Stoofpot met konijn…

Tijdschriften met een specifieke doelgroep herhalen zich na verloop van een paar jaar. Of het nu gaat over uniformkunde, over de groententuin, over haken en breien, op enig moment is alles gezegd. En het hangt dan af van de slimheid van de redactie of ze hun oude wijn nog verpakt krijgen in nieuwe vaten en zodoende hun lezers aan zich gebonden weten te houden. Meestal lukt dat niet.

Wij hebben  een abonnement op het culitijdschrift Delicious. Het is eigenlijk al een tijd geen verrassing meer wanneer het nieuwe exemplaar in de bus valt. We zouden eigenlijk net zo goed géén abonnement meer kunnen hebben. Evengoed bewaren we alle oude jaargangen, en een enkele keer blader ik erin terug. En steeds kom ik dan toch weer zaken tegen die me bevallen, waar ik eerder overheen gelezen heb, die op dit eigenst moment te gebruiken zijn…

Zo las ik gisteren een artikel van de hand van Bill Granger, in een uitgave uit 2007. Een winterse stoofpot voor kip en groenten. Die beviel me wel… Ik heb al wel vaker dingen van die man gekookt, en het pakte altijd goed uit.

Kip was gisteren echter niet aan de orde. Ik had twee konijnenbouten, daar moest ik wat mee. Ik besloot het recept om te schrijven, het was té aantrekkelijk om er niks mee te doen. En zo kwam uiteindelijk alles goed (en werd het in feite mijn recept…). De werkwijze van Granger heb ik wel aangehouden. Ik zou het allemaal wat eenvoudiger (lomper?) gedaan hebben, maar dit beviel me prima. Het recept is geschreven voor twee personen, maar met enige creativiteit bouw je het om naar vier, zes, noem maar op hoeveel gasten.

  • twee konijnenbouten,
  • olijfolie,
  • boter,
  • kleine ui, in ringen gesneden,
  • 6 tenen knoflook, ongepeld,
  • 2 takjes tijm,
  • 3 grote aardappelen, geschild en in gelijke blokjes,
  • 1/4 knolselderij, geschild en in kleine blokjes,
  • 100 gram spekjes,
  • 100 gram paddenstoelen, grof gesnipperd,
  • 250 ml kippenbouillon,
  • 1 eetlepel gehakte platte peterselie,
  • 1 theelepel vers citroenrasp.
  • peper en zout.
Verwarm de oven op 180 graden. Bestrooi intussen de konijnenbouten met peper en wat zout. Verhit de olie in een ovenvaste pan en bak de bouten daarin op hoog vuur aan en laat ze daarna op een middelhoog vuur alvast en beetje garen, alles bij elkaar ongeveer een minuut of acht. Haal ze uit de pan en zet ze weg onder aluminiumfolie, zodat ze niet helemaal koud worden. Schep de olie uit de pan, op ongeveer één eetlepel na en voeg een ferme klont boter toe. Bak hierin de uienringen en knoflook, en voeg de tijm toe. Op een niet te hoog vuur wordt alles glazig goudgeel na een minuut of vijf. Voeg dan de aardappelen, de spekjes en de knolselder erbij en laat die nog eens 10 minuten stevig doorbakken. Blijf omscheppen. Voeg dan de paddenstoelen toe en de konijnenbouten en schep om. Voeg dan de bouillon toe en breng het geheel aan de kook. Zet nu de pan in de oven ( een deel van de tijd zonder deksel, afhankelijk van hoe nat je het gerecht wilt hebben). Laat het gerecht ongeveer 50 minuten tot een uur stoven.
Meng de gehakte peterselie met de citroenrasp. Schep vlees en groenten op een mooie schaal en strooi er dehet citroen-peterseliemengsel (gremolata)  over. Dien warm op.
Enige kanttekeningen:
  • Ellen merkte op dat het gerecht erbij zou winnen wanneer een deel (of extra deel)  van de citroenrasp al tijdens het stoven zou worden toegevoegd. Ik geloof haar.
  • Met de hoeveelheid groenten kun  je spelen. Meer aardappel, meer knolselder, of juist minder. Het kan allemaal. Je beïnvloedt de smaak naar eigen behoefte.
  • Dat gedoe met die rauwe aardappelen en knolselder bakken voordat je ze gaat stoven c.q. garen moet je beslist uitproberen. De smaak wordt er fantastisch van.
  • Het voordeel van de teentjes knoflook niet pellen is dat ze tijdens het proces wél smaak afgeven, maar uiteindelijk als delicatesse in vorm blijven, Je vist ze uit de pan en drukt ze zo uit hun omhulsel. Heerlijk!
  • En hier moest nog iets belangrijks komen, ik weet het niet meer. (Kom ik er nog op, ik voeg het toe…)
Een kopje espresso toe, met een bonbon, wat dacht je !

