Stifado op zaterdag…

eindelijk carnaval 002

De laatste details aan sommige carnavalskostuums moesten nog worden afgewerkt. Daartoe verschenen het Kind en Andy rond etenstijd op het Ministerie, zaterdagavond 18.00 uur. En ach, als ze dan toch hier waren konden ze net zo goed mee eten. Ik had een stoofpot gemaakt, min of meer op Griekse wijze. Ik dacht dat ik een nogal uniek potje had gebrouwen, maar één blik in ons archief leerde me dat ik vrijwel hetzelf recept gebruikte op 8 januari van dit jaar. Vandaag aten we er pasta bij en dolma’s uit blik. Geen groente, maar wel lekkere wijn uit Zuid Frankrijk. En espresso en chocolade-abrikozentaart toe. Die taart bakte Ellen vanochtend samen met de Twins, terwijl ze de soep voor de komende carnavalsdagen voorbereidden.

© paul

Sobrassada de Mallorca…

kip en spaanse worst 006

Jan en Ans kochten de worst bij een specialiteitenslager in Barcelona. De worst heet Sobrassada de Mallorca, maar kan afkomstig zijn van elk ander eiland van de Balearen, die eilandengroep in de Middellandse Zee, voor de kust van Andalusië. De worst is geliefd in Spanje, je kunt hem in het oostelijk deel van het land volop krijgen. De beschermde status van de worst maakt echter dat hij allen geproduceerd mag worden op de eilanden, en onder vast omschreven condities. Er komen elders in Spanje echter wel worsten voor die enige gelijkenis vertonen met Sobrassada.

Vanaf de 17e eeuw duikt de naam van de worst regelmatig op in de gastronomische lectuur en neemt hij een steeds beduidender plaats in in de lokale keukens. In de twintigste eeuw verbetert men het productieproces zonder het traditionele karakter van de Sobrassada te schaden. Vanaf 1996 krijgt de worst zijn door de EU gesanctioneerde beschermde status.

Sobrassada is een worst die bij het slachtfeest hoort, je kunt er je resten vlees in kwijt, maar ook het “teveel” aan spek. Verder gaat er zout bij, en peper, rozemarijn en tijm. De belangrijkste smaakmaker is evenwel de scherpe paprika van de eilanden. Maar liefst vijf tot zeven procent van de farce betaat uit dit goedje. De paprika zorgt samen met het zout voor de conservering van de worst. Sobrassada rijpt bij een temperatuur van 15 graden en een luchtvochtigheid van 85 %. De farce blijft daardoor zacht en smeerbaar en krijgt zijn typische aroma.

Er zijn twee soorten Sobrassada: de S. de Mallorca en de S. de Mallorca de Cerdo Negro. In die laatste worst wordt uitsluitend vlees gebruikt van het zwarte varken van de eilanden. Verder zijn er allerhande ondersoorten, afhankelijk van welke darm men gebruikt. Ook wordt varkensblaas gebruikt om de worst te stoppen en er bestaat een variant die in terrines komt. De worsten kunnen er dien ten gevolge ook heel verschillend en zeer onregelmatig uitzien.

De worst wordt gebruikt om op brood te smeren, maar ook wordt hij in hompjes geserveerd als plaatselijke tapas. Verder bestaan er talrijke recepten waarin de worst wordt verwerkt. Ik gebruikte hem om een kip mee te versieren. Onvergetelijk lekker. Ook aten we de worst zo uit het vuistje en op brood. Scherp en zacht tegelijk. Een vreemde sensatie, maar zo smaakte het.

Kom je in de buurt van Mallorca, breng dan zo’n worst voor ons mee. We zullen je vorstelijk belonen…

© paul

Gerookte eendenborst met balsamico azijn…

eend en balsamico 002

Aldo stuurde ons tijdens de carnavalsdagen twee  bijzondere flesjes balsamico- azijn. We moeten hem nog bedanken en ook dient er op dit web-log uitgebreid over geschreven te worden. Het komt eraan.
Intussen hebben we die uitstekende azijn al wel her en der gebruikt. Gisteren nog verrijkte Ellen er de gestoofde witlof mee, vandaag gebruikte ik hem bij de gerookte eendenborst.

