Ze zijn er weer, de Hollandse garnaaltjes, het seizoen is begonnen. Ik kreeg een uitnodiging van het Nederlands Visbureau voor de promotietoer “De Hollandse Garnaal, het lekkerste van allemaal”. Ik ga zelden in op dit soort ‘Foodbloggers’ uitnodigingen; ik werk en heb niet zomaar door de week tijd om aan dit soort bijeenkomsten deel te nemen en bovendien worden deze Foodpresentaties ook bijna allemaal in de Randstad gehouden. Het zou mij uren reizen kosten. Soms vind ik dat wel jammer, het ontmoeten van mede-bloggers lijkt me ook heel leuk. Maar goed, wat niet kan, kan niet!
Toch hing die garnaal nog wel in mijn gedachten en toen we op de Helmondse markt prachtige, ongepelde Hollandse garnalen zagen kochten we meteen een kilo. Zelf pellen is wel aanbevolen. Als je ze gepeld koopt zijn ze op-en-neer naar Marokko geweest. Daar worden ze door goedkope arbeidskrachten gepeld, besprenkeld met een of ander houdbaarheidsmiddel, en vervolgens hier in de verkoop gedaan. Zelf pellen dus. Een mooi onthaastend klusje, goed voor het milieu en véél lekkerder.
Paul pelde de garnalen en luisterde intussen naar Vroege Vogels, ik trok een mooie bouillon van de restanten, de schokken en de schillen. Dat gaat heel simpel: Doe de schillen in een ruime pan met water met een sjalot en wat selderij. Laat dit 30 minuten zachtjes koken.
Draai dan de schillen door een passevite. Het gaat erom dat de sappen van de koppen en lijfjes er uit geperst worden.
Giet het vocht tijdens het draaien ook door de passevite.
Zeef de bouillon daarna heel zorgvuldig, eerst door een puntzeef, dan nog een keer door een doek. Je kunt deze bouillon heel goed in de diepvries bewaren.
Voor vier personen:
- 50 gram boter
- 50 gram bloem
- 1 sjalotje, zeer fijn gehakt
- 750 ml bouillon (gebruik de garnalenbouillon)
- een scheutje room
- peper en zout en een bosje fijngehakte verse platte peterselie
Smelt de boter in een pan met een dikke bodem. Laat de sjalot er even zachtjes in uitzweten. Doe er de bloem in één keer bij en roer tot alle klontjes verdwenen zijn. Giet er dan de helft van de bouillon bij en roer met een garde tot je een gladde massa hebt zonder klontjes. Giet er dan beetje bij beetje de rest van de bouillon bij. Blijf steeds goed roeren. Voeg zout en peper toe en laat de roux even zachtjes doorkoken.
Verwarm intussen de pasteibakjes in de oven (kant en klaar gekocht, of zelf maken van bladerdeeg). Voeg nu wat room bij de roux, de gehakte peterselie en de garnaaltjes. Verwarm nog even maar laat de ragout niet meer koken.
Serveer met een groene salade.
Kopje espresso toe!
© ellen.
Heb je voor de ragout de hele kilo garnaaltjes gebruikt?