Appeltaart van Bakker Holtkamp…

25 jan. 2011

appeltaart, Holtkamp

Een appeltaartje is snel gemaakt, terwijl het volk hier aan de keukentafel gezellig doorkletst. Meestal blijft het bezoek tot de taart klaar is en snijden we het lekkers meteen aan. Dit keer niet! Jammer voor de Keizer van Monera, die moet de volgende dag maar terugkomen. Deze taart moet een dagje staan, dan wordt hij nog lekkerder. Het is een recept van bakker Holtkamp maar vreemd genoeg staat dit recept niet in het boek. Het was misschien logischer geweest om dan een ander appeltaartrecept uit het boek te proberen maar ik had mijn zinnen gezet op deze appeltaart met abrikozenconfiture. Volgende week maak ik wel weer een andere Holtkamp creatie. Het boek biedt inspiratie genoeg!

Voor een springvorm van 24 cm doorsnee

  • 1/2 citroen, schoonboenen en de helft raspen, dan uitpersen en 1 eetlepel sap gebruiken
  • 125 gram boter (natuurlijk liefst biologische roomboter)
  • 125 gram witte basterdsuiker
  • 250 gram zelfrijzend bakmeel
  • 1 1/2 kilo friszure appels, ik gebruikte Elstar, geschild en in plakjes gesneden
  • 75 gram blanke rozijnen
  • 10 gram krenten
  • wat gemalen kaneel
  • 1 el custard
  • 10 eetlepels abrikozenjam
  • 150 gram amandelspijs
  • 1 eidooier

Wrijf de boter met de suiker en de citroenrasp tot een egale massa. Voeg 1 eetlepel water toe, kneed tot het water helemaal opgenomen is en meng het bakmeel erdoor. Voeg dan nog een eetlepel water toe en laat het deeg dan een paar uur, afgedekt, rusten in de koelkast.

Doe de appelschijfjes, rozijnen, krenten, de custard, de kaneel en vier eetlepels van de abrikozenjam in een grote kom en schep alles goed door elkaar. Bakker Holtkamp noemt dit de ‘Appelsmort’.

appeltaart 004

Verwarm de oven tot 200 graden en laat het deeg weer op kamertemperatuur komen. Rol het uit tot een dunne lap genoeg om de bodem en de randen van de vorm te bedekken.

Kneed de amandelspijs met de eidooier en rol het mengsel uit op een met bloem bestoven werkvlak tot het groot genoeg is om de deegbodem te bedekken. Leg de spijs op de deegbodem en druk goed aan. Schep het appelmengsel erop en verdeel hierop de overgebleven appelschijfjes, druk alles goed aan.

Bak de taart 50 minuten op 200 graden, verhoog de temperatuur tot 220 en bak nog 10 minuten.

Laat de taart afkoelen en bestrijk de bovenkant met de resterende 6 eetlepels abrikozenjam dat je met het citroensap even verwarmd hebt. Bestrooi de taart met poedersuiker.

© ellen.

Bombe met amarena kersen…

10 jan. 2011

bombe

Ik beloofde vorige week al om nog iets met die bombe te doen. Wij vonden de ‘witte’ versie veel te zoet dus zocht ik naar een betere uitvoering. De witte chocolade vervangen door chocolade van minstens 70 % was in ieder geval iets wat ik wilde proberen. Zaterdagmorgen aan het ontbijt kwamen opeens taarten en kersen ter sprake… We hadden een blikje Amarena kersen gekocht bij de Sligro… Yes, dat was de uitdaging voor de verbetering van de Witte Bombe! Meteen uitproberen dus maar!

  • 1 roombotercake in plakken van 1/2 cm gesneden
  • 1 blikje Amarenekersen op siroop
  • 250 gram pure chocolade (ik gebruikte pastilles van Callibaut 70 %)
  • 250 ml slagroom
  • 3 blaadjes gelatine
  • chocoladevlokken puur
  • de siroop van de kersen
  • een ronde vorm/schaal inhoud 1 1/2 liter

Bekleed de vorm met plasticfolie. Snijd de cake in lange plakken en bekleed daarmee de vorm. Besprenkel de plakken cake met de kersensiroop. Zorg dat er nog ongeveer 75 ml siroop overblijft. Zorg ook dat er nog wat cake is om de bovenkant van het taartje af te dekken. Zet de vorm dan in de koelkast.

