Alcohol…

meivakantie 2007 206

De hele discussie rond jongeren en alcohol staat weer in het brandpunt. Leeftijdsgrens optrekken, happy-hour afschaffen, drankreclame nog meer inperken, je bedenkt het maar en het is bespreekbaar. En toegegeven, al dat ongebreideld gezuip levert ook de nodige problemen op. Ik heb geen oplossing.

De discussie gaat overigens Europabreed. In Luxemburg bestonden er al heel lang regels, maar niemand hield zich eraan. Contrôle op een en ander was er nauwelijks. Zowel ten aanzien van het drankgebruik van jongeren, alsook in geval van dronken achter het stuur kruipen liet men het nogal gemakkelijk lopen. Zelf gezien. Niet één keer, maar wel honderd keer. Tot en met dronken agenten in een politiebus.

Een goede acht jaar geleden vond er een radicale omslag plaats. Er wordt nu met grote regelmaat verkeerscontrole gedaan. De pakkans is groot, de boetes zijn hoog. Ook in de horeca wordt scherp gecontroleerd. En overal in het land zie je bovenstaande bordjes.

© paul

Maespils: Waarloos…

maes
Ik had er op 10 mei iets over moeten zeggen, maar door al het geschrijf over de wandelaars en Compostella ontglipte het me.

Op 10 mei van dit jaar was het welgeteld 35 jaar geleden dat Louis Paul Boon overleed. En het is griezelig te zien hoe snel de grootste Vlaamse schrijver ooit in de vergetelheid raakt. In Vlaanderen is er nog wel iemand te vinden die behalve de Kappellekesbaan  een paar titels kan opsommen. Kom daar in Nederland eens om…

Alweer jaren geleden verscheen er een herdenkingsbundeltje, opgedragen aan de meester, met daarin literaire stukjes van diverse Vlaamse schrijvers. Ik vond het allemaal niet zo denderend van kwaliteit, behalve dan dat ene juweeltje van Josse De Pauw, acteur, regisseur, schrijver.

Hij gaf het gedicht als titel mee: “Laat Boontje” en het gaat  zo:

***
Waarloos, zei Louis.
Maes-pils: waarloos,
‘t staat op den bak.
Dat is de brouwerij, zei de patron.
Het dorp, zei zijn vrouw.
Waarloos, zei Louis.
Maes-pils: waarloos,
‘t staat op den bak.

***

De gegevens van het herdenkingsbundeltje kan ik niet terug vinden, het ding is zoek. Het gedichtje is echter ook opgenomen in de bundel WERK van Josse De Pauw uit 2000.

Josse De Pauw
WERK
Uitgeverij Van Halewyck
ISBN 90 5617 701 x

© paul

Cirkels in mijn bier…

De tijd van het zomergraan op de akkers valt veelal samen met de komkommertijd van de kranten. De politiek zit op z’n kont in die dagen, dus veel vreeswekkends valt er uit die hoek niet te verwachten.  En ook de economische krachten houden zich stilletjes. Crisis en recessie zijn op z’n vroegst pas in september weer aan de orde. Het zal mede daarom zijn dat er, elke zomer weer, hele pagina’s verschijnen over het fenomeen graancirkels. 

Mysterieus, fascinerend, maar toch ook een beetje beangstigend, dat gedoe. Talloze hypothesen doen de ronde over het ontstaan en de betekenis van die cirkels, maar die over buitenaardse inmenging doen het verreweg het best. Onaardse spokerijen gooien overigens ook hoge ogen. (Vraag het maar aan het Kind, gekend Dan-Brown-fan.)

Iets dergelijks overkomt ook mij lezer, maar dan met mijn bier. En het hele jaar door. Cirkels die op onverklaarbare wijze verschijnen in mijn glas.

Het begint meestal na een vierde fles Lupulus, maar soms ook na een zeker aantal pijpjes bockbier. Ik zit rustig te drinken en hup, het is er weer. Zomaar uit het niets… Ik schrik er telkenmale weer van.

“Laat me met rust” brom ik in mijn glas. Of wanneer ik erg geschrokken ben: “Donder toch op!”  Het mag niet baten…

Mijn angsten bezweren door hard te gaan zitten zingen wil nog wel eens helpen. Maar daar wordt mijn omgeving dan weer onrustig van.

Uiteindelijk komt het verlossend woord altijd weer van Ellen: “Je kunt toch ook gewoon minder drinken?” merkt ze fijntjes op.

Beschaamd neem ik nog een voorzichtig slokje. Ik zal het nooit meer doen

© paul

* Dit is een bewerking van een artikel uit 2012…

Schouderkarbonade in Lupulus dubbel.

Vriend Jan en Dochter Loes kwamen terug van hun vakantie in Frankrijk. Maar eerst maakten ze nog een omweggetje naar Courtil, waar de Lupulusbrouwerij staat. Geheel ongevraagd bracht hij een krat Tripel mee voor de Jongste Bediende, en voor mij een krat Dubbel., 70 cl per fles, wel te verstaan. Ik was zeer verrast, ik was allang weer door mijn voorraad.

Een van de favoriete gerechten op het Ministerie is de in bier gestoofde schouderkarbonade. We eten dat vaak, zo ook afgelopen week. Ellen maakte voor de vorm nog een enkele foto, maar we zouden er niet over gaan schrijven. Dat hadden we al zo vaak gedaan (dachten we)…

Ik ben toch maar even gaan zoeken in het archief. En wat blijkt: in de zeven jaren dat het Ministerie publiceert beschreven we het gerecht slechts vier keer. En steeds nét weer iets anders qua ingrediënten en qua biertype. Daar komt nog bij dat het laatste artikel over het gerecht alweer enige tijd oud is. Enfin, alle reden om toch werk te maken van de schouderkarbonade in Lupulusbier. Het recept is bedoeld voor twee personen.

  • 2 schouderkarbonaden van onbesproken gedrag,
  • 2 sjalotjes,
  • 2 tenen knoflook,
  • 33 cl. donker abdijbier,
  • 1 takje tijm,
  • peper en zout uit de molen,
  • handvol gehakte verse peterselie,
  • boter.

Wrijf het vlees in met peper en zout. Smelt in een stoofpan boter en laat daarin op een middelhoog vuur de gesnipperde sjalotjes en de gehakte knoflook mooi glazig worden. Schep ui en knoflook uit de pan en zet even opzij. Doe dan het vlees in de pan en bak het aan de twee kanten bruin in de achtergebleven boter (voeg indien nodig nog wat boter toe). Giet er vervolgens het bier bij, de sjalotjes en de knoflook. Ook het takje tijm mag nu meestoven. Doe de deksel op de pan en laat het vlees stoven op een laag pitje.  In een goede 45 minuten tot één uur is het gerecht klaar. Een kwartier voor het einde van de stooftijd mag de helft van de gehakte peterselie in de pan. Is het vlees klaar dan leg je het op een voorverwarmde schotel. De saus maak je af met peper en zout, en je haalt het takje tijm uit de saus (dat heeft zijn dienst gedaan en kan weg).Giet de saus over het vlees of serveer in een sauskom. Dien warm op en werk af met de rest van de peterselie.

  • Wij gebruikten Lupulus bier, het donkere type. Aangezien dat in Nederland nog slechts mondjesmaat te krijgen is (en ook in Vlaamderen sporadisch) zul je in de meeste gevallen gebruik moeten maken van een ander abijbier. Er zijn er genoeg en je kunt ze gemakkelijk aankomen.
  • Lange tijd ben ik ervanuit gegaan dat het niet zo heel erg veel uitmaakt welk bier je gebruikt. Ik dacht dat door het stoven en de forse smaaktoevoegingen het typische, het eigene van het bier min of meer verloren gaat.  Daar ben ik inmiddels van terug gekomen. Het maakt wel degelijk uit. Om te ontdekken welke smaak je het best bevalt zul je moeten experimenteren.
  • Een stooftijd van een dikke vijfenveertig minuten is een aardige richtlijn. Wij stoven meestal wat langer, een beetje afhankelijk van de dikte van de saus. Let wel op dat de saus niet te droog wordt. Dan koekt de hele zaak vast en verbrand. En dat is eeuwig zonde…

