Van langzame ossenstaart en zalvige groentensaus…

Wat jammer“, schreef Ellen al weer een paar jaren terug, “Ossenstaart is een beetje een vergeten stukje vlees geworden, en dat terwijl...”  Tja, ze sloeg de spijker op z’n kop. Heerlijk vlees, geweldig voor de soep, geweldig om te stoven. Het Kind maakte er ons fijntjes op attent dat we misschien zelf ook een beetje vergeten waren dat… En ja hoor, ze had gelijk. Het was alweer een jaar geleden dat er op het Ministerie runderstaart werd verwerkt.

We voelden ons in hoge mate aangesproken, we schaften ons dan ook onmiddellijk twee-en-een-halve kilo aan. De helft voor de soep, de helft om te stoven. Ellen  maakte de soep, ze zal hem nog beschrijven. Gisteren stoofde ik de rest tot een degelijke maaltijd voor vier personen.

  • Ruim één kilo runderstaart,
  • 1 flinke ui,
  • 2 stelen bleekselderij,
  • 1 flinke winterwortel,
  • 3 tenen knoflook,
  • 1 eetlepel tomatenpuree,
  • ruime theelepel venkelzaad,
  • twee theelepels chilievlokken,
  • flinke tak verse rozemarijn.
  • paar takjes verse tijm,
  • 2 laurierblaadjes,
  • 3/4 fles rode wijn,
  • flinke scheut bouillon,
  • olijfolie,
  • bloem,
  • peper en zout.
Extra voor de groentensaus:
  • 2 blikken tomaten blokjes (800 gram),
  • tomatenpuree,
  • scheutje room.
Ik ben altijd wel van de mise en place. Ik ben namelijk man, en ik kan niet multi tasken (ik heb daar overigens ook geen behoefte aan). Ik vind het prettig wanneer alle spullen die ik ga gebruiken netjes klaar staan.
Dus: snijd de ui in stukjes, plet de knoflook en hak hem grof, hak de bleekselderij in stukjes en snijd de wortel in kleine blokjes. Leg de kruiderij klaar en ook de specerijen. Wijn en bouillon staan voor het grijpen en ook een bord  met bloem. De oven wordt voorverwarmd op honderdenvijf graden. Je kunt nu aan de slag.
Droog het vlees en besprenkel het met peper en zout. Wentel dan het vlees door de bloem en klop het teveel aan bloem eraf. Neem een goede, oven bestendige pan (met deksel) en laat daarin de olijfolie warm worden. Bak vervolgens de stukken ossenstaart aan alle kanten bruin. Neem het vlees uit de pan. In dezelfde pan (en olie) fruit je nu de ui en de knoflook tot ze mooi glazig ogen. De venkelzaadjes mogen ook even meebakken. Dan gaan de andere groenten erbij, en ook de tomatenpuree. Laat de hele boel een minuut of acht lekker stoven, draai wanneer het te hart gaat het vuur wat terug. Voeg de kruiderij toe en vlij de stukken vlees op de groentjes. Voeg nu de rode wijn toe, en een flinke scheut bouillon. De pan, met gesloten deksel gaat nu in de oven en zal daar verblijven voor de komende vijf uur. Tussendoor kijk je een keer of een en ander toch niet te hard gaat, maar die kans is eigenlijk minimaal bij een goede honderd graden.
Neem na vijf uur het vlees uit de pan en zet het terug in de oven. Je houdt het vlees zo warm terwijl je je maaltijd afmaakt.
Schep het vet van de vloeistof en groenten, gewoon met een grote lepel. Stort nu de tomatenblokjes bij de groentenpulp en laat even meetrekken. Zet vervolgens de staafmixer in de pan en pureer alles tot een dikke gladde saus. Scheutje room erbij en op kleur en smaak gebracht met een flinke kneep uit de tube tomatenpuree. Eventueel nog wat bijkruiden met peper en zout en je hoofdgerecht is klaar.
 