Smelt de chocolade au bain marie. Klop de slagroom stijf. Schep de helft van de slagroom in een kom en meng die met de helft van de gesmolten chocolade. Haal de vorm uit de koelkast en bestrijk de cake daarmee. Zet de vorm weer in de koelkast.

Week de gelatine. Verwarm de rest van de kersensiroop en los er de geweekte gelatine in op. Laat even afkoelen en spatel er dan de rest van de slagroom door. Vul de vorm hiermee en dek af met een laag cake. Vouw de folie over de bombe en zet hem nu minstens 6 uur in de koelkast.

Ik had zaterdag de bombe tot zover gemaakt en in de koelkast gezet, de laatste laag chocolade moest nog aangebracht worden…Dan zou ik moeten schrijven: Stort de bombe op een mooie schaal, verwijder de folie en bestrijk met de rest van de gesmolten chocolade. Bestrooi meteen met de chocoladevlokken.

Hier ging het natuurlijk weer nét iets anders; opeens een hoop bezoek. Hijn bracht de mooiste schaal mee! Iedereen had zin in koffie/thee mét iets lekkers. Vlug dus de bombe afgemaakt. De chocolade was nog niet afgekoeld/stijf of de bombe was al bijna op! Niet eens tijd om een echte mooie foto te maken…

 

bombe

Maar goed, deze bombe met pure chocolade en kersen vond ik veel beter smaken dan de witte versie. Minder zoet, minder bewerkelijk ook. De siroop zit al in het blikje kersen. De siroop en de kersen zijn zo lekker dat er geen andere smaken (of suiker) toegevoegd hoeven te worden. (klein) Nadeel is dat bij het snijden van de bombe de pure chocolade bruine strepen trekt door de mooie roze vulling. (misschien omdat ik de bombe té vers aangesneden heb?) Enfin, wel héél lekker deze versie.

Met een kopje espresso natuurlijk!

en Hijn, nogmaals bedankt voor de mooie schaal!

© ellen.

Bombe van witte chocolade…

1 jan. 2011

etentje Bram en Maja

Ik moet hier nog even het taartje beschrijven waarmee we het dinertje met Maja en Bram afsloten (de linken naar de andere gerechten staan onder dit artikel). Ook dit recept haalde ik uit de Allerhande. Het taartje zag er prachtig uit en paste precies bij de nieuwe taartschaal die ik die dag gekocht had. Wij vonden het wel érg zoet maar dat was eigenlijk wel te verwachten met die witte chocolade, wij houden alletwee meer van zwarte 70% chocolade en dan is zo’n zoetexplosie wel erg heftig. De vulling was wel lekker, fris, luchtig. Ik ga er zeker mee experimenteren om het geheel wat minder zoet te maken. Allerhande geeft aan dat het bereiden van dit taartje 50 minuten vergt. Dat klopt wel ongeveer, wat tegenviel was de enorme berg afwas. Je hebt heel veel schaaltjes potten en pannen nodig, maar goed, dan staat er ook wel iets mooi’s op tafel…

  • 400 ml mousserende witte wijn (ik gebruikte een crémant de Limoux)
  • 80 gram fijne suiker
  • 1 roombotercake in plakken van 1/2 cm gesneden
  • 50 gram pistachenoten
  • 300 gram witte chocolade
  • 250 ml slagroom
  • 2 blaadjes gelatine
  • 1 vanillestokje
  • witte chocoladevlokken
  • een ronde vorm/schaal inhoud 1 1/2 liter

De wijn met de suiker aan de kook brengen en op een zacht vuur tien minuten laten inkoken. Bekleed de vorm met plasticfolie. Snijd de cake in lange plakken en bekleed daarmee de vorm. Besprenkel de plakken cake met de wijnsiroop. Zorg dat er nog ongeveer 75 ml siroop overblijft. Zorg ook dat er nog wat cake is om de bovenkant van het taartje af te dekken. Zet de vorm dan in de koelkast.

etentje Bram en Maja

Rooster de pistachenoten 3 minuten in een droge koekenpan en hak ze dan heel fijn. Smelt 100 gram chocolade au bain marie. Klop de slagroom stijf. Schep de helft van de slagroom in een kom en meng die met de noten en de helft van de gesmolten chocolade. Haal de vorm uit de koelkast en bestrijk de cake eerst met de gesmolten chocolade. Laat dat even opstijven en voeg er dan de gemengde room bij. Zet de vorm weer in de koelkast.

Week de gelatine. Snijd het vanillestokje open en schraap het merg eruit. Verwarm de rest van de wijnsiroop, voeg de merg erbij en los er de geweekte gelatine in op. Laat even afkoelen en spatel er dan de rest van de slagroom door. Vul de vorm hiermee en dek af met een laag cake. Vouw de folie over de bombe en zet hem nu minstens 6 uur in de koelkast.

Stort de bombe op een mooie schaal, verwijder de folie en smelt 200 gram chocolade au bain marie. Bestrijk hiermee de bovenkant van de bombe. Bestrooi meteen met de chocoladevlokken.

De rest van het dinertje beschreef ik al:

  • Gegratineerde oesters
  • Risotto met paddenstoelen
  • Gegrilde kip met selderiesalade
  • Bombe van witte chocolade
  • en natuurlijk, espresso toe.

© ellen.

Retro eten; preitaart, ofwel quiche met prei…

28 dec. 2010

preitaart, helemaal retro...

‘Helemaal sóóó 2010, dat kan ècht niet meer’! Ik weet al niet eens meer wat nou ‘sóóó 2010’ was, maar volgens Het Kind kon dat echt niet meer. Het Kind is niet de enige ziel die zich bezighoud met Trendjes en andere flauwekul, er zijn zelfs hele testpannels die zich bezighouden met wat nu weer de laatste trend gaat worden die wij allemaal(!) moeten (!) gaan volgen. “Óók in de keuken zet zich een nieuwe trend”. Nou ja, bla bla bla! Het zal wel. Opeens ‘mogen we weer garnalencocktail eten’ volgens de trendvolgers en ook de Quiche Lorraine is helemaal 2011!!! Het is maar dat u het weet beste lezer…

Wij hier op het Ministerie zijn een eigenwijs volkje, wij doen altijd maar gewoon wat ons zo uitkomt; is er een enorme hoeveelheid spinazie, dan bakken wij, lang voor de trend van 2011, gewoon een quiche met spinazie, hebben we veel grijze (dat dan wel, niet die Noorse, roze, waterige supermarktdingen) garnalen, dan willen wij die wel eens eten met wat zelfgemaakte mayonaise, met eventueel een scheutje cognac erdoor…

prei

Van het kerstdiner was een flinke bos prei over, of eigenlijk gewoon niet gebruikt. De Jongste Bediende had een hoop moeite gedaan om de prei uit de bevroren grond te trekken en vervolgens hadden we al zoveel groente dat ik de prei niet meer kon inpassen in het menu. Er moest dus snel iets gebeuren met die superverse prei; een preitaart ofwel quiche was de oplossing. Lekker retro!!! Helemaal 2011!!! Wel even zelf deeg maken, niet van die laffe plakjes bladerdeeg. Goed als je een keer grote haast hebt, maar echt deeg kost niet veel tijd en is helemaal 2011…

  • Het deeg
  • 110 gram ijskoude boter
  • 175 gram bloem met wat zout
  • ongeveer 100 ml ijskoud water

Hak de boter in kleine stukjes en werk ze dan zo snel mogelijk door de bloem, voeg water toe tot je een mooi gelijkmatig deeg hebt. Pak het deeg in folie en zet de deegbal een half uur in de koelkast. Maak intussen de vulling van:

  • 750 gram prei, goed gewassen en in fijne ringetjes gesneden
  • wat olijfolie
  • 4 eieren
  • 120 gram geraspte oude Goudse kaas
  • 1 klein bekertje creme fraiche
  • peper, zout en wat nootmuskaat
  • 20 gram geraspte oude Goudse kaas

preitaart

Smoor de prei in de olijolie even zachtjes aan en laat afkoelen. Klop de eieren met peper,zout en wat nootmuskaat. Voeg de creme fraiche toe en roer goed door. Doe de kaas erbij en vervolgens de prei.

