Langzaam gesmoorde hertenstoof…

Hertenstoof...
Begin januari beschreef culinair journalist Onno Kleyn in de kookrubriek van de Volkskrant hoe hij de geuren van een zacht sudderend lamsstoofpotje gebruikte om snel een vertrouwde sfeer te creëren, meteen na aankomst in zijn huisje in Bourgogne. En hij schreef en-passant het recept van de schotel uit. Ik vond het een aardig recept, maar wat me opviel was met name dat het vlees niet werd aangebraden, gebruind, voordat het in de stoofschotel verdween. Ik moest er over nadenken want in ons huishouden braden we vlees eigenlijk altijd aan voordat het verder wordt verwerkt en in mijn perceptie leek dat uiteindelijk ook een verplicht nummer.

Tot ik bedacht dat Ellen bij haar Indonesische schotels ook vaak ongebakken vlees gebruikt, vlees dat wordt gegaard in kokosmelk en aanverwanten, zonder het vooraf te braden. En nog wat gepeins bracht me bij de Chinese keuken, bij de keukens van Noord-Afrika, bij de keukens van Midden-Afrika, bij de keukens van Zuid-Afrika. En zo kon ik nog wel een tijdje doorgaan. Het scheen me zo langzamerhand toe dat niét-braden de norm was. En als dat dan kennelijk zo was dan zou ik de hertenschotel voor de avonddis op die manier bereiden. Ik pikte wat uit het recept van Kleyn, voegde er mijn eigen voorkeuren aan toe en ging aan de slag.

  • 500 gram hertenstoofvlees in dobbelstenen,
  • 100 gram kastanjechampignons, gesneden,
  •  5 gram gedroogde paddenstoelen (boleten),
  • 200 gram zilveruitjes,
  • 2 stengels bleekselderij, geschild en in kleine stukjes,
  • 200 cc rode wijn,
  • 200 cc weekvocht van de paddenstoelen,
  • 200 cc bouillon,
  • scheutje port,
  • 1 bouillonblokje,
  • 1 tak tijm,
  • 1 tak rozemarijn,
  • 1 laurierblad,
  • vers gehakte peterselie,
  • olijfolie,
  • peper en zout.

Week de gedroogde paddenstoelen een kwartiertje in lauwwarm water. Blancheer de zilveruitjes heel kort in kokend water, zodat je ze makkelijk van hun velletje kunt ontdoen. Giet ze af en pel ze. Doe olie in een stoofpan en laat de paddenstoelen, de bleekselder en de uitjes even fruiten. Hak de geweekte paddenstoelen en doe ze erbij. Giet vervolgens het vocht in de pan (weekwater, wijn, bouillon en port), geef er de bouillonblok bij en de kruiderij. Breng aan de kook en voeg dan het vlees toe. Zet de pan nu met gesloten deksel op een heel klein pitje, liefst met een vlamverdeler (sudderplaatje) tussen de vuurbron en de pan. Het gerecht mag nu 3 uren heel zachtjes stoven. Breng op smakk met peper en eventueel zout. Wanneer de stoofpot klaar is en wordt opgediend strooi je er met ruime hand vers gehakte peterselie over.

Dit recept leverde een mooi potje op, het smaakte herfstig, en krachtig geuren deed het ook. De uitjes waren zacht en mild, het vlees botermals. De saus bleef dun, en dat heb ik zo gelaten op aanraden van Onno Kleyn. De saus kon prima dienen bij een spaghettilunch.

Maar weet je wat: alle wereldkeukens ten spijt zal ik volgende keer mijn vlees weer gewoon aanbraden voordat ik het stoof. Dat is gewoon lekkerder…

© paul

 

Cook & Boon…

Espresso van Cook en Boon...

Het zit zo: alweer een jaar of tien geleden schonk Marleen me een blik koffiebonen. Een relatiegeschenk van een van haar klanten was het, maar aangezien er op de Witte Brug no 5 nauwelijks koffie wordt geschonken, en al helemaal geen espresso, bedacht Marleen dat de koffiebonen beter thuis waren op het Ministerie. En dat waren ze ook, zelden dronk ik zulke lekkere koffie. Cook & Boon espresso stond er in fijne letters op het blik, verder niets.