De saus kan over het vlees, hij kan apart gegeten worden. Hij is geschikt als pastasaus of bij een bord aardappelpuree.
 
Wij aten er een puree bij van aardappel en pastinaak (in de verhouding twee staat tot één).
 
© paul

Jambonneau met mosterdsaus

jambonneau au moutarde

Het is hier al een paar dagen wat rommelig met het eten; geen tijd, te laat, druk, druk, druk… en bovenal waren we bezorgd hoe het zou aflopen met de operatie van onze dochter Hendrikje. Pfft; dat is in ieder geval prima verlopen: Ze vond zelf dat het allemaal geweldig meegevallen was. Vandaag mocht ze het ziekenhuis alweer verlaten; “Voorbeeldpatient”  had men in het ziekenhuis gezegd, en daar is ze wel trots op, onze dochter. Nou, wij zijn trots op haar! Goed gedaan Hendrikje,!

Na een bezoekje aan ons Kind in haar eigen huisje waren we overtuigd dat alles echt goed verlopen was en gingen we gerustgesteld en hongerig naar huis; “nog even eten” . Voor één keertje een beetje prefab, maar dan wel van een goede slager…  Meegebracht uit Belgie; een gepekeld, en daarna gekookt hammetje.

(Ik weet niet of er iets dergelijks in Nederland te koop is) Maar toch;

  • 1 jambonneau
  • 1 eetlepel boter
  • 1 lepel bloem
  • 1 kleine sjalot, zéér fijngehakt
  • 1 eetlepel mosterd met pitjes
  • 1 eetlepel gewone mosterd
  • wat bouillon
  • een scheutje room
  • peper, zout, wat versgehakte peterselie
De Saus:
Smoor de sjalot even zachtjes in de boter. Voeg de bloem erbij en smoor die even mee. Dan de mosterd erbij en alles goed roeren zodat alle klontjes weg zijn. De bouillon erbij en roeren tot je een mooie gladde saus hebt. Scheutje room erbij en verder op smaak brengen met peper en zout en wat versgehakte peterselie.
Verwarm het hammetje 25 minuten in de oven en dien het op met de saus.
Wij aten er aardappelpuree bij en een groene salade.
Kopje espresso toe!
© ellen.

Gerookte kwartelpootjes…

Lijstertongetjes in gelei, geitenoogjes in garumsaus gestoofd, gepocheerde wangetjes van de kabeljauw, zelfs uterus van het schaap stond op het feestmenu van de Romeinse bovenklasse. (De wangetjes peuter ikzelf overigens altijd uit de koppen die ik gebruik voor mijn visbouillon. Het lekkerste vlees dat je maar kunt bedenken!)

Decadentie zonder maat bij die Romeinen. Ik moet er altijd aan denken wanneer Ellen gerookte kwartelpootjes aanschaft. (En ze doet dat bij elke gelegenheid die zich voordoet.) Terwijl er met die gerookte pootjes niks mis is. De andere onderdelen van de vogel zijn al verwerkt in bouillons, in rilettes, in filée. En de pootjes worden dus gerookt.

Het roken dient voorzichtig te gebeuren. De rooksmaak mag niet overheersen. Slechts een vleugje ruik en proef je. Verder is het vlees mals, een tikkeltje zoet. Je peuzelt de billetjes zo van de botten; regelrecht fingerfood. Zacht, mals en door en door gaar. Er hoeft verder niks bij. Wij genoten er gisteren van als late avondsnack. Bij de film. (MR73 van Olivier Marchal, met Daniel Auteuil.)

Je koopt de pootjes bij een goede traiteur, soms bij de fijnkostafdeling van een supermarkt.

Intussen branden de kaarsen weer voor het raam, de kachel snort, Ellen leest en ik overdenk mijn wandeltocht van afgelopen middag. Morgen moet ik terug, ik heb mooie paddenstoelen gezien.

 

 

Choucroute royale; zuurkool mét…

choucroute royale
Het is weer zuurkooltijd en dat is hier in Luxemburg goed te merken. In de winkels ligt een keur aan zuurkooltoebehoren; worsten, hammetjes, gepekelde carbonaden, gerookt spek, noem maar op. Verse zuurkool koop je hier bij de slager, niet bij de groentenwinkel. Ik besloot Choucroute Royale te maken, zuurkool met allerlei vleessoorten. Ik kocht bij de slager een pond verse zuurkool, worst uit de Jura (Montbeliard), een stukje gerookt spek en een voorgekookt hammetje (een jambonneau)
Deze verse zuurkool moet nog garen en het is heerlijk als je de kool stooft samen met het vlees. De aardappelen worden niet door de zuurkool gestampt maar er los bij geserveerd.  De aardappelen zijn, anders dan bij ons, ondergeschikt in dit gerecht, het gaat om de zuurkool en de vleessoorten. Het valt mij altijd op dat mensen enorme hoeveelheden zuurkool kopen; twee kilo zuurkool is hier voor een gewoon gezin heel normaal. Slagers hebben plastic bakken staan waar één of twee kilo zuurkool ingeschept kan worden.

  • Voor twee personen:
  • 2 plakken gerookt spek
  • 1 jambonneau
  • 1 worst uit Montbeliard
  • 500 gram verse zuurkool
  • 4 jeneverbessen, 2 kruidnagelen en een blaadje laurier, wat peper
  • 1 ui, fijngesneden
  • 1 teentje knoflook
  • 3 flinke aardappelen, geschild en in parten gesneden
  • 1 glas Riesling
  • wat ganzenvet of als je dat niet kunt vinden wat boter.
Spoel de zuurkool onder stromend water af en knijp even uit. Smelt het vet in een pan met dikke bodem en smoor de ui met de knoflook even zachtjes aan. Doe de zuurkool erbij, de kruiden en de worst en het spek. Giet de Riesling erover en laat alles zo heel zachtjes zeker een uurtje stoven. Leg dan het hammetje erop en de aardappelen. Laat nog zo’n 25 minuten stoven tot de aardappelen gaar zijn. Schep alles op een mooie schaal en dien op. De aardappelen worden dus niet gestampt maar los bij de zuurkool opgediend. Heerlijk bij dit herfstige weer!
Wij dronken er een mooi glas Riesling bij.
© ellen.

Bloemkool mét een papje…

bloemkool met een papje

Vandaag was ik voor mijn werk in Den Bosch, ik nam deel aan de Bouwdag, zoals wij dat noemen. Alle Fontys Pabo’s in Brabant ( Eindhoven, Tilburg, Veghel, Den Bosch en iets buiten de Brabantse grenzen, ook Venlo) gaan voortaan samen in een groot geheel; De Hogeschool Kind en Educatie. Een prachtig project! En om tot een goed samenwerkend geheel te komen worden er Bouwdagen georganiseerd. Op die Bouwdagen leren we elkaar kennen en de methodes en de diverse curricula op elkaar af te stemmen. Ook het onderwijsondersteunend personeel, waartoe ik behoor, neemt deel aan die Bouwdagen. Tot nu toe werden de Bouwdagen vooral in mijn standplaats Eindhoven gehouden; dit keer waren we te gast in Den Bosch. Leuk, zo kom je nog eens ergens. Behalve dan dat ik ditmaal op het openbaar vervoer aangewezen was… Geen punt, 9292 biedt uitkomst voor al uw reisvragen… Ik plande dus keurig mijn reis… en dat liep helemaal in de soep! Bussen sloten niet aan, de chauffeur wist van niets, (op internet opgezocht? Ja dat klopt tocht nooit!!!) Kortom, ik kwam bijna een uur te laat aan op de plaats van bestemming. Heel vervelend, maar intussen was ik zo lang onderweg dat mijn reis bijna een heus uitstapje werd. Nooit geweten dat er zoveel wegen naar Den Bosch leiden. (Maaskantje bestaat echt! Ik kwam erlangs) Ik ga hier verder niet vertellen over onze Bouwdag; ik vond het heel gezellig en heb weer veel bijgeleerd en mijn reis naar Den Bosch was ook heel verrassend. Terug mocht ik met een collega tot Busstation Veghel meerijden dus dat scheelde alweer een hoop getrubbel, ware het niet dat de bus naar Gemert pas na 45 minuten zou vertrekken… Tijd om eens te shoppen in Veghel dus… Geluk bij een ongeluk bijna; ik vond een Turkse slager en kocht er de lamskarbonaadjes waar ik al weken zo’n zin in had!

Lamskarbonaadjes dus vandaag en bloemkool, mét een papje, want daar had Paul zin in. En over dat ‘papje’ gaat het vandaag dan maar eens. Een hele trouwe lezer, maar niet zo’n echte  ‘keukenprins’, vroeg me laatst eens om ook eens wat simpele recepten te beschrijven; “Bechamelsaus, leuk, maar daar staat dan verder weinig uitleg over op je weblog. Schrijf dat nou eens op; een papje over de bloemkool, zonder klonten”.

  • Oké, bij deze:
  • een eetlepel boter (BOTER!)
  • een eetlepel bloem
  • kookvocht van de bloemkool (voor een bloemkoolpapje, of anders bouillon)
  • wat melk
  •  naar wens bijkruiden met peper, zout of nootmuskaat

bloemkool met een papje

Zet een pan water op met zout. Laat het water aan de kook komen en pocheer daarin de bloemkool ongeveer 10 minuten. (de bloemkool in roosjes gesneden)
Smelt de boter in een pan met dikke bodem. Voeg de bloem toe en roer snel tot alle bloem opgenomen is. Houd het vuur heel laag en laat de bloem zo even garen. Voeg dan lepel voor lepel het kookvocht van de bloemkool toe en roer met een garde tot de vloeistof helemaal opgenomen is. Voeg vocht toe tot de saus de gewenste dikte heeft. Echt heel simpel! Je kunt voor een bloemkoolpapje ook nog wat melk toevoegen om de saus wat romiger te maken. Proef de saus en voeg naar behoeven zout en peper toe, en eventueel wat versgeraspte nootmuskaat. Ik deed er vandaag ook nog ongeveer 50 gram versgeraspte oude kaas bij. De kaas even laten smelten en goed doorroeren. De afgegoten bloemkoolroosjes in een ovenschaaltje en de saus erover gieten. Een beetje geraspte kaas voor de decoratie erop en tien minuten in de oven.
Kopje espresso toe.
© ellen.

 

Over Snelle soep en een zielige Hond Max

snelle maaltijd

Paul heeft de taak op zich genomen om de collecte van de Nierstichting in ons dorp voortaan te coördineren. Dat houdt in dat hij moet zorgen dat er in alle straten van ons dorp volgende week collectanten rondgaan. Lijkt simpel maar alle collectanten moeten van te voren aangeschreven worden, er moeten collectebussen verzegeld worden, identiteitsbewijzen ingevuld en weet ik wat nog meer. Deze week komen alle collectanten in ons huis de bussen en toebehoren ophalenen het is hier dus al dagen een drukte van belang. Niet alle mensen zijn dol op honden dus besloten we Hond Max in de keuken aan de riem te leggen  zodat hij niet al het bezoek lastig valt met zijn gesnuffel en gekwispel. Onder protest laat hij zich in de keuken aan de paal vastleggen en joekert dan ook nog af en toe luid om aandacht… Bijna zielig hoor. Als ik een foto wil maken kijkt hij wat misprijzend weg…
kettinghond
Nou ja, het leed is snel geleden; nog vijf bussen te gaan!