 

Varkenshaasje met Gorgonzolasaus

Beetje tuttig bijna, het komt niet meer voor in het vocabulaire van Foodculies; een varkenshaasje! Je zou bijna zeggen “Retro Eten”.  Het varkenshaasje wordt nog wel degelijk gebruikt in moderne recepten, maar dan altijd in stukken gesneden en tot makkelijke, malse, ‘magere’ brokjes verwerkt in “stoofpotjes”. Ik vind dat jammer, een miskenning voor een mooi stuk vlees. Saté van varkenshaas, jammer! Saté kun je veel beter maken van een stuk van de nek of de schouder van een varken, in ieder geval een wat meer dooraderde deel. Mits je een fatsoenlijk biologisch varken gebruikt natuurlijk  (maar dat staat eigenlijk altijd buiten kijf). En ook stoofpotjes zijn meer gebaat bij het gebruik van een wat minder mager soort vlees.

Een mooie varkenshaas moet je koesteren als een sjieke biefstuk. Niet in stukken snijden, niet platslaan. Netjes op kamertemperatuur laten komen, in ruim boter de  varkenshaas in z’n geheel rosé braden en opdienen met een lekkere romige saus.

De schrik voor een beetje vet in ons eten moet er maar eens uit! Laat gewoon de chips en de koekjes (vét en súiker!) een dag staan en je kunt met een gerust hart je varkenshaasje in roomboter braden en er een rijke saus bij serveren!

  • Voor twee personen: een kleine varkenshaas,
  • boter (échte boter, geklaard),
  • peper en zout.
  • Voor de saus:
  • 100 gram gorgonzola picante in kleine stukjes brokkelen,
  • wat room (gewoon volle room),
  • twee scheutjes witte wijn,
  • eventueel een lepeltje beurre manié om te binden,
  • peper zout hoeft niet, de kaas is al zout genoeg.

Verwarm de room en voeg de kaas toe. Laat de kaas rustig smelten. Voeg de wijn erbij en laat nog even zachtjes inkoken.

Bak het varkenshaasje in de hete boter aan alle kanten mooi bruin. Zet het vlees in de voorverwarmde oven en laat het daar nog even verder garen, (ongeveer 10 minuten).

Giet een klein scheutje witte wijn in de bakpan en roer de aanbaksels los. Doe dat bij de saus en warm die nog even door. Bind de saus eventueel met wat beurre manié.

Haal het vlees uit de oven en laat het even rusten. Snijd het in dikke plakken en dien op met de saus.

Wij aten er spinazie bij en gekookte kleine aardappeltjes.

Kopje espresso toe!

Natuurlijk blijft er dan weer saus over; daarover morgen…

© ellen.

 

Cirkels…

De tijd van het zomergraan op de akkers valt veelal samen met de komkommertijd van de kranten. De politiek zit op z’n kont in die dagen, dus veel vreeswekkends valt er uit die hoek niet te verwachten.  En ook de economische krachten houden zich stilletjes. Crisis en recessie zijn op zijn vroegst pas in september weer aan de orde. Het zal mede daarom zijn dat er, elke zomer weer, hele pagina’s verschijnen over het fenomeen graancirkels. 

Mysterieus, fascinerend, maar toch ook een beetje beangstigend, dat gedoe. Talloze hypothesen doen de ronde over het ontstaan en de betekenis van die cirkels, maar die over buitenaardse inmenging doen het toch verreweg het best. Onaardse spokerijen doen het overigens ook goed. (Vraag het maar aan het Kind, gekend Dan-Brown-fan.)

Iets dergelijks overkomt mij ook lezer, maar dan met mijn bier. En het hele jaar door. Cirkels die op onverklaarbare wijze verschijnen in mijn glas.

Het begint meestal na een vierde fles Lupulus, maar soms ook na een zeker aantal pijpjes bockbier. Ik zit rustig te drinken en hup, het is er weer. Zomaar uit het niets… Ik schrik er iedere keer weer van. “Laat me met rust” brom ik in mijn glas. Of wanneer ik erg geschrokken ben: “Donder toch op!..”  Het mag niet baten…

Mijn angsten bezweren door hard te gaan zitten zingen wil nog wel eens helpen. Maar daar wordt mijn omgeving dan weer niet goed van.

Uiteindelijk komt het verlossend woord altijd weer van Ellen: “Je kunt toch ook gewoon minder drinken?” merkt ze fijntjes op.

