Venkel op de BBQ…

gegrilde venkel
Het liep tegen de avond toen we neerstreken bij de viskraam van De Beer in Beek en Donk. We namen er ieder twee nieuwe haringen, en daarmee was de honger voor langere tijd gestild. Heerlijke haringen, vet, zacht en zilt-zoet.

Het werd dan ook later op de avond dat Ellen houtskool op de buitengrill stortte. Ze had al dagen van tevoren varkenskarbonades gemarineerd met het paprika-achtige specerijenmengsel. We kochten dat in Luxemburg. Zonder dat mengsel op het vlees is er in dat land geen grillfest compleet.

Er werd een eenvoudige bonensalade gemaakt en er werden venkelknolletjes geroosterd. Meer hoefde het niet te zijn. Nou ja, dat glas gekoelde rosé smaakte er prima bij.

Het roosteren van venkelknollen is heel eenvoudig, er zijn slechts een paar dingen waar je op moet letten: kleine knollen kun je halveren, grote moet je vierendelen. Je kunt de groenten insmeren met een beetje olie, noodzakelijk is dat niet. De parten kunnen zo op het rooster, maar wel iets van het vuur af, aan de zijkant bijvoorbeeld. Je wilt dat de knollen gaar worden, dus ze moeten wel enige tijd roosteren, maar wanneer er teveel directe warmte is verbrand de zaak. Regelmatig omdraaien is een pré. Een exacte tijd geven is niet mogelijk, het hangt af van je vuurtje, van de dikte van de venkelparten en van waar ze liggen op je rooster. Gewoon in de gaten blijven houden.

Die van ons waren na enige tijd nog een tikje knapperig van binnen, wij vonden ze zo precies goed. Een scheutje van de beste olijfolie erover en afmaken met peper en zout. Zo simpel was dat.

© paul

bbq

De lange weg naar Santiago de Compostella, intermezzo: Jandoedel…

musette

En toen was ik eindelijk bij met schrijven. Ik kon gisterenavond met een gerust hart het stuk van dié dag plaatsen, de beschrijving van de tocht van dezelfde dag als die van publicatie. Actueler kon het niet, en de lezer werd op zijn wenken bediend. Ik dacht: dat ga ik volhouden… En toen kwam er dus vandaag niks uit Spanje. En daar zat ik met mijn goede voornemens… Een intermezzo dan maar…

En zo zaten we weer eens in het Café van Meester Jan. Ik ben daar vaak te vinden en ook Pelgrim Jan is er vaste klant. We kregen het weer over de Doedelzak en ik begon te vertellen over de doedelzakmuziek in mijn platenkast. Ik had uiteraard muziek uit Scotland, maar ook muziek van Bretonse origine. Die uit de Pas de Calais zongen erbij en die uit Macedonië deden iets heel droevigs met het instrument. En natuurlijk was muziek uit Ierland, gespeeld op die prachtige Ulian Pipe, een doedelzak die niet wordt aangeblazen, maar zijn lucht krijgt via een blaasbalg, die onder de arm wordt gedragen.

En ik vertelde dat ten tijde van Johann Sebastian Bach, in de Barokke Tijd, die doedelzak een concertinstrument was, Musette noemden de Fransen het, (hun alledaagse naam voor de doedelzak is Cornemuse..). Ook die Musette werd gevoed via een blaasbalg, het was een ingewikkeld instrument met een ingewikkeld mechanisme om in allerhande toonsoorten te kunnen spelen. Er was door vooraanstaande componisten voor het instrument geschreven.

Jan geloofde me niet. (de Jongste Bediende dacht overigens ook dat ik uit mijn nek zit te kletsen…) Ik werd een beetje taai en zei: Ik heb die muziek op plaat, en die plaat staat toch echt in mijn kast… Jan bleef sceptisch: As da zo is dan gohdege um mar haole…

Ja, dat dacht ik niet lezer. Hij daar gezellig limmeneren terwijl ik op de fiets naar huis kon om een plaat te halen, die dan niet eens kon worden afgespeeld want Vriend Jans draaitafel vertoonde nukken. (En de eerlijkheid gebiedt me te bekennen dat ik van nature ook wel een beetje lui ben..)

‘s Weeks daarop zagen we elkaar weer aan de borreltafel. Ik was de plaat vergeten mee te nemen en Jan geloofde mijn verhaal nog steeds niet. Ook daarna kwam het gedoe nog enkele malen ter sprake, maar zoals dat gaat met die dingen, het meningsverschil verdween naar de achtergrond en uiteindelijk werd het bijgezet in de vuilnisbak van Vadertje Tijd.
muzette

Maar vandeweek moest ik er weer aan denken, zomaar uit het niets. Dus vroeg ik Ellen om een foto te maken van de Elpee. De wat grove handen die je erbij ziet zijn écht van mij! Ik kan de plaat niet laten horen, maar ik heb een sprekend alternatief gevonden op YouTube. Jean-Pierre Van Hees bespeelt de Musette Barocca.

En vind je het leuk dan laat ik je, als toegift, nog een stukje horen uit een concertje van Corette: Klik hier… Enfin Jan, wanneer je weer thuis bent kom ik je de kop gek draaien met al die juweeltjes uit mijn kast. Ik ga ervan uit dat je die vreedzame muziek ook mooi vindt, al bespeel je zelf An Instrument of War…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

Nieuwe haring…

nieuwe haring 001

Je kunt ons vertellen wat je maar wilt, wij houden het bij de haringen van de Beer. En elke échte liefhebber in ons deel van Zuid-Oost Brabant zal het daar roerend mee eens zijn.

Sinds vandaag staat de kraam weer aan de Beekse Brug in Beek en Donk, en elke avond zijn ze daar voorlopig, zo vanaf een uur of vijf. Wij waren er vandaag ook. We kochten vier haringen, Ellen zonder, ik met uitjes. Moddervet waren ze, zacht en bijna zoet. (De liefhebbers van harde haring zullen hun bekomst ergens anders moeten zoeken.)

Pa de Beer koopt de haringen nog altijd zelf in. Dat hij al jaren gepensioneerd is doet daar niks aan af. Hij heeft een speciaal “adresje”, visserlui waarmee hij al van ouds zaken doet. Zo althans was het tot vorig jaar, en ik heb geen reden aan te nemen dat het dit jaar anders is, ik heb het hem nog niet gevraagd.

Over enkele weken is de haring op z’n vetst. Speciaal geselecteerde exemplaren worden dan aangeboden als Koninginneharing. Daarvan weet Pa de Beer elk jaar weer een paar vaatjes te bemachtigen. Gezien de kwaliteit van de eerste Nieuwe moet die Koninginneharing wel helemaal super zijn. We houden je op de hoogte, want we zullen de komende weken nog vaak aan de kraam te vinden zijn.

Vandaag kregen we onze vissen gepresenteerd in een oranje W.K. bakje. Da’s logies zul je denken… Nou, wij vonden het ronduit smerig. Haring dient te komen in een kartonnetje. En als het dan toch plastic moet zijn, in een koele kleur. Zo zit dat!

© paul

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 75…

sint jacobs asbak 2

11-06-2014. DE etappe ging van El Burgo Ranero naar Mansilla de las Mulas, 19 kilometer.

Als ik maar enigszins verlegen zit om een plaatje bij deze stukjes zal ik teruggrijpen naar een afbeelding van een Jacobsschelp. Ik vind het mooi als symbool en in veel gevallen zijn die schelpen grafisch aantrekkelijk uitgevoerd. Ik krijg een keur aan afbeeldingen van schelpen aangeleverd vanuit Spanje, de wandelaars hebben een goed oog voor markante exemplaren. Zelf ben ik ook voortdurend op zoek.

Die Jacobsschelpen, wanneer je erop let kom je ze overal tegen, ik schreef het al eens eerder. Zo vonden wij een prachtexemplaar, gesneden uit een plaatje aluminiumfolie. Het lag uitnodigend op het rokersterras van een restaurant in de Gaume. We konden het niet laten en pikten het kleinood mee. Het was een kwetsbaar ding en het moest dan ook zorgvuldig worden verpakt tussen de diverse reisbenodigdheden, wilden we het artefact in z’n geheel en zonder blutsen thuisbrengen.

