Route de la bière (in de Walen…).

brouwerij

Huis en haard worden met liefde en plezier beheerd door het Kind. Wij zijn even in de Ardennen. En (het gezeur begint weer…) de mogelijkheden om daarvan “live” verslag te doen zijn beperkt. Luxemburg, toch het rijkste land van de wereld, kan ons op deze plaats geen permanente verbinding garanderen. En dat terwijl er zat is om over te schrijven: Ans en Hijn waren er, Jeanne en Rian, en natuurlijk Eupotours op volle sterkte. En Vriend Jan. We aten samen, we dronken samen. Feest, feestjes, en dan weer feest… Nu is het weer en stuk rustiger, alleen Vriend Jan bleef nog logeren. De rest is al lang en breed weer thuis.

Vandaag deden Vriend Jan en ik een deel van de Waalse bierroute. We reden van Brasserie Les Trois Fourquettes in Courtil, via L’Achouffe naar Ebly en naar Breuvanne om uiteindelijk uit te komen bij de Brouwerij van Rulles. Het leek erop dat we alleen terecht konden in Courtil, maar ik vond het best. Daar in Courtil maken ze de tripel die het laatste jaar favoriet is op het Ministerie. (Ik kom er nog over te schrijven…)

Bij L’Achouffe bleek men te sluiten op een tijdstip waarop, naar mijn mening, een normaal mens de hongerigen voedt en de dorstigen laaft. Het mocht niet zo zijn. We zagen nog wel een touringcar vertrekken. De inhoud daarvan was goed doorvoed, en zo te zien had de brouwer ze ruim voorzien van al het lekkers uit zijn ketels. (Zij wel!)

Toen we later op de dag bij Brasserie Artisanale de Rulles aankwamen stond daar wéér die touringcar. Het bleek te gaan om een gezelschap van Vlaamse en Nederlandse amateurbrouwers die, net als wij, deze dag een aantal zuidelijk gelegen Waalse brouwerijen aandeden. We konden achter het gezelschap aan de brouwerij binnenglippen. Brasserie de Rulles biedt normaal gesproken geen mogelijkheden tot bezoek, anders dan op afspraak. Mazzelen dus… We dronken mee, we luisterden mee, en er ontstond een aardig soort van verwarring. Een deel van het gezelschap wist zeker dat wij bij hen hoorden, een andere deel bestreed dit. Het gezelschap begon al aardig beschonken te raken…

Nagenoeg niemand in dat gezelschap sprak ook maar één jota frans. De brouwer had niets met Vlaams. De hele conversatie verliep dus in steenkolenengels. Het klonk tamelijk belabberd. Met het engels van de brouwer was niets mis overigens. Alleen sprak hij het uit zoals Peter Sellers dat doet in The Pink Panther (Zis is ee beum, ee beum det expleuts…).

Het gezelschap werd al snel weer door een strenge reisleider terug de bus in gejaagd. Ze moesten nog naar de brouwerij van de Paters van Orval. Vriend Jan en ik kochten tripel, dubbel, kerstbier en de Grote Tien. Terwijl we nog even in de weer waren met een medewerker stormde de brouwer de ruimte in. “Maar mensen, de bus is al weg!”  We konden hem geruststellen. Wij zorgden voor ons eigen vervoer.

We zijn de bus niet achterna gegaan, wij wilden niet naar Orval. Het was mooi geweest. Door het zonovergoten golvend landschap van de Gaume, langs gloeiend goud gekleurde wouden reden we naar onze stek, waar Ellen ons opwachtte met een pannetje pompoensoep.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *