Le Barnichèvre…

IMG_4083
Zo’n piepklein kaasje, een geitenkaasje. Wat zal het wegen? Dertig, veertig gram en dan is het schoon op. Maar je hebt er voor een pond plezier van. Zo lekker, zo bijzonder…

Ik kocht het kaasje op een boerenmarkt in Arlon. Allemaal spulletjes uit de omgeving, veel biologische waar. (Dit kaasje is overigens niet bio, hoewel de kaasmakersfamilie er hard aan werkt om die status te verkrijgen.)

De geitenboerderij is gelegen in een voorstadje van Arlon, Barnich genaamd. Het verklaart meteen de naam van de kaas, Barnichèvre, een woordspeling waar de familie beslist een tijdje over heeft nagedacht.

Omtrent het type van de kaas tast ik in het duister, en ook de boer kan me geen uitsluitsel geven. Houd het dus maar op Geitenkaas.

Het bedrijf is van Mevrouw en Meneer Zenner. Ze houden er een goede zestig geiten op na die ze elke dag moeten melken. En al die melk wordt vervolgens gebruikt om kaas van te maken, verse kaas wel te verstaan. Zachte, vriendelijke en smeuïge kaasjes van cru-melk, soms bedekt met bieslook of fijn gehakte paprika, maar ook kan zoetigheid de toegevoegde smaakmaker vormen. (Ellen gebruikte een neutraal kaasje in haar lobbige spaghettisaus, enkele dagen geleden.)

Gelukkig voor de fijnproever wordt niet alles als verse waar verhandeld. Nu en dan legt men een partijtje apart om te verouderen. Hoe lang men de kaasjes laat rijpen weet ik niet, maar wat vervolgens op de markt wordt gebracht is hard maar nog net snijdbaar, geurt gedistingeerd maar fors, proeft naar geit en noten en laat een edele smaak na die kan concurreren met de afdronk van een nobele wijn. (Zoiets lezer, zoiets…)

De boerderijwinkel is intussen gesloten, maar de familie Zenner is elke dag wel ergens te vinden op de markten in en om Arlon. Het valt me op dat het in de Ardennen vergeven is van de geitenboerderijen en annex kaasmakerijen. Het zijn er nogal wat. Maar ook bij ons vind je er genoeg, en ook bij ons wordt prima kaas gemaakt op de boerderij. Probeer die fermier-kaas en je zult in de toekomst met een grote boog om het fabrieksspul lopen. Ik garandeer het je…

© paul

Spaghetti met geitenkaas en ricotta.

spaghetti met geitenkaas en ricotta
Ik heb een nieuw kookboek! Nou ja, dat gebeurt vaker… maar dit is wel heel speciaal. Het boek is voor mij gloednieuw maar werd al in 1989 voor de eerste keer uitgegeven; ik heb het over “De smaken van Italië”, van Claudia Roden. In deze nieuwe, bijgewerkte editie zijn er nieuwe recepten toegevoegd en oude recepten zijn, waar nodig, bijgewerkt. Hoe dan ook, het blijft bovendien een schat aan verhalen. Claudia Roden voert ons door heel Italië. Ze vertelt verhalen over de eenvoudige plattelandskeukens, de boerenkeukens en de grote gerechten van de adel. Het boek leest als een roman en de gerechten zijn als een Italiaanse droom…

Ik ben dus even helemaal in de ban van dit geweldige boek en kook al een aantal dagen Italiaans volgens mevrouw Roden. Geen straf vinden wij, alleen zijn de omstandigheden nu even niet zo gunstig om uitgebreid te koken.

Ik had een heftig griepje waarvan de naweeën nog rondwaren, maar het is ook vakantie dus we zijn, griep of geen griep, toch maar afgereisd naar ons Luxemburgse huisje. Al veel eerder besloten we dat het lelijke keukenblok nu toch echt geverfd moest worden… Tja, daar zitten we dan met dat mooie kookboek in de verflucht…

Na de zoveelste laag schuren, verven enzovoorts vluchtten we vanmiddag even naar Arlon(B). Daar was een soort boerenmarkt met streekproducten, lammetjes en geitjes om te aaien, een sympathieke politieke partij, en wat er zoal meer op zo’n markt te vinden is; alles bio. Gezellig! Een lekker, huisgemaakt ijsje gegeten en natuurlijk wat mooie streekproducten gekocht. We vonden onder andere biologische, verse geitenkaas uit Barnich, een plaatsje onder de rook van Arlon. Paul scoorde een prachtige, zeer smakelijke bloedworst gemaakt van eend en varkensvlees, geproduceerd op de boerderij, ook in de buurt van Arlon. En natuurlijk was er Maitrank. Hoe kan het ook anders in de Hoofdstad van deze smakelijke wijn. Maar dat geitenkaasje gaf de inspiratie om toch even een snelle maaltijd klaar te maken. Troostrijk, snel, comfortfood! Recept uit “De smaken van Italië”, van Mevrouw Roden:

Ik heb het recept aangepast voor twee personen, verdubbel de hoeveelheden en je hebt genoeg voor vier.

  • 175 gram droge spaghetti
  • zout
  • 1 eetlepel boter
  • 125 gram ricotta
  • 125 gram verse geitenkaas
  • 4 eetlepels geraspte parmezaanse kaas
  • zwarte peper
  • flink wat geraspte nootmuskaat
  • citroenrasp.

Kook de spaghetti met zout in kokend water beetgaar. Smelt intussen in een andere pan de boter en voeg ricotta, geitenkaas en parmezaanse kaas toe. Voeg een beetje kookvocht van de pasta toe en roer alles goed door elkaar tot de kazen gesmolten zijn en je een mooie romige saus hebt. Voeg dan de citroenrasp toe en wat vers gehakte platte peterselie.

Giet de spaghetti af en doe hem in de pan met de kaassaus. Meng goed en breng verder op smaak met flink wat versgeraspte nootmuskaat en zwarte peper.

Geef er een tomatensalade bij van bijvoorbeeld zo’n mooie Coeur de boeuf tomaat met wat olijfolie en verse blaadjes basilicum.

Kopje espresso toe.

© ellen.

Boerenkaas van 3 jaar oud…

Drie jaar oude boerenkaas...
De eerste keer dat ik brokkelkaas proefde herinner ik me nog heel goed hoewel het om en nabij 50 jaar geleden moet zijn. Het was bij de Familie Bronnenberg, die een VIVO-winkel dreven in de Haageijk te onzent. Er lagen altijd wagenwielen van kazen in die winkel. Vader Bronnenberg was ook koster aan de Sint Janskerk en hing in mijn herinnering een Rooms-Bourgondische levensstijl aan; goed van eten, goed van drinken…

Ik was bevriend met enkele van de kinderen Bronnenberg en kwam regelmatig bij hen over de vloer. De aanleiding waarom ik een stukje kaas kreeg staat me niet meer bij, maar op enig moment brokkelde Pa Bronnenberg wat van zijn overrijpe kaas en stak het mij toe. Ik vond het verschrikkelijk lekker en de oude heer had daar zichtbaar plezier in. Ik kreeg zowaar een stukje mee voor mijn ouders. Het moet uiteindelijk een verdomd klein partje zijn geweest wat er voor thuis overbleef, want onderweg naar huis liep ik voortdurend van de kaas te snoepen. Ik kon er niet afblijven. Waarschijnlijk is daar, ergens tussen de Haageijk en de Virmundtstraat mijn levenslange liefde voor kaas geboren…

Na al die jaren heeft mijn smaak voor kazen zich wel uitgekristalliseerd. Het liefst heb ik ze op enige leeftijd en bij voorkeur zijn ze van rauwe melk gemaakt. Voor Bergkazen doe ik een moord (Comté, Tomme de Savoie, Montasio), maar een Munster van de boerderij of uit een artisinaal atellier laat ik ook niet staan. En dan zijn er de blauwschimmels: de Roqueforts, de Stiltons, de Gorgonzola’s. En niet de vergeten de Brie de Meaux en de Brie de Melun. En al die honderden andere kazen van hoge kwaliteit. Want dat is uiteindelijk het kriterium, dat ze met zorg en niet op grote schaal zijn gemaakt. En wel van de beste grondstoffen…

De Helmondse zaterdagmarkt is sinds enkele jaren een kaasfamilie rijker. Ze komen van ergens tussen Maas en Waal. De kwaliteit van hun spulletjes is goed en in een aantal gevallen bovenmatig. Hun Comté is exquise, iedere inwoner van de Franche-Comté zou er trots op wezen. Het assortiment is niet groot, maar dat hoeft bij kwaliteit geen probleem te zijn. We kopen er wekelijks een stukje Kruidenkaas voor de moeder van Kruimel, Ellen betrekt er de belegen boerenkaas voor op het brood. En ik mag er nu en dan een stukje van die drie jarige oude kaas meenemen, Boerenkaas wel te verstaan. Gemaakt en gerijpt op een van die melkveebedrijven tussen de Grote Rivieren.

Die kaas van de foto: je ziet de witte rijpingskristallen en het indrogen rond de korst. Het is niet erg, het hoort erbij. De smaak is pittig, notig en rijp, een tikkeltje zuivelzoet. Ondanks de lange indroging is de kaas niet zout.

Wanneer je de kaas aansnijdt brokkelen er meteen stukjes vanaf. Dit is geen kaas voor op brood, dit eet je na een maaltijd, je spoelt het weg met je laatste slok Bordeaux.

© paul

 

 

Gegratineerde venkel…

Gegratineerde venkel... Niet dat ik me schuldig voel over mijn vleesconsumptie, maar ik vind wel dat ik er een beetje op moet letten. De redenen waarom mogen intussen alom bekend geacht worden: ecologische voetafdruk, milieu, diervriendelijkheid, lichamelijke gezondheid, enfin…

Daar komt nog bij dat je mij al nooit een plezier bezorgde met een biefstuk of enig ander rood vlees. Ik proef heus wel of een entrecote van excellente kwaliteit is, alleen het doet me niks. Ik ben van de gestoofde potten, van de worsten, de hammen en terrines. En dat hoeft dan heus niet elke dag, een paar keer per week zonder vlees is voor mij geen straf.

Ik mag het weglaten van vlees graag compenseren met kaas, in welke vorm dan ook.  Ik weet dat ik daarmee weer een deel van de milieuwinst teniet doe, kaas en kaasmaken laten wel degelijk ecologisch sporen na, belasten wel degelijk het milieu. Maar enfin,..

Zo’n eenvoudige, maar altijd weer te gebruiken kaas-groentenpot is de gegratineerde venkelschotel. Maak een venkelknol schoon en versnijdt hem tot vier parten. Kook de parten beetgaar (de venkel gaart later nog na in de oven) en laat ze uitlekken. Beboter een ovenschotel en leg de venkelparten daarin. Eventueel besprenkel je de groente nog met wat vetstof. Daaroverheen gaat een rijkelijke portie vers geraspte kaas. Ik gebruikte hier Parmezaanse, maar goede Goudse kan ook. (Vlokken blauwschimmelkaas kunnen er eveneens over, of plakjes Munster; het werkt allemaal, maar ik houd het het liefst bij een wat hardere geraspte kaas…) Een flinke zwieper met de pepermolen maakt het af, zout is niet nodig.

Plaats de schotel in een op 180 graden voorverwarmde oven en laat de kaas smelten, liefst zelfs een beetje op de venkel bakken. Enfin, simpel maar effectief. En heel erg lekker…

© paul

Parmezaanse aubergines.

aubergine graffiti...
Begin deze week bezochten we zo’n klein Duits stadje hier net over de grens. We bekeken wat, we aten wat en sloten het bezoek af met een rondgang door de betere Duitse supermarkt. Ze hadden daar een prachtige groentenafdeling, veel biologische producten. Er lagen onder andere deze mooie aubergines, een lust voor het oog, niet te groot een mooi stevig. Zeer geschikt om er weer eens het recept “Parmezaanse Aubergines” uit de kast te halen. Wij eten dit vaak, je kunt het helemaal vegetarisch houden of er een lamskarbonaadje bij eten. Het is eigenlijk een soort lasagne maar dan zonder pasta.
IMG_2116

  • Het recept is voor vier personen. Geef er wat knapperig brood bij, of korte pasta, of rijst. Voor de liefhebbers een groene salade.
  •  2 aubergines, in dunnen plakken gesneden
  •  plantaardige olie, ongeveer vier cm olie in de pan gieten
  • bloem
  • 1 1/2 blik ( 600gram) gepelde tomatenstukjes
  • 1 ui, fijngesneden
  • 2 teentjes knoflook, geplet en fijngehakt
  • 1 eetlepel olijfolie
  • peper en zout
  • buffelmozzarella, 125 gram uitgelekt gewicht
  • verse basilicum
  • 75 gram vers geraspte Parmezaanse kaas

Wentel de plakken aubergine door de bloem en frituur ze in de hete olie lichtbruin. Laat ze uitlekken op keukenpapier. Frituur een paar plakken per keer.
Gebakken aubergines graffiti
Maak een tomatensaus door de olijfolie even te verhitten en daarin de knoflook, de ui en de tomaten te smoren. Kook dit in tot je een mooie ingedikte tomatensaus hebt. Breng de saus verder op smaak met peper en zout. Snijd de mozzarella in hele dunne plakjes.

Verwarm de oven voor op 200 graden.
Bedek de bodem van een ingevette ovenschaal met een laagje gefrituurde aubergines, hierop wat tomatensaus en een paar plakjes mozzarella. Strooi er wat Parmezaanse kaas over. Dan weer een laagje aubergines, tomatensaus, enzovoorts.

Parmazaanse aubergines...
Beleg de laatste laag met aubergines en bestrooi rijkelijk met Parmezaanse kaas. Laat het gerecht 30 minuten in een voorverwarmde oven garen.

Kopje espresso toe!

@ ellen.

Fonduën met Mont d’Or…

Mont d'Or...
‘n Beetje knoeien aan tafel noemden vrienden het. En het zal beslist zo zijn dat er af en toe een spetter gesmolten kaas op een niet daarvoor bestemde plek belandt, maar dat mag de pret op geen enkele manier drukken…

Dat het Ministerie gek is op kaasfondue heb je al vaak kunnen lezen. Iets minder vaak schreven we over de min of meer kant-en-klare fondue uit het spanen doosje. Mont d’Or heet die kaas, ook wel Vacherin Mont d’Or. Een uitgebreide beschrijving van de kaas kun je HIER lezen. Ik betaalde voor het kaasje ongeveer zeven euro.

En wat je verder nodig hebt is wat wijn, wat sterke drank en een teen knoflook. En een oven natuurlijk.

Het gaat als volgt: wikkel aluminiumfoli om het spanen doosje. Maak vervolgens een kruisvormige inkeping in de korst van de kaas en klap de korst naar vier kanten een stukje weg. Maak dan een kuiltje in de vrijgekomen zachte massa. Druk de knoflook door de knijper en stop de pulp in het kuiltje. Giet er vervolgens wat sterke drank op (cognac, whisky, armagnac, jenever, zie maar…). Sprenkel over de  hele bovenkant van de kaas witte wijn. De kaas gaat nu in een op 180 graden voorverwarmde oven en blijft daar drie kwartier. Hierna kan de fondue gegeten worden, gewoon door de kaas met wat brood uit de bak te soppen. Met een gekookt aardappeltje (vastkoker) gaat het ook prima. De korst van de kaas smaakt door de behandeling in de oven eveneens vorstelijk.Mont d'Or...

Een frisse salade erbij voor de broodnodige vitamientjes en een goed glas Muscat uit de Elzas. Witte wijn die een beetje bloemig geurt en smaakt.

En natuurlijk een kopje espresso en een kersenbonbon toe…

© paul

 

 

Peertje met Pecorino in een jasje van pancetta

peertje met gorgonzola en pecorino
Het is nu het seizoen voor mooie sappige peren; Doyenne de Comice, Beurre Hardy, Wlliamsperen, het kan niet op en dit jaar zijn ze wel heel smakelijk! Mijn vader at alleen peren als, zoals hij dat altijd heel beeldend vertelde: “het sap bij het schillen tot mijn ellenbogen loopt”… Nou, dat is nu de tijd én de juiste oogst! De peren zijn dit jaar supersappig, spotgoedkoop en heel smakelijk. Je kunt er natuurlijk van alles en nog wat mee doen, perenstroop, jam, gelei noem maar op…

Een mooi voorgerecht voor vier personen, weer eens iets heel anders dan anders… peertje met kaas en spek!

  • Voor vier personen:
  • 4 kleine peren, bij voorkeur Beurre Hardy, Doyenne de Comice of Williamsperen
  • 30 gram Pecorino
  • 40 gram gorgonzola
  • 50 cl witte, iets wat zoete, licht bubbelende wijn ( ik gebruikte een Vernaccia di Oristano)
  • 25 cl kippenbouillon
  • wat olie
  • vers gemalen zwarte peper
  • 16 plakjes pancetta of gerookt spek.

Verwarm de oven op de grilstand tot 220 graden.

Schil de peren en verwijder het klokhuis maar laat het steeltje aan het klokhuis zitten. Snijd dat af op 1 cm en bewaar het, dit wordt het dekseltje.

Verwarm intussen de bouillon en de wijn in een smalle pan waar de peertjes precies in passen. Kook de peertjes daarin tien minuten. Schep ze voorzichtig uit de pan. Kook het vocht langzaam in tot een dikke siroop.

Meng de geraspte pecorino met de gekruimelde gorgonzola. Prak met een vork alles goed door elkaar en kruid met versgemalen zwarte peper.

peertje met gorgonzola en pecorino

Zet de peertjes in een met olie bestreken ovenschaal op een plak pancetta en vul de opening waar je het klokhuis verwijderd hebt met de kaas. Plaats het stukje klokhuis met het steeltje eraan weer terug als een dekseltje. Bekleed vervolgens de peertjes rondom, dakpansgewijs, met plakjes pancetta. Steek het laatste plakje pancetta vast met een prikkertje anders krult de spek om.

Zet de ovenschaal met de peertjes zo ongeveer 10 minuten onder de gril tot het spek mooi gekleurd is en de kaas gesmolten.

Intussen is de saus ingekookt tot een dikke stroperige saus. Maak de borden op met wat groen van jonge andijvie, witlof of andere slasoorten. Zet het peertje in het midden en druppel er wat van de siroop over.

Wij waren verrast!

Kopje espresso toe!

© ellen.

 

salade met peultjes, geitenkaas en rucola

 

peultjes salade 010

Het was hier gisteren heel warm, ik had niet veel zin om in de keuken te gaan staan om ingewikkelde dingen te doen. Het was ook te warm om uitgebreid te eten. Deze maaltijdsalade van verse peultjes was een mooie oplossing; smakelijk, licht en snel klaar.

Peultjessalade voor twee personen:
500 gram peultjes
een handjevol rucola
5 kleine tomaatjes
1 kleine ui, in fijne ringentjes gesneden
2 eetlepels olijfolie
1 theelepel citroensap
wat zwarte peper
twee geitenkaasjes met ontbijtspek

De peultjes twee minuten blancheren in gezouten water. Dan afgieten en even laten schrikken in ijskoud water.
De rucola, de peultjes, uiringen, gehalveerde tomaatjes op een schaal schikken.
De geitenkaasjes even zachtjes bakken en op de salade leggen.
Een dressing maken van olijfolie, citroensap en wat zwarte peper en over de salade schenken.