© paul

Postische van Brouwerij Lion à Plume…

Brasserie Attert
Jong en ambitieus, dat is de kwalifikatie die je kunt hangen aan die Brouwgasten uit Attert in de zuid oosthoek van Wallonië. Hun brouwerij heet Lion à Plume

In 2009 werd de brouwerij opgericht en sinds vorig jaar draait men er met het huidige concept. Twee brouwmeesters telt het bedrijf, en verder niks. Men werkt min of meer volgens de methode van de Jonge Deense Microbrouwers. Dat wil zeggen dat men bieren ontwerpt, recepten schrijft, werkwijze en procédé bepaalt, om die dan vervolgens bij deze of gene microbrouwerij, ergens in den lande, uit te voeren. Het ligt in de lijn van de verwachting dat de gasten op den duur hun eigen microbrouwerij zullen stichten, maar voorlopig blijven ze hun ambulante werkwijze trouw.

Ik dronk twee van hun bieren vorige week voor het eerst. En ik was onder de indruk! Ook Vriend Jan, die ik gisteravond van het Saisonbier liet proeven was daar over te spreken. Het bier heeft alle kenmerken van het traditionele Saisonbier. Zacht, fris, licht bitter en een heel klein tikje zuur. Delicaat.

Het Imperial Russian Stout luistert naar de naam Postache. Imperial Russian Stout is een biertype dat in de achttiende eeuw ontstond uit het Engelse Stout. Het werd oorspronkelijk in Engeland voor het Russisch hof gebrouwen. De smaak van het bier is sterker aangezet dan die van het gewone stout. Het alcoholpercentage is ook aanmerkelijk hoger.

Imperial Russian Stout is over het algemeen niet zo gemakkelijk te vinden. Maar met name de moderne microbrouwers willen er zich steeds vaker aan wagen. Het bier heeft een typische sterke smaak, het is een bier voor de liefhebber.

De eerste slokken die ik nam vormden een vreemde sensatie. Maar toen ik eenmaal doorhad wat de brouwers bedoelden met hun bier was ik helemaal om. Wat een prachtig bier, wat een smaakrijkdom. En wat zag het er mooi uit.

De foto laat zien dat ik het bier wat lomp inschonk. Maar kijk eens naar die kleur, een mooier bruinzwart is er niet. En die mokkakleurige schuimkraag…

De smaak heeft het mooie bitter van de betere Stouts. Het bier smaakt en ruikt kruidig, je proeft een hint van citrusfruit, maar ook zoethout en zwarte chocolade (en nog een heleboel meer). De smaken zijn stevig aangezet, het geheel is erg complex. De afdronk is mildbitter en lang.

Ik vond het bier in Zuid Wallonië, de thuisbasis van de brouwers. Het bier is echter in heel België (ook Vlaanderen) te krijgen. En ook de Franse markt wordt bediend. Of het in Nederland wordt aangeboden weet ik niet.

Het bier wordt onder licentie bij verschillende brouwerijen gebrouwen, onder andere in Bastogne bij Brasserie Bastogne, en bij Brouwerij Anders in Halen (B).

Een geweldig bier voor de Stoutliefhebber. En aangeboden tegen gewone-mensen-prijzen. Voor 70 cl. betaalde ik € 4,-.  Voor een gelijkwaardig en vergelijkbaar Imperial Stout, gebrouwen in Nijmegen betaalde ik destijds € 12,- Ik bedoel maar…

© paul

 

 

Septante 5, bier uit Douai…

reims

Frankrijk is een bierland. Je gelooft me natuurlijk niet, maar het is heus waar. Bij een andere gelegenheid zal ik je er nog eens uitgebreid over vertellen, nu ontbreekt me daartoe de tijd. In het verleden deed ik dat overigens al, de loftrompet steken over Frankrijk-bierland, over Franse bieren en ook over de brouwers

Gisterenochtend om een uur of zeven zwaaide Vriend Jan de Compostellawandelaars uit vanaf de camping in Sézanne. Hijzelf keerde terug naar Nederland. Ergens in de middag zagen wij elkaar weer op de stoep van zijn huisje. Trots toonde Vriend Jan de vloeibare versnaperingen die hij op de kop had getikt.

