“Kip she says, so Kip it’ll be!”
Nu waren we door onze voorraad biologische kippetjes heen, maar ik vond in de plaatselijke super nog een paar onderbillen van onbesproken gedrag. Gelukkig maar…
Ik volgde in grote lijnen een beproefd recept van Ellen. Het gerecht volstaat voor twee personen.
- 4 drumsticks,
- 2 teentjes knoflook,
- boter,
- 125 ml bouillon,
- 125 ml witte wijn,
- peper en zout uit de molen,
- 2 eierdooiers,
- 4 eetlepels citroensap,
- peterselie.
Bestrooi de drumsticks met peper en zout uit de molen en laat ze in de boter mooi bruin worden. Laat de gesnipperde knoflook even meebakken. Voeg de witte wijn toe en de bouillon en doe het deksel op de pan. Laat op een niet te hoog vuur de drumsticks gaar worden. In de loop van de gaartijd kan het deksel wat schuin op de pan worden gelegd zodat het stoofvocht inkookt tot een bijna stroperige vloeistof.
Wanneer de poten gaar zijn neem je ze uit de pan en houd ze warm. Wanneer je vloeistof nog niet de juiste consistentie heeft kun je die nog even verder inkoken op hoog vuur. Schraap intussen met een houten lepel de aanbaksels van de bodem van de pan. Dat is allemaal puur smaak, je saus wordt er alleen maar beter van.
Klop de dooiers en meng er het citroensap door. Haal de pan van het vuur en meng het eie-citroenmengsel door de vloeistof. Flink roeren tot er binding ontstaat. Een klein handje peterselie doormengen en je saus is klaar.
Leg de (warme) drumsticks op een voorverwarmde schaal en giet er de saus over. Besprenkel met wat peterselie en het gercht kan op tafel.
We aten er pasta bij en broccoli.