouten water in 5 minuten. Schep ze op de borden en giet er wat saus over. (Eigenlijk zou je de saus in een ruime pan moeten doen de ravioli erbij, even omscheppen en opdienen maar mijn pan was niet groot genoeg)

Heerlijk! De moeite waard!
Toe espresso met een stuk pruimentaart.
© ellen.

Het is Pruimentijd, dus Pruimentaart!

pruimentaart, recept van Edith

Wij zijn al dagen bezig met de nieuwe Hond Jaros; uitlaten, heropvoeden, laten kennismaken met onze vrienden… druk, druk, druk! Tijd dat het beest eens de gewone gang van zaken meemaakt. Gewoon een flinke maaltijd voor een hongerig gezelschap, taartje toe. Zo ziet zo’n Hond ook eens hoe het eigenlijk hoort te zijn in het leven…

Dat valt nog niet mee. Jaros is eigenlijk niet veel gewend, loopt dus voortdurend voor mijn voeten in onze toch niet zo kleine keuken. Hij is bovendien heel nieuwsgierig dus wil steeds met zijn grote neus overal bovenop staan. Vandaag dus wat struikelend gekookt en ondertussen Jaros wat bijgeleerd. Hij weet nu dat er uit dat lekker ruikende pannetje vlees tevoorschijn komt waar kleine velletjes en drelletjes van in zijn bak worden gelegd… Iiiieek, wat is dat? snuffel, snuffel… Lekker! Ach, hij leert het nog wel!

Waar Jaros helemaal niets van krijgt is de pruimentaart die ik vandaag maakte. Honden krijgen van mij geen zoetigheid. Nergens goed voor.
Maar goed, het is nu pruimentijd dus hoog tijd voor pruimentaart. Zie dat je pruimen krijgt van vrienden die een mooie pruimenboom hebben, of koop pruimen op de markt. In de Supermarkt zagen de aangeboden Reine Claudes er beroerd uit en ze waren bovendien stinkduur. Ik moest het vandaag doen met Opal pruimen, iets minder van smaak en kleur maar toch ook heel lekker.

◾ongeveer 750 gram pruimen, gehalveerd en ontpit
◾150 gram boter
◾1,2 dl melk
◾3 eieren
◾150 gram suiker
◾wat vanille (esence of een stokje even in de melk mee verwarmen en de vanille eruit schrapen)
◾250 gram gezeefde bloem
◾1 1/2 theelepel bakpoeder

Verwarm de oven voor op 170 graden, hetelucht of, 180 gewone oven).

pruimentaart, recept van Edith

Verwarm de boter met de melk in een steelpan en laat dan de vloeistof afkoelen. Klop de eieren met de suiker en de vanille tot je een luchtig, schuimig, mengsel hebt. Voeg dan voorzichtig de gezeefde bloem toe. Roer vervolgens het gesmolten boter/melk mengsel  door het deeg en schep alles goed om. Giet dan de helft van het deeg in een ingevette springvorm (23 cm). Leg daarop de in partjes gesneden pruimen. Giet de rest van het deeg erop en leg daarop nog wat partjes pruimen. Strooi er eventueel nog wat poedersuiker over en zet de springvorm in de oven. Laat de taart zo ongeveer 1 uur bakken.

Kopje espresso erbij en je hebt een prima dessert!

© ellen.

 

Hond Jaros…

Jaros

Dit is een stukje over Hond Jaros. Niet over eten en drinken dus. Ik beschrijf een en ander wat uitgebreid, ik heb die meiden van het asiel beloofd hen een beetje op de hoogte te houden. Houd je niet van honden, scroll dan snel door!

Enfin, Nieta Br. liet ons weten dat ze via Facebook op het spoor van een hond was gekomen. En of dat niks voor ons was… En ja, het beest zag er aardig uit, dus zochten we maar wat extra info.

Van huis uit zwerfhond , ergens in Spanje. Mee naar Nederland genomen door een jong stel. Toen dan de relatie van het stel op de klippen liep, was het ook uit met de relatie met de hond. Hond werd geschonken aan het asiel. Het beest had daarna een aantal bazen, steeds was er wel een reden om hem terug te brengen naar het asiel. (Kon niet mee op hotelvakantie, gedroeg zich in de auto niet zoals men wenste enz…) De hond zou erg schrikachtig zijn, goed met dieren, minder met mensen. Géén angstbijter! En zo waren er nog een aantal bedenkingen.

We ontmoetten hem op de speelweide van Dierenopvangcentrum ‘t Noordbroek in Almelo. En ja, het beest was schrikachtig. Maar toch niet zo bang dat hij de aangeboden hondenkoekjes voorbij liet schieten. Even later konden we hem aaien. Dat komt goed, dachten wij…

Na enig vijven-en-zessen adopteerden we het beest, werden de papieren in orde gemaakt en kon de terugreis aanvangen. Eenmaal in de auto barstte de hond van de schrik, dat was te verwachten. Ellen wist hem echter gerust te stellen en een goede tien kilometer verder viel hij in slaap.

Ter hoogte van Arnhem kotste hij de snoepjes uit die hij bij onze kennismaking had verorberd, draaide zich om en sliep verder. Bij het binnenrijden van Brabant kreeg hij een nieuwe naam toebedeeld. De hond maakte het geloof ik niks uit, ons wél.

Vanaf het moment dat hij in huis kwam stond nieuwsgierigheid op de voorgrond. Alles moest ontdekt worden, besnuffeld, bekeken. Onze vrees over hoe de hond zou reageren op het vele bezoek op het Ministerie was ongegrond.

Komt er volk over de vloer dan houdt Jaros even afstand en vervolgens benadert hij het bezoek zelf. Zitten er vijf mensen aan de keukentafel, de hond gaat er op z’n gemak onder liggen. Ten aanzien van Het Kind heeft Jaros so-wie-so geen enkel voorbehoud.

Aan de lijn gedraagt Jaros zich nagenoeg voorbeeldig en in gezelschap buitenshuis idem dito. We zaten op terras bij de Engelenburght en bij Dientje Wijn, de hond vond het prima. Het bevredigde zijn nieuwsgierigheid en eenmaal uitgekeken stekte hij zich uit en viel in slaap.

Onze tuin is zijn nieuwe speelweide, Berts tuintafel zijn nieuwe klimrek.

Eerder zei ik iets over een zindelijkheidsprobleem. Ook dat is zich progressief aan het oplossen, hoewel er nog aan gewerkt moet worden.

Loslopen in het buitengebied kan pas wanneer we Jaros helemaal onder controle hebben en hij onvoorwaardelijk naar ons en zijn nieuwe naam luistert. Dat gaat tijd kosten.

Die maffe aap met dat lullige petje komt uit de erfenis van Hond Max. Het is intussen Jaros’ trouwste speeltje…Jaros

Het gaat helemaal goed komen met Jaros en ons. Dat vindt die hond ook!

© paul

 

Ravioli in tomatensaus met spek en salie…

ravioli in tomatensaus met spek

Een goede week geleden schreef Ellen over de zelfgemaakte ravioli, gevuld met spinazie en ricotta. Er ging een saus bij met gorgonzolakaas.

Nu heeft het weinig zin om één maaltje ravioli te draaien. Het kan wél, maar het is handiger om een aantal porties tegelijk te maken. Je kunt het spul prima invriezen, verpakt tussen laagjes folie of bakpapier. De ravioli behouden beslist hun smaak. We hebben altijd wat ravioli op voorraad.

Zo kwam het dus dat we gisteren voor een snelle maaltijd uit eigen vriezer konden putten. De overweging was even om er weer gorgonzolasaus bij te maken; gul, zacht en romig. Ellen besloot evenwel om vanwege de bloedhete buitentemperatuur een lichtere saus te maken. Met tomaten en spek en salie.

  • 50 gram spek,
  • 1 sjalot,
  • 1 teen knoflook,
  • 6 blaadjes salie,
  • 1 rijpe tomaat,
  • scheut witte wijn,
  • eventueel wat olijfolie,
  • peper en zout.

Snijdt het spek in dobbelsteentjes. Bak ze uit in een ruime koekenpan (eventueel met wat olijfolie, afhankelijk van hoe vet of mager het spek is). Doe de gesnipperde sjalot erbij. Wanneer die glazig begint te worden gaat de salie in de pan en de fijn gesneden tomaat. Een flinke scheut witte wijn bij de massa en laat vervolgens de saus even stoven. Afmaken met peper en zout. Wanneer je besluit dat je saus goed is stort je er de gekookte ravioli bij. Even doorstoven en dan heet opdien.

De temperaturen liepen deze septemberherfstdag in ons zuiden op tot boven de dertig graden. Alle reden om de saus vloeibaar, dun en licht te houden. Voor meer winterse kost laat je de saus op een middelhoog vuur indikken.

© paul

 

Hond Jaros (voorheen Kylian) en andere genoegens…

Jaros

Sinds gisteren maakt het beest deel uit van ons gezinnetje. Ik had je een uitgebreide inleiding willen vertellen aangaande dit hoofdstuk in de geschiedenis van het Ministerie. Ik ben echter te moe, te laat, het is te warm…

Dat-ie z’n kop verstopt achter een paaltje zou typisch moeten zijn voor zijn doen en laten, werd ons verteld. Niets is minder waar.