De schelp lag dus alweer enige tijd in huis en Ellen had er al eens wat foto’s van geschoten, ze was er niet tevreden over. En al die tijd koesterden we het ding met grote zorgvuldigheid. Tot op die zaterdagavond…

We hadden gasten uitgenodigd en een maaltijd bereid, een prachtige gebraden lamsbout vormde de hoofdmoot. Erbij salades van gekookte en rauwe groenten en een aardappelpuree, op smaak gebracht met getruffeerde boter. Nagerechten, zowel zoet als hartig. Goede bieren, prima wijnen en een excellente armagnac om een en ander te begeleiden. We aten buiten in de tuin, het was een zwoele avond.

Het duurde enige tijd voordat het tot me doordrong, het zal de loomheid van de avond zijn gewest. Maar op enig moment werd mijn troebel brein zich bewust van het beeld dat al een tijdje voor mijn ogen danste. De onverlaten hadden mijn Jacobsschelp gevonden en ze gebruikten hem voor het doel waartoe hij oorspronkelijk ontworpen  was.  Nou ja zeg, was ik daarvoor al die tijd zo zuinig met het ding omgegaan?

Ik inspecteerde de schelp zorgvuldig, maar het was definitief te laat. Dit was niet meer schoon te poetsen, en niet meer uit te deuken ook. Dit werd vuilnisbakkenwerk. Ik vroeg dan Marleen om er nog snel een foto van te maken, had ik in ieder geval iets…

Waar je ook mee uit moest kijken waren die Spaanse huisjes, opgetrokken uit leem, Ans schrijft erover (Dit is een bruggetje van niks, maar meer zit er even niet in..)
IMG-20140611-WA0003Leem was er genoeg, maar brandstof om er stenen van te bakken ontbrak in hele delen van Spanje, té weinig bomen, té weinig hout… Dus mengde men van oudsher stro door die leem en liet dat in de blakende zon drogen. De zo verkregen brokken werden dan geplaats tussen een staketsel van populierenstammen en de buitenkant werd dan ook weer besmeerd met leem. Elk jaar moet de buitenkant opnieuw afgesmeerd worden met leem, schrijft Ans, anders blijft er al snel niks over…

Rode leem, zegt ze verder, waar we ook kijken; op de uitgestrekte akkervelden, op wegen en paden, op de huizen. Het landschap was er eentonig maar de beekdalen vormden daar een uitzondering op. Die natte slenken voorzagen de platanen en populieren van voldoende vocht om niet te creperen. En die populieren, op hun beurt, werden dan weer gebruikt bij de bouw van die eenvoudige lemen huisjes.

Om 07.15 waren Ans en Jan vertrokken vanuit El Burgo Ranero. De etappe voerde grotendeels over nieuwe voetpaden, soms over onverharde weggetjes en af en toe over asfalt.
IMG-20140611-WA0002
In Reliegos stond dat opmerkelijke etablissement, het droeg de naam van belegen glorie, Elvis noemde men het café. Maar ze waren er vriendelijk, het zag er vrolijk uit en de koffie was heet en zwart. Het dorpje bood verder een stel huisjes, half in of onder de grond gebouwd, donker maar koel.

Al om 11.30 uur trokken Ans en Jan Mansilla de las Mulas binnen. Er werd overwogen om door te sjokken, maar uiteindelijk was het welletjes. Al om een uur of negen veranderde de zon de omgeving in een bakoven, en dat zou zo blijven. Dus werd de pelgrimsherberg opgezocht, men nam een douche en deed een wasje. Daarna genoten de wandelaars een late lunch op de beschaduwde binnenplaats van de herberg. Bij aankomst aan de herberg waren er slechts twee bezoekers voor hen, de rest van de middag bekeken Ans en Jan wat loom het binnendruppelen van al dat ander volk. Het is een mooie bedrijvigheid om te zien, schrijft Ans, iedereen is bezig met van alles en nog wat.

Misschien, vonden de wandelaars, moesten ze morgen om 06.00 uur vertrekken, er was voor de komende dagen nog warmer weer voorspeld.

