Kalfswang in Gueuze van Oude Boon

etentje JanAns

Het etentje met vriend Jan en Ans; ik beschreef de bisque van garnalen al hier, maar het hoofdgerecht nog niet; bij deze dus!

Vriend Jan kreeg voor een speciale gelegenheid, een fles Oude Gueuze van Boon, jaargang 2006/2007, een bijzonder cadeau. Nu is Vriend Jan eigenlijk niet zo’n liefhebber van Gueuze maar zo’n speciale fles wilde hij toch wel eens heel goed proeven. Paul kwam op het idee om dan de “Kalfsswangetjes met Oude Gueuze”  te maken en daar die fles bij te nuttigen…. Vandaar een Gueuzedinertje. Elke aanleiding om een fijn samenzijn te bedenken is er één; dit was wel een heel speciale!

Ik maakte de kalfswangetjes bijna zoals Chefkok  Daphnis Abbeloos, Sous-chef van restaurant So te Aalst (B) zijn Kalfswangen in Oude Kriek, maar dan nét iets anders én … met Oude Gueuze dit keer…

  • voor vier personen;
  • 4 kalfswangen, schoongemaakt, (vet en vliezen verwijderen. Een goede slager prepareert de wangentjes al keurig, ik kocht de wangentjes diepgevroren bij de Sligro en moest zelf een en ander verwijderen. Een lastig klusje waar je een heel scherp mes bij nodig hebt.)
  • wat boter, twee klontjes
  • 1 ui
  • 1 wortel
  • 1 stengel bleekselderij
  • 3 dl Oude Gueuze van Boon
  • 2 dl  kalfsfond
  • bouquet garni (tijm, laurier, peterselie)
  • 2 teentjes knoflook

Snijd ui, wortel en bleekseldderij in grove stukken, stoof ze samen met de knoflook en het bouquet garni in de boter even aan. Kruid de kalfswangen met peper in zout en bak ze even om en om in boter. Doe dan de groenten en de kalfswangen in een stoofpot met deksel en giet de Gueuze en kalfsfond erover. Verwarm alles nog even en laat de stoofpot verder garen in een voorverwarmde oven op 180 graden. Als de wangetjes gaar zijn (ongeveer 1 1/2 uur) schep je ze op een bord en houd ze warm onder folie.  Pureer de groenten in de saus en laat die even inkoken.

Voor de compote:

  • 4 Granny Smith appels
  • 1 dl appelsap
  • 250 gram blauwbessen
  • 1 kaneelstokje
  • 2 eetlepels honing
  • Doe alle ingrediënten in een pan en laat ze in ongeveer 15 minuten inkoken tot een mooie compote.

Doe alle ingrediënten in een pan en laat ze in ongeveer 15 minuten inkoken tot een mooie compote.

Wij aten er wat aardappelpuree bij en gegratineerde koolraap en de compôte. We dronken er natuurlijk ook nog Oude Gueuze bij, werkelijk een heerlijke combinatie!

Heerlijk, zacht vlees, smelt op je tong! Prima saus. Zó lust ik wel bier!

© ellen.

 

Lamsschenkel met gestoofde groenten…

lamsschenkels en pasta speciale

Lamsschenkels noemt de slager ze, en dat zijn het ook. Denk niet aan platte schijven vlees met een botje erin zoals kalfsschenkels voor de ossobuco. Het gaat hier om het onderste deel van de lamsbout. Bekijk de tweede foto en je snapt wat ik bedoel. Zo’n schenkel is een behoorlijk stuk. Voldoende voor één persoon met forse trek, zeker wanneer je er nog wat gerechten omheen fantaseert.

Ik had ze liggen, die schenkels,  ik had ook nog allerhande restanten groenten en ik had tijd. Ik besloot dan ook om ze langzaam te stoven (op een bedje van…). Voor twee personen:

  • 2 lamsschenkels,
  • 150 gram blekselderij,
  • 150 gram knolselderij,
  • 250 gram winterwortel,
  • 1 ui,
  • 1 sjalot,
  • 3 tenen knoflook,
  • 1 theelepel karwijzaad,
  • 5 bolletjes piment,
  • 10 bolletjes zwarte peper,
  • 150 ml. bouillon,
  • 100 ml. witte wijn
  • olijfolie,
  • peper en zout.

Snijd de wortel, beekselderij en knolselderij in kleine blokjes. Snipper de ui, de sjalot en de knoflook. Vermorzel het karwijzaad, de pimentbolletjes en de zwarte peper. Verhit in een ovenbestendige pan (met deksel) de olijfolie en bak de schenkels rondom bruin. Haal ze uit de pan en zet ze even weg. Fruit de ui, sjalot en knoflook in de achter gebleven olie op een middelhoog vuur tot ze mooi glazig zijn. Dan mogen de rest van de groente en ook de specerijen erbij. Laat het geheel een goede vijf minuten bakken (niet te hard!). Leg de schenkels in de pan en druk ze een beetje in de groenten. Erbij de bouillon en de witte wijn en het geheel kan nu in een op 160 graden voorverwarmde oven. Sluit de pan met een deksel af. De komende twee en een half uur hoef je niets te doen dan af en toe te controleren of er nog voldoende vloeistof in de pan zit. Vul eventueel bij (water, bouillon, witte wijn, geheel naar je eigen smaak). Dien na de genoemde gaartijd heet op, geef er wat pasta bij ( bijvoorbeeld trottole).
lamsschenkel

Door omstandigheden hielden we bijna een hele schenkel over. We gebruikten die voor de lunch van de volgende dag. Ellen wilde evenwel een andere saus. Ze maakte die door het restant van de groenten uit de oorspronkelijke schotel even te laten smoren met wat gehakte tomaten. Een klein beetje biber ging er ook bij. Heel lichtjes pureren leverde een uitstekende rode saus op. En daar hield de schenkel ook van…

© paul

Mootje zalm en broccolisaus met mierikswortel

zalm met broccolisaus
Ik dacht nog voor ik aan het bereiden van deze maaltijd begon om eens te kijken hoeveel tijd ik ervoor nodig zou hebben. Al doende vergat ik het weer… Iedereen lijkt wel besmet met het Jamie-15-minuten-virus! Inclusief ikzelf. Stom! Wat zou ik nou willen bewijzen? Stom, toch waarschijnlijk hetzelfde als die Jamie. Eerlijk gezegd heb ik een hekel aan dat opgeklopte gedoe; rennen en vliegen door de keuken, brr. Anderzijds ben ik het wel met die Jamie eens dat een smakelijke gezonde maaltijd op tafel zetten echt niet zoveel tijd kost. Maar goed, geen stopwatch gezet, geen 15 minutenrecept van Jamie, en toch snel, eenvoudig, gezond en smakelijk: Een mootje zalm met puree van broccoli en wat gebakken aardappeltjes.

Broccoli is een heel veelzijdige groente, je kunt er van alles mee doen; door de pasta, gewoon gekookt, gestoomd, als salade, noem maar op. Ik vind het ook een lekkere groente maar Paul hoefde even niet meer… Het was dus alweer een tijdje geleden dat er hier nog broccoli op tafel stond. Toch maar weer eens, voor de broodnodige variatie, maar dan als een zachte zalvende puree.

Broccolisaus: 500 gram broccoli, dikke stelen verwijderen en de roosjes in kleine struikjes verdelen. Een pan water met zout aan de kook brengen en de broccoli daarin zo’n 6 minuten laten koken. Afgieten en goed uit laten lekken. Stort de broccoli terug in de pan en meng er wat nootmuskaat, een lepel mierikswortel en een klein bekertje crème fraiche door. Meng met de staafmixer alles tot een mooie gladde saus.