Toen de bonen op waren ging ik naarstig op zoek naar de firma, want ik wilde meer. Het bleek een Belgische onderneming te betreffen, maar ze deden niet aan levering aan particulieren, en daarmee was de kous zo ongeveer af. De koffie bleef echter wel door mijn hoofd spoken, en nu en dan mocht ik er met passie over zeuren tegen deze en gene. Tijdens een van zulke gesprekken wees iemand me erop dat ze bij Cook & Boon intussen op beperkte schaal waren gaan leveren aan de kleinverbruiker.

Ellen bestelde voor mij een kilopak en vandeweek werd het bezorgd. Ik was benieuwd of de koffie zou voldoen aan de torenhoge verwachtingen die ik koesterde. Misschien had ik door de jaren heen een soort idefix gebouwd, wie herinnert zich per slot met zekerheid een smaak van tien jaar terug.

Het bleek allemaal te kloppen, de smaak, de geur, de crema. Zeldzaam lekkere espresso komt er uit onze Solis koffiemachine. Cook & Boon brandt een hemelsmooie espresso, vol van smaak, mild ook en zacht. En smakelijk…

Blijft de kwestie van de prijs. Vijfentwintig euro voor één kilo is niet niks, en een kilo vliegt er in dit huis door alsof het lucht is. Hoewel Ellen de koffie erg lekker vindt, zet ze serieuze vraagtekens bij de prijs-kwaliteitsverhouding. Ik evenwel ben in mijn nopjes, ik vind het goed zo. En er zal heus niet altijd Cook & Boon geschonken worden op het Ministerie, er zijn voldoende redelijke alternatieven voor handen om het nu en dan wat minder begrotelijke espresso’s te brouwen. Maar ik zal met regelmaat een paar kilo inslaan. Het is het waard…

© paul

Puree van monstransboontjes…

Oogst 2015...

We gingen vandeweek op ziekenbezoek want Marleen zat al enige dagen in de lappenmand. Een gemeen griepje kluisterde haar al die tijd al aan de loveseat in de hoek van de woonkamer, ze zag bleekjes. Evengoed was ze blij met wat bezoek en het duurde dan ook niet lang of we zaten aan de kloostertafel in de keuken; Marleen schonk een goede borrel. Ook had ze intussen de laatste bonenopbrengst van afgelopen jaar uitgezocht. Toen we na enige uren dan ook huiswaarts keerden zeulden we twee tassen bonen mee, het quotum kwam boven op de hoeveelheid die we al in onze kelder hadden opgeslagen. We dienden naarstig te bedenken hoe we ons de komende tijd door die voorraad zouden werken.

Enfin, Ellen begon er voortvarend aan gisteravond. Ze weekte een kook monstransbonen (heilige boontjes) voor twee personen, 200 gram gedroogd gewicht. Twee uren stonden ze in het water, daarna werden ze gekookt, mét een sjalotje, mét een blaadje laurier en mét een paar dobbelsteentjes gerookt spek. Ze had het zo vaker gedaan met heilige boontjes en dat ging best. De bonen zouden na een goede anderhalf uur gaar moeten zijn. Dat waren ze echter niet, de kooktijd nam aanmerkelijk meer tijd in beslag.

Het is met bonen altijd wat. Hoe ouder ze zijn, hoe langer de kooktijd. Sommige rassen dienen een nacht geweekt om in een redelijke tijd te worden gekookt, andere kunnen toe met een weektijd van enkele uren. Er bestaan zelfs rassen die je helemaal niet vooraf in het water zet. Bedenk wel dat bonen die ongeweekt in de kookpot gaan anders van consistentie zijn dan voorgeweekte bonen In dit geval denkt Ellen dat de weektijd te kort was. Maar goed, die bonen wilden niet gaar worden en het werd al maar later, we barstten intussen van de honger. Ellen maakte dan maar een snel-klaar-alternatief met reuzenbonen uit blik. Het leverde een smakelijk gerecht op, daar niet van, maar we hadden ons een en ander anders voorgesteld. Toen we dan na de maaltijd aan ons kopje espresso zaten bleken de monstransboontje alsnog gaar. Nou ja…
bonenpasta

Enfin, die monstransbonen werden uiteraard niet aan het varken gevoerd. En zo zat ik dus vandaag met een kook koude bonen. Ik verzon een eenvoudige bonenpuree voor onze avondmaaltijd en ik ben heel tevreden met het resultaat. (Ellen wijst me er fijntjes op dat dit soort bonenpasta’s te vinden zijn bij Mevrouw Roden, bij Mevrouw Boon, en in elk kookboek dat de keukens van het Midden-Oosten behandeld. Ik geef het deemoedig toe. Je zult ze ook wel vinden in al die veggi-kookboeken die de laatste jaren zo populair zijn. Enfin…)

  • 200 gram gedroogde bonen,
  • 1/2 rode ui, gehakt,
  • 2 eetlepels aci biber salcasi of een andere peperpasta,
  • 2 tenen knoflook, gehakt,
  • 15 gram verse koriander, gehakt,
  • 2 eetlepels olijfolie.

Kook de bonen zoals hierboven beschreven en giet ze af als ze gaar zijn. Doe de bonen in een blender of keukenmachine, samen met de halve ui, de knoflook, de pepersaus, tien gram verse koriander en twee lepels olijfolie. Draai alles tot een mooie pasta. Je puree is nu klaar, je strooit er de resterende gehakte koriander over en dient hem warm op. Het is een prima bijgerecht bij een vlees- of vismaaltijd. Laat je bij het koken van de bonen het spek weg dan heb je een smakelijk vegetarisch gerecht. Koud is de puree ook lekker, bijvoorbeeld als dip op een stuk goed brood.

Ach, met zo’n maaltje voor twee komen wij natuurlijk nooit door onze voorraad, dat moge duidelijk wezen. Maar de Carnaval zit eraan te komen (en de after party!). En zo zijn er nog wel een paar gelegenheden waar grote potten bonensoep worden vereist. Nee, dat komt wel goed met die bonen…

© paul

Mosselsoep…

Mosselsoep...
Gisterenochtend kwam ik tot mijn verbazing tot de gedachte dat het alweer tijden geleden was dat we mosselen aten. Waarom ik aan mosselen moest denken wist ik niet, maar dat ik ze die avond klaar zou maken stond meteen vast.

Ik kocht mijn mosselen bij AH, hun eigen merk met als maataanduiding Middel, dewelke overeen komt met de officiële aanduiding Imperial (dat wil zeggen ongeveer honderdtien mosselen per twee kilo). Keurige mosselen, de schelpen fors gevuld…

Ik heb ze klassiek klaargemaakt met prei, knoflook, een half Spaans pepertje, wijn en boter. Met één verschil dan toch: Ik liet prei en knoflook vooraf een tijdje stoven. Ik gebruikten een flink glas witte wijn.

Smelt boter in de mosselpan. Bak hierin op een middelhoog vuur de kort gesneden prei, de fijngehakte knoflook en het gehakte halve pepertje, dat van zaadlijsten is ontdaan. Na een minuut of vijf gaat de witte wijn erbij. De groenten stoven hierna nog een klein kwartier in het vocht, op een laag vuurtje. Intussen kijk je de mosselen na en verwijdert baarden en andere ongerechtigheden. Zet het vuur hoog en doe de mosselen in de pan. Laat ze een paar minuten koken en schud dan goed om. Nog enkele minuten en alle schelpen zijn open en je mosselen zijn klaar. Dien ze meteen op. We aten er frieten bij en een mayonaise die stijf stond van de knoflook.

Wat rest na de maaltijd is een torentje lege schelpen, wat gekookte mosselen die je niet meer op kon en een laag soep onder in de pan. Je houdt namelijk niet alleen de gekookte wijn over, maar ook vocht van de groenten en natuurlijk volop vocht uit de mosselschelpen. Zet de staafmixer in de pan en je maakt in een handomdraai een smakelijke mosselpreisoep. Maar je kunt het vocht ook zeven, zoals ik deed, en dan houd je een prachtige bouillon over, vol en zilt van smaak. Je kunt die bouillon weer als basis gebruiken voor een vissoep, voor een vissige saus, enfin, bedenk maar…

Ik heb de bouillon als lunchmaaltijd eenvoudigweg verwarmd, een half pepertje erin gesneden en een handvol vers gehakte peterselie. Even laten doorwarmen en de soep daarna verrijkt met een paar overgebleven mosseltjes. Zo eenvoudig, zo weldadig…

© paul

 

Komkommersalade met fetakaas…

Komkommersalade met fetakaas...

Door de jaren heen hebben we nogal wat feta verbruikt, doorgaans om er salades mee te verrijken. Op enig moment raakte het gebruik van de kaas, die voorkeur, wat op de achtergrond om vervolgens voor een tijdje geheel uit onze keuken te verdwijnen. Dankzij een culinaire reis van de Britse televisiekok Rick Stein, een reis die zijn aanvang nam in Venetië en vervolgens via de Balkan naar Griekenland en Turkije voerde, werden wij herinnerd aan de wonderen die feta in een maaltijd kan betekenen. (De BBC zond de de reis afgelopen najaar uit onder de titel From Venice to Istanbul.)

Het duurde even voordat we weer de juiste kaas te pakken hadden, want er is een hoop te kiezen in de winkelschappen en smaak en kwaliteit willen nogal eens verschillen. De feta waar we nu voor kiezen komt uit Griekenland en wordt geproduceerd door een bedrijf dat luistert naar de naam Dodoni. De kaas smaakt zacht en mild maar doet tegelijkertijd vol aan. En hij is beslist niet te zout. Een gangbare verpakking weegt 150 gram en je betaalt er € 2,20 voor. Onder andere Albert H. heeft hem in het assortiment.

Bij ons verdwijnt de feta eigenlijk altijd in salades hoewel er nu en dan ook uit het vuistje van wordt gesnoept. De salade die we gisteravond aten is doodsimpel, supersnel te bereiden, erg lekker en breed inzetbaar. Het gaat als volgt: Schil een komkommer en verwijder eventueel de zaadlijsten. Snijdt de komkommer in blokjes en doe die in een kom of schaal. Halveer wat kleine tomaatjes, snijd een uitje in ringen en hak flink wat platte peterselie fijn. Voeg dat bij de komkommer. Maak een vinaigrette van goede olie en azijn en breng op smaak met peper en zout uit de molen. Giet de vinaigrette over de salade en schep goed om. Kruimel vervolgens de fetakaas over de salade en je bent klaar.

Wij aten de salade bij kip uit de oven. De salade vormde een heerlijke frisvolle begeleider van het gegrilde gevogelte. Erbij nog wat aardappelpuree en een glas fonkelende Rhônewijn. Wat wil een mens meer? Oh ja, een kopje espresso toe…

© paul

Aanloop(je) naar Kerst…

Kapoenen...

De foto dateert van de vorige aanloop naar Kerstmis, ze werd genomen de dag na Pakjesavond 2014. Plaats van handelen was de Megasupermarkt Cora in het winkelcomplex Concorde onder de rook van Luxemburg-stad. De winkel laat zich voorstaan op een bovenmatig aanbod van luxe etenswaar en uitgelezen dranken…

Voor de leek is het mogelijk wat moeilijk te zien, maar de liefhebber herkent onmiddellijk de weelde aan fijn gevogelte. Kippetjes met kop en poten, kalkoenen met de vederdos nog aan de staart, en kapoenen, ingepakt in een katoenen jasje. En al dat gedoe heeft ook enig nut. Door gevederte en kop bij de slacht te sparen kan de consument  terugzien welke vogel hij koopt. En de stoffen jasjes van de kapoenen houden de beesten netjes in vorm.

Kapoenen overigens zijn gecastreerde hanen. Door de beesten te ontmannen worden ze aanmerkelijk rustiger in doen en laten en ontwikkelen ze zich tot vettere, maar smakelijker en malsere beesten dan hun niet gesneden sexegenoten. Kapoenen doen er een tijdje over om slachtrijp te worden en ze wegen doorgaans een kilo of drie.