Haal het deeg uit de koelkast en rol het op een met bloem bestuifde aanrecht uit tot een plak van ongeveer 3 mm dik. Vet een bakvorm (vlaaivorm) in en bekleed met het deeg (ook de opstaande randen). Schep de vulling erin en strooi de tweede portie kaas erover. Bak de quiche in een voorverwarmde oven 30 minuten op 180 graden.

Lekker met een tomatensalade en, natuurlijk, espresso toe!

© ellen.

Gevulde speculaas…

21 nov. 2010

gevulde speculaas

Het Kind zocht een klein cadeautje om mee te nemen naar vrienden. Zo’n stuk gevulde speculaas, dat vinden ze zóó lekker…Nu kan het Kind natuurlijk ook zelf speculaas bakken, maar ja, geen tijd, bla bla…

Vooruit dan maar, ik bak wel wat. Ik had er ook wel zin in een lekker stuk speculaas én, wat al zeker de helft van het genoegen is, een heerlijk naar speculaas geurend huis. Ik bakte twee porties vanmorgen. Eén voor het cadeautje en één voor onszelf.

  • Voor één portie:
  • 200 gram bloem
  • 125 gram donkere basterdsuiker
  • 2 eetlepels speculaaskruiden
  • 150 gram koude boter
  • 1 half zakje bakpoeder
  • snufje zout
  • 2 eetlepels melk
  • vulling
  • 300 gram amandelspijs ( te koop bij een goede banketbakker, of zelf maken)
  • amandelsnippers om te garneren
  • 1 losgeklopt ei

Meng bloem, zout, bakpoeder, suiker en speculaaskruiden. Hak er de boter met twee messen door tot piepkleine stukjes. Voeg de melk toe en kneed er een mooie deegbal van. Zet het deeg een half uur in de koelkast.
Verdeel de deegbal in twee gelijke stukken. Rol elke stuk deeg met de deegroller uit tot een lap van ongeveer 15 x 30 cm. Leg 1 lap op de bakplaat. Smeer het amandelspijs erover uit en laat rondom een randje deeg vrij. Leg de tweede deegplak erop en druk de zijkanten goed op elkaar.
Bestrijk de bovenkant van het deeg met de rest van het ei. Druk de amandelsnippers in het deeg als versiering. Schuif de bakplaat in het midden van de oven. Bak de gevulde speculaas in 40-45 minuten gaar.

De vriend waar de speculaas voor bedoelt is, is wegracer. Zijn startnummer is 33. Ik maakte met een restje deeg twee drieen en een ster.

speculaas

Van de tweede portie deeg maakte ik een klein stuk gevulde speculaas (ik had niet meer zoveel amandelspijs) en twee speculaaspoppen. Ik kocht de vormen in Duitsland.

© ellen.

Amandeltaartje met amarenakersen

amandeltaart met amarenekersen

Zaterdag is hier bezoekdag, dat begint zo’n beetje traditie te worden. Zo rond vier uur arriveert de Keizer van Monera en daarna komt de rest van de vriendenclub druppelsgewijs binnen. We drinken wat, we eten wat, we kletsen wat en verbeteren de wereld. Tijd om een echte maaltijd klaar te maken is er meestal niet. Ik begin er gewoon maar niet meer aan. Meestal bak ik een taartje en maak ik een flinke pan soep.

