Ik schreef je al over het genot van vrienden die Europa bereizen terwijl wij carnaval vieren.
Jan en Ans brachten van hun bezoek aan Catalonië een bijzondere worst voor ons mee. Hij komt van de Balearen, de groep eilandjes voor de kust van Barcelona. Die worst heet Sobrassada, soms ook Sobrassada de Mallorca. Ik schrijf er de komende dagen wel over.
Belangrijk voor nu is te weten dat het een zachte worst is die als een soort smeerworst op brood wordt gegeten of wordt verwerkt in allerlei gerechten. Hij wordt gemaakt van goed varkensvlees en geconserveerd met de scherpe paprika van de eilanden.
Sinds jaar en dag grill ik kippetjes. Op het web-log vind je daar voorbeelden genoeg van. Bij een van mijn grill-recepten breng ik een vulling onder de huid aan. Een mengsel van lente-uitjes en chorisoworst. Toen ik echter deze worst proefde wist ik meteen, dit is wat eigenlijk onder de huid van zo’n kippetje moet.
Voor één gegrillde kip:
Een kip van onbesproken gedrag (In ons geval een Label Rouge kip uit de Loire-streek)
Een ons Sobrassada
Een lente-uitje
Olijfolie
Ik haalde de kip op tijd uit de koelkast. Dat is belangrijk omdat je een ruimte wilt maken tussen vlees van de kip en de huid. En dat gaat niet wanneer de kip te koud is, de huid scheurt dan meteen in. Dus toen de kip enigszins op temperatuur was wriemelde ik met twee vingers de huid van de kip los van het lijf, vanuit de opening aan de hals. In de tussenruimte stopte ik het worstvlees waardoorheen ik het lente-uitje had gekneed. Ik verdeelde het vlees mooi egaal over de borst en de poten.
De oven werd voorverwarmd op twee honderd graden, met de grillstand aan.
Ik bestreek de kip met olijfolie, zowel de onderkant alsook van boven, want aangezien we een hete-lucht oven hebben wordt de kip ook van onderen gegaard.
Na een half uur grillen bracht ik de temperatuur terug naar pakweg honderdzestig graden. Het beest mocht nog één uur garen.
Dat gedoe met “vullen onder de huid” lijkt heel ingewikkeld en het klinkt interessant.
Ach lezer, als ik het kan kan jij het ook. Het is echt niet moeilijk, maar het levert wél op. Doordat de smaakmaker tussen de huid en het kippenvlees zit wordt bijvoorbeeld het wat saaie borstvlees bedruipt en dien ten gevolge stukken lekkerder. En de mogelijkheden zijn natuurlijk legio. Mijn Iraanse collega indachtig zou je bij voorbeeld ook een mengsel van walnotenpasta, gehakte abrikozen en verse koreandar kunnen gebruiken. Of misschien geraspte kaas, of kruidenboter… Enfin lezer, bedenk ‘t maar.
Mijn fotograaf laat zich verontschuldigen. Het is welhaast onmogelijk om met huis-tuin-keuken middelen een precies beeld te geven van wat het gerecht echt is. Ellen deed haar best, ze bleef het resultaat onbevredigend vinden.
We aten er een salade bij en aardappeltjes uit de oven.
Ik wilde eigenlijk witte wijn, maar Ellen besloot een mooie fles Madiran (rood) open te maken. Ook over die wijn zal ik nog schrijven.
Kopje espresso toe.
© paul