Tja, wat kon ik nou anders maken na zo ‘n bier-expeditie… Biersaus natuurlijk!
Ik ben vandaag niet meegegaan naar de brouwerijen, ik was moe, doodmoe, een dagje lekker uitrusten leek me wel een goed idee. Jan en Paul kregen een boodschappenlijstje mee en gingen op pad. Ze zouden zorgen voor karbonaadjes, room, en bier natuurlijk… Dat vlees, dat viel niet mee. Er wordt hier wat anders geslacht dan in Nederland en Paul kon geen slager vinden die het gewenste vlees, schouderkarbonade, kon leveren. Dan maar iets anders; een soort T-bone, maar dan van het varken. Ik prefereer schouderkarbonaden omdat die wat meer dooraderd zijn en je ze echt kunt stoven in de saus, zonder dat ze droog worden. Het vlees dat Paul meebracht was alleen geschikt om snel te bakken dus maakte ik de saus apart en voegde later de braadjus toe aan de saus.
- Orvalsaus:
- 1 flinke ui in dunne ringen gesneden
- boter
- bloem
- bouillon
- peper en zout
- 1 theelepel mosterd
- 1 laurierblad
- 1/2 flesje Orvalbier
- room
Smoor de uienringen zachtjes in de boter. Doe er de mosterd bij, strooi er wat bloem over en roer goed om. Blus af met de Orval en roer tot je een gladde massa hebt. Voeg dan wat bouillon toe en laat even inkoken. Doe er dan een flinke scheut room bij en het laurierblad. Laat even inkoken en breng op smaak met peper en zout. Bak intussen de karbonaden snel om en om bruin. Haal het vlees uit de pan en roer de aanbaksels los met wat water. Voeg dat vocht bij de saus en roer nog even goed door.
Wij aten er fusilli lunghi paesani bij, een hand gemaakte, lange gedraaide pasta en salade van tomaten (coeur de boeuf) met broccoli (restje van gisteren) en mozarella. Beetje peper en zout erover en een scheutje olijfolie.
Kopje espresso toe in het café op de camping, mét een borreltje én de laatste roddels uit het dorp!
© ellen.