Gisteren maakte ik een taartje met amandelmeel en amarenakersen. Een bijzonder smakelijke soort kersen. Ze worden verkocht in blikjes, meestal in een dikke siroop. Ik kocht ze bij de Sligro.

amarenakersen

  • 175 gram amandelmeel
  • 175 gram fijne suiker
  • 175 gram boter
  • 175 gram zelfrijzend bakmeel
  • 2 eieren
  • 1 blikje amarenakersen op siroop

Smelt de boter au bain marie. Voeg suiker, amandelmeel, bakmeel en de eieren toe en meng met de mixer op de laagste stand tot je een mooi egaal deeg hebt. Giet de helft van het deeg in een ingevette bakvorm. Laat de kersen goed uitlekken en bewaar de siroop. Leg de kersen op de eerste deeghelft en dek af met de rest van het deeg. Zet de bakvorm in de voorverwarmde oven en bak het taartje op 160 graden in 60 minuten gaar. Laat het gebak afkoelen en serveer puntjes taart met een schep van de siroop erover.

© ellen.

Madeleine…

vakantierestanten

Hij doopte een madeleine-koekje in de bloesemthee, proefde en rook, en als bij toverslag trokken alle beelden uit zijn jeugd aan zijn geestesoog voorbij. Ik heb het over de beroemde “madeleine-scene” uit Prousts À la Recherche du Temps Perdu. Ik heb het boek nog steeds niet gelezen. Het prijkt ergens op mijn verlanglijst, vrij hoog zelfs. Maar de pakweg 3000 pagina’s die het munuscript telt schrikken me ook af.

Wel had ik al eens een madeleine geproefd. Uit het assortiment van Verkade, de Beukelaer of een andere koekenbakker. Ik vond er niet veel aan. Moest je daar nou zo’n drukte om maken? Had Marcel Proust niet beter een andere metafoor kunnen bedenken om zijn jeugdherinneringen aan op te hangen? Tja, dát dacht ik. Tot ik die madeleines van Lea Linster proefde…

Ellen had me er al eens over verteld, over die madeleines van Lea Linster. Ze worden elke dag vers gebakken in haar restaurants. Mevrouw Linster beschouwt de madeleine als haar uithangbord, als haar pièce de résistance.

Na elke maaltijd worden ze geserveerd, bij de koffie. En is de restaurantbezoeker enthousiast geraakt over het kleine cakeje, dan kan hij het, in kadoverpakking gehuld, meenemen naar huis. Wel geldt de stelregel: op de dag dat ze gebakken worden zijn ze op hun best.

Een knapperig bruin huidje aan de buitenkant, van binnen goudgeel. Geurend naar amandel en een vleugje citroen. Het smaakt naar cake, maar fijner. Vreemd genoeg laat Lea Linster in haar receptenboek Best of Lea Linster, Cuisinière het citroenrasp helemaal weg. Terwijl ik toch écht dacht dat ik citroen proefde…

Enfin, ik zal geen boze dingen meer denken over madeleines. Zoals altijd kun je niet generaliseren, het komt aan op de kwaliteit van de dingen. Bij de espresso-toe hoorde een klein bolletje vanille-ijs en een staafje schuimgebak. Maar het hoogtepunt was toch dat kleine bruine ding.

Overigens, waarom denk je dat het nieuwe paviljoen van Mevrouw Linster “Madeleine” heet?

© paul

Pasteitjes van pie-deeg met gehakt…

pasteitjes met gehakt

 

Een echte “evergreen” hier in huis, en eigenlijk nog nooit beschreven hier op dit web-log. Gewoon zo gewoon dat het recept ook maar “gewoon” vergeten wordt. Dat kan natuurlijk niet, vandaag dus maar het ideale hapje voor feestjes of de zaterdagse borreltafel.

Ik noem het geen worstenbroodjes, daarvoor gebruik je brooddeeg, ik noem het ook geen sausijzenbroodjes, die maak je met bladerdeeg. Dit is de snelle variant, gemaakt met pie-deeg, ik noem het dan maar pasteitjes. Je kunt dit deeg vullen met van-alles-en-nog-wat. Om simpel te beginnen, vandaag pasteitjes gevuld met gehakt.

pie-deeg

  • 400 gram bloem
  • 200 gram koude boter
  • ongeveer 1 1/2 dl koud water
  • een beetje zout

 

Meng het zout met de bloem en hak de koude boter erdoor in piepkleine stukjes. Voeg er, met kleine beetjes tegelijk, water bij tot het deeg samenhangt. Druk het deeg tot een bal en zet die een half uur in de koelkast.

 pie-deeg

Rol het deeg uit op een met bloem bestoven aanrecht. Vouw het dubbel en rol het nogmaals uit tot een grote lap van ongeveer 1/4 cm dikte.

Maak intussen de vulling van bijvoorbeeld:

  • 400 gram biologisch gehakt, half om half
  • 1 snee oud witbrood, in kleine blokjes gesneden en even in wat melk geweekt
  • 2 tenen knoflook, zeer fijn gehakt
  • 1 eetlepel peterselie, fijngehakt
  • peper, zout, nootmuskaat
  • als je van pittig houd kun je ook nog een eetlepel harissa toevoegen

 

Snijd het deeg in lapjes van ongeveer 10×10 cm. Leg op elk lapje een plukje gehakt. Vouw eerst de zijkanten dicht en dan de rest. Leg de gehaktrolletjes met de vouwkant naar beneden op een bakblik en bestrijk met losgeklopt ei. Bak de pasteitjes op in een voorverwarmde oven, op 180 graden in ongeveer 40 minuten bruin.

© ellen.

Niederegger Marzipan…

snoepje

Duitsland had er weer een literatuurschandaal bij in 1910. De filosoof en politiek publicist Theodor Lessing haalde in een satire uiterst scherp uit naar de kriticus Samuel Lublinski. Misschien had hij dat niet moeten doen. De fine-fleur van de Duitse literatuur viel over hem heen. Stefan Zweig schreef een schotschrift over Lessing en Thomas Mann reageerde in een essay met ongekend felle woorden op de gewraakte satire. Mann bleef vervolgens nog jaren te pas en te onpas polimiseren over Lessing. Arme Lessing…

Lessing had uiteindelijk weinig weerwoord op al het gedoe. Hij hield het voornamelijk bij gemeenplaatsen aan het adres van Thomas Mann: “Sie sind kein Dichter! Nur ein hochgezüchteter Marzipan-Mann aus Lübeck.”

Ach, het heeft allemaal nog weinig belang, honderd jaar na dato. Van de inhoud van het conflict weet ik nauwelijks iets. Wel kende ik de anekdotische benaming Marsepein-Mann. Stefan Zweig, maar vooral toch Thomas Mann zijn helden op dit Ministerie en van je helden wil je een en ander weten. Ik heb het er altijd op gehouden dat Lessing bedoelde dat Mann een welopgevoed watje was, een blaaskaak. En ik vond de woordspeling wel aardig gevonden. Dat er een rechtstreekse verwijzing in zat naar de geboortestad van de Mann’s is me altijd ontgaan. Tot Jan en Ans terug kwamen van vakantie…

We bespraken de Duitslandreis van Jan en Ans vooraf. En aangezien ze ook Lübeck aan zouden doen gaven we hen als reisliteratuur de Buddenbrooks mee. En natuurlijk moesten ze het geboortehuis van de Mann’s bezoeken.

Bij terugkeer brachten ze een keur aan lekkers voor ons mee: bieren, worsten, likeur, en… marsepein. Want naast de familie Mann ontleent Lübeck internationaal vermaardheid aan dat amandelsnoepgoed. Wereld beroemd! Nooit geweten…

Ik herinner me geen verwijzing naar dat snoepgoed in het werk van Thomas Mann, maar Ellen weet zo een aantal plaatsen aan te wijzen in de Buddenbrooks. Zij kent het werk van Mann veel beter dan ik. En ook in de familiebiografie van broer Victor is er sprake van overdadig marsepein eten, met name met Kerst. In Der Untertan van Heinrich Mann vind je ook een aanduiding, namelijk wanneer dat verschrikkelijk karakter, genaamd Diederich Hessling, met gestolen geld marsepein koopt bij de plaatselijke bonbonier. Ik las het boek vandezomer , vandaar dat me de passage te binnen schoot.

Er zullen ongetwijfeld meer marsepeinmakers zijn in Lübeck, maar het bedrijf waar de stad zijn bekendheid aan ontleent heet Niederegger. Het bestaat al sinds 1806. Ze exporteren de hele wereld over. Het café waar het allemaal begon is er nog, het herbergt op de tweede verdieping een marsepeinmuseum. Wat 4711 is voor Keulen is Niederegger voor Lübeck.

