Garnalen á la Ribatejo met saffraan-boterrijst…

Gebakken garnalen met saffraan-boterrijst...Als wij in Luxemburg verblijven eten we zo af en toe in het Portugese restaurant Ribatejo. De keuken is een mengeling van Franse, Luxemburgse, Portugese en Braziliaanse invloeden. Ik mag er bijvoorbeeld graag Picanha bestellen. Je krijgt dan heerlijk gegrild vlees, opgediend met zwarte boontjes gestoofd in bouillon, kool met pijnpitten en knoflook, gebakken banaan een schijf sinaasappel en boterrijst. De laatste keer dat we er aten wilden we een klein lunchgerecht. We kozen gebakken grote garnalen met rijst. Rond een mooi torentje van rijst zwommen de garnalen in een uitstekende saus. De saus was geparfumeerd met een vleugje Pastis en veel knoflook. Lekker! Daar hadden we nu thuis ook zomaar zin in; Garnalen á la Ribatejo.

  • voor twee personen
  • 500 gram grote garnalen
  • 4 teentjes knoflook in hele dunne plakjes gesneden
  • wat olie om in te bakken
  • een scheutje Pastis
  • 1 klein glas witte wijn
  • Peper en zout en wat fijngehakte peterselie

 De boterrijst: Reken per persoon een klein kopje rijst en anderhalf kopje water. Verwarm een flinke klont boter en smoor daarin de rijst met de saffraan tot alle korrels rijst wat boter hebben opgenomen. Voeg afgepast water toe en eventueel wat zout. Kook de rijst in ongeveer 20 minuten gaar (afhankelijk van de rijst die je gebruikt)  Saffraan-boterrijst...

Snijd de garnalen aan de buikkant open en verwijder de darm en de kop. Verwarm de olie en bak daarin de garnalen, samen met de plakjes knoflook tot ze roze en gaar zijn. Dat gaat heel snel. Bak ze niet te lang. Schep de garnalen uit de olie en laat ze even uitlekken. Houd ze warm. Doe de Pastis en de witte wijn in de pan en laat op een hoog vuur even inkoken. Breng de saus verder op smaak met peper, zout en peterselie.

Dien de garnalen op met de rijst en schep de saus er over. Geef er een mooi glas Portugese witte wijn bij en uma bico toe! (Portugese supersterke espresso)

© ellen.

Kreeft Thermidor

IMG_8463Iedereen heeft denk ik wel zo’n lijstje met dingen die je nog eens wil doen. Ik ben niet zo van de lijstjes, maar toch… Eén van die dingen die ik nog steeds eens wil doen is een levende kreeft kopen en zelf koken. Niet moeilijk, maar iets houd me tegen. Zo’n glurend beest levend in een pan duwen… Nou ja, niet zeuren, mosselen doe ik ook levend in de pan maar die hebben geen zichtbare oogjes die je aankijken… Goed, het seizoen voor de Oosterscheldekreeft loopt nog tot en met vrijdag 15 juli, ik heb dus nog even de tijd! Intussen lag hier in mijn diepvries een klein, voorgekookt exemplaar uit Canada. Die haalt het niet bij zo’n Oosterscheldekreeft, maar ik bevond hem goed genoeg om deze druilerige zondagmiddag wat op te vrolijken. Ik koop deze voorgekookte kreeften wel vaker. Ze worden bevroren aangeboden in licht gezouten water. Je moet ze langzaam laten ontdooien en goed uit laten lekken, dan kun je ze verder verwerken. Wij eten ze dan meestal met een mooie zelfgemaakte mayonaise en wat salade Vandaag maakte ik de kreeft op een klassieke manier klaar; Kreeft Thermidor. De basis is een gekookte kreeft die gehalveerd en bedekt met saus even onder de hete gril gaat.

  • Lunchgerecht 2 personen
  • 1 gekookte kreeft (ongeveer 600 gram
  • 2 sjalotten, heel fijn gesneden
  • 500 ml visbouillon
  • 50 ml droge witte vermouth, ik gebruikte Nouilly Prat
  • 75 ml room
  • 1 theelepel Dyon mosterd
  • 2 eetlepels verse tuinkruiden, peterselie, dragon, bieslook
  • 1 theelepel citroensap
  • 2 eetlepels Parmezaanse kaas.