Het beest is sociaal, nieuwsgierig, onderzoekend, lief en aanhankelijk. En het staat open voor contact met elke bezoeker van het Ministerie. Er is een klein probleem. Zindelijkheid heet dat…

Enfin, morgen meer…

Paul

Gespieste kip…

flohmaart Echternach

Doorgaans grillen we kip op een rooster, met een vetvanger of een braadslee eronder. Je vult de kip met een citroen, wat knoflook en rozemarijn en je laat haar lekker haar gang gaan. Af en toe bedruipen en op het laatst bestrijken met een mengsel van olie, zeezout en knoflook. Reken op ruim een uur per kilo bij een temperatuur van 190 graden. Het afbakken kan eventueel onder de gril bij een hogere temperatuur. De dame mag dan buiten de oven onder aluminiumfolie nog even rusten. Komt ze daarna op tafel en wordt ze aangesneden dan waaieren de geuren van citroen, knof en rozemarijn door de ruimte. En het vlees heeft iets van de frisheid van de citroen aangenomen.

Waarom zou je een andere methode gebruiken, wanneer je standaard bereidingswijze zo goed bevalt? Gut, ik weet het niet… Maar eens in de zoveel tijd spies ik een kip op de keramieke braadstandaard. Waarschijnlijk omdat het er wel grappig of bijzonder uitziet.

Er zitten voor- en nadelen aan de methode. Je kunt de kip slechts een beetje vullen met smaakmakers, de lichaamsholte wordt voornamelijk gevuld door het keramiek. En wil je de buitenkant nog even bedekken met wat substantiële ingrediënten dan kom je bedrogen uit, ze rollen eraf en liggen te verpieteren in de lekbak. Wel druipt het vet optimaal uit het beest en krijgt het in de lekbak de smaak mee van wat je met moeite in de kip stopte. Dat mag toch een voordeel heten.

Enfin…, gisterenavond hadden we een voortreffelijke kip. Een Poule Noir, en nog bio ook. Ik spieste haar op de stenen knots. De dame behoefde in het geheel geen smaakmakers. Ze had het allemaal van haarzelf. Wat een geweldig beest…

We aten er een salade van aardappelen en boontjes bij.

Kopje espresso toe…

© paul

Ingemaakte paprika’s

ingemaakte paprika's

Vanmorgen kreeg ik onverwacht bezoek van onze campingburen Gerrie en Constant. Zij hadden een weekendje doorgebracht in Zuid Limburg en kwamen op de terugweg langs ons dorpje. Ze wisten ons adres niet precies maar och, in zo’n dorp… Echt puur toevallig kwamen ze Julia (van Eupotours) tegen en die wist natuurlijk wel waar wij wonen. Nou ja, we dronken gezellig koffie en kletsten wat over van alles en nog wat. Gerrie vertelde over de leuke markt die ze in Limburg bezocht hadden. Kilo’s paprika’s voor heel weinig geld. “Eigenlijk heb ik er veel teveel gekocht, wil jij er een paar”? Ja, graag, altijd leuk. Constant en Gerrie vervolgden hun reis naar hun huis in de Randstad en ik dook in de boeken om te zoeken naar een recept voor de paprika’s. Ik vond iets bij Elizabeth David. In haar boek “Een omelet en een glas wijn”, vertelt ze over een restauranthoudster in het Zuiden van Italië wiens specialiteit ingemaakte paprika’s waren. Deze vrouw, Mafalda, serveerde de ingemaakte paprika’s als antipasto. De repen paprika besprenkeld met wat olijfolie en bestrooid met peterselie en gehakte knoflook. Dat leek me wel wat! Elizabeth David houdt vervolgens een heel verhaal over hoe rijp en vlezig de paprika’s moeten zijn als je ze op deze manier inmaakt. Het is nu zo’n beetje de tijd. Koop hiervoor geen supermarkt paprika’s. Koop zoals Gerrie deed en flinke zak vol op de markt. Vaak een beetje vreemd van vorm en overrijp, die zijn het beste (en bovendien nog goedkoop ook).

paprika's

Paprika’s dus, gele of rode, als ze maar mooi vlezig en goed rijp zijn. Verder heb je wat zout nodig, een paar blaadjes basilicum en een paar goed afsluitbare potten met een schroefdeksel. Oja, en Engelengeduld!

Prik de paprika op een lange vork of klem ze tussen een tang en rooster ze vervolgens helemaal zwart. Dat kan op een gaspit, je kunt ze ook op de bbq leggen. Ze moeten echt helemaal zwartgeblakerd zijn. Als de paprika’s afgekoeld zijn peuter je de zwarte schil eraf.
paprika's
Dat is echt een heel vervelend karweitje. Je bent er wel even mee bezig. Er mag echt helemaal geen zwart velletje meer te zien zijn.
Spoel dan de ontvelde paprika’s goed af onder stromend water en verwijder de zaden en zaadlijsten.
paprika's
Snijd de paprika’s in smalle repen van ongeveer 1 1/2 cm breed en leg de repen in schone potten. Ik gebuikte jampotjes van 250 ml inhoud. Ik had geen andere. Elizabeth David raadt aan om potten van een halve liter te gebruiken. Als de potten geopend zijn is de inhoud niet heel lang meer houdbaar. Daarom leek mij de keus voor 250 ml potjes niet slecht.
paprika's

Vul de potten goed af met de repen paprika en leg in elke pot een paar blaadjes basilicum. Voeg per pot een theelepel zout toe (voor 250 ml potten, gebruik je halve liters potten doe er dan twee theelepels zout bij. Sluit de potten en zet ze in een pan met water die groot genoeg is zodat de potten helemaal onder water staan. Breng het water aan de kook en laat het 15 minuten koken. Je kunt de ingemaakte paprika’s volgens David bewaren tot de volgende zomer.

Het is even werken, maar dan héb je ook wat!

© ellen.

 

De Argonne… (vakantieherinneringen).

vakantie zomer2013 St Menehould

We zwierven een paar dagen over de slagvelden van de Argonne, die vriendelijke Franse graanschuur tussen de Champagne en de Bourgogne. Nagenoeg de hele Eerste Wereldoorlog lag het front daar stil. Er liep een scheidslijn door de Argonne, men groef zich in. Vier jaar frontlinie, vier jaar loopgraven. Duitse loopgraven, Franse loopgraven… Soms slechts enkele tientallen meters van elkaar verwijderd.

We sjokten door de mansdiepe greppels. Het was er vredig, het was er warm. Maar het was er ook lemig. En je hoefde geen ziener te zijn om je voor te kunnen stellen hoe, bij de minste regenval, de hele zaak veranderde in een dikke brijige ondergrond waarin je wegzakte tot je enkels. Waar je geen tien stappen kon zetten zonder uit te glijden en met je snufferd in de pap te vallen.

En dan die onderkomens. Te klein om in te leven, maar nét te ruim om definitief in te creperen. Gestrekt slapen was niet mogelijk. Met geluk was er een houten brits waarop je in foetushouding even kon liggen. Meestal sliep je zittend. Het eten werd van achter het front aangevoerd. Zelf koken was geen optie; geen plaats, geen voorraad.  En stokte de aanvoer dan at je maar niet, soms dágen niet… Hemelwater verziekte je leven, drinkwater moest je vaak ontberen. Jezelf of je kleding wassen, jezelf scheren, je kon het vergeten. Je verspilde geen drinkwater…

De Eerste Wereldoorlog was ondanks de moderne methoden om grootschalig te vernietigen nog steeds een standenoorlog. Aan het oostelijk front, maar nauwelijks minder aan het westelijke. Je had het kanonnenvoer, het Duitse, het Engelse, het Belgische, het Franse proletariaat. Én je had de elite. Dat waren de Pruisische Junkers, de Britse Opperclass, de Franse Noblesse. Zij bepaalden voor een belangrijk deel het verloop van de oorlog, vaak tegen beter weten in. Je ziet het nu, honderd jaar na de wereldramp, nog terug.

vakantie zomer2013 St MenehouldKroonprins Wilhelm van Duitsland (niet de Keizer dus..) had de leiding over het 5e leger. En dat corps lag in de Argonne. En aangezien het front stabiel was (lees: onbeweeglijk vast lag!) werd er een commandopost gebouwd. Niet een loopgraaf, zelf niet een luxe. Nee, men bouwde een betonnen onderkomen, omringd door nog een aantal van die bunkers voor staf en gasten. Ver genoeg van het directe geweld, dat dan weer wel. En aangezien het om een Troonpretendent ging maakte men er iets moois van. Mét erkertje, mét open haardje; verschil moest er blijven! Wilhelm heeft er nauwelijks gebruik van gemaakt, hij was op andere plaatsen met andere zaken bezig. Maar niet met oorlog.

Het was Clausewitz (een Pruisische militair en wetenschapper) die het duidelijk verwoordde: Oorlog is een voortzetting van politiek met andere middelen. Het resultaat lezer, zal  altijd hetzelfde zijn…vakantie zomer2013 St Menehould

© Ellen-Paul