Beschaamd neem ik nog een voorzichtig slokje. Ik zal het nooit meer doen

© paul

Nog allemaal achterstallig onderhoud…Verse zuurkool met gerookt spek en worst uit Montbéliard…

Verse, rauwe zuurkool is bijna verdwenen. Je vindt in elke super pakjes met zuurkool; met witte wijn, met kruiden enzovoorts, maar gewoon rauwe zuurkool, zó uit het vat is, in mijn dorp, niet meer te koop. Jammer, ik voeg graag zelf de smaken toe. Tijdens onze vakantie in Luxemburg kocht ik een aantal gerookte worsten uit de Jura/Comté bij de Cora Supermarché. Zij hebben een speciale afdeling met Regionale/Artisanale producten. Tot mijn vreugde stond daar naast de worsten en de stukken spek een grote schaal met verse, rauwe zuurkool. Ik kocht een kilo van de zuurkool en ook nog een stuk gerookt spek.

Ik vind deze zuurkool zo lekker dat ik er thuis gewoon rauw, al plukken van eet, heerlijk! Je kunt het als salade verwerken maar je kunt de zuurkool ook gewoon bereiden voor een stamppotje of zoals men in de Elzas doet; een Choucroute Royale. Voor de Choucroute Royale wordt de zuurkool gestoofd met verschillende stukken , gepekeld of gerookt vlees, spek, gerookte worsten en wat ganzenvet en geserveerd met gekookte aardappelen. Machtig! Ik maakte een wat minder zware versie met alleen worst en spek en maar één lepel vet.

  • Voor vier personen:
  • 750 gram zuurkool
  • vier gerookte worsten gehalveerd
  • een stuk gerookt spek in vier plakken verdeeld
  • 5 jeneverbessen, 5 zwarte peperkorrels, blaadje laurier
  • een eetlepel ganzenvet of eendenvet (wie dat te erg vindt neemt een lepeltje boter)
  • 1 ui, fijngesneden
  • 1 glas Riesling
  • water

Smelt het vet in de pan en smoor daarin de uiensnippers. Voeg de zuurkool toe, de kruiden, het spek en de stukken worst. Giet de Riesling erover en nog wat water tot alles voor de helft met vocht bedekt is. Stoof de zuurkool zo ongeveer 1 uur heel zachtjes. Je kunt er op het laatst nog een klein glaasje Kirsch aan toevoegen. In de Elzas doen ze dat vaak om deze toch wat zware kost, iets te verlichten.

Dien op met gekookte aardappelen en maak na de maaltijd een flinke wandeling!

© ellen.

 

 

Eten op de camping deel twee; Lamsboutje á la Elizabeth David

lamsboutje
Ik schreef al in een eerder artikeltje dat ik maar één boek meenam op vakantie naar Luxemburg. Dat was het boek “Een dame in de keuken” van Elizabeth David. Paul kocht het voor mij via de Ramskrant geloof ik, voor slechts € 5,-. Van harte aanbevolen dat boek. Het leest als een roman en er staan nog prima recepten in ook.

De Jongste Bediende was jarig tijdens onze vakantie in Luxemburg en als er iets is waar je hem een echt plezier mee kunt doen dan is dat wel een lamsboutje. Thuis braad ik lamsbouten gewoon in de oven. De kernthermometer geeft precies aan of het vlees rosé, á point of anders is. In de caravan heb ik geen oven, geen kernthermometer en dan wordt het dus wat ingewikkelder om het vlees mooi rosé te braden. Ik las in het boek van Elizabeth David een recept voor een wat ouder lam. Dat wordt echt gaar gestoofd in cognac dat leek me een goed alternatief.

Ander probleem was dat het boutje nét niet in de pan paste…

lamsbout

Gelukkig hebben we een goede ijzerzaag…stukje van het pootje af en klaar! Elizabeth gebruikt in haar recept dikke plakken van de bout. Ik braadde de hele bout aan één stuk. Het boutje dat ik gebruikte woog ongeveer 1400 gram.

  • Lamsboutje voor zes personen:
  • Lamsboutje van ongeveer 1400 gram
  • olijfolie
  • zeker 15 tenen knoflook
  • rozemarijn, peper en zout
  • een flink glas cognac
  • een glas witte wijn
  • wat water
  • alufolie

Maak op een aantal plaatsen met een scherp mesje een inkeping in het boutje en stop daar een teen knoflook en wat rozemarijn in. wrijf het boutje in met peper en zout. Verwarm de olie en braad de bout rondom bruin. Voeg de rest van de hele knoflooktenen toe en bak ze even mee. Blus af met de cognac (voorzichtig in de caravan niet flamberen, thuis kan dat wel maar zet de afzuigkap dan even uit!) Laat even bruisen en giet er dan wat witte wijn over. Voeg nog wat water toe en vouw dan de folie zorgvuldig over het vlees zodat er zo weinig mogelijk dampen ontsnappen. Sluit de pan en laat de bout in ongeveer anderhalf uur garen. (Afhankelijk hoe jong het lam is).