Voor de echt grote honger; geef er een gegrilde entrecôte bij of wat gegrilde lamskarbonaadjes bij!

Kopje Granita di Caffé toe, en toen begon het te donderen en te bliksemen…

© ellen.

 

Kaasfondue uit de Franche-Comté…

Kaasfondue en salade
Ik vertelde je over de snelle salade met rucola en ham. In de streken waar de grote Franse bergkazen vandaan komen, de Jura en de Franche Comté, behoort zo’n salade traditioneel als bijgerecht bij Kaasfondue.

Er zijn heel behoorlijke fondues kant-en-klaar verkrijgbaar. De meeste supers bieden ze wel aan, de kaashandel zeker. Toch is het bevredigender om je fondue helemaal zelf te make, moeilijk is het niet. Je kunt ook voor andere kazen kiezen, maar dit recept levert een bijzonder smakelijke Oost-Franse fondue op.

Voor vier personen:

  • 1 teentje knoflook, pellen en pletten met een mes
  • 600 gram kaas (150 gram Emmenthaler, 150 gram Gruyère, 300 gram Comté), grof geraspt (wel zelf raspen, vlak van te voren. De handel probeert droge restanten voorbewerkt voor veel geld te verkopen! Niet doen, dat is niet lekker.)
  • 3 dl droge witte wijn
  • nootmuskaat, peper
  • 2 theelepels maïzena
  • 1 eetlepel Kirschwasser (of een andere Eau-de-Vie),

Doe de knoflook en de wijn in de fonduepan en zet die op een zacht vuurtje. Gebruik een pan van aardewerk, die zetten minder snel aan.
Roer beetje voor beetje de kaas erbij en laat alles langzaam smelten. Als het begint te pruttelen de maïzena aanmaken met de Kirsch en bij de kaasmassa doen. Goed roeren, nootmuskaat en peper toevoegen en even door laten pruttelen. Dan snel opdienen met knapperig vers stokbrood en zo’n salade met ham…

© paul

De kanaaltjes van de blauwschimmelkaas…

 gorgonzola

Laatst kregen we het er weer over met ons bezoek. Die eigenaardige rechte kanaaltjes in de blauwschimmelkazen, wat doen die daar?  In Danablu, in Stilton, in Gorgonzola, in al die andere blauwschimmelkazen (want er zijn er nogal wat).

De romantiek van de grotten waar kazen spontaan worden bevrucht door een blauwe schimmel ligt al lang achter ons. Misschien is er nog iets van terug te vinden in de grotten van en om Roquefort in het Franse departement Aveyron, maar ook daar wordt de kaas “geholpen” (en dat al honderden jaren…).

Aan het begin van het proces wordt de kaas-in-wording met een grove injectienaald geïnfecteerd met de blauwe schimmel, de Penicillium roqueforti. De schimmel verspreidt zich dan heel langzaam vanuit het centrum van de kaas naar de buitenkanten. Om dat proces te begeleiden en in de hand te houden wordt er tijdens de rijping een of meerdere malen met een aantal naalden in de kaas geprikt. Le fromage est piqué, zeggen de Fransen. Op deze manier creëert de kaasmaker holle zuurstofrijke banen in de kaas, die er voor zorgen dat de schimmel zich beter en evenwichtiger verspreidt. En dat nu is wat je terugziet wanneer je je kaasje aansnijdt.

Het kaasje van de foto luistert naar de naam Gorgonzola. We hebben het samen met ons bezoek tijdens het geleuter over blauwschimmelkazen opgepeuzeld.

Er blijven mensen die het idee onverkwikkelijk vinden schimmels te moeten eten. Fransen hebben daar doorgaans weinig last van en ze noemen dingen graag bij de naam. Eigenaardig genoeg vonden ze voor de blauwschimmelkazen een veel poëtischer naam uit: fromage à pâte persillée (kaas met peterselie-zuivel). Vreemd toch?

© paul