Draai de scharen en de poten van de kreeft en leg ze apart. Snijd de kreeft in de lengte doormidden. Neem het staartvlees uit de kreeft en snijd het vlees in kleine plakjes. Leg de twee helften op een bakplaat. Maak de saus als volgt. Neem een wijde pan en smelt daarin de boter. Bak de sjalotten op een laag vuur tot ze zacht zijn. Voeg de bouillon, de vermouth en de helft van de room toe en laat dat inkoken tot 1/4 van de oorspronkelijke hoeveelheid. Doe er dan de rest van de room bij en de mosterd, de kruiden en het citroensap. Kook nog even zachtjes door tot je een mooie dikke saus hebt. Breng de saus verder op smaak met peper en zout. Verwarm de gril voor op de hoogste stand. Schep de saus over de kreeftenhelften en bestrooi ze met Parmezaanse kaas. Gril de kreeft in 3 minuten goudbruin. IMG_8483

Serveer met een partje citroen en geef er het vlees uit de scharen bij. Een mooi glas wijn en je hebt een prima lunch voor een druilerige zondagmiddag.

Kopje espresso toe!

© ellen.

Griekse garnalen volgens Johan…

Garnalen volgens Johan
Tijdens één van onze nachtelijke overleguren vertelde collega Johan over de Griekse garnalen die hij leerde kennen tijdens zijn verblijf in de Hellenistische Wereld. De Griekse naam voor het gerecht is Saganaki Garides. Het eerste deel van de naam is een afgeleide van de naam van het pannetjes dat traditioneel wordt gebruikt om eenvoudige kaasmaaltijden te bakken, het tweede woord is simpelweg te vertalen als garnalen. Van lieverlee is Johan het gerecht steeds vaker zelf gaan maken en in dat nachtelijke uur vertelde hij me hoe hij het deed. Ik schreef dat vervolgens allemaal netjes op in mijn Rode Boekje met de vaste intentie om het gerecht snel eens te maken.

Dat laatste kwam er evenwel almaar niet van, ik stelde maar uit en stelde maar uit. Zolang wachtte ik dat Ellen er genoeg van kreeg en dan maar zelf het recept ter hand nam. Natuurlijk bracht ze naar eigen inzicht wat kleine veranderingen aan. Niet omdat Johans recept niet zou kloppen, maar Ellen doet dat nu eenmaal. Er treden ten gevolge van Ellens ingrepen zelden grote veranderingen op. Het zijn juist subtiele verschillen die ze zoekt, toegesneden op haar eigen smaak. Ach, let wel, ik heb er nog nooit over te klagen gehad, en uiteindelijk blijft het toch Johans recept. Ik vertel je hoe Ellen tewerk ging.

  • 500 gram grote garnalen, met de kop er nog aan,
  • 1 sjalot, heel fijn gehakt,
  • 2 tenen knoflook, fijn gehakt of geperst,
  • halve Spaanse peper, ontdaan van zaad en -lijsten, fijn gehakt,
  • flinke scheut witte wijn,
  • scheutje balsamicoazijn,
  • 1 theelepel honing,
  • 1 blik tomaten (400 gram),
  • 1 blaadje laurier,
  • 1 pijpje kaneel,
  • 1 theelepel komijn, gevijzeld,
  • scheut olijfolie,
  • peper en zout uit de molen,
  • 100 gram fetakaas.

Verwarm de olie in een goede braad- of stoofpan. Bak de sjalot, knoflook en peper op een middelhoog vuur tot de sjalot glazig is. Voeg de honing en balsamico toe, meng dat met de groenten en laat het heel kort karamelliseren. Blus af met de witte wijn. Roer goed om en laat honing en balsamico oplossen in de vloeistof. Voeg vervolgens het blik tomaten toe en de kruiderij. Laat de saus op een heel laag vuurtje een half uur pruttelen zodat alle smaken zich goed kunnen zetten. Voeg, wanneer de saus te droog dreigt te worden, wat vocht toe.

Verwarm de oven op 180 graden. Stort in een ovenschaal een laagje van de saus. Leg hierin de garnalen. Stort de rest van de saus over de garnalen en brokkel met gulle hand fetakaas over de schotel. Schuif het geheel in de oven en laat het twintig minuten gaan. Klaar is je Saganaki Garides. Goed brood erbij en een frisse salade maken je maaltijd af. En natuurlijk dat glas witte wijn, maar dat spreekt voor zich…

Opmerking: Op aandringen van mij liet Ellen de koppen aan de garnalen zitten. Grieken thuis doen dat ook. Maar in Griekse restaurants (en in West-Europese of Amerikaanse versies van het recept) worden die vooraf verwijderd. Het voorkomt namelijk een hoop gekledder en geviespeuk wanneer je alleen de schil van de ruggetjes hoeft te pellen. Die koppen bevatten namelijk sappen die bij onzorgvuldig te werk gaan rond spetten, je handen zouden wel eens smerig kunnen worden. Enfin…

Neem van mij aan: wanneer de koppen aan die beesten blijven zitten krijgt je saus zoveel meer smaak. Het is eeuwig zonde om jezelf dat te ontzeggen. En met een beetje zorgvuldig pellen valt de rotzooi heus wel mee.

© paul

Spaghetti vongole…

Spaghetti vongole...
Ergens op deze website zwerft een citaat, ik dacht van Antonio Carluccio, maar ik vind het niet terug. Enfin, in grote lijnen komt het erop neer dat pastasauzen met veel ingrediënten altijd te duur uitvallen, juist omdát ze veel ingrediënten bevatten. Pastasauzen dienen eenvoudig van samenstelling te zijn.

Op die stelling valt heus wel wat af te dingen. Er bestaan namelijk wel degelijk ingewikkelde sauzen die het uitstekend doen bij pasta. En daarbij is een eenvoudige saus beslist geen garantie voor een lage productieprijs. De meest eenvoudige saus waar een verse truffel aan is toegevoegd kost je een klein fortuin. En hoewel ook ik van mening ben dat je het met pastasauzen het best wat rustig aan doet en de eenvoud laat prevelleren, ontkom je er niet aan om bij de aanschaf van de weinige ingrediënten in de buidel te tasten. Je wilt tenslotte eersteklas spullen…

Zoiets liep ik te bedenken toen ik op de Zaterdagmarkt in Helmond een netje Vongole kocht. Venusschelpen heten ze in goed Nederlands. Het zijn tweekleppige schelpdieren, in de verte familie van onze Noorzeekokkels.

Je betaalt voor een pond schelpen een goede tien euro. Geen onoverkomelijke kosten, maar het is ook niet niks. De reden om het tóch te doen is de unieke pastaschotel die je uiteindelijk met die beestjes op je bord kunt toveren. Onvoorstelbaar lekker, zoet en zilt, een uitgesproken mediterrane zeesmaak, maar mild. En verbazend snel klaar.

Het gaat als volgt: spoel de vongole even onder koud water. Exemplaren die open staan en niet meer dichtgaan wanneer je er druk op uitoefent gooi je weg. Verhit olie in een braadpan en stoof daarin twee gesnipperde sjalotten en twee fijngehakte tenen knoflook tot ze mooi glazig zijn. Voeg er een half fijngehakt Spaans pepertje aan toe, ontdaan van zaad en zaadlijsten. Doe er vervolgens een blik tomatenblokjes bij (of gehakte verse tomaten) en laat de aldus ontstane saus eventjes pruttelen tot de smaken zich hebben gezet. Mogelijk een snuifje zout (de vongole zijn zilt van zichzelf, dus let op!) en een flinke zwieper met de pepermolen. Kook intussen de pasta gaar. Een paar minuten voordat die gaar is zet je de saus op een hoog vuur. Kieper de vongole erbij en laat ze open stoven. (Let op: dat gaat snel.) Giet de pasta af en schep die door de saus met de schelpdieren. Een flinke hand vers gehakte peterselie misstaat niet. Je maaltijd is klaar. Wil je er bijvoorbeeld een salade bij, maak die dan van te voren, tijdens het bereiden van de schelpjes heb je daar geen tijd voor.

En werkelijk waar lezer: een wonderbaarlijk smakelijk bord pasta heb je getoverd…

© paul

Mega-snel: spaghetti met zalm…

aprilvis met pasta
Zoals ik je in een vorig artikel vertelde kwam er niks van om een hele vis in de oven te bereiden. Ook kwam er niks van de fluwelen saus en die glanzende aardappelpuree met het boterzachte worteltje. Ik moest terugvallen op een stukje visvlees uit de super want een hele vis was er in het dorp niet te krijgen. Het werd een stukje zalm van de staart.

Spaghetti met zalm beschreven we al een aantal keren op deze website, ik achtte het overbodig om dat nog eens te doen. Tot we met vrienden aan de keukentafel bespraken hoe je in minder dan geen tijd een snelle, gezonde, voedzame en lekkere maaltijd op je bord tovert. Als voorbeeld haalde ik de zalmspaghetti aan, waarop het gezelschap besloot dat ik alsnog aandacht aan dat gerecht diende te geven. Vandaar…

Het wordt een losse pols recept. Ik weet wel dat een hoop lezers daar eigenlijk een hekel aan hebben, maar dat zij dan maar zo. Met een beetje gezond verstand kan er werkelijk niks misgaan. Enfin…

Fruit twee fijngehakte sjalotjes in een braadpan, samen met twee gehakte teentjes knoflook, op een zacht vuurtje tot ze mooi glazig zijn. Voeg een paar flinke scheuten room toe en breng dat even aan de kook. Zet het vuur weer zacht en laat de saus trekken, zodat de smaken zich kunnen mengen. Flink wat peper uit de molen erbij en een snuifje zout. Kook in de tussentijd je pasta. Wanneer de pasta nog een minuut of vijf moet gaan doe je de in grove brokken gesneden zalm bij de saus en laat je de vis op een middelhoog vuur garen. Houd in de gaten dat je saus vloeibaar genoeg blijft. Zo niet, dan een klein scheutje witte wijn, of desnoods water toevoegen. Giet de pasta af en stort die vervolgens in de saus. Wat blaadjes groen (spinazie, snijbiet, rucola) erbij en de zaak goed omhusselen. Je maaltijd is klaar.

Wanneer je het een beetje uitkient is de duur van de maaltijd bereiden gelijk aan de tijd die je nodig hebt om water te koken en daar vervolgens je pasta in te garen. Je hebt zelfs tijd om tussendoor een eenvoudige salade te bereiden. Je kunt nog spelen met andere smaakmakers, daar is niks op tegen. Maar de simpele bereiding zoals boven beschreven volstaat. Echt waar…

© paul

 

Aprilvis (met spaghetti)…

aprilvis 1937 Dit is zo ongeveer de bedoeling. Je speldt of plakt in een onbewaakt moment een papieren vis op iemands rug, liefst op de rug van een autoriteit. Het moet voorzichtig en bedachtzaam gebeuren en de uitverkorene mag het niet merken, anders is er geen lol aan. Het slachtoffer tijdens de daad afleiden is daarbij een beproefde methode.

De foto komt uit de Archives de Paris. Ze toont een gastje in actie met een Poisson d’Avril. Het slachtoffer is een agent van de Verkeerspolitie van Parijs en de plaats van handeling heet Saint-Denis, een voorstad van de metropool. Wie de foto maakte werd niet duidelijk, maar ze is gedateerd 1 april 1937.

Fransen en Belgen zijn er druk mee doende, met die Aprilvissen. Ze duiken dezer dagen op in de krant en op televisie, in het straatbeeld en natuurlijk op de rug van talloze slachtoffers. Ik vind het een sympathieke manier van 1 april vieren; afgezien van het fysieke aspect heeft het iets onschuldigs, iets kinderlijks in de goede betekenis van het woord. Een afdoende verklaring heb ik er niet voor, maar de francophone aprilgrap staat me veel meer aan dan ons inheems gedoe met Luizenladdertjes en Plintentrapjes.

Hoe het ook zij, al sinds een aantal jaren wordt er op 1 april op het Ministerie vis gegeten, het is traditie geworden. Ik had me dan ook voorgenomen om een mooie vis uit de oven te toveren, zo een met kop-en-staart er nog aan. En dan een spectaculaire saus erover, een zalvend-gladde aardappelpuree erbij en een boterzacht worteltje. Zoiets lezer…

Enfin, in heel het dorp was geen vis met kop en staart te bekennen; de oudkatholieke traditie van vis op vrijdag bleek aardig aan sleet onderhevig. Fileetjes, Captain Iglo en voorgekookt visvlees, en dat was het dan wel. Uiteindelijk heb ik er dan maar voor gekozen om een spaghettischotel te brouwen met zalm en room. Lekker hoor, daar niet van. Maar toch…

Voor de culinaire doe-het-zelvers onder de lezers: kopiëren, uitknippen, opspelden…

culinaire aprilvis

© paul

Risotto met kreeft en truffel

risotto met kreeft en truffelGeen Paaswens dit jaar, niet omdat we onze lezers geen fijne Pasen gewenst zouden hebben, maar simpelweg omdat we geen verbinding konden maken… We waren even weg. We brachten de Paasdagen door in ons optrekje op de camping in Luxemburg en, zoals dat daar al vaker gebeurd is, is er weer eens een heftige strijd gaande tussen beheerders van de camping en het besturende Syndicaat d’Initiative. Ach, na al die jaren leert ons de ervaring dat het wel weer goed komt… Maar nu even géén wifi, geen verwarming, koude douches. Dat was minder, maar,  ondanks dat was het een gezellig weekend. Ook Neel, Evert, Petra en Frank waren er en  we brachten een genoeglijke avond samen door. We aten Gemertse asperges, dronken Luxemburgse wijn en bespraken de wereldpolitiek…

Natuurlijk deden we ook weer inkopen in de grote Cactussuper.Zo vlak voor de Pasen pakten ze daar flink uit. Allerlei heerlijkheden die wij in ons Brabantse dorpje zelden of nooit zien. Ik bezweek zelfs voor een zakje. (wij koken eigenlijk bijna nooit uit pakjes en zakjes maar dit zakje leek me wel wat.) Ik kocht een vacumverpakking risottorijst met stukjes gedroogde truffel. De prijs was wel zo dat je mag verwachten ook echt een vleug truffel te vangen. Verder lagen er in de Super stapels al reeds gekookte kreeften, handig, een kreeft killen op een camping heb ik nog niet gedaan en leek me wat lastig. Hopla gekookte kreeft in het wagentje, en zo nog het een en ander. Thuisgekomen werd dit onze Paaszaterdagmaaltijd: risotto met kreeft en truffel, salade, espresso met bijzonder paaseitje toe.

      • Voor 2 personen
      • vacuümverpakte risotto met zomertruffel, 170 gram carnalroli rijst
      • 1 sjalotje
      • scheutje witte wijn
      • flinke klont boter
      • ongeveer 800 ml kreeftenfond of andere goede bouillon, tegen de kook aan houden
      • wat peper en zou
      • een reeds gekookte kreeft, bevrijd uit zijn pantser, stukjes kreeftenvlees mooi verdeeld

 

    kreeft

Verwarm een deel van de boter in een pan en fruit daarin de sjalotjes zachtjes aan. Voeg de rijst met de truffelstukjes toe en laat ze even de boter ‘aanraken’. Schep om en om en blus af met een beetje witte wijn. Schep dan zoveel lepels warme bouillon op de rijst dat alles net onderstaat. Roer en blijf roeren. Voeg eventueel nog wat kokende bouillon toe en laat de rijst koken tot ze nét al dante is. Haal de pan van het vuur een voeg een flinke klont goede boter bij de rijst. roer flink. Proef of zout en peper nodig zijn. Voeg dan de in stukjes verdeelde kreeft toe en schep ze voorzichtig door de rijst. Dien snel op met een mooie groene salade.

Wouw, zo willen wij wel vaker uit een zakje eten! dit was echt lekker. Ik hield met niet helemaal aan de verpakking (die beschrijft geen sjalotje of scheutje wijn, en sprak ook niet van kreeft) maar toch… dit was een prima risotto, met echte truffelgeur én smaak.

We sloten deze smakelijke maaltijd af met een kopje espresso met een bijzonder paaseitje. Maar daarover later meer.

© ellen.

Mosselsoep…

Mosselsoep...
Gisterenochtend kwam ik tot mijn verbazing tot de gedachte dat het alweer tijden geleden was dat we mosselen aten. Waarom ik aan mosselen moest denken wist ik niet, maar dat ik ze die avond klaar zou maken stond meteen vast.

Ik kocht mijn mosselen bij AH, hun eigen merk met als maataanduiding Middel, dewelke overeen komt met de officiële aanduiding Imperial (dat wil zeggen ongeveer honderdtien mosselen per twee kilo). Keurige mosselen, de schelpen fors gevuld…

Ik heb ze klassiek klaargemaakt met prei, knoflook, een half Spaans pepertje, wijn en boter. Met één verschil dan toch: Ik liet prei en knoflook vooraf een tijdje stoven. Ik gebruikten een flink glas witte wijn.

Smelt boter in de mosselpan. Bak hierin op een middelhoog vuur de kort gesneden prei, de fijngehakte knoflook en het gehakte halve pepertje, dat van zaadlijsten is ontdaan. Na een minuut of vijf gaat de witte wijn erbij. De groenten stoven hierna nog een klein kwartier in het vocht, op een laag vuurtje. Intussen kijk je de mosselen na en verwijdert baarden en andere ongerechtigheden. Zet het vuur hoog en doe de mosselen in de pan. Laat ze een paar minuten koken en schud dan goed om. Nog enkele minuten en alle schelpen zijn open en je mosselen zijn klaar. Dien ze meteen op. We aten er frieten bij en een mayonaise die stijf stond van de knoflook.

Wat rest na de maaltijd is een torentje lege schelpen, wat gekookte mosselen die je niet meer op kon en een laag soep onder in de pan. Je houdt namelijk niet alleen de gekookte wijn over, maar ook vocht van de groenten en natuurlijk volop vocht uit de mosselschelpen. Zet de staafmixer in de pan en je maakt in een handomdraai een smakelijke mosselpreisoep. Maar je kunt het vocht ook zeven, zoals ik deed, en dan houd je een prachtige bouillon over, vol en zilt van smaak. Je kunt die bouillon weer als basis gebruiken voor een vissoep, voor een vissige saus, enfin, bedenk maar…

Ik heb de bouillon als lunchmaaltijd eenvoudigweg verwarmd, een half pepertje erin gesneden en een handvol vers gehakte peterselie. Even laten doorwarmen en de soep daarna verrijkt met een paar overgebleven mosseltjes. Zo eenvoudig, zo weldadig…

© paul

 

Snoekbaarsfilet met kappertjes

snoekbaars met kappertjesSnoekbaars, ik schreef er een tijdje geleden al uitgebreid over; wij vinden het allebei een hele smakelijke vis.

Gisteren was zo’n typische bijna-einde-feestdagen-dag,  toch nog een klein beetje feest en ook nog een mooie fles witte wijn over… Een goed moment voor de snoekbaarsfilets. Ik wilde ze dit keer eens gewoon bakken en besloot dat we er een saus met kappertjes bij zouden eten. En bij kappertjes hoort ansjovis. Denk nu niet brr, die zoute dingen. Ansjovisjes geven, mits met mate gebruikt, een mooie volle smaak aan gerechten. Ze smelten in sauzen helemaal weg. Zo ook in deze saus.

  • Voor twee personen:gefileerde, en ontschubde snoekbaarsfilets
  • olijfolie
  • wat bloem
  • peper en zout
  • een flinke klont boter
  • 1 sjalotje, heel fijn gesneden
  • 2 ansjovisjes uit blik of pot
  • 2 eetlepels kappertjes
  • een flinke scheut witte wijn

 

 

Bestrooi de filets met peper en wat zout en bestuif ze licht met bloem. Verhit de olie in een koekenpan en bak daarin de filets. Bak eerst de velkant bruin en draai de vis daarna om. Voeg dan de klont boter en het sjalotje toe en bak op een niet te hoog vuur nog een paar minuten. Totale baktijd 7 á 8 minuten. Haal de filets uit de pan en houd ze warm.  Voeg de fijngesneden ansjovisjes, de kappertjes en de scheut witte wijn toe en laat alles even inkoken. Giet de saus over de filets en dien snel op. Wij aten er aardappelpuree bij en doperwtjes. En die wijn… phoe, lekker!  witte wijn Saint Véran Kopje espresso toe, een ware feestmaaltijd!

© ellen.

Guazetto di pesce e fagioli…

Guazetto di pesce e fagioli…
Het woord guazzetto vertalen valt me niet mee, ik kan er geen Nederlands woord voor vinden. Wat Italianen bedoelen met het woord is een sausachtige vloeistof waarin vlees, dan wel vis wordt gegaard. De basis van de saus is doorgaans tomaat en bouillon. Ik maakte op die manier gisteravond snoekbaars klaar. Met de hoeveelheden zoals ik ze geef bereid je het gerecht voor 3 personen.

  • 500 gram visfilet,
  • 2 tenen knoflook,
  • 1/4 theelepel chilivlokken,
  • 400 gram kerstomaatjes, gehalveerd,
  • 250 ml. witte wijn,
  • 250 gram cannellinibonen (uit blik, gespoeld en uitgelekt),
  • olijfolie,
  • handvol gehakte peterselie,
  • peper en zout.

Verhit de olie in een stevige pan. Laat de gesnipperde knoflooktenen op een matig vuur glazig worden. Doe de chilivlokken, de gehalveerde kerstomaatjes en de witte wijn erbij en laat het geheel zachtjes een klein kwartier pruttelen. Voeg nu de bonen toe en de peterselie en laat die op een zacht vuurtje een minuut of vijf meegaan. Maak de saus af met peper en zout.

Leg dan de visstukken op de saus en sluit de pan af met het deksel. Afhankelijk van de dikte van de filets moet de vis 10 à 15 minuten garen.

Serveer de vis, samen met de tomaten/bonensaus in een diep bord. Goed brood erbij maakt het gerecht compleet. Het gaat snel, is eenvoudig en geeft een superresultaat.

© paul