KIP EN VERSE DOPERWTJES…

Ik had vandaag zin in verse peultjes of tuinboontjes. Aangezien ons dorp geen echte groentenwinkel meer heeft zijn we aangewezen op de supermarkt. De groenten bij AH ken ik inmiddels wel; sla, sla, boontjes uit Spanje, brocolli, peultjes uit Spanje, tomaten, courgette en aubergine en dan houdt het wel zo’n beetje op. Ik besloot vanmorgen dus maar eens naar een andere super te gaan. De eerste blik op het groentenschap; peultjes uit Zimbabwe; nou ja, gekker moet het niet worden. Die dingen groeien toch gewoon hier? En het is nú de tijd! Er is een dorp verderop een biologische moestuin van de Stichting de Weyst. Er hangt een bordje dat je er groenten en eieren kunt kopen. Ik dacht laat ik dan daar maar eens heen fietsen, wie weet wat ze daar verkopen. Het Kind ging ook mee. En inderdaad: prima groenten, gewoon dat wat er nu in de tuin groeit. We hebben een voorraadje voor een paar dagen gekocht; doperwtjes, peultjes, worteltjes, brocolli en sla. De prijzen zijn gelijk aan die van AH. De keuze is wel wat beperkt, maar seizoengroenten zijn er volop. Ik kom hier nog op terug.

Vanavond aten we doperwtjes, even gestoofd in olijfolie met een beetje pancetta. We aten er kippenpootjes bij met een hele hete saus van 6 chili pepertjes, tomaat, ui, knoflook en een handvol verse basilicum. En  een beetje spätzle voor mij.

Espresso toe met een stukje chocolad

GESTOOFDE PADDESTOELEN IN ROOM…

Bij de gegrilde worst maakte ik een potje van paddestoelen in room.

Ik nam: 250 gram kastanjechampignons, olijfolie (met pepers), een kop bouillon, een ui, twee tenen knoflook, klein bekertje room (100 cc).

De olie verwarmde ik in een stevige koekenpan. (Zie maar hoeveel je gebruikt, maar bedenk dat paddestoelen olie slobberen.) Daarbij ging de ui, in ringen gesneden. Die mocht even uitzweten (niet bakken) en op het laatst voegde ik de grof gesneden knoflook toe. Dan deed ik de paddestoelen erbij en liet ze even meebakken, maar niet te lang.  Vervolgens overgoot ik het geheel met de forse kop bouillon. Dit nu liet ik op een mooi vuurtje stoven tot het vocht weer voor twee derde uit de pan was verdwenen. Dan de room erbij en weer even laten inkoken tot ik een soort gebonden saus kreeg. Klaar!

Ik heb geen peper toegevoegd, want de olie was al peperig genoeg. Ook deed ik er geen zout bij, want de paddestoelensaus was bestemd voor bij de worst en ik had inmiddels gemerkt dat het ontbijtspek aan de zoute kant was.

© paul

ORANJE ETEN….

Nu zit zelfs Paul voetballen te kijken! Het eten wordt dus nog even uitgesteld. Laat ik dan intussen maar iets lekkers maken, zo hoort dat toch, snacken bij de tv ? (Er wordt al voorspeld dat de WK-kijkende fans deze WK ongeveer 3 kilo in gewicht toenemen, (snacks, pils enzovoorts)

Bij deze, bijna gezond; 1 zakje oranje paprika’s sweet bite

gekookte broccoli

scheutje room

Parmezaanse kaas.

De paprika’s halveren, de broccoli met de staafmixer pureren en op smaak brengen met peper, zout en wat nootmuskaat. Meng er dan 100 gram geraspte Parmezaanse kaas door en een scheutje room om het smeuig te maken. Smeer het mengsel op de papria’s. Voilá; WK hapje!

Of, als je niet van rauwe paprika’s houd; de gevulde paprika’s even onder de gril in de oven zetten.

ASPERGES….

Nog één keer asperges, bijna de laatste van dit seizoen. Vandaag heel klassiek met ham, gekookte eieren, boter en een snuifje nootmuskaat. Een glas, ook al klassiek, Muscat uit de Elzas erbij.

Het aspergeseizoen sluit 24 juni, dus nog maar een paar dagen om deze bijzondere groente te eten.

Paul at als dessert de Granita die ik vandaag gemaakt heb.

En, natuurlijk, espresso toe.

ROOSTEREN…

Het is nog steeds heel warm, we zijn allebei snotverkouden, hebben keelpijn en allerlei mankementen.

 Geen zin om veel te ondernemen en ook niet heel veel honger. In een warme keuken gaan staan is niet echt aantrekkelijk. Dan kom je al snel op barbecue, een vervelend woord en meestal vervelend om te doen. Zwartgeblakerd vlees met vettige klant en klaar sausjes lokken mij niet aan. Hamburgers en kipsaté zijn wij ook niet dol op. Wij willen niet binnen eten en koken, maar toch een lekkere, zomerse maaltijd! Ik noem het maar roosteren.

 Bijvoorbeeld gegrilde aubergines met een karbonaadje van de Sumiranvarkens en Weense aardappelsalade.

 

Aubergines zijn een prima groente om te grillen. Wel even voorbewerken:  Snijd twee aubergines in de lengte in plakken van ongeveer een halve centimeter. Bestrooi ze met zout en leg ze zo een half uurtje weg. Spoel ze dan goed af en dep ze droog. Maak een marinade van een paar lepels olijfolie, een uitgeperst teentje knoflook en wat oregano. Leg de aubergineplakken hier minstens één uur in.

 

Rooster ze dan tussen een klem op een matig vuur lichtbruin en gaar. Leg eventueel wat verse tomaten bij de aubergines. Maak een flinke hoeveelheid, ze zijn, de volgende dag, koud ook lekker als anti pasta.

 

Nu maar wachten tot het wat afkoelt.

 

Het dessert aardbeien met peper-balsamico saus beschreef ik al in het vorige stukje. Heel goed tegen keelpijn. En espresso toe.

MOUSSE VAN PAPRIKA EN TOMAAT…

Een verfrissende mousse voor warme dagen. Zomaar tussendoor of als voorgerecht. Dat de kleur ook nog oranje is was me aanvankelijk niet opgevallen, maar het Kind riep enthousiast dat het een echt WK-hapje is!

Voor 6-8 personen;

500 gram rijpe tomaten

500 gram rijpe paprika’s

2 eetlepels tomatenpuree

suiker

1 teentje knoflook

5 blaadjes witte gelatine

200 gram room

zeezout

Citroensap, tabasco en verse mint.

De paprika’s halveren, van de zaadlijsten ontdoen en in kleine stukjes snijden.

De tomaten in stukjes snijden en met de paprika’s, de tomatenpuree, het teentje knoflook en  een theelepeltje suiker in een pan doen. Laat het mengsel zo een uur zachtjes koken. Roer af en toe om aanzetten te voorkomen.

Week de gelatine in ruim water en los de blaadjes op in de warme massa.

Wrijf het mengsel door een haarzeef. Je hebt nu een fijne puree.

Voeg nu de helft van de room aan puree toe, heel voorzichtig, beetje bij beetje, onder goed roeren.

Breng de mousse op smaak met wat zeezout, citroensap en een paar druppels tabasco.

Voor het serveren de rest van de room stijfslaan. Verdeel de mousse over 6-8 mooie glazen. en laat de mousse zo minstens 3 uur in de koelkast staan.

Schep een laagje van de geslagen room op de mouss

JULIA’S SLA…

Er is al even sprake van geweest op het Ministerie, en Eupotours besteedde er een heel artikel aan. Toch was de verrassing er niet minder om…

Julia kwam in haar eentje gefietst om het Ministerie de eerste oogst te tonen. En we mochten een krop sla gebruiken om te proeven en te beoordelen.

Nou, daar gaat-ie dan: de sla is jong, mals en mooi van kleur. De smaak is aan de zachte kant en mist de bitterheid van “volle-grond-sla” op leeftijd. We aten hem bij gegrilde vis en aardappeltjes uit de oven. Lichtjes aangemaakt met goede olijfolie, een beetje citroensap en wat uienringetjes. Heerlijk.

Advies van het Ministerie: laat de andere kropjes nog iets ouder worden, ze worden dan waarschijnlijk iets bitterder. En dat is nog lekkerder.