Het is een eenvoudig en alleszins betaalbaar voorgerecht. Met één pakje eendenborst (150 à 200 gram) kun je naar believen twee of vier personen bedienen, afhankelijk van hoeveel je op je bord wilt hebben.
Een beetje sla op een bordje. Je maakt een vinaigrette van wat goede olie, balsamicoazijn, peper en zout.
Dat meng je door de sla en vervolgens drapeer je de eendenborst over de sla. Een paar druppels balsamico over het vlees en het gerecht kan op tafel.

We aten daarna spaghetti Bolognese. Bij de plaatselijke slijter kocht ik een eenvoudige Spaanse landwijn. Hij kost € 4,- en smaakt heel behoorlijk. Misschien wordt dit voorlopig wel onze huiswijn.

Espresso toe.

© paul

Stuttgarter Riesen uit De Hoef…

nieuwe uien;Stutgarter Riesen

Wij komen wel eens bij mensen die nooit uien in huis hebben. Hoewel…, eens in de maand kopen ze er twee, voor de zondagse soep. Want soep trekken zonder een ui is zelfs hen te gortig. Maar verder…
En dat terwijl ik ervan overtuigd ben dat het enige recept dat uien kan ontberen dat van appeltaart is. Nou ja, borstplaat misschien ook wel…
Ik bedoel te zeggen, hoe kun je in godsnaam zonder uien? Snap jij het?
Op het Ministerie liggen ze altijd, én in verschillende soorten.
Rode uien voor de salade, sjalotjes voor als het fijner en pittiger moet, bosuitjes voor de groenvoorziening en de smaak, zilveruitjes om te stoven of te glaceren. En de Stuttgarter Riesen voor huis-tuin-en-keuken-gebruik. Dat wil zeggen: letterlijk voor dagelijks gebruik. Het mogen overigens ook best andere “gewone” zijn, maar deze zijn ons wel zo lief.
We waren al weer even door de voorraad heen, maar gelukkig had Marleen dat feilloos aangevoeld. Zaterdag middag bracht ze weer een goed gevulde tas. Ze zijn van de zomer zonder gif of drijfmest tot wasdom gekomen, gewoon met groene vingers en wat geduld. En keurig kwamen ze de winter door. Ze lagen dan ook zorgvuldig opgeslagen.
Hoe Marleen aan die uien komt? Kijk maar eens hier…

© paul

Gevulde portobello’s uit de oven…

 

 portabello

We hadden ze al voor het weekend gekocht, ze moesten dus hoognodig gebruikt worden.
Portobello’s; grote gekweekte champignons. De doorsnee van de hoed is zo’n 10 centimeter.

Als voorgerecht voor vier personen:
4 portobello’s
200 gram gehakt,
een lenteuitje,
een ei,
een teen knoflook,
peper en zout,
olijfolie

Het gehakt mengde ik met het ei, het gesnipperde uitje, knoflook uit de knijper, een beetje zout en fors peper uit de molen.
Vervolgens bakte ik het mengsel in wat olijfolie in de koekenpan rul (dus niet door en door gaar).
Ik sneed de steeltjes uit de portobello’s, zodat ik wat ruimte kreeg voor de vulling. De paddenstoelen bestreek ik op de hoed met olijfolie en legde ze omgekeerd in een vuurvaste ovenschotel. Ik vulde ze met het voorgebakken gehakt en bestreek de randen van de portobello’s nog met olie. Daarna gingen ze voor 15 minuten in de oven, stand 190 graden.
Zo prima te eten, maar en stukje beboterde toast had er prima bij gekund.

Ik noem de paddenstoelen hier portObello’s, en in een ander artikel portAbella’s. het schijnt allebei juist te zijn …

© paul

Lamsvlees met kappertjes en ansjovis…

lamsvlees

Het was voor ons vandaag een superluie dag. Lezen, uitgebreid ontbijten, een puzzeltje maken, rondje met de hond, een glas wijn in de middag, enzovoorts. Daarbij hoort voor mijn gevoel ook een stoofpot. Langzaam stoven, de tijd nemen en intussen genieten van de geuren die zich door de keuken verspreiden…

Ik maakte een stoofpotje van lamsvlees met ansjovis en kappertjes en gesmoorde kool.