De prijs voor een kapoen liegt er niet om, je mag er ruim je beurs voor trekken. Het langzame tempo van fokken, het extra voeder, de speciale behandeling, de exquise kwaliteit van het vlees, het vertaalt zich in een hoge kiloprijs. De Kapoen is luxe voedsel, het hoort bij feest en bij de Feestdagen. En eerlijk is eerlijk, heb je één keer zo’n beest geproefd dan begrijp je waarom…

Kapoen staat er dit jaar niet op ons kerstmenu, zoveel is zeker. Ellen had eigenlijk weken geleden het volledige menu al in haar hoofd zitten. Maar toen ik me gisterenavond opmaakte om me te vervoegen ten burelen van mijn broodheer, zag ik haar druk in de weer met beduimelde kookschriften en oude aantekeningen van haarzelf en de nieuwbakken adviezen van geestverwante kookbloggers. Misschien moest het roer helemaal om, dacht ze, en of ik de mogelijkheden en onmogelijkheden van dat-en-dat gerecht wilde overdenken… En misschien konden we….

Enfin, ik durf er eigenlijk wel een klein vermogen onder te verwedden dat het uiteindelijk resultaat dicht in de buurt van de oorspronkelijke Kerstdis zal komen, die maaltijd die ze al weken geleden heeft uitgevogeld. Zo gaat het meestal. Het is evenwel niet erg om er nog wat op los te filosoferen. Het prikkelt de zinnen en het opent mogelijkheden voor in de toekomst.

En wat het deze keer ook wordt, het dient allemaal weer eens beschreven te worden. Dat kwam er de laatste jaren niet van en dat is een gemis. Enfin, je hoort er nog van…

© paul

Pappardelle al Sugo di Lepre…

hazenragout met paperdelle

Antonio Carluccio bestempelt dit gerecht als het (waarschijnlijk) meest klassieke en meest geliefde gerecht tijdens het jachtseizoen in Italië. In zijn kookboek Antonio Carluccio goes wild geeft hij een beschrijving van het recept. Sugo di lepre betekent zoveel als saus van hazenvlees. En pappardelle is de naam van de pasta, dat spreekt voor zich.

In het gerecht van Carluccio gaat het over gehakt van hazenvlees. Maar het recept leent er zich ook toe om de resten van een eerdere hazenmaaltijd te verwerken. En precies zo heb ik het gebruikt. Ik had nog een goede 500 gram vlees over van bouten en karkas van een vorige maaltijd. Het recept levert een soort hazenragout (hazenpeper) op, maar wel een heel andere dan men in de Nederlandse keuken gewend is.

  • 500 gram gegaard restvlees van bout en karkas,
  • flinke klont boter,
  • 1 middelgrote ui, gesnipperd
  • 1 stengel bleekselderij, in kleine blokjes,
  • 1 winterwortel, in kleine blokjes,
  • 2 tenen knoflook, gesnipperd
  • 400 gram tomaten (blik), in blokjes
  • 2 blaadjes salie, gehakt
  • 2 kruidnagels,
  • 1 glas rode wijn,
  • 1 eetlepel geconcentreerde tomatenpuree,
  • 1 eetlepel cacaopoeder,
  • vers geraspte nootmuskaat,
  • peper en zout.

Snijd het vlees in kleine stukjes. Verhit boter in een braadpan en bak hierin op een middelhoog vuur de gesnipperde ui en de gehakte knoflook glazig. Voeg dan de in kleine blokjes gesneden wortel en idem bleekselderij toe, samen met de gehakte salieblaadjes en de kruidnagels. Laat de groenten een paar minuten zweten en voeg dan het vlees erbij. Laat het geheel een goede tien minuten bakken op een niet te hoog vuur. Daarna de tomaten erbij, de rode wijn, de tomatenpuree en de cacao. Laat de pot nu rustig stoven. Na drie kwartier is je potje klaar, maar op een heel laag pitje mag het stoven ook aanmerkelijk langer duren, het wordt er almaar lekkerder van… Breng uiteindelijk alles op smaak met peper. zout en een snuifje vers geraspte nootmuskaat.