Marsepein, zeggen ze bij Niederegger, het is zo eenvoudig als wat. Twee derde amandelpulp, een derde suiker. En nog wat rozenwater, en nog een beetje geheim… En wat je dan uiteindelijk krijgt is “top-snoep”. De Mann’s hadden er best meer over mogen schrijven!

© paul

Uit de tuin van de Jongste Bediende…Taart van Snijbiet op Venetiaanse manier.

snijbiet

Het is tijd om te oogsten! In de tuin van Marleen en de Jongste Bediende staat een ware overvloed aan gewassen. Eind mei zaaide de Jongste Bediende op mijn verzoek een aantal groenten die hier in ons dorp niet zomaar in de winkels te koop zijn. Zoals bijvoorbeeld snijbiet, wilde spinazie, cavolo nero, een paar soorten radijs en een aantal meters (!) met drie verschillende soorten platte peterselie. Zoals dat gaat met groententuinen komt er een overvloedige oogst, nét op het moment dat iedereen met vakantie is. Konden de radijzen nog snel vóór de grote uittocht verdeeld worden, met de boontjes waren er al minder kandidaten te vinden. Vandaag was het tijd voor de snijbietoogst dus wandelde ik vanmiddag met Hond Max en een mandje naar de tuin en sneed een flinke bos af. Thuis bleek het ruim 1 kilo te zijn (de grove stelen sneed ik er eerst af). Ik had een recept gelezen in het boek “De Italiaanse keuken”, van Marcella Hazan. Zij beschrijft daarin een Venetiaanse taart met snijbiet, rozijnen en pijnpitten: Teglata di Biete. Dat leek me wel wat.

Ik veranderde het recept zo hier en daar en zo werd het toch nog iets anders.

Voor een bakblik met een doorsnee van 25 cm:

  • 1 kilo snijbiet de grove stelen afgesneden
  • zout
  • 2 eetlepels olijfolie
  • 1 ui en 1 teentje knoflook, heel fijn gesneden
  • 125 gram Parmezaanse kaas (natuurlijk zelf raspen)
  • 2 losgeklopte eieren
  • 3 eetlepels pijnpitten
  • 3 eetlepels rozijnen (even in water weken)
  • zwarte peper
  • 2 eetlepels geroosterd broodkruim
  • 5 velletjes bladerdeeg uit de diepvries

taart van snijbiet

Was de snijbiet zeer goed. Snijd de grote stengels van de snijbiet af (gebruik ze later in de groentensoep of gratineer ze). Snijd de bladeren en de jonge stengels in zeer fijne reepjes. Breng in een grote pan water aan de kook en doe er zout bij. Wacht tot het water weer kookt en doe de snijbiet erin. Mevrouw Hazan laat de snijbiet ongeveer 15 minuten koken. Dat vond ik veel te lang voor deze superverse groente, 5 minuten was voldoende. Giet de groente af en laat ze afkoelen in de vergiet. Duw er zoveel mogelijk vocht uit.

Verwarm de oven voor op 180 graden. Rol het bladerdeeg uit en bekleed er een ingevette bakvorm mee.

Verwarm in een pan de olijfolie en bak daarin de ui en knoflook lichtbruin. Voeg de snijbiet toe en laat nog wat van het vocht verdampen. Schep dan alles over in een grote kom. Voeg als de groente wat afgekoeld is de geraspte Parmezaanse kaas, de losgeklopte eieren en de pijnboompitten erbij. (Bewaar een beetje van de kaas om bovenop de taart te strooien.) Knijp het vocht uit de rozijnen en doe ze erbij. Strooi er flink wat peper over en meng alles goed. Schep het mengsel in de vorm op het bladerdeeg en strooi er het broodkruim over en de rest van de kaas.

Bak de taart 40 minuten in de voorverwarmde oven. Serveer met bijvoorbeeld een tomatensalade.

snijbiettaart met rozijnen en pijnpitten

© ellen