Gewoon eten koken komt er ook niet van; ik ben te laat thuis, de eerst busophalers staan dan al aan de deur. Vandaag besloot ik maar een snelle soep te maken en zonder al teveel gerommel in de keuken is deze soep zo klaar! Ik gebruikte gewoon wat er zoal in de koelkast over was

  •  1 rookworst
  • 1 Italiaans worstje (meegebracht door Jan en Ans uit De Marken (I)
  • 1 klein blik flagolets
  • 1 grote wortel in kleine blokjes gesneden
  • 1 prei, fijngesneden
  • wat bloemkoolroosjes
  • 1 blik tomaten
  • wat water en een bouillonblokje (tja soms…)
  • wat chilivlokken
  • oregano
  • verse selderij
  • verse basilicum
Hopla, alle verse groenten fijnsnijden, boontjes en tomaten in de pan, groenten erbij en de kruiden. Wat vocht toevoegen. Even zachtjes laten pruttelen. De basilicum er vlak voor het opdienen over strooien. Klaar!

snelle maaltijd

Erbij  wrapps met een verkruimeld geitenkaasje. Zo’n geitenkaasje met spek. De kaas verkruimelen boven de wrapps. Spek in fijne stukjes snijden. Bestrooien met chilivlokken, drupje olijfolie erover en even in de hete oven. Prima snack bij de soep.
En nu; espresso toe.
Nog vier bussen te gaan!
Let op de collecte van de Nierstichting volgende week en geef met gulle hand!
© ellen.

Vlaamse stoverij; maar zonder draadjes…

Vlaamse stoofpot met frieten
Ik heb een hekel aan ‘draadjesvlees’. Het woord alleen al doet me denken aan vervelende zondagen waarop ik als kind moest blijven eten bij een tante, een tante mét een wrat, mét een haar op haar kin. Zij serveerde dan altijd ‘draadjesvlees’. Van die droge, taaie, lapjes langdradige vlees, zonder enig vet, zonder smaak ook. Het vlees bleef na wat kauwen als een bal in mijn keel steken; brrr. Ik lijk hierin alleen te staan want overal is de term draadjesvlees een aanbeveling; ‘oma’s draadjesvlees’, ‘uit eigen keuken’, ‘nostalgisch’, zijn zo van die termen. De Keurslager adverteert met de kreet “Oma’s eigen draadjesvlees”. Hoezo, wie z’n oma? Maar ja, er wordt natuurlijk bedoeld een mooie stoofpot met smakelijk vlees… Maar waarom zou je dat kant-en-klaar kopen als je het zelf zeker zo lekker kunt klaarmaken, zonder al teveel moeite?

Er zijn eindeloos veel varianten alleen al voor runderstoofvlees en bijna allemaal zijn ze heerlijk; mits je het goede vlees gebruikt. Neem voor een stoofpot geen mager vlees; een randje vet geeft juist meer smaak. Ik gebruik bij voorkeur sukade of ribstuk. Snijd het vlees niet te klein maar in blokjes van ongeveer 3,5×3,5 cm. Schroei het vlees snel dicht, bak grote hoeveelheden desnoods in een aparte koekenpan met kleine porties tegelijk. Laat het vlees na aanbraden langzaam garen in een flinke hoeveelheid vocht. Wijn, bier, bouillon, het maakt niet uit.

Ik maakte vandaag een stoofpot van rundvlees, ribstuk om preciezer te zijn. Ik noem het maar Vlaamse stoofpot omdat ik Vlaams bier gebruikte en Vlaamse koek.

  • 750 gram riblap in stukken van 3,5 bij 3,5 cm gesneden
  • 1 sjalot, heel fijn gesneden
  • 2 teentjes knoflook, geplet en daarna fijngehakt
  • een flesje Westmalle Dubbel
  • olijfolie
  • een blaadje laurier, takje tijm, peper en zout
  • een wortel in kleine blokjes gesneden
  • 3 eetlepels zilveruitjes
  • 3 Bastognekoeken
  • wat vers gehakte platte peterselie
Neem een grote koekenpan, verwarm daarin wat van de olie en braad de stukjes vlees snel aan alle kanten bruin. Verwarm intussen een klein beetje van de olie in een braadpan met dikke bodem en goed afsluitende deksel. Laat de sjalotjes en de knoflook daarin even ‘uitzweten’. Voeg de stukjes vlees erbij. Voeg peper, zout, tijm en laurier toe en overgiet met de helft van de Westmalle Dubbel. Breng alles op temperatuur en sluit de deksel. Laat het vlees zo, op een heel zacht vuurtje, zeker twee uur stoven. Doe er dan de wortel en zilveruitjes bij en stoof nog een half uurtje. (voeg eventueel nog wat Westmalle toe, er moet ruim vocht in de pan zijn). Leg dan de Bastognekoeken op het vlees en laat ze zachtjes smelten. Roer dan alles voorzichtig door. De koeken binden de saus en geven een mooie zoete toets bij het zuur van de uitjes en het bitter van het bier.

Een heerlijk gerecht; geef er mooie, dikke frieten bij en een salade.

Kopje espresso toe!

© ellen.

 

Schoteltje van soepvlees…

Restverwerking is een schone zaak, we blijven het beklemtonen. Het is niet moeilijk, je moet er alleen even over nadenken. En dan blijkt nagenoeg alles mogelijk.

Ik had weer eens soepvlees over na het trekken van een krachtige bouillon. Sinds ik het recept tegen kwam in het Rund- en kalfsvleesboek uit de antieke, maar hoogst aktuele serie Praktisch Koken van Time/Life ben ik het blijven maken. Ik beschreef het recept hier. Gisteren echter verwerkte ik er ook een restje gekookte aardappelen in. Gewoon het broodkruim vervangen door een laagje aardappelpuree. Ik dekte de aardappelen dan nog af met een beetje geraspte Parmasaanse kaas en wat vlokjes roomboter. En aangezien ik uitgleed met de azijnfles werkte ik een lepeltje honing door de uien. Kwestie van de zoet-zuur balans herstellen.

Voorwaar, degelijke kost! (En onwaarschijnlijk lekker…)

 

 

Schouderkarbonade in ‘vergeten’ bokbier…

karbonade met bokbier
Regelmatig kom ik onder in onze kelder en zie dan in mijn ooghoek tussen de voorraadrekken twee flesjes bokbier staan. Niets bijzonders zou je zeggen, ware het niet dat hier in huis bokbier gewoon nooit langer dan een paar dagen blijft staan. Paul is gek op bokbier… Vreemd dus , die flesjes staan nu al sinds carnaval in onze kelder en ze worden maar niet opgedronken. Ik drink zelf bijna nooit bier, ik ben geen liefhebber, maar Paul en vriend Jan… Wat is er mis met die flesjes vroeg ik me af. Het is geen kwestie van zorgvuldig bewaren om het bier te laten rijpen. Dat gebeurd met flesjes Orval (Paul zal daar nog wel over schrijven…) Die flesjes Orval zijn onder in de kelder, op het minst bereikbare punt, neergezet om in alle rust ouder en daarmee nóg lekkerder  te worden.  Vreemd dus dat die twee flesjes bokbier daar maar blijven staan, gewoon zo voor het grijpen en niemand lijkt ze te willen drinken…

Gisteren zou ik karbonaadjes klaarmaken; schouderkarbonaden van mooie afkomst (vlees van de Sumiran boerderij) Ik wilde ze stoven met een flinke scheut bier en veel uien en tijm, dat leek me prima met dit prachtige vlees. Ik daalde dus al af in de kelder om een fles van dat veel geprezen, maar nog weinig omschreven Lupulusbier te halen toen me die ‘vergeten’ flesjes bokbier weer te binnen schoten. Of ik die ook zou kunnen gebruiken? “Ja, Ja, want de Lupulus is al weer bijna op en dat bokbier drinken we toch niet, veel te zoet… Neem dat bokbier maar, zonde om de de laatste Lupulus te gebruiken….” 