  • Ik doe het veel te weinig, cacao gebruiken als specerij. En dat terwijl het met name stoofpotten zo’n bijzondere extra smaak geeft. Fluwelig, exotisch, vol, intens. Probeer het uit, je zult versteld staan…

© paul

Blasenrotwurst…

Blasenrotwurst...
Naar schatting 1500 soorten worst is Duitsland rijk, ik blijf het een overweldigend aantal vinden. Geen land ter wereld biedt zo’n rijkdom aan worstsoorten, geen ander land neemt worst als culinaire specialiteit zo serieus. Natuurlijk zijn er een heel stel soorten die je eigenlijk sub-soort zou moeten noemen, ze onderscheiden zich nauwelijks van elkaar. Maar aan de andere kant: onder al die specimen vind je ook talloze zaken die uniek zijn en met niets anders te vergelijken.

De worst op de foto is er zo eentje, Blasenrotwurst heet-ie en hij komt uit het Harzgebied in de deelstaten Nedersaksen en Saksen-Anhalt. Tijdens de voettocht die Jeanne en Ryan maakten door het gebied (langs de oude DDR grens) trokken ze door verschillende dorpen en stadjes waar de specialiteit werd aangeboden. Het was bijzonder aardig dat ze bij het zien van dit curiosum aan het Ministerie dachten. Ze brachten zo’n prachtige worst voor ons mee…

Heet het in Duitsland Rotwurst, dan betreft het nagenoeg altijd bloedworst. De paté van deze worst is opgestopt in een varkensblaas. De worsten worden gekookt en licht gerookt.

Een vaste, halfharde worst levert de bereiding op. Zoals je ziet wordt er veel spek in verwerk, het is dan ook een vette worst. De smaak is evenwel ook delicaat, fijntjes gekruid. Een mooie zweem van rooklucht hangt er om de worst.

Je kunt de worst zo eten, op een snede stevig brood, maar beter is het om hem te verwerken. Je gebruik schijven van de worst zoals je ontbijtspek gebruikt, je bakt het mee met je eieren, met je vlees, met uien en knoflook. De bloedworst die ik vandezomer op mijn Flammekuche geserveerd kreeg was van dit type worst.

Ik heb mijn worst al op allerlei manieren gebruikt. Jammer dat Ellen niet van bloedworst houdt, ik moet nu alles alleen verwerken en verstouwen. Maar dat lukt aardig hoor, reken maar…

© paul

Guazetto di pesce e fagioli…

Guazetto di pesce e fagioli…
Het woord guazzetto vertalen valt me niet mee, ik kan er geen Nederlands woord voor vinden. Wat Italianen bedoelen met het woord is een sausachtige vloeistof waarin vlees, dan wel vis wordt gegaard. De basis van de saus is doorgaans tomaat en bouillon. Ik maakte op die manier gisteravond snoekbaars klaar. Met de hoeveelheden zoals ik ze geef bereid je het gerecht voor 3 personen.

  • 500 gram visfilet,
  • 2 tenen knoflook,
  • 1/4 theelepel chilivlokken,
  • 400 gram kerstomaatjes, gehalveerd,
  • 250 ml. witte wijn,
  • 250 gram cannellinibonen (uit blik, gespoeld en uitgelekt),
  • olijfolie,
  • handvol gehakte peterselie,
  • peper en zout.

Verhit de olie in een stevige pan. Laat de gesnipperde knoflooktenen op een matig vuur glazig worden. Doe de chilivlokken, de gehalveerde kerstomaatjes en de witte wijn erbij en laat het geheel zachtjes een klein kwartier pruttelen. Voeg nu de bonen toe en de peterselie en laat die op een zacht vuurtje een minuut of vijf meegaan. Maak de saus af met peper en zout.

Leg dan de visstukken op de saus en sluit de pan af met het deksel. Afhankelijk van de dikte van de filets moet de vis 10 à 15 minuten garen.