© paul

VERSE DOPERWTJES…

Na het voorgerecht van de tomaat met garnalen aten we verse, zelfgedopte erwtjes. De erwtjes níet in water koken, zonde van de verse erwtjes! Verwarm een beetje olijfolie en laat er een teentje knoflook, grofgesneden, samen met wat pancetta (of ander mooi spek) even in uitzweten.

Voeg de erwtjes toe en schep ze even om en om. Doe er een kopje bouillon bij en laat de erwtjes zo in ongeveer 6 minuten gaar stoven. Bestrooi ze voor het opdienen nog met wat vers gehakte peterselie.

We aten er schouderkarbonaden bij met Munstersaus.

Een stukje kaas toe. En espresso.

Asperges met verse kruiden en zalm…

 

Vandaag asperges.

Vaste lezers zullen zeggen, alweer? Het seizoen is maar kort en wij zijn allebei gek op asperges, dus waarom niet. Bovendien zijn ze relatief snel klaar. Het schillen is het meeste werk, maar dat is een gezellig klusje. Intussen praat je, al schillend, de dag door, onder het genot van een glas wijn.

Ik ben Ed van De Wijnerij nog steeds dankbaar voor de tip, Muscat uit de Elzas, bij de asperges. Ook prima als apperatief, als Paul de asperges schilt.(ik kan dat niet, ik ben linkshandig, en de schilmesjes zijn voor rechtshandige mensen!)

Vandaag een saus gemaakt van;

50 gram boter

een flinke handvol gemengde, zeer fijn gehakte tuinkruiden

2 hardgekookte eieren, heel fijngehakt.

vers gemalen zeezout, peper, en wat geraspte nootmuskaat.

De boter smelten (niet bruin laten worden) de kruiden, en het eikruim erbij doen.

Op smaak maken met peper, zout en een beetje nootmuskaat.

Leg de gekookte asperges op een bord. Schik er een flinke plak gerookte zalm over en een lepel van de saus. Heerlijk, en voor de fans, nog oranje ook!

Een kopje espresso toe. En, omdat mijn weekend begint, nóg zo’n lekker glas Muscat!

© ellen

Frites…

 

In de zomer van 2005 bezocht het Ministerie de Humanistische Bibliotheek van Schleestadt (Selestat) in de Elzas. De bibliotheek is gesticht door Beatus Rhenamus (humanist en vriend van onze Erasmus) rond 1510 en omvat zo’n 2000 juweeltjes van de allervroegste drukken en handgeschreven manuscripten. Daar leerden we ook dat de boekdrukkunst in Frankrijk is uitgevonden. Dat het historisch aantoonbaar ergens anders gebeurde kan ze niks bommen.

Want dat doen ze, die Fransen. Ze zetten er hun naam op en claimen dan dat het van hullie is.

Neem nou de pommes frites. Uitgevonden door een Fransman, zeggen ze. Ze kennen zelfs zijn naam: Antoine Parmentier. Hij bracht de pieper mee uit ballingschap en legde in 1793 een aardappelveld aan in de buurt van Parijs. En al snel daarna ging hij de in steeltjes gesneden knollen bakken. Voilá!

De onlangs overleden historicus Jo Gérard stelt daar onomwonden tegenover dat het toch echt een Belgische uitvinding is. Hij baseert zich op een onlangs herontdekt familiemanuscript uit 1781 getiteld: Curiosités de la table dans les pays bas Belgiques.

Het gewraakte citaat luidt: De inwoners van Namen, Andenne en Dinant zijn gewend om uit de Maas kleine visjes te vangen om hun dagelijkse kost te verbeteren, vooral de armen. Maar als het water bevriest en het vissen riskant wordt snijden ze aardappelen in de vorm van visjes en frituren die op dezelfde manier. Ik herinner me dat die gewoonte al honderd jaar bestaat

Klaar als een klontje, denkt het Ministerie. Belgen bakten hun friet al rond 1680. Jammer dat het document niet werd gepubliceerd, dus oncontroleerbaar is. En jammer voor de Fransen.

Ik baseer mijn verhaal op gegevens uit het boek Belgien, bunte Widersprüche und verbindende Lebensfreude van de Belgische journaliste Rosine de Dijn en op een artikel van de Belgische Frietsite.

©  paul.