Lamsvlees met ansjovis en kappertjes:

Voor 4 personen
1 kilo lamsvlees (van de bout of schouder, zonder bot, in dobbelstenen gesneden)
wat olijfolie of boter
2 uien fijngesneden
3 teentjes knoflook, even pletten en fijnhakken
1 laurierblad, 2 stukjes foelie, 4 kruidnagels, peper
1 klein glas witte wijn, eventueel wat bouillon
1 biologische citroen in kleine partjes gesneden
1 eetlepel kappertjes ( even het zout eraf spoelen)
4 ansjovisjes, fijngehakt
een handvol verse basilicum

Verhit de olie in een grote braadpan en braad het vlees daarin bruin. Voeg ui en knoflook toe en braad even mee.
Blus af met de wijn, voeg de kruiden toe en laat het geheel ongeveer 1 uur zachtjes stoven. Voeg eventueel wat bouillon toe.
Doe er dan de partjes citroen, de ansjovis, basilicum en kappertjes bij en laat alles nog zo’n 10 minuten stoven.

Wij aten er vandaag Italiaanse gestoofde kool bij. Een prima combinatie.

Espresso toe. Nu nog een mooie film om het weekend te sluiten!

© ellen

Kip met Spaanse worst…

kip en spaanse worst 038

Ik schreef je al over het genot van  vrienden die Europa bereizen terwijl wij carnaval vieren.
Jan en Ans brachten van hun bezoek aan Catalonië een bijzondere worst voor ons mee. Hij komt van de Balearen, de groep eilandjes voor de kust van Barcelona. Die worst heet Sobrassada, soms ook Sobrassada de Mallorca. Ik schrijf er de komende dagen wel over.
Belangrijk voor nu is te weten dat het een zachte worst is die als een soort smeerworst op brood wordt gegeten of wordt verwerkt in allerlei gerechten. Hij wordt gemaakt van goed varkensvlees en geconserveerd met de scherpe paprika van de eilanden.

Sinds jaar en dag grill ik kippetjes. Op het web-log vind je daar voorbeelden genoeg van. Bij een van mijn grill-recepten breng ik een vulling onder de huid aan. Een mengsel van lente-uitjes en chorisoworst. Toen ik echter deze worst proefde wist ik meteen, dit is wat eigenlijk onder de huid van zo’n kippetje moet.

Voor één gegrillde kip:
Een kip van onbesproken gedrag (In ons geval een Label Rouge kip uit de Loire-streek)
Een ons Sobrassada
Een lente-uitje
Olijfolie

Ik haalde de kip op tijd uit de koelkast. Dat is belangrijk omdat je een ruimte wilt maken tussen vlees van de kip en de huid. En dat gaat niet wanneer de kip te koud is, de huid scheurt dan meteen in. Dus toen de kip enigszins op temperatuur was wriemelde ik met twee vingers de huid van de kip los van het lijf, vanuit de opening aan de hals. In de tussenruimte stopte ik het worstvlees waardoorheen ik het lente-uitje had gekneed. Ik verdeelde het vlees mooi egaal over de borst en de poten.
De oven werd voorverwarmd op twee honderd graden, met de grillstand aan.
Ik bestreek de kip met olijfolie, zowel de onderkant alsook van boven, want aangezien we een hete-lucht oven hebben wordt de kip ook van onderen gegaard.
Na een half uur grillen bracht ik de temperatuur terug naar pakweg honderdzestig graden. Het beest mocht nog  één uur  garen.

Dat gedoe met “vullen onder de huid” lijkt heel ingewikkeld en het klinkt interessant.
Ach lezer, als ik het kan kan jij het ook. Het is echt niet moeilijk, maar het levert wél op. Doordat de smaakmaker tussen de huid en het kippenvlees zit wordt bijvoorbeeld het wat saaie borstvlees bedruipt en dien ten gevolge stukken lekkerder. En de mogelijkheden zijn natuurlijk legio. Mijn Iraanse collega indachtig zou je bij voorbeeld ook een mengsel van walnotenpasta, gehakte abrikozen en verse koreandar kunnen gebruiken. Of misschien geraspte kaas, of  kruidenboter… Enfin lezer, bedenk ‘t maar.