Serveer de vis, samen met de tomaten/bonensaus in een diep bord. Goed brood erbij maakt het gerecht compleet. Het gaat snel, is eenvoudig en geeft een superresultaat.

© paul

Chocoladen kerstbomen…

Fréderic Gomez, Chocolatier...Een paar kilometer van ons huisje in het natuurgebied Parc de Morvan lag een meer: het Lac des Settons. Ik ga je er nog wel eens van vertellen, maar dat is voor een andere keer. Nu volstaat het om te vermelden dat het meer, 360 hectare groot, met name in de zomer een vakantieattractie is voor volk uit heel Frankrijk. Er loopt een wandelweg van 15 kilometer omheen en op strategische plaatsen zijn uitspanningen opgetrokken; eenvoudige hutjes, ogend als een strandtent, maar ook luxe restaurants zijn er te vinden, enfin, een beetje vergane glorie, maar toch…

Aan de noordkant, bij de stuwdam, ligt Hotel-restaurant Les Grillons de Morvan. Het wordt gerund door Meneer Gomez en zijn vrouw. De naam van het hotel doet je een beetje denken aan een grillhuis of een steakhouse, maar uiteindelijk is het een tamelijk chique bedoening. Naast hotelier en restauranthouder is Meneer Gomez ook Chocolatier. Ik weet niet waarom, maar er zijn in Parc de Morvan een hoop chocolatiers te vinden, het heeft er de schijn van dat het aantal bovengemiddeld is. (Ellen suggereert dat het een respectabele bezigheid is die vooral buiten het toeristenseizoen plaats vindt om zo de slappe tijden nog enigszins te gelden te maken. Het zou zomaar kunnen…)

Zoals de meeste Chocolatiers in de Morvan doet Meneer Gomez de hele bereiding van zijn handel zelf, van cacaoboon tot kant-en-klare chocolade. En aangezien het hele proces in eigen hand is levert hij, zoals elke artisinale chocolademaker, zijn eigen unieke smaak aan. Vergelijk het met kazen die op de boerderij gemaakt worden. Ook al zijn ze allemaal van hetzelfde type, ze zullen altijd in smaak van elkaar verschillen. De chocolade van Meneer Gomez smaakte vol en rijk, licht bitter, licht zuur en zeker niet te zoet. Een exquise ontdekking…

Behalve allerhand bonbon-achtig snoep maakt Meneer Gomez kerstbomen van chocolade. Ze zagen er lollig uit en het was een voor de hand liggende keuze voor iemand uit het Parc de Morvan, die kerstbomen. Kerstboomkwekereij, Morvan...

Naast het alom aanwezige Charolais-vee is er eigenlijk niks agrarisch te vinden in het Parc de Morvan. Werd er in vroeger dagen nog op grote schaal stookhout geproduceerd voor de grote Franse steden, en dan met name voor Parijs, die industrie is al een eeuw overbodig. De houtproductie lijkt op een laag pitje te functioneren. Verder is slechts een klein areaal grond geschikt voor het verbouwen van graan, hetzelfde geldt voor de groententeelt. En wijngaarden zul je in dit deel van Bourgogne niet treffen. Maar wel is de bodem te gebruiken om kerstbomen te kweken. En dat gebeurt dan ook massaal. Het zijn geen uitgestrekte velden, maar ontelbaar veel kleine akkertjes, omgeven door wild hout en kleine weitjes…

Tijdens ons verblijf, eind oktober, werden de eerste bomen voor het komend Kerstfeest al gerooid. Mét kluit, want anders houd je ze nooit zo lang goed. Maar ook Meneer Gomez was al druk doende met Kerstmis. Ook voor hem gold dat, wilde hij met Kerstmis zaken doen, hij nu op volle toeren Sapins chocolat moest produceren. (Ik ben vergeten te vragen hoe hij die dingen maandenlang goed houdt.)

Enfin, we kochten zo’n boompje voor het Kind, die kan dat soort zaken wel waarderen. Het kostte nog hele toeren om het kwetsbare ding heel naar huis te brengen tussen het geweld van flessen wijn, pakken pasta en dozen tomatenpuree. Maar het lukte…

© paul