De champagnes zullen dienen ter verhoging van de feestvreugde tijdens onze traditionele Paasbrunch. (Die mis je Ans…) En de bieren, ach.., dat was altijd al onze hobby. We proefden iets verder in de middag de inhoud van de uiterst rechtse fles, de Septante 5 Ambrée van (tegenwoordig )Brasserie Grains-des-Orges.

En wat een mooi bier… Amberkleurig, van het type Vlaamse Rode. Een crèmige schuimkraag, stevig. Bitterzoet van smaak in de juiste verhouding. Het is bovengistend bier met een goede 7,5 % alcohol. Heel lekker. Zoek dat bier wanneer je weer eens door Fransenland zwerft, bij ons zul je het niet vinden…bier

Nu hoor ik uit de verhalen dat een groot deel van onze lezers regelmatig door Frankrijk jakkert. In ieder geval dan toch in vakantietijd. Nooit hoor ik een verhaal terug over het lekkere bier dat men er lokaal dronk. Ja, Ans en Alex, die weten de brouwers wel te vinden. En ook Vriend Jan is al lange tijd overtuigd van de kwaliteit van Franse bieren. (Niet alle Franse bieren!..).

Ik heb het al vaker betoogd: wil je van bijzondere bieren genieten, van kleine maar geweldig ambitieuze brouwers, dan moet je zelf op jacht. Luilekkerland, waar de gebraden haantjes, de smeuïge pasteien, fonkelende wijnen en schuimige bieren je zo zonder enige moeite in de mond vliegen, bestaat niet. Net zomin als kabouters

© paul

Schouderkarbonade gestoofd in Witte Hoegaarden…

Schouderkarbonade in Hoegaarden

Dit wordt het derde artikel over Hoegaarden, en voorlopig het laatste. Na de Avonturen van Ans en Jan en de Avonturen van het personeel van de brouwerij vertel ik je mijn eigen avontuur met Hoegaarden Wit. Dat van mij is het minst spannend, maar wel heel lekker.

Koken doe je met een rijpe tripel, met een stevige bruine, een kriek of desnoods met een pijpje pils (mosseltjes). Het was nog nooit in me opgekomen om er Hoegaarden (witbier, tarwe)voor te gebruiken. De aanschaf van een partij biologisch varkensvlees bij de Sumiranboerderij en het geleuter over Hoegaarden op deze web site maakten dat ik me er maar eens aan waagde.

  • 2 schouderkarbonades,
  • 1 pijpje Hoegaarden wit,
  • 1 grote ui,
  • 1 sjalot,
  • 2 tenen knoflook,
  • 1 handvol verse peterselie,
  • scheut room,
  • olijfolie,
  • boter,
  • peper en zout uit de molen.

Verhit olie en boter in een stoofpan. Wrijf het vlees in met peper en zout en bak het snel aan beide kanten bruin. Haal het vlees uit de pan en zet het even weg onder alu-folie. Stoof de in ringen gesneden ui, de gesnipperde sjalot en gehakte knoflook in hetzelfde olie-botermengsel op een niet te hoog vuur tot ze glazig zijn. Leg het vlees dan op de uien, schenk er het witbier bij en breng het geheel even aan de kook. Dan terug naar een zeer matig vuur. Plaats de deksel op de pan. Het vlees mag anderhalf tot twee uur stoven. Haal het vlees uit de pan en houd het warm. Voeg een scheut room toe en laat even doorkoken. Leg het vlees op een voorverwarmde schaal en overgiet met de saus. Afwerken met peterselie…