De zalmmootjes

Wrijf de zalmmoten intussen in met peper en zout en haal ze even door wat bloem. Er mag bijna geen bloem aan de vis blijven plakken; een filmpje bloem is genoeg. Bak de mootjes in arachideolie ongeveer 5 minuten aan beide kanten. Haal ze uit de pan en laat ze even uitlekken op keukenpapier. serveer met een partje citroen.

Aardappeltjes waren nog over, even bakken en mooi bruin laten worden. En prima maaltijd, weinig poespas, weinig tijd!

Kopje espresso toe!

© ellen.

 

 

Ovenschoteltje van prei, kabeljauw,aardappelpuree met mosterdsaus

ovenschoteltje aardappel prei en kabeljauw met mosterdsaus
Ik ben deze week al zeker vijf keer drijfnat geregend, mijn haren beginnen ervan te krullen… Paul is aan het opkrabbelen van een flinke griepaanval en hoest nog wat na… Dan eet je geen liflafjes; dan wil je Comfortfood! Zacht zalvend zalig eten, zonder poespas!

  • voor twee personen:
  • restje aardappelpuree
  • 1 prei
  • 2 stukjes kabeljauw
  • wat witte wijn
  • boter
  • peper en zout
  • voor de saus
  • 1 eetlepel boter
  • 1 sjalot, fijngehakt
  • een flinke eetlepel mosterd
  • 1 eetlepel bloem
  • scheutje witte wijn
  • wat bouillon
  • scheutje room
  • peper en zout

Maak eerst de saus; smelt de boter en laat de sjalot daarin zachtjes glazig worden. Voeg de mosterd erbij en roer goed. Voeg de bloem erbij en laat die even mee fruiten. Blus af met wat bouillon en witte wijn ( klein beetje van elk). Roer tot je een mooie gladde saus hebt. Breng verder op smaak met peper en zout en een scheutje room en laat de saus even doorkoken.

Was de prei en snijd ze in fijne ringen. Smelt wat boter in een pan en laat daarin de prei even stoven. Voeg een scheutje witte wijn toe en sudder nog even door tot de prei bijna gaar is. Breng op smaak met peper en zout.

Neem een ovenschaal en leg de prei in het midden. Leg daarop de stukjes kabeljauw. Schik de aardappelpuree eromheen en overgiet alles met de saus. 15 minuutjes in de oven op 180 graden en klaar is je zalige, zalvende maaltijd! geschikt voor zieken, bejaarden en iedereen die weer eens kletsnat geregend is! Glas witte wijn erbij en je voelt je weer helemaal happy!

Lijkt ingewikkeld, maar klaar in minder dan 20 minuten!

Kopje espresso toe!

© ellen.

Spaghetti met lamsballetjes in tomatensaus…

lamsgehakballetjes

Ik ging een eenvoudige Mediterrane tomatensaus maken en ik bedacht dat ik eindelijk maar eens uit moest zoeken hoe het nu zit in Italië. Soms heet het Sugo, soms Salsa, dan weer Passata. Ik kwam er niet écht uit.

Passata is het resultaat van tomaten koken en daarna door een zeef werken. Dat zou alles moeten zijn, maar de tomatenpulp wordt doorgaans nog gesterilliseert, met toevoeging van smaakmakers, dus is het toch weer meer. Salsa is een benaming die voor allerhande sauzen wordt gebruikt. Tomatensalsa’s worden gemaakt op basis van passata’s, met toevoeging van van alles en nog wat. De beste zijn echter de eenvoudigste (eh…, dan zijn het toch gewoon passata’s?). De benaming Sugo wordt gebruikt voor vleessaus, lijkend op fond. Maar Sugo di pommodoro is een eenvoudige tomatensaus. (Een soort passata?)