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 74…

IMG-20140529-WA0016
10-06-2014. De etappe ging van Terradillos de los Templarios naar El Burgo Ranero, 30 kilometer.

Voor dié lezer die altijd al vond dat onze lettertjes te klein waren, en ook dat we té veel tekst en té weinig plaatjes zetten, speciaal voor dié lezer stuurden Ans en Jan een fotostrip. (De foto’s staan in chronologische volgorde, dus rustig naar beneden scrollend beleef je deze doorsnee dag uit het leven van Twee Pelgrims…)

 

IMG-20140610-WA0001

IMG-20140610-WA0000

IMG-20140610-WA0003

IMG-20140610-WA0004

IMG-20140610-WA0005

IMG-20140610-WA0006

IMG-20140610-WA0007

IMG-20140610-WA0010

IMG-20140610-WA0011

IMG-20140610-WA0012

IMG-20140610-WA0013

IMG-20140610-WA0014

IMG-20140610-WA0015

IMG-20140610-WA0016

IMG-20140610-WA0017

IMG-20140610-WA0018

IMG-20140610-WA0019

Kaartjes  kopen voor het stierenvechten. ...

IMG-20140610-WA0022

IMG-20140610-WA0023

IMG-20140610-WA0024

IMG-20140610-WA0025

IMG-20140610-WA0026

 

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

Doperwtjes gestoofd met slahartjes…

DSC_0086
Vriend Jan was gisteren onze disgenoot. Op de zaterdagmarkt had hij met Ellen volop inkopen gedaan, een deel van de spullen was al opgebruikt, een deel restte voor gisteravond.

Aangezien Ellen er zin in had, wilde ze Vriend Jan verrassen. En waar kon je dat dezer dagen beter mee doen dan met doperwtjes, die kleine groene pareltjes, vers en zelf gedopt, dat sprak voor zich. En als het seizoen daar was verscheen dít erwtengerecht regelmatig op onze tafel, al sinds enige jaren.

We beschreven het recept al een paar maal. In herhaling vallen speelde hier geen rol, het was een goed recept. En buiten dat, er kwamen voortdurend weer nieuwe lezers bij die het recept niet kenden, en dié lezers die er enige jaren geleden notie van hadden genomen waren dat waarschijnlijk allang weer vergeten.

We pikten het recept destijds op bij Onno Kleyn. Hij beschreef het in de rubriek De Volkskeuken, de dagelijkse kookrubriek van de Volkskrant. En wie schetst mijn verbazing toen ik op deze ochtend mijn krantje opsloeg? In diezelfde kookrubriek stond daar weer het verhaal van de doperwten met sla, van Onno Kleyn.

Toeval? Ik weet het niet lezer, het seizoen is daar, wil je erwten op z’n lekkerst eten dan doe je dat nu. Dat geldt voor ons, dat geld voor Onno Kleyn. En het recept is excellent, dat kan nog jaren mee en het kan wat mij betreft niet vaak genoeg worden gepubliceerd.

1 kg verse Hollandse doperwten in de peul

  • 30 gram roomboter
  • 16 kleine uitjes, of 1 grote ui grof gesneden
  • het hart van een kropje sla, gewassen en in tweeën gesneden
  • 1 theelepel suiker
  • 25 gram mager rookspek, in blokjes
  • handje gehakte platte peterselie

Smelt de boter in een stoofpan, leg de sla op de bodem en verdeel daarover de erwtjes, het spek en het lepeltje suiker. Stoof, op een heel zacht vuurtje, het geheel zeker 30 minuten, langer mag ook. Strooi er dan de vers gehakte platte peterselie over en dien op.

Onno Kleyn wijst er in zijn artikel terecht op dat die sla een heel verfijnd zuurtje achterlaat, als tegenhanger, of eerder als aanvulling op het zoet van de erwten.
We aten er gebakken krieltjes bij en een dorade uit de oven. De Grüner Veltliner deed het er als begeleidingswijn goed bij.
Kopje espresso toe.
© paul

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 72…

 

IMG-20140609-WA0001

08-06-2014. De etappe ging van Itero de la Vega naar Villalcazar de Sirga, 27 kilometer.

