Garnalenkroketjes

IMG_1221
Het was alweer een tijd geleden dat ik zelf kroketten maakte en nog langer geleden dat ik een recept hier op het weblog heb geschreven voor kroketten. Hoog tijd dus!

Ik kreeg jaren geleden “Het groot culinair Croquetten kookboek” van Edwin Kats voor mijn verjaardag en zoals dat gaat bakten we toen  een tijdje allerlei kroketten tot er weer een andere hype kwam en we overgingen op een nieuw lievelingsgerecht. Onlangs verscheen “Het krokettenboek” van Johannes van Dam. Ik heb het boek nog niet, (niet te koop in ons dorp!) maar we kregen wel zin in kroketten. Ditmaal geen recept van Edwin Kats maar van Bakker Holtkamp. Vroeger, vóór de tijd van de snackbars en frietpaleizen, waren het vooral de banketbakkers die kroketten maakten. Ik kan me nog herinneren dat er op een feestje s ‘avonds houten dozen met bitterballen en kroketten door de banketbakker werden afgeleverd en ook al bakte mijn moeder vaak zelf heerlijke kroketjes, die kroketten van de bakker waren een echte traktatie.
Het boek “De banketbakker” van Cees Holtkamp heeft als ondertitel “Van tarte tatin tot garnalenkroket”, ik besloot dus dit keer het recept van bakker Holtkamp maar eens te volgen.

  • Voor ongeveer 15 kroketten:
  • 1 kilo ongepelde grijze garnalen (zelf pellen en dan houd je ongeveer 300 gram garnalen over)
  • 10 gram roomboter
  • 300 ml water
  • 1 sjalotje, fijngesneden

Pel de garnalen en bewaar de schillen. Fruit het sjalotje in de boter even aan, voeg de garnalenschillen toe en het water. Breng aan de kook en laat even trekken. Giet de bouillon door een zeef en vang het vocht op. Gooi de garnalenschillen weg.

  • De roux
  • 80 gram roomboter
  • 100 gram bloem
  • 250 gram melk
  • 250 gram garnalenbouillon
  • 6 gram gelatine, geweekt in koud water
  • 2 eidooiers
  • 50 gram room
  • witte peper
  • zout
  • cayennepeper
  • een paar druppeltjes tabasco
  • een eetlepel fijngehakte platte peterselie
  • 300 gram garnalen, dat is wat je ongeveer overhoud van een kilo ongepelde garnalen
  • paneermeel, fijn en grof
  • 5 eiwitten
  • 10 gram bloem
  • olie om te frituren
  • krulpeterselie om te garneren

IMG_1220
Smelt voor de roux de boter in een pan met dikke bodem. Roer met een garde de bloem erdoor. Laat even doorgaren en giet er dan geleidelijk de bouillon en de melk bij. Laat de ragout al roerend even doorkoken tot de bloem gaar is. Haal de pan dan van het vuur en roer er de uitgeknepen blaadjes gelatine door. Klop de dooiers los met de room en voeg dit mengsel bij de ragout. Breng het mengsel op smaak met peper, zout, cayennepeper en tabasco. Roer er tot slot de garnalen door en de gehakte peterselie. Schep de ragout op een platte schaal en dek meteen af met plasticfolie. Laat de massa een nacht in de koelkast opstijven.

Schep bolletjes van ongeveer 60 gram en rol ze door het fijne paneermeel. Klop de eiwitten los en roer er de bloem door. Haal de kroketten door het eiwit en vervolgens door het grove paneermeel. Frituur de kroketten 3 minuten in olie van 180 graden. Garneer met gefrituurde krulpeterselie.

IMG_1223

Kopje espresso toe!

© ellen.

Ragout van Hollandse garnalen

DSC_0019
Ze zijn er weer, de Hollandse garnaaltjes, het seizoen is begonnen. Ik kreeg een uitnodiging van het Nederlands Visbureau voor de promotietoer “De Hollandse Garnaal, het lekkerste van allemaal”. Ik ga zelden in op dit soort ‘Foodbloggers’ uitnodigingen; ik werk en heb niet zomaar door de week tijd om aan dit soort bijeenkomsten deel te nemen en bovendien worden deze Foodpresentaties ook bijna allemaal in de Randstad gehouden. Het zou mij uren reizen kosten. Soms vind ik dat wel jammer, het ontmoeten van mede-bloggers lijkt me ook heel leuk. Maar goed, wat niet kan, kan niet!