Zo gezegd, zo gedaan; schouderkarbonaden in bokbier van Heineken (volgens liefhebbers van bokbier niet lekker, veel te zoet. Maar ik vond het prima om bij varkensvlees te gebruiken. (misschien wel omdat het zo zoet is)

  • 2 dikke biologische schouderkarbonaden
  • 1 grote ui in dunne ringen gesneden
  • 6 kleine tomaatjes in partjes gesneden
  • 4 takjes tijm
  • 1 blaadje laurier
  • wat verse platte peterselie
  • peper en grof zout
  • olijfolie
  •  een half flesje bokbier of ander bruin bier
  • eventueel een beetje bouillon
Wrijf de karbonaden in met peper en grof zout. Verwarm de olie in een passende pan en braad de karbonaden aan twee kanten mooi bruin. Voeg de uienringen toe en bak die even mee. Doe er dan de tomatenpartjes bij en bak ze nog even mee. Blus af met het bier en voeg de kruiden toe. Laat het vlees zo ongeveer 1 1/2 uur zachtjes stoven. Voeg eventueel wat bouillon toe. Strooi er voor het opdienen nog wat versgehakte peterselie over. Geef er bijvoorbeeld van de romeinse tuinboontjes bij.
En een kopje espresso toe.
© ellen.

 

 

 

Kalfschnitzels met ham en salie

kalfslapjes met salie en ham
Ik heb al de hele week zin in enorme biefstukken van de barbecue, zo’n mooi stuk vlees, liefst mét bot zoals ze in Bourgondië bij de betere slager te koop zijn; cote de boeuf van het Charolaisrund. En dan wat gegrilde uien en tomaten erbij… Ik heb zelfs nog zo’n prachtig stuk Charolais in de diepvries liggen… Maar het weer hè, het weer wil niet meewerken. En ik wil ook zo graag eindelijk eens aan onze nieuwe tuintafel eten. De tafel staat al maanden in de tuin maar is nog steeds niet echt gebruikt, ook niet toen het vorige week een paar dagen mooi weer was. Toen lag er even een struik klimhortensia overheen… bij de vorige storm van de muur gewaaid.

tuin na de storm
Dat moest dus even vakkundig opgeruimd worden (met dank aan Bert en Peer) en daarna begon het weer te regenen…

Nou ja, zeuren over het weer is wel het laatste waar je als lezer op zit te wachten. De cote de boeuf blijft gewoon nog even in de diepvries en ik schrijf hier maar op wat we dan wél aten gisteren. De kalfsschnitzels met ham en salie waren ook erg lekker. Koop mooie dunne schnitzels van een onbesproken kalf, niet van dat bleke fokvlees. Snijd de schnitsels in kleine lapjes van ongeveer 8×8 cm.

  • voor twee personen
  • 2 kalfsschnitzels in stukjes van 8×8 gesneden
  • 2 grote plakken Parmaham in de lengte doorgesneden
  • 8 blaadjes salie
  • boter
  • peper en zout
  • witte wijn
Wrijf de schnitzels in met peper en weinig zout. Leg op elk stukje vlees een blaadje salie en daarop een halve plak ham. Steek die met een prikkertje vast. Verhit de (geklaarde) boter in bak de schnitzels aan beide kanten bruin in een paar minuten. Haal ze uit de pan en houd ze warm. Giet de wijn in de pan en roer de aanbaksels los met een houten lepel. Laat de saus even inkoken en leg dan de stukjes vlees terug in de pan. verwarm nog even en schep de saus rondom. Dien meteen op. Wij aten er Rozeval aardappeltjes bij en een lauwwarme salade van broccoli.
Kopje espresso toe.
© ellen.