Doorgaans ben ik een eerlijk man, dat zit er nu eenmaal in en dat krijg je er niet zomaar uit. Ik ben loyaal aan mijn gezinnetje en aan mijn vrienden en vriendinnen. Ik drink wat teveel en stoppen met roken kost me bovenmenselijke kracht. Verder gaat het wel goed, geloof ik.

Echter steeds vaker de laatste weken steekt er een akelig duiveltje de kop in me op. Het gebeurt vooral wanneer ik achter de computer zit. Ik heb het allemaal nog wel in de hand, maar hoe lang gaat dát nog duren?  Steeds vaker krijg ik die onbedwingbare behoefte om macht te laten gelden.

Kijk, ik bedoel dit: ik ontvang trouw nagenoeg elke dag een berichtje van de wandelaars. Ik lees dat, combineer de gegevens met de foto’s die worden opgestuurd vanuit Spanje en probeer dan op het scherm (of op papier) een zo eerlijk mogelijk beeld te vormen van het leven van onze pelgrims; van hun doen en laten, van de omgeving waar ze doortrekken, van spijzen en dranken die hen op de been houden, van de ontmoetingen met andere pelgrims…

Maar waarom zou ik dat doen? Er zijn immers leukere dingen te bedenken… Ans en Jan zitten tweeduizend kilometer verderop en hebben wel andere zaken aan hun hoofd dan mij controleren. En jij lezer, ach jij zou mij gewoon geloven, wat moest je anders?

Ik bezit de macht om Ans en Jan aan een glas fonkelende oude Bourgogne te laten nippen, maar ik kan ze ook stomdronken onder hun barkruk neerleggen, de kleding bevlekt met ruw verspild kannenbier.

Ik kan Ans een dansje toedichten met een Circusbeer, ik kan Jan een tochtje laten maken op de rug van een kameel (hij wordt zeeziek…).  Ook laat ik dan de wandelaars een cabriolet stelen, een hele dure, je denkt toch niet dat die gasten dat hele stuk naar Spanje te voet hebben gedaan!. Voor mijn part maakten ze de eerste serieuze beklimming achterste voren lopend, of kropen ze de laatste 20 kilometer naar Santiago op blote knieën. Het kon allemaal gebeuren lezer, en ik was de baas.

Het zou nog heel anders kunnen gaan lezer. Misschien is het een idee dat jij de berichten aanlevert. Ik hoef dan niet te gaan zitten wachten tot de pelgrims weer eens WIFI hebben, en de verhalen gaan gewoon door. Wij samen zouden een geweldige pelgrimstocht kunnen maken, toch? En het hoeft niet te kloppen, als het verhaal maar goed is sprak mijn vader zaliger.

Enfin,.. denk er maar eens over na lezer, ik hoor het wel…

Oh ja, en kan iemand me helpen met photoshoppen, het lijkt me aardig om Jan een raar hoedje op te zetten…

IMG-20140527-WA0008

De herberg van de vorige nacht straalde een wat onpersoonlijk karakter uit. Niet dat het erg was, maar toch… Ans en Jan vonden er in ieder geval rust. En het was 07.15 uur toen de wandelaars hun nieuwe avontuur startten, de zon klom al boven het gebergte uit.

De route ging over aangename paden met zicht op prachtige landschappen. Na een goede 6 kilometer kwamen de reizigers aan in Boadilla del Camino, bij een aantrekkelijke herberg. Men genoot er van een kop koffie, en al waren de verlokkingen groot om te blijven zitten en een slaapplaats voor de nacht te boeken, de wandelaars trokken toch maar verder. Het was eenvoudigweg te vroeg om al te stoppen.

Daarna leidde de route de pelgrims door eindeloos akkerland, alles tarwevelden. Lange rechte wegen, warm en een beetje saai, hoewel…
IMG-20140609-WA0002

Al dagen zien we ooievaars schrijft Ans. Overal nesten, in masten, op kerktorens, soms wel drie of vier vlak bij elkaar. Prachtig om te zien. De groten die de jongen voeren en dan weer in glijvlucht van de nesten vliegen…

Mooi op tijd wandelden Ans en Jan Villalcazar de Sirga binnen. Op deze eerste Pinksterdag was er feest in het dorp. Alle bewoners verzamelen zich op de terrassen (Alle 251 inwoners bedoelt Ans.) De wandelaars schoven dan ook maar aan.
IMG-20140609-WA0003

Op enig moment werden de deuren van de kerk geopend en kwam daar een kleine processie naar buiten. Men droeg het beeld van de Virgin Blanca, de Witte Maagd, op de schouders. Een beetje rommelig deed het aan, maar het enthousiasme was groot. De verzamelde bevolking voegde zich bij de processie en in gezamenlijkheid trok men naar een klein klooster, 2 kilometer verderop. Ook Ans en Jan sloten aan…

Tijdens de tocht naar de ermitage, het kluizenaarsverblijf, maakten de wandelaars kennis met een Presbyteriaanse Dominee uit de Verenigde Staten. Zijn naam was David en hij deed de Pelgrimstocht samen met zijn dochter Karen. Olga uit Moskou kenden de wandelaars al langer, het was prettig haar weer terug te zien.

In de ermitage werd een korte dienst gehouden en daarna was het feest. Er werd gedanst en er werd gezongen op de sonore klanken van een trommel en een eenvoudige fluit.
IMG-20140609-WA0005Ans en Jan trokken dan met Olga en de nieuwe kennissen uit Amerika naar de refugio. Gezamenlijk gebruikten ze de maaltijd.

Doe me een lol lezer en klik bovenaan dit artikel op de rode plaatsnaam, je kunt zomaar de herberg bezoeken waar Ans en Jan deze nacht verbleven…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

Tussendoortje…

bezoekje aan de Sumiranboerderij in Heusden

Wat zijn hennen toch mooi hè. (Hanen ook wel een beetje, maar die zijn zo, eh…, zo hanig. En eieren leggen doen die al helemaal niet.)

Maar dan zo’n hennetje! Beetje scharrelen, beetje tokkelen, eitje hier, eitje daar… En dienstbaar, zelfs nadat ze ruimschoots afscheid heeft genomen van ons tranendal. Bijvoorbeeld als Pollo alla Cacciatora, als Kig-yar tandoori, Ajam pedis of Tavuk yemekleri. Zelfs wanneer zo’n hennetje zich voordoet als eenvoudige soepkip kraait daar geen haan naar…

Nee, doe mij maar zo’n hennetje…

© paul

De lange weg naar Santiago de Compostella, etappe 71…

IMG-20140609-WA0000

07-06-2014. De etappe ging van San Bol naar Itero de la Vega, 24 kilometer.

San Bol bestond niet, tot die conclusie waren we al een dag eerder gekomen, het dorp werd opgeheven in 1503. Het moest een raar gevoel zijn om ergens te zitten en tegelijk ergens niet te zijn… Enfin, je kon daar nog een hele hoop metafysica op loslaten, feit bleef dat die pelgrims daar aan een mooi gedekte tafel zaten te wachten tot ze een bord paella op konden scheppen. Er zou later ook nog een toetje volgen (de lepeltjes lagen al klaar). Een aangename omstandigheid om zo aan te mogen schuiven, terwijl de gastvrouw van de herberg je verzorgde met spijs en drank…

Over die herberg valt nog wel iets te vertellen. De watervoorziening van het gebouwtje gaat via een échte bron. Zomer en winter heeft dat bronwater dezelfde temperatuur, 10 graden Celsius. De bron maakt dat de herberg überhaupt te gebruiken is voor meerdere gasten, zonder water geen leven.

In de jaren negentig van de vorige eeuw werd de herberg bestierd door ene Luìs. Het schijnt een vrolijke kwast te zijn geweest, en hij was altijd in voor een grapje. Op zekere dag kwamen er een paar Engelse pelgrims aankloppen, één van hen maakte onderweg aantekeningen ten behoeve van een nieuwe Engelstalige Compostellagids. Luìs leidde zijn gasten rond en aangekomen bij de bron vertelde hij hen dat het water geneeskrachtige eigenschappen bezat. Zomaar, als grapje, want het water was dan wel koel, helder en verkwikkend, maar dat was dan ook alles…

In de eerstvolgende uitgave van de Engelse Compostellagids was evengoed dat verhaal wél opgenomen. En aangezien reisgidsenschrijvers graag elkaars werk stelen zijn er sinds die tijd talloze Engelstalige uitgaven verschenen waarin het geneeskrachtig water van San Bol een prominente rol speelt.

En nog vaker gebeurt het dat Engelstalige pelgrims het verzoek doen om te mogen baden in die Magische Bron, en dat tot op de dag van vandaag… (Engelsen zijn gek op hokus pokus.)
IMG-20140607-WA0002

Ans opent het bericht van deze dag bericht met: Jos, as ge mar hèt genote… Een cryptisch bericht lezer, en ik weet absoluut niet waar het over gaat. Ik noteer het toch maar even, Jos zal het wel begrijpen.

Verder zegt Ans: na de maaltijd zijn we om 20.30 uur ons bed ingekropen, we sliepen al voordat we de kussens hadden geraakt…

Ach lezer, vroeg slapen betekende doorgaans ook vroeg opstaan. En zo kon het dan gebeuren dat de wandelaars na een gezamenlijk ontbijt al om 07.00 uur op pad waren. Een wijs besluit zou je zeggen, want het kon in deze streken al vroeg op de dag bloedheet zijn.

De tocht ging aanvankelijk door een laagvlakte, over onverharde wegen omringd door graanakkers. In het plaatsje Hontanas werd een kop koffie gedronken en vervolgens wandelden Ans en Jan naar het Klooster van San Anton. De ruïnes van het grote klooster zagen er indrukwekkend uit; de nissen waren nog aanwezig, waarin de Franse monniken van het klooster wijn en spijs uitstalden ten behoeve van de pelgrims naar Santiago. In vroeger dagen wel te verstaan, nu lag er slechts stof…  In een gerestaureerd bijgebouw van het klooster was de refugio, de pelgrimsherberg, ingericht. Daar logeren was evenwel geen optie, het was nog veel te vroeg op de dag.

Hierna lag het serieuze werk in het verschiet. Er moest worden geklommen en er moest worden gedaald. Een afschrikwekkende rotswand doemde voor de reizigers op en bovenop de berg tekende zich de ruïne van een kasteel af, daar moest men naartoe. Gelukkig begon het elke dag zo rond 12.00 uur te waaien in deze contreien, dat bracht wat verkoeling.

Aan de voet van de beklimming lag een dorpje in lintbebouwing. Castrojirez heette het dorp, het stelde als oord niks voor. Maar wel hadden ze er, vreemd genoeg, vier kerken. De wandelaars trokken door het dorp en kwamen dan op een steil bergpad. Het stijgingspercentage beliep 12 procent over een zig-zaggende en onverharde weg. Een meer dan pittige klim was het, maar de wandelaars werden beloond voor hun inspanning. Aangekomen op de Alto de Mostelares ontvouwde zich een immens vergezicht. Op een stenen muurtje zaten Ans en Jan dan enige tijd stilletjes die eindeloosheid in te staren…

De afdaling ging over een betonnen pad, bij een percentage van 18. Onderweg werd er gestopt om in het gras nog wat brood te eten, we deden er onze tijd over schrijft Ans.
IMG-20140607-WA0004

Het liefst waren de pelgrims gaan logeren in de afgelegen herberg van Ermita de San Nicolas, daar was het echter volgeboekt. Ze liepen dan maar door naar Itero de la Vega. Daar troffen ze een rustige herberg, en er was wél plaats. Ans en Jan kwamen nog enkel bekenden tegen en het weerzien was aangenaam. De maaltijd werd genoten in de plaatselijke eetschuur…

© paul

Klik bij Catagories (in de rechter kolom), of onder dit artikel op reis naar Santiago voor alle artikelen. En voor het overzichtskaartje van Sas: klik op de link hieronder.<iframe src=”https://mapsengine.google.com/map/embed?mid=zdjs6EO5tq8A.klZPafK3sUQo” width=”640″ height=”480″></iframe>

 

Brown Beer J.J. Crawe…

image
Gedenkbieren die op de een of andere manier verwijzen naar de Eerste Wereldoorlog vind je dezer dagen volop, in Frankrijk, in België. (En een enkel in het Verenigd Koninkrijk. Van Duitsland en de rest van de wereld is me niks bekend.)

Op zich is het een prima manier om de Wereldramp te herdenken. Je mag alleen hopen dat de kwaliteit van het bier voldoet aan jouw standaard. Verreweg de meeste brouwers van de gedenkbieren komen uit dat stukje Noord-Frankrijk en uit West-Vlaanderen waar de strijd honderd jaar geleden op z’n hevigst woedde. En laat dat nu ook de streek zijn waar van oudsher de geweldige streekbieren vandaan komen…

Ik maakte al eens een summiere beschrijving van het fenomeen aan de hand van het Poppy-bier uit het Franse Péronne. En vorige zomer, door de Argonne trekkend,  dronken we er verschillende speciale W.O.I brouwsels, ik heb het lang niet allemaal gedocumenteerd. In Luxemburg dronken we Bière du Poilu (poilu was de bijnaam van  de Franse zandhaas uit die tijd).

Over Alex heb ik je al meermalen verteld. Hij bereisde alle slagvelden van West-Europa, van de Zwitsers-Franse grens tot aan de Noordzeekust. Het gebeurt vaker dat hij kleine souvenirs voor me meebrengt. Een kaasje, een worst. En ook regelmatig bier. Vandeweek bracht hij me een flesje Brown Beer J.J. Crowe. Nooit gezien, nooit van gehoord…

Enfin, het verhaal: John James Crowe was kapitein in het leger van het British Empire. Zijn regiment heette het Worchestershire en was gedurende de Eerste Wereldoorlog onder anderen gelegerd in de Belgische Westhoek. Bij gevechtshandelingen in de buurt van Nieuwkerk wist Crowe eenentwintig Duitse soldaten te ontwapenen en redde hij zo de levens van tientallen Britse soldaten, opgesloten in een hinderlaag. Hij kreeg voor zijn heldendaad het Victiria Cross en het Crois de Guerre (geen Belgische onderscheiding?). Crowe opereerde vanuit een oud gasthuis, genaamd De Bosgeus.

De Bosgeus bestaat nog steeds, het complex dient tegenwoordig als vakantiehuis voor grote gezelschappen. Al in eerdere dagen liet de directie een bier brouwen, speciaal voor de gasten en op zeer beperkte schaal verkrijgbaar in de omgeving.

En toen dan in 2011 ter ere van J.J. Crowe, en met fors Engels militair vertoon, een plaquette werd onthuld op de binnenplaats van De Bosgeus, , besloot de beheerder tot uitgave van dit bier. Hij liet het brouwen over aan Brouwerij De Graal uit Brakel in Oost-Vlaanderen (en die ken ik dan weer wel…).

De naam van het bier is J.J. Crowe, Brown Beer to remember. Het komt in een 33 cl. flesje, type Duvelfles. Het alcoholpercentage is 10 %.

Het type wordt omschreven als Abt, als Quadruppel, maar ik houd het op een degelijke Vlaamse Dubbele. Het is een bier van de hoge gisting, bij het uitschenken vertoont het  wat vertroebeling. De kleur is middeldonker bruin, en de schuimkraag is zwak. (Dat lag niet aan mijn glas, ook op bierfora wordt daarover geklaagd.)

Het bier geurt aangenaam lichtjes naar citrus, ook wat kofieachtigs zit erbij, of chocolade. De smaak is beslist niet te zoet, verder geurt en smaakt het me bekend, hoewel ik er geen omschrijving voor kan bedenken. De afdronk is niet erg lang, wel prettig.

Een best bier, ik kan niet anders oordelen. Maar waarom moet het nou toch weer zo zwaar gemaakt worden. Na twee flesjes heb je ongeveer zoveel alcohol in je lijf als na het drinken van een grote fles Luxemburgse Rivanerwijn. Geen bier dus om door te drinken.

Alex is er van overtuigd dat hij het bier gemakkelijk aan kan komen,ondanks de kleinschaligheid waarop het brouwsel worden geproduceerd . Ik mag het hopen, ik doe mee in de aankoop, ik lust er wel pap van…

© paul