De culinaire paus van Italië, Artusi, laat weten dat je sugo niet moet verwarren met salsa. Sugo is een eenvoudige tomatensaus waar hooguit wat knoflook aan wordt toegevoegd. En misschien ook een beetje ui en een vingerlengte selderij. Wat basilicum kan, maar meer moet het niet zijn. Salsa’s, schijft hij verderop in zijn standaardwerk, zijn bewerkelijke sausen, maar de beste Salsa pommodoro is eenvoudig. Gewoon met niks anders dan tomaat, misschien met een kleine toevoeging van…

Nou ben ik sinds mensenheugnis bewonderaar van Artusi. Ik neem hem heel serieus. Zo ook de Italiaanse oma’s op Youtube. En de schrijvers van de grote Italiaanse kookboeken,  Maar snap je lezer, dat ik een beetje simpel wordt van die spraak- en begripvervuiling?

Ik maakte dan maar de simpelste saus die ik kon bedenken. Ik noem hem Salsugo. Het recept als hier beschreven voldeed vanavond voor drie personen:

  • spaghetti naar behoefte,
  • 1 sjalot,
  • 2 tenen knoflook,
  • 1 blik tomatenblokjes,
  • olijfolie,
  • peper en zout,
  • paar takjes peterselie,
  • 500 gram gekruid lamsgehakt.

Fruit in een braadpan (op matig vuur) de gesnipperde sjalot en de fijn gehakte tenen knoflook in de olijfolie. Wanneer die na een paar minuten glazig zijn geworden stort je er de tomatenpulp bij. Verdun de saus met een scheutje witte wijn en een scheutje water tot je een consistentie hebt zoals van dikke gebonden soep. Breng op smaak met peper en zout en laat de saus rustig pruttelen. Proef of het gehakt voldoende op smaak is en kruid eventueel bij. Draai er ballen van en leg die in de saus. Laat het vlees rustig garen. Breng een pan water aan de kook en gaar de spaghetti naar voorschrift. Giet af en dien op. Stort de balletjes en saus op een voorverwarmde schaal en bestrooi met gehakte peterselie. Serveer.

Enkele opmerkingen:

  • Ik gebruikte gekruid lamsgehakt van onze Turkse slager. Dat heeft niks met Italië te maken. Maar het is goed gekruid, met verse koriander, met knof, met scherpe peperpasta, met zout. Je hoeft er niks aan te doen, de smaak klopt. Vaak is gekruid gehakt milder. Het is aan jou om de smaak kloppend te maken. Ook leent het gehakt zich ertoe om meteen ballen van te maken. Sommig gehakt is zo rul dat je het moet binden met brood en ei.
  • De tomatensaus is van een simpelheid die grenst aan infantiliteit, de smaak is overweldigend, altijd weer…
  • Indien je een voor- en nagerecht maakt kun je beslist meer dan drie monden voeden met dit recept.

Ik zit dit stukje te schrijven in de studeerkamer van Marleen. In de belendende ruimte, hullie woonkeuken, zit het kompleet gezelschap te werken aan de Carnavalspèkskes. (Neel roept: ik kom één muts tekort).

© paul

Biber Salcasi…

slakken

Harissa betrekken we al jaren van onze Turkse slager in Helmond. We zijn grootverbruiker en bovendien nemen we met regelmaat af voor vrienden en kennissen. Voor de duidelijkheid, het betreft een Noord-Afrikaanse peperpasta, samengesteld uit rode pepers, knoflook, koriander, karwijzaad en zout. Een enkele keer maken we hem zelf, maar er is niks mis met de pasta die onze slager verkoopt. Het merk heet Le Phare du Cap Bon en het komt uit Tunesië. De saus zit verpakt in een tube en bevat 90 gram. De prijs is nog geen euro.

Onze slager zag al dat gedoe met die Noord-Afrikaanse saus al met al toch wat met lede ogen aan. En onlangs liet hij ons dan ook weten dat de Turkse keuken een uitstekend alternatief te bieden heeft. Ach, enig chauvinisme is hem niet vreemd.

Het betreft een pasta die de naam draagt Biber Salcasi, soms Kirmizi Biber Salcasi. Het wordt gemaakt van rode paprika’s of rode pepers. Er gaat zout bij, plantaardige olie en wat voedingszuur en dat is het dan.

We kochten aanvankelijk één potje en probeerden het uit. Geweldig spul… Het geeft smaak, eventueel scherpte, het geeft binding zoals ook tomatenpuree dat doet. De toepassingen zijn legio. Intussen zijn we er aardig aan verslingerd.

Het merk van onze biber heet Öncü, maar er zullen talloze andere producenten zijn. Ik ken ze niet. Onze pot bevat 370 gram en kost € 2,20.

Biber Salcasi kent twee verschijningsvormen. Staat er op het potje vermeld dat het Aci Biber Salcasi is dan heb je te maken met de scherpe vorm, gemaakt van rode pepers. De milde vorm heet Tatli Biber Salcasi en daarin worden zoete paprika’s verwerkt.

De Biber is geen vervanger voor de Harissa. Daarvoor verschillen de sausen te veel van elkaar. Maar alle twee zijn ze multi inzetbaar. Gisteren gebruikte ik de scherpe variant van de Biber in een Hongaarse Pörkölt. Maar je hoeft niet persé exotisch te koken om Harissa of Biber te gebruiken. Met een beetje fantasie pep je de meest simpele Hollandse kost op. Stooflapjes, boerenkool, aardappelpuree, snert, enzoverder-enzovoort. Enfin, bedenk maar. Neem in ieder geval de moeite om zo’n potje aan te schaffen (of anders een tube Harissa). Je doet er jezelf een groot plezier mee, reken maar van Yes!

© paul

Pastasaus op basis van witvis en tomaten…

spaghetti tonijn

De hele week al had ik zin in vis. Maar om een of andere reden (om duizend redenen) kwam het er maar niet van. Uiteindelijk stelde Ellen een pastaschotel voor. Die zou dan zus-en-zo moeten… Ik zag er wel wat in, maar dan meer zo-en-zo. Het werd dan ook compromis-koken, een rare maar leerzame bezigheid. Enfin, uiteindelijk was ieder tevreden, een paar opmerkingen over textuur en finale afwerking daargelaten. Als hoofdgerecht zou het recept voor drie, wellicht vier personen kunnen voldoen.

  • 350 gram file van witvis,
  • 1 uitje,
  • 2 tenen knoflook,
  • 400 gram tomatenpulp,
  • flinke hand grof gehakte rucola,
  • flinke scheut droge witte wijn,
  • oregano,
  • verse peterselie,
  • peper en zout uit de molen,
  • olijfolie.

Snipper het uitje en de knoflook fijn en fruit ze in de olijfolie. Laat ze mooi glazig worden en blus dan af met de witte wijn. Voeg de tomatenpulp toe en kruid met oregano. Doe nu de in kleine blokjes gesneden vis erbij en laat het geheel op een rustig vuutje een half uur stoven. Doe er halfweg de stooftijd de grof gehakte rucola bij en de helft van de gehakte peterselie. De saus is uiteindelijk klaar wanneer de stukjes vis uit elkaar vallen. Kook spaghetti naar behoefte gaar en stort die dan in de pan met saus. Even omscheppen en afwerken met de rest van de peterselie. Je gerecht kan op tafel.

Ik had teveel saus, dus ik heb ervan afgezien om de pasta door de saus te scheppen, ik stortte de saus óp de pasta.

Erbij aten we een salade van rucola en ei en we dronken een muskadet uit de Loire. Espresso toe.

© paul

 

Gestoofde drumsticks met eier-citroensaus…

Kip she says, so Kip it’ll be!”

Nu waren we door onze voorraad biologische kippetjes heen, maar ik vond in de plaatselijke super nog een paar onderbillen van onbesproken gedrag. Gelukkig maar…

Ik volgde in grote lijnen een beproefd recept van Ellen. Het gerecht volstaat voor twee personen.

