Wij komen wel eens bij mensen die nooit uien in huis hebben. Hoewel…, eens in de maand kopen ze er twee, voor de zondagse soep. Want soep trekken zonder een ui is zelfs hen te gortig. Maar verder…
En dat terwijl ik ervan overtuigd ben dat het enige recept dat uien kan ontberen dat van appeltaart is. Nou ja, borstplaat misschien ook wel…
Ik bedoel te zeggen, hoe kun je in godsnaam zonder uien? Snap jij het?
Op het Ministerie liggen ze altijd, én in verschillende soorten.
Rode uien voor de salade, sjalotjes voor als het fijner en pittiger moet, bosuitjes voor de groenvoorziening en de smaak, zilveruitjes om te stoven of te glaceren. En de Stuttgarter Riesen voor huis-tuin-en-keuken-gebruik. Dat wil zeggen: letterlijk voor dagelijks gebruik. Het mogen overigens ook best andere “gewone” zijn, maar deze zijn ons wel zo lief.
We waren al weer even door de voorraad heen, maar gelukkig had Marleen dat feilloos aangevoeld. Zaterdag middag bracht ze weer een goed gevulde tas. Ze zijn van de zomer zonder gif of drijfmest tot wasdom gekomen, gewoon met groene vingers en wat geduld. En keurig kwamen ze de winter door. Ze lagen dan ook zorgvuldig opgeslagen.
Hoe Marleen aan die uien komt? Kijk maar eens hier…
© paul