Toch hing die garnaal nog wel in mijn gedachten en toen we op de Helmondse markt prachtige, ongepelde Hollandse garnalen zagen kochten we meteen een kilo. Zelf pellen is wel aanbevolen. Als je ze gepeld koopt zijn ze op-en-neer naar Marokko geweest. Daar worden ze door goedkope arbeidskrachten gepeld, besprenkeld met een of ander houdbaarheidsmiddel, en vervolgens hier in de verkoop gedaan. Zelf pellen dus. Een mooi onthaastend klusje, goed voor het milieu en véél lekkerder.

Paul pelde de garnalen en luisterde intussen naar Vroege Vogels, ik trok een mooie bouillon van de restanten, de schokken en de schillen. Dat gaat heel simpel: Doe de schillen in een ruime pan met water met een sjalot en wat selderij. Laat dit 30 minuten zachtjes koken.
Draai dan de schillen door een passevite. Het gaat erom dat de sappen van de koppen en lijfjes er uit geperst worden.
Giet het vocht tijdens het draaien ook door de passevite.
Zeef de bouillon daarna heel zorgvuldig, eerst door een puntzeef, dan nog een keer door een doek. Je kunt deze bouillon heel goed in de diepvries bewaren.

Voor vier personen:

  • 50 gram boter
  • 50 gram bloem
  • 1 sjalotje, zeer fijn gehakt
  • 750 ml bouillon (gebruik de garnalenbouillon)
  • een scheutje room
  • peper en zout en een bosje fijngehakte verse platte peterselie

Smelt de boter in een pan met een dikke bodem. Laat de sjalot er even zachtjes in uitzweten. Doe er de bloem in één keer bij en roer tot alle klontjes verdwenen zijn. Giet er dan de helft van de bouillon bij en roer met een garde tot je een gladde massa hebt zonder klontjes. Giet er dan beetje bij beetje de rest van de bouillon bij. Blijf steeds goed roeren. Voeg zout en peper toe en laat de roux even zachtjes doorkoken.

Verwarm intussen de pasteibakjes in de oven (kant en klaar gekocht, of zelf maken van bladerdeeg). Voeg nu wat room bij de roux, de gehakte peterselie en de garnaaltjes. Verwarm nog even maar laat de ragout niet meer koken.

Serveer met een groene salade.

Kopje espresso toe!

© ellen.

Stoofpot van kabeljauw, garnaaltjes en heksenboleten…

paddenstoelen met vis
Het lijkt een rare combinatie, vis en paddenstoelen, maar waarom eigenlijk. In het culinaire wereldje kom je wel vreemdere dingen tegen. Misschien heeft het ermee te maken dat paddenstoelen zo’n aards karakter hebben en terwijl het in de aard van vissen ligt dat ze onlosmakelijk verbonden zijn met water. Ik weet het niet lezer, maar een feit is dat er over de wereld genoeg recepten te vinden zijn waarin de twee vermeende tegengestelden worden verbonden.

Ellen experimenteerde al eerder met de combinatie, ze maakte een pastasaus met kabeljauw en cantharellen. Ditmaal was het mijn beurt. Ik gebruikte heksenboleten, vers geplukt. Ik heb er verder geen ervaring mee, maar ik stel me voor dat het gerecht ook te maken is met een goede kwaliteit champignons, hoewel de smaak anders zal zijn. Het recept volstaat als hoofdgerecht voor drie à vier personen.

  • 400 gram kabeljauwfilet,
  • 400 gram schoongemaakte heksenboleten,
  • 100 gram gepelde garnalen,
  • 1 rode ui,
  • 1 sjalot,
  • 3 tenen knoflook,
  • 4 plakjes rauwe ham, niet te dun,
  • olijfolie,
  • scheut witte wijn,
  • scheut room,
  • vers gehakte peterselie,
  • peper en zout.

Snijd de rauwe ham in reepjes en laat die in de olie bakken. Snipper de ui en de sjalot en hak de knoflook fijn. Voeg ze toe en laat ze glazig worden op een niet te hoog vuur. Voeg de paddenstoelen toe en laat ze even meebakken. Wat zout en flink wat peper uit de molen erbij (paddenstoelen houden van peper). Een flinke scheut wijn toevoegen en het geheel een half uur laten stoven met de deksel op de pan. Daarna de in grove brokken gesneden vis toevoegen, de garnaaltjes en een scheut room. Voorzichtig omscheppen en na tien minuten is het gerecht klaar. Is je stoofpotje te nat, dan even op een hoger vuur en zonder deksel laten inkoken. Bestrooi met vers gehakte peterselie en dien warm op.

© paul

 

Rog met pittige tomatensaus, laten we de zon maar in huis halen…

rog met pittige tomatensaus
Paul schreef het al; we zijn weer thuis! Het was een mooie vakantie, weliswaar met enige obstakels met haken en ogen, maar toch… Ook het weer was ons zeer genadig; we waren kennelijk steeds op de juiste plaats en hadden weinig last van verschrikkelijke buien of bittere koude. Ik heb nu nog een paar dagen vakantie en besteed die aan wat klusjes in huis, een wandelingetje met Hond Jaros en vooral veel gedoe in de tuin. Je kunt een tuin, hoe klein van afmeting ook, niet zomaar een paar weken ongestraft in de steek laten. Het onkruid bloeit welig, de druivenstruiken zijn al ver over het terras van de buren gegroeid en de druiven zelf krijgen geen zon meer door de woeste groei van de bladeren… Als de druiven er overal zo bijstaan als in onze tuin wordt het een slecht, heel slecht wijnjaar, maar dat hoorden we ook al van een aantal wijnproducenten die we bezochten; 2014 beloofd in veel gebieden een slecht, zoniet verschrikkelijk slecht jaar voor de wijn te worden. Helaas.

Goed, genoeg gesomberd; de temperatuur was vanmorgen zo laag dat ik de verwarming aangezet heb! Dikke sokken aan en een trui! Hond Jaros vond het ook maar niets, bleef gewoon nog even slapen, brr, koud… Tijd om een zonnetje in huis te halen dus!

Rog met stevige mediterrane tomatensaus, lekker pittig met een laatste vleugje vakantiewarmte!

  • twee rogvleugels
  • 1 ui
  • een bouquet garni van tijm, laurier, peterselie en wat selderie
  • een glas droge witte wijn
  • voor de saus
  • 1 sjalot en twee teentjes knoflook, ragfijn gesneden
  • 1 chilipeper
  • een beetje Harissa ( als je extra pittige saus wil) Te koop in tubes of blikjes bij Marokkaanse  winkels.
  • snuifje saffraan
  • 1 eetlepel kappertjes
  • 1/2 l blik tomatenpulp
  • 1 glas droge witte wijn
  • tijm, oregano, basilicum en wat koriander, alles vers en fijngehakt
  • wat visbouillon
  • peper en zout

Verwarm de olijfolie en smoor daarin ui, de chilipeper en knoflook. Voeg de tomatenpulp en de saffraan bij het ui/knoflookmengsel en smoor even mee. Doe er dan de witte wijn bij, de rest van de kruiden en de kappertjes. Laat de saus 30 minuten zachtjes stoven. Voeg op het laatst wat nog wat verse basilicum toe en, als je van echt pittig houd, een keep harissa.
De Rogvleugels intussen ongeveer 10 minuten pocheren ( afhankelijk van de grootte) in een pan met ruim water waaraan je een uitje en het bouquet garni toegevoegd hebt. (laurier, peterselie, selderij, tijm)
Neem de vleugels voorzichtig uit de pan, laat ze even uitlekken en serveer ze met de tomatensaus..

En, voor alle mensen die vis maar “gedoe met graten” vinden: van de rog worden meestal alleen de vleugels te koop aangeboden. Een goede vishandel heeft rogvleugels zonder het vel te koop. Niet duur, gemiddelde vis-kiloprijs. Wat de rogvleugels heel aangenaam maakt voor beginnende viseters: rog heeft geen graten, maar een soort kraakbeen. Je schuift het visvlees met een mes van de botjes en wat je over houdt is een waaier van kraakbeen.
rog met tomatensaus 017
Wij aten er wat kleine krieltjes bij, even voorgekookt en dan gebakken in wat boter. De krieltjes waren nog over van de vakantie, ik kocht ze in Avallonen nam het restant mee naar huis, kan ook!

En, natuurlijk, een kopje espresso toe!

© ellen.

Gebakken mosseltjes…

gebakken mosselen

Laatst merkte iemand op dat ze het zo vervelend vindt dat ze altijd met mosselen blijft zitten na een maaltijd. Vervelend? Ik vind het jammer dat ik er meestal géén overhoud. Want overgebleven mosseltjes staan garant voor een smakelijke lunch de volgende dag. De hele ochtend loop ik me er dan op te verheugen. En heb ik ze gegeten dan kan mijn middag niet meer stuk…

Haal na de mosselmaatijd de overgebleven beestjes uit de schelpen en zet ze in de koelkast. Ze blijven een paar dagen goed. Voordat je ze gaat klaarmaken bestuif je ze met bloem. Verhit dan olie of boter in een koekenpan en laat de mosseltjes snel bruin worden. Temper het vuur en laat ze nog wat pruttelen tot ze ook van binnen warm zijn. Gewoon eentje proeven en je hebt een graatmeter. Een likje mayonaise erbij is prima. En ook al is het midden op de dag, drink er een koel glas witte wijn bij.

© paul

Tartaar van nieuwe haring met wat rode biet en appel

tartaar van nieuwe haring, biet en appel
Dit was een hele stille zaterdag, voor ons doen tenminste… De Jongste Bediende en Marleen zijn een weekendje weg met hun wandelvrienden ( hoewel, zag ik daar de auto van onze eigen Bediende al om acht uur bij de Super geparkeerd staan? Wandelen, pff, hij wel!) Ook Het Kind en Andy hadden andere bezigheden vandaag. Alleen de Keizer van Monera kwam even langs en klaagde zijn leed. Die stilte kwam ons wel evengoed uit. Paul werkt nog een paar nachtjes en dan is het wel fijn om op te staan in een rustig huis. Samen met Vriend Jan genoten we in alle rust van de zaterdagmaaltijd; mooi glas bier voor Jan, koffie voor Paul en een hapje voor ons drieën… Ondertussen konden we zo eens bespreken wanneer de wandelaars weer in ons dorp arriveren, of we dan een vlag uithangen of een paar ballonnen opblazen, of… Nou ja, misschien lezen ze wel mee. Ik verklap niks!

Vriend Jan is gek op haring; maatjes, oude, nieuwe, met of zonder uitjes, maakt niet uit. Een haringtartaartje voor Jan vandaag.

  • Voor drie personen:
  • 3 haringen
  • 3 sneetjes Brabants roggenbrood
  • 2 gekookte bietjes, heel fijn snijden. Beleg het roggenbrood met een passend plakje biet, de rest heel fijn hakken
  • 1 appel, schillen. Snijd drie heel dunne plakjes uit het midden van de appel en de rest zeer fijn snijden. (besprenkel met citroensap om verkleuren te voorkomen)
  • 1 kleine sjalot, heel fijngesneden
  • wat zwarte peper
  • 2 eetlepels crème fraiche
  • kneepje citroensap

Het is wel handig als je van die metalen ringen hebt om een ‘taartje in op te bouwen, heb je die niet dan snijd je het brood en de bietjes ongeveer gelijk en stapel je de tartaar erop. Heb je wel van die mooie ringen dan gaat het als volgt:

Stans met de ring een mooi rond plakje uit het roggenbrood. Snijd de bietjes in hele dunne plakjes en bekleed daarmee het brood. Maak vervolgens de tartaar: verwijder het staartje van de haring (hond Jaros is er gek op) en hak de vis in piepkleine stukjes. Hak ook de rest van de bietjes en de appel in heel kleine stukjes. Meng in een kom de haring, bietjes, appel, sjalot met wat citroensap en de crème fraiche. Een beetje zwarte peper uit de molen erover en proef. Misschien wil je wat meer peper of wat meer citroensap.