  • 4 drumsticks,
  • 2 teentjes knoflook,
  • boter,
  • 125 ml bouillon,
  • 125 ml witte wijn,
  • peper en zout uit de molen,
  • 2 eierdooiers,
  • 4 eetlepels citroensap,
  • peterselie.

Bestrooi de drumsticks met peper en zout uit de molen en laat ze in de boter mooi bruin worden. Laat de gesnipperde knoflook even meebakken. Voeg de witte wijn toe en de bouillon en doe het deksel op de pan. Laat op een niet te hoog vuur de drumsticks gaar worden. In de loop van de gaartijd kan het deksel wat schuin op de pan worden gelegd zodat het stoofvocht inkookt tot een bijna stroperige vloeistof.

Wanneer de poten gaar zijn neem je ze uit de pan en houd ze warm. Wanneer je vloeistof nog niet de juiste consistentie heeft kun je die nog even verder inkoken op hoog vuur. Schraap intussen met een houten lepel de aanbaksels van de bodem van de pan. Dat is allemaal puur smaak, je saus wordt er alleen maar beter van.

Klop de dooiers en meng er het citroensap door. Haal de pan van het vuur en meng het eie-citroenmengsel door de vloeistof. Flink roeren tot er binding ontstaat. Een klein handje peterselie doormengen en je saus is klaar.

Leg de (warme) drumsticks op een voorverwarmde schaal en giet er de saus over. Besprenkel met wat peterselie en het gercht kan op tafel.

We aten er pasta bij en broccoli.

 

Stoofpotje van kleine uitjes met salie en bouillon…

  • gestoofde uitjes met salie

Ze zijn er maar héél af en toe, die kleine, verse, zilveruitjes. Je vind ze niet bij de Grootgrutter in het schap, maar op de markt heb je meer kans. Lekker zijn ze, en te gebruiken op allerlei manieren. Het is alleen een beetje gefriemel om al die schilletjes van de toch al piepkleine uitjes af te pellen. Paul zocht vandaag op internet en in onze kookboeken en vond een goede methode;
‘leg de uitjes even in warm water en ze pellen een stuk makkelijker”. Sommigen blancheren de uitjes, sommige recepten schrijven alleen ‘even in het warme water’. 10 minuten in heet water was voor ons vandaag een goede oplossing. De uitjes pelden na deze behandeling prima. ( wij keken elkaar snotterend en betraand aan en concludeerden dat we goeie uitjes gekocht hadden!)

De rest is simpel; je kunt ze stoven, meestoven, bakken, grillen, gratineren, als die velletjes er maar eenmaal vanaf zijn…

gestoofde kleine uitjes:

  • 500 gram verse zilveruitjes: gepeld of geschild, noem het hoe je wilt
  • een flinke lepel boter (ik gebruikte tomatenboter, die was nog over van Het Feestje, (boter met tomatenpuree, zout en citroenrasp)
  • citroensap
  • peper en grof zout
  • bouillon
  • 8 blaadjes salie
Verwarm de boter en leg de uitjes erin. Schep om en om en laat ze zachtjes kleuren, niet bruinen. Voeg de salieblaadjes erbij en peper en zout. Schep nog eens om en giet er een flinke lepel bouillon bij. Deksel op de pan en laat dan de uitjes rustig, op een zacht vuurtje, ongeveer 20 minuten stoven. Voeg eventueel nog wat bouillon toe. Haal als de uitjes bijna gaar zijn, de deksel van de pan en laat de saus wat indikken. Voeg helemaal op het laatst nog wat verse salie toe voor de decoratie.
Wij aten er aardappelpuree bij en een kalfskarbonade én, zomaar op een mooie herfstige donderdag een glas Santeney Beauregard, Premier Cru. Soms moet je jezelf eens verwennen…
Kopje espresso toe!
© ellen.