Voordeel van het bedekken met de folie is dat er nog minder sappen ontsnappen. Je kunt gerust even iets anders gaan doen (bijvoorbeeld een aperatiefje drinken in het campingcafé). Als het gerecht klaar is blijft er een kleine hoeveelheid mooi geconcentreerde saus over.

Wij aten er puree bij en sperzieboontjes.

Toe espresso mét cognac natuurlijk!

© ellen.

 

De Pörkölt van de Jongste Bediende…

ppp 

Tijdens een bezoek op maandagavond kondigde de Jongste Bediende aan dat hij pörkölt ging maken. Hij had er nog een paar vragen over. En nadat Ellen die naar beste vermogen had beantwoord en hem ook nog een zakje gerookt paprikapoeder ter hand stelde (voor het beste resultaat), nodigde Marleen ons spontaan uit om te komen eten. De Jongste Bediende leek er even mee in te zitten, maar hij vermande zich snel. We waren welkom.

Woensdagavond genoten we dan van de schotel. Het beste rundvlees, smeuïg gesmoord in de beste paprika. Pikant (letterlijk en figuurlijk) was de toevoeging van een kneepje Harissa uit de tube. Daar kunnen de Hongaren een puntje aan zuigen.

Erbij aardappelpuree met knolselder en spercieboontjes. Bonbons toe. Goeie wijn overigens ook…

Wij zijn trots op onze Jongste Bediende…

Hoe het gaat…

De herstelwerkzaamheden aan de artikelen op deze web-site gaan gestaag voort. We moeten nog een goede driehonderd artikelen ophalen uit obscure archieven en dan hebben we alles terug.

Aangezien de stukjes vaak beschadigd zijn (foto’s weg, links die vals doorlinken, gemutileerde lay-out enz..) valt er nog een enorme bult aan restauratiewerk te verrichten, alles moet met de hand. Mijn schatting op dit moment is dat we rond 1 december weer volledig operabel zijn, zodat jij niet meer doorgelinkt wordt naar rare pagina’s van belabberde web-logs, in-complete archieven of vastlopende web-sites. Tot die tijd krijg je valse informatie, we kunnen er niks aan doen… En nagenoeg alle reacties van oplettende, welwillende en meelevende lezertjes zij verloren gegaan. We vinden dat verschrikkelijk, maar we moeten ermee leren leven…

“Waarom zou je al die moeite doen, al die ellende trotseren?” was de oprecht aardig bedoelde vraag van een lezeres. “We komen toch wel hoor,” voegde ze eraan toe.

Lieve lezeres, lieve lezer, het gaat in dit geval niet om jullie. Het gaat om óns… Óns dagboek, ónze archieven, ónze herinneringen. Dat is de reden waarom we zoveel extra tijd investeren in herstel. En dat gaat ten koste van de actualiteit, dat heb je de afgelopen tijd wel kunnen zien. Het zij zo…

Over bezoek aan de web-site hoeven we evenwel niet te klagen. Dagelijks komen er meer dan duizend (1000) mensen langs. En dat is verdorie heel veel…

Dan nog iets over de foto; je ziet de opbrengst van “even met een schaartje” het trappetje afdalen van onze Luxemburgse woonst. Sinds deze zomer zijn wij als kleingrondbezitters de trotse eigenaren van een kruidentuintje aan onze voordeur, onze enige deur…

Platte peterselie, steentijm, gewone tijm, rozemarijn. Genoeg om een stevige schotel te kruiden. En er staat nog meer in die kleine Hof van Eden.

En er woont een mol. We doen ons best om hem te verjagen, met een apparaat dat op een bepaalde mol-onvriendelijke manier zoemtonen produceert. Op zonneënergie, jawel! Vooralsnog houdt de mol zich doof (of hij is het echt…).

Enfin lezer, het komt goed. Heb een beetje geduld met ons…

Spitskool met gerookte worst uit Montbeliard

worst uit Montbeliard

Bij de Cora supermarché kocht ik in de herfstvakantie een paar mooie gerookte worsten uit de Jura en de Franche Comté. Ze zijn beroemd die worsten uit dit gebied, en terecht! Wie ooit een vakantie in de stille dorpjes hoog in de Jura doorgebracht heeft kent de allesoverheersende geur van deze gerookte worsten. Het water loopt je in de mond…

De worsten worden traditioneel gerookt op houtschilfers van naaldhout en zijn gevuld met varkensvlees met knoflook. Ze zijn ideaal om toe te voegen aan stoofpotten, bijvoorbeeld choucroute royale.

De voorzