Als wij in Luxemburg verblijven eten we zo af en toe in het Portugese restaurant Ribatejo. De keuken is een mengeling van Franse, Luxemburgse, Portugese en Braziliaanse invloeden. Ik mag er bijvoorbeeld graag Picanha bestellen. Je krijgt dan heerlijk gegrild vlees, opgediend met zwarte boontjes gestoofd in bouillon, kool met pijnpitten en knoflook, gebakken banaan een schijf sinaasappel en boterrijst. De laatste keer dat we er aten wilden we een klein lunchgerecht. We kozen gebakken grote garnalen met rijst. Rond een mooi torentje van rijst zwommen de garnalen in een uitstekende saus. De saus was geparfumeerd met een vleugje Pastis en veel knoflook. Lekker! Daar hadden we nu thuis ook zomaar zin in; Garnalen á la Ribatejo.
- voor twee personen
- 500 gram grote garnalen
- 4 teentjes knoflook in hele dunne plakjes gesneden
- wat olie om in te bakken
- een scheutje Pastis
- 1 klein glas witte wijn
- Peper en zout en wat fijngehakte peterselie
De boterrijst: Reken per persoon een klein kopje rijst en anderhalf kopje water. Verwarm een flinke klont boter en smoor daarin de rijst met de saffraan tot alle korrels rijst wat boter hebben opgenomen. Voeg afgepast water toe en eventueel wat zout. Kook de rijst in ongeveer 20 minuten gaar (afhankelijk van de rijst die je gebruikt)
Snijd de garnalen aan de buikkant open en verwijder de darm en de kop. Verwarm de olie en bak daarin de garnalen, samen met de plakjes knoflook tot ze roze en gaar zijn. Dat gaat heel snel. Bak ze niet te lang. Schep de garnalen uit de olie en laat ze even uitlekken. Houd ze warm. Doe de Pastis en de witte wijn in de pan en laat op een hoog vuur even inkoken. Breng de saus verder op smaak met peper, zout en peterselie.
Dien de garnalen op met de rijst en schep de saus er over. Geef er een mooi glas Portugese witte wijn bij en uma bico toe! (Portugese supersterke espresso)
© ellen.