 

Van langzame ossenstaart en zalvige groentensaus…

Wat jammer“, schreef Ellen al weer een paar jaren terug, “Ossenstaart is een beetje een vergeten stukje vlees geworden, en dat terwijl...”  Tja, ze sloeg de spijker op z’n kop. Heerlijk vlees, geweldig voor de soep, geweldig om te stoven. Het Kind maakte er ons fijntjes op attent dat we misschien zelf ook een beetje vergeten waren dat… En ja hoor, ze had gelijk. Het was alweer een jaar geleden dat er op het Ministerie runderstaart werd verwerkt.

We voelden ons in hoge mate aangesproken, we schaften ons dan ook onmiddellijk twee-en-een-halve kilo aan. De helft voor de soep, de helft om te stoven. Ellen  maakte de soep, ze zal hem nog beschrijven. Gisteren stoofde ik de rest tot een degelijke maaltijd voor vier personen.

  • Ruim één kilo runderstaart,
  • 1 flinke ui,
  • 2 stelen bleekselderij,
  • 1 flinke winterwortel,
  • 3 tenen knoflook,
  • 1 eetlepel tomatenpuree,
  • ruime theelepel venkelzaad,
  • twee theelepels chilievlokken,
  • flinke tak verse rozemarijn.
  • paar takjes verse tijm,
  • 2 laurierblaadjes,
  • 3/4 fles rode wijn,
  • flinke scheut bouillon,
  • olijfolie,
  • bloem,
  • peper en zout.
Extra voor de groentensaus:
  • 2 blikken tomaten blokjes (800 gram),
  • tomatenpuree,
  • scheutje room.
Ik ben altijd wel van de mise en place. Ik ben namelijk man, en ik kan niet multi tasken (ik heb daar overigens ook geen behoefte aan). Ik vind het prettig wanneer alle spullen die ik ga gebruiken netjes klaar staan.
Dus: snijd de ui in stukjes, plet de knoflook en hak hem grof, hak de bleekselderij in stukjes en snijd de wortel in kleine blokjes. Leg de kruiderij klaar en ook de specerijen. Wijn en bouillon staan voor het grijpen en ook een bord  met bloem. De oven wordt voorverwarmd op honderdenvijf graden. Je kunt nu aan de slag.
Droog het vlees en besprenkel het met peper en zout. Wentel dan het vlees door de bloem en klop het teveel aan bloem eraf. Neem een goede, oven bestendige pan (met deksel) en laat daarin de olijfolie warm worden. Bak vervolgens de stukken ossenstaart aan alle kanten bruin. Neem het vlees uit de pan. In dezelfde pan (en olie) fruit je nu de ui en de knoflook tot ze mooi glazig ogen. De venkelzaadjes mogen ook even meebakken. Dan gaan de andere groenten erbij, en ook de tomatenpuree. Laat de hele boel een minuut of acht lekker stoven, draai wanneer het te hart gaat het vuur wat terug. Voeg de kruiderij toe en vlij de stukken vlees op de groentjes. Voeg nu de rode wijn toe, en een flinke scheut bouillon. De pan, met gesloten deksel gaat nu in de oven en zal daar verblijven voor de komende vijf uur. Tussendoor kijk je een keer of een en ander toch niet te hard gaat, maar die kans is eigenlijk minimaal bij een goede honderd graden.
Neem na vijf uur het vlees uit de pan en zet het terug in de oven. Je houdt het vlees zo warm terwijl je je maaltijd afmaakt.
Schep het vet van de vloeistof en groenten, gewoon met een grote lepel. Stort nu de tomatenblokjes bij de groentenpulp en laat even meetrekken. Zet vervolgens de staafmixer in de pan en pureer alles tot een dikke gladde saus. Scheutje room erbij en op kleur en smaak gebracht met een flinke kneep uit de tube tomatenpuree. Eventueel nog wat bijkruiden met peper en zout en je hoofdgerecht is klaar.
 
De saus kan over het vlees, hij kan apart gegeten worden. Hij is geschikt als pastasaus of bij een bord aardappelpuree.
 
Wij aten er een puree bij van aardappel en pastinaak (in de verhouding twee staat tot één).
 
© paul