  • Je gebruikt veel vloeistof. Wanneer je saus te dunnetjes wordt, laat het geheel dan eventjes stoven zonder deksel. Maar voor je het weet heb je te weinig vloeistof in je pan.
  • Hoegarden levert een milde saus op, een beetje zoetig zelfs (mede dankzij de uien natuurlijk). Het bitter dat je bij sommige tripelsauzen weer met kunstgrepen moet verzachten ontbrak geheel. Hoegaarden stooft goed…
  • Hoegaarden wordt in het brouwproces op smaak gebracht met koriander en sinaasappelschil. Volgens Ellen maakt dat, samen met de frisheid van het bier, dat Hoegaarden zo geschikt blijkt voor dit soort stoofpotten. Wij vonden het in ieder geval heerlijk.

© paul

Witte Hoegaarden…

Brasserie De Kluis (Hoegaarden) - Hoegaarden Blanche 2

Een witbierdrinker ben ik niet, maar als het dan toch moet komt die van Hoegaarden al snel in beeld ( of die van Hertog Jan)

Ans en Jan liepen gisteren hun vijfde Santiago-etappe met als eindbestemming het dorp Hoegaarden, gelegen in het Belgische Haspengouw. Dat feit biedt mij de gelegenheid even stil te staan bij het bier en de brouwerij.

Vanaf 1966 wordt het bier gebrouwen in Hoegaarden bij Brouwerij de Kluis van de familie Celes. Het werd al vrij snel een succesnummer in de eigen streek. Toen de kleine brouwerij van Celis werd overgenomen door brouwgigant InBev was er ineens de mogelijkheid om het bier landelijk, maar ook over de noord- en zuidgrens af te zetten. Het bier beleefde grootse tijden, de populariteit in België, Nederland en Frankrijk steeg naar ongekende hoogte en er moest naar nieuwe brouwmogelijkheden gezocht worden.

Uiteindelijk besloot InBev om te stoppen met brouwen in Hoegaarden. Ze hadden nog ruimte over in hun Stellabrouwerij in Jupille. Het zou daar allemaal efficiënter en goedkoper kunnen. Dat InBev daarmee een florerende plaatselijke industrie de nek om draaide was ze eigenlijk worst. Puur brouwerskapitalisme. Het was alsof de brouwgiganten nog steeds niks hadden geleerd van de ellende die ze zelf veroorzaakten in de jaren zestig van de vorige eeuw.

Het halve dorp Hoegaarden liep te hoop, berichtgeving in de internationale pers en steunbetuigingen voor het dorp uit de hele wereld. Het mocht niet baten.

Ze hebben het daar geprobeerd in Jupille, ze kregen het niet voor elkaar. Het bier werd te zuur, de kleur te donker, en zo nog een en ander. En al die tijd bleef men ook doorbrouwen in Hoegaarden, de markt moest per slot bediend worden. Nederlandse en Belgische supermarkten konden nog slechts mondjesmaat voorzien worden, er trat een heuse Witbierschaarste op. (De Orvalcrisis kende ik al, maar er was dus ook een Hoegaardencrisis.)

Op 10 september 2007 maakte InBev bekend dat het Witbier definitief in Hoegaarden gebrouwen blijft worden. En zo is het tot op de dag van vandaag…

Fris tarwebier maken ze daar in Hoegaarden. Op smaak gebracht met koriander en sinaasappelschil. Ik ga er vanavond varkenskarbonades in stoven. Nog nooit gedaan…

© paul

 

La Trappe Jubilaris…

la trappe jubilaris
Dom Bernardus had wat te vieren, afgelopen zomer al, maar het was me volkomen ontgaan…

Had ik mijn zaakjes beter bijgehouden, ik zou je mogelijk al eerder over dit bier hebben bericht. Want wat is het geval: de Abt van het Trappistenklooster Onze Lieve Vrouwe Koningshoeven vierde deze zomer zijn vijfentwintig jarig jubileum als Paterke… Koningshoeve is de abdij waar het La Trappe gebrouwen wordt, tot voor kort het enige Nederlandse Trappistenbier. Om de Abt te eren, te feliciteren, brouwde men een speciaal bier. Eenmalig, en geheel-en-al afgestemd op de smaak van Dom Bernardus. Het werd het La Trappe Jubilaris.

Enfin, ik mocht in het verleden wel eens op hullie mopperen; dat ze hun bockbier te zoet maakten, dat d’rlui trippel z’n diepte verloor, dat hullie dubbel te gemakkelijk (te hèndig) werd. Neem het met een korrel zout lezer. Ze brouwen er dan wel niet de mooist denkbare trappist, daar in Koningshoeven, hun bier mag er wel degelijk zijn. Het kan de competitie aan met het merendeel van de gangbare abdijbieren.

Dit Jubileumbier zou qua samenstelling een smaakmix zijn van Dom Benedictus favoriete bieren, namelijk de Dubbel en de Isid’or uit zijn eigen brouwerij. Enfin, het is natuurlijk iets heel anders geworden, maar het bier heeft ontegenzeglijk kwaliteit. Volgens de paters zou het karamelachtig moeten smaken, maar dat valt nogal mee. In ieder geval bij lange na niet zoals een dubbel dat doet. Wel merk ik wat citroen in de eerste smaak. Het bier proeft vol en mooi bitter. Een bitter dat lang blijft hangen. Kleur goed, schuimkraag vet. Alcoholpercentage gelukkig slechts 6 % (ik wordt een beetje vervelend van het almaar opvoeren van het alcoholpercentage in speciaalbieren, alsof het daarom gaat!). Het is een ronduit volwassen bier, degelijk gemaakt, afgewogen van smaak.

Het is een écht gelegenheidsbier, het diende het feestje van Dom Benedictus en verder niet. Op-is-op! zeggen de brouwpaters…

Een beetje rondbellen leerde me dat er echter nog ruim voldoende mogelijkheden zijn om het bier aan te schaffen. Zoek wat op internet en je vindt het. Ik kocht mijn flessen bij de Sligro-vestiging in Veghel. Ze hadden nog zat op voorraad…

Nog even voor de Protestanten en andere ongelovigen onder ons lezerspubliek: Dom is een afkorting van het Latijnse Dominus, hetwelk Heer betekent, of Baas. Een titel die diegene krijgt die een klooster leidt. En Trappistenbier heet alleen Trappistenbier wanneer de paters binnen de muren van hun klooster met hun pollen in de brouwketel hebben staan roeren…

© paul

In Flanders Fields…

Poppy bier

Hoogst actueel lijkt de foto, nu er dit jaar overal aandacht wordt geschonken aan het feit dat 100 jaar geleden de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Ach lezer, daar zul je nog vaak en veel van horen, mogelijk tot vervelens toe.

Voor mij evenwel is al die publiciteit over de Grote Oorlog een goudmijn, ik interesseerde me al een eeuwigheid voor de catastrofe.  Elke dag weer kom ik in de kranten, maar vooral toch op internet voor mij nieuwe zaken tegen. Dingen die ik nog niet wist, aanvullingen op gegevens die me wel bekend waren.

Dat bier heeft niks van doen met de herdenkingen van dit jaar, het bestond al een tijdje. Ik dronk het en was er tevreden mee. Al herinner ik me wel dat de gegevens op internet niet overeenkwamen met mijn bevindingen. Verder weet ik er weinig meer van. Aantekeningen van destijds kwijt, je kent dat wel van mij…

Schiet me nog wat te binnen, ik laat het je weten.

De naam van het bier is overigens een directe verwijzing naar het oorlogsgedicht van John McCrea: In Flanders Fields the Poppys blow… (In Vlaanderens Velden bloeien de Klaprozen…) McCrea schreef de definitieve versie op 8 december 1915.

De brouwers van het bier heten (Brasserie) De Clerck. De brouwerij is gevestigd in Frans Vlaanderen. Geloof me, al zijn het Fransen, ze zijn óók Vlaams

© paul