Mijn fotograaf laat zich verontschuldigen. Het is welhaast onmogelijk om met huis-tuin-keuken middelen een precies beeld te geven van wat het gerecht echt is. Ellen deed haar best, ze bleef het resultaat onbevredigend vinden.

We aten er een salade bij en aardappeltjes uit de oven.

Ik wilde eigenlijk witte wijn, maar Ellen besloot een mooie fles Madiran (rood) open te maken. Ook over die wijn zal ik nog schrijven.
Kopje espresso toe.

© paul

kip en spaanse worst 022

Zeewolf…

 

zeewolf

Gisteravond aten we zeewolf. Ellen zal haar recept straks beschrijven. Aangezien ze er een hekel aanheeft dat ik foto’s van internet pik, geef ik je hier maar een plaatje van een postzegel. Daarmee doe je in ieder geval geen fotograaf tekort. De postzegel komt van de Faeröer, die kleine eilandengroep precies tussen Schotland en IJsland. De afbeelding van de vis is op zich duidelijk genoeg.

Zeewolf wordt regelmatig, maar niet in groten getale aangeboden in Nederland. Er wordt niet speciaal op gevist, het is bijvangst van de schelvisvisserij. De vis komt voor in de noordelijke wateren van de Atlantische Oceaan, zo ongeveer vanaf de Noordpool tot aan Frankrijk. De gewone zeewolf wordt ruim één meter, de gevlekte zeewolf zelfs een halve meter langer. Zo’n beest weegt dan ruim twintig kilo. Zijn naam dankt de vis aan zijn kop en enorm kakement. Hij leeft voornamelijk van schelpdieren en krabben, de schelpen verbrijzelt hij gemakkelijk met zij maaltanden.

De vis wordt op onze markten doorgaans gefileerd aangeboden. Moten heb ik nog nooit gezien. Wij kopen onze zeewolf op de zaterdagmarkt in Helmond. De vis levert heel smakelijk vlees. Volgens de “visbijbel” van Davidson kun je de mosseltjes en jacobsschelpen terug proeven in het vlees. Ik geef hem daar gelijk in.

De Viswijzer bestempelt de vis als tweede keuze (dus een heel klein beetje verdacht) wanneer hij uit de buurt van IJsland komt, ze doen daar aan behoorlijk beheer van de visstand. In andere gevallen heeft de Viswijzer liever niet dat je zeewolf eet. Wij kwamen met onze visboer overeen dat onze zeewolf uit IJsland kwam.

© paul

Zeewolf in een pittige tomatensaus…

 

zeewolf 002

Paul schreef al over de zeewolf, vandaag het recept. Niet speciaal een recept voor zeewolf, je kunt voor deze ovenschotel verschillende soorten vis gebruiken. Eigenlijk is zeewolf misschien zelfs te fijn van smaak voor de nogal pittige saus die ik maakte, maar wij hadden zin in pittig gisteren. Veel peper was de wens dus maakte ik een tomatensaus met veel rode chilipeper.

Ik vries vis meestal in in porties voor twee en porties voor vier personen. Paul haalde een portie voor vier uit de diepvries. Een beetje veel voor twee dus, niet erg, het restant is de volgende dag prima als lunch te gebruiken.

Voor vier personen;
800 gram gefileerde vis
1 blik tomatenblokjes
1 ui, 3 teentjes knoflook
1 wortel, 1 kleine prei, 1 flinke chilipeper
oregano, en wat verse basilicum
zout
olijfolie
een paar olijven
een paar schijfjes limoen
een scheut droge witte wijn.

Alle groenten heel fijn snijden.
Bak ui en knoflook zachtjes aan in de olie en voeg de rest van de groenten en de tomaten toe. Laat het geheel even smoren en doe er een scheutje witte wijn bij en wat zout.
Giet een deel van de saus in een ovenschaal, leg daarop de vis en giet de rest van de saus erover.
Strooi er wat olijven over en de schijfjes limoen.
Zet de ovenschotel zo ongeveer 30 minuten in een voorverwarmde oven op 170 graden.
Wij aten er wat korte pasta bij.

En espresso toe.
© ellen.