Schep dan de tartaar in de ringen op het brood en de plakjes biet. Licht aandrukken, de ringen verwijderen en garneren met een dun plakje appel.

© ellen.

 

 

 

Zandmossel…

mosselen

Ik leerde er vandaag een woord bij: verwaterpercelen. Het heeft van doen met mosselkweek en -vangst.

Het gaat allemaal ongeveer zo: de mosselkweker annex mosselvisser zet mosselzaad uit op de door hem gepachte gronden. Na twee jaar is de mossel groot genoeg om te worden geoogst. Via de veiling wordt de mossel verkocht aan de mosselhandelaar. Die laat zijn gekochte partij uitzetten op de verwaterpercelen en daar blijven de mosselen ongeveer een week. Dat verblijf op de verwaterpercelen dient ertoe de mossel kans te bieden zich schoon te spoelen. Na die week worden de mosselen opgehaald, met de hand gesorteerd en verpakt in zakken of de overbekende plastic bakken.

Wanneer je dus mosselen koopt mag je er eigenlijk vanuit gaan dat ze schoon zijn, en dat is ook zo (baarden hebben ze tegenwoordig ook nauwelijks). Toch blijf ik ze altijd één voor één nakijken. Het is niet veel werk en je kunt er een hoop ellende mee voorkomen. Met duim en wijsvinger probeer je de twee schelpen van de mossel van elkaar te drukken. Lukt dat dan heb je een dood beest of schelpen gevuld met zand. Je gooit de schelpen weg. Het gebeurt eigenlijk nooit dat ik een dode mossel tref. Zandmosselen, met slik of modder gevulde schelpjes, willen er nog wel eens bij zitten. Zoek je ze er van tevoren niet uit dan verpest je je maaltje. Bij het omscheppen tijdens de kook verspreid je het zand over de schone mosselen. Tandgeknars is je deel. Het resterend kookvocht zal nooit meer soep worden dankzij de vervuiling. Vandeweek onderschepte ik weer zo’n zandmossel, net op tijd…

.© paul

Kabeljauw met ham, aardappeltjes en saffraan

kabeljauw met saffraan, ham en aardappeltjes
Ans appte gisteren: Hier in Spanje is het nasi-dag’. Paul had voor ons eigenlijk iets gepland met kabeljauw en trompette de la mort maar de vertaling van het recept dat hij gevonden had was zo onleesbaar dat hij de moed maar opgaf. “50 gram gedroogde trompetten van de dood, 1 pr witte wijn, peper, zout en 1 regionale sjalot…”  Nou ja, uiteindelijk wilde Paul toch wel iets van het voetballen zien en besloot ik dan maar een Spaans schoteltje te maken met de kabeljauwfilets. Er waren nog vier plakjes mooie serranoham en vier gekookte aardappelen over van dinsdag, daar moest iets van te maken zijn.

  • voor twee personen
  • 2 kabeljauwfilets
  • 2 kleine sjalotten, fijngesneden
  • 2 teentjes knoflook, geplet en fijngehakt
  • wat olijfolie
  • een plukje saffraan, van te voren in een vijzel even weken en in wat water oplossen
  • 4 plakjes serranoham
  • 4 gekookte aardappelen, in niet te kleine stukjes gesneden
  • wat water
  • scheutje droge witte wijn
  • peper en zout en wat gehakte peterselie

Verwarm de oven voor op 180 graden. Verwarm de olijfolie en smoor de sjalotten en de knoflook even aan. Giet er een scheutje witte wijn bij en wat water. Neem dan een ovenschaal en schik daarin de stukjes kabeljauw. Leg de stukjes aardappel en de plakjes ham erbij en strooi er wat kappertjes of, als je die hebt, wat zwarte olijven tussen. (olijven waren hier helaas op) Kruid de vis met peper, zout en wat peterselie en giet er dan de sjalottensaus over. Laat de visschotel 20 minuten garen in de voorverwarmde oven. Geef er een groene salade bij of een salade van tomaten.
kabeljauw met saffraan en aardappeltjes
Ik dronk mijn kopje espresso in de tuin met een mooi boek erbij onder luid gejuich van de buren die genoten van de voetbalwedstrijd, terwijl Paul binnen via de laptop de wedstrijd volgde en een minuutje later ook de doelpunten bejubelde. Het kan vreemd gaan op de digitale snelweg!

© ellen.

 

Farce van Makreel en sardines…

makreel

Ik maakte een hapje voor bij de borreltafel van het Vrijdagmiddagcafé bij Vriend Jan. Ik heb de acteur Horst Krause (Schulze gets the Blues, Polizeiruf 110) iets dergelijks zien maken in een televisie programma. Het gerechtje zou oorspronkelijk van de Duitse Oostzeekust stammen. Het is eenvoudig, maar effectief. Ellen beschreef het al eens kort in het stenen tijdperk van dit web-log.

  • 1 gerookte makreel,
  • 1 blikje sardines in olie,
  • 1 ui,
  • 1/2 bosje gehakte dille,
  • peper, eventueel zout.
  • diverse smaakmakers.

De basis van dit gerecht is de makreel, de ui en de sardines. Al het andere is extra, al naar gelang je smaak en de inhoud van je voorraadkast.

Maak de makreel zorgvuldig schoon en pluk het vlees kort in een schaal. Voeg daar de sardines én de olie uit het blik bij. Hak de ui heel fijn en stort de snippers ook in de schaal, samen met de gehakte dille. Smaakmakers kunnen bijvoorbeeld zijn: pesto van basilicum, van olijfjes, van tomaten. Ook harisa past wonderwel of een andere hete pasta. Laat verder je fantasie maar werken. Doe in ieder geval de smaakmakers ook in de kom en bepeper het geheel fors met zwarte peper. Let op met zout. (De smaakmakers kunnen al gezouten zijn, zo ook de sardines.) Vervolgens prak je de hele massa met een vork tot het een samenhangende brij wordt. De farce mag best smeuïg zijn, dus kun je eventueel tijdens het prakken nog een scheutje olijfolie toevoegen.

Je kunt de farce ook in een blender maken, je krijgt dan een homogenere massa. Wij prefereren echter een farce met meer structuur. Je eet het gerechtje met brood. Thuis, voor de foto, gebruikte ik een stevig witbrood. Voor bij de vrijdagmiddagborrel kocht ik Pompernikel.

Horst Krause in zijn rol van Revierpolizist Horst Krause in de Duitse Krimi-serie Polizeiruf 110,

© paul

Nieuwe haring…

nieuwe haring 001

Je kunt ons vertellen wat je maar wilt, wij houden het bij de haringen van de Beer. En elke échte liefhebber in ons deel van Zuid-Oost Brabant zal het daar roerend mee eens zijn.

Sinds vandaag staat de kraam weer aan de Beekse Brug in Beek en Donk, en elke avond zijn ze daar voorlopig, zo vanaf een uur of vijf. Wij waren er vandaag ook. We kochten vier haringen, Ellen zonder, ik met uitjes. Moddervet waren ze, zacht en bijna zoet. (De liefhebbers van harde haring zullen hun bekomst ergens anders moeten zoeken.)

Pa de Beer koopt de haringen nog altijd zelf in. Dat hij al jaren gepensioneerd is doet daar niks aan af. Hij heeft een speciaal “adresje”, visserlui waarmee hij al van ouds zaken doet. Zo althans was het tot vorig jaar, en ik heb geen reden aan te nemen dat het dit jaar anders is, ik heb het hem nog niet gevraagd.

Over enkele weken is de haring op z’n vetst. Speciaal geselecteerde exemplaren worden dan aangeboden als Koninginneharing. Daarvan weet Pa de Beer elk jaar weer een paar vaatjes te bemachtigen. Gezien de kwaliteit van de eerste Nieuwe moet die Koninginneharing wel helemaal super zijn. We houden je op de hoogte, want we zullen de komende weken nog vaak aan de kraam te vinden zijn.

Vandaag kregen we onze vissen gepresenteerd in een oranje W.K. bakje. Da’s logies zul je denken… Nou, wij vonden het ronduit smerig. Haring dient te komen in een kartonnetje. En als het dan toch plastic moet zijn, in een koele kleur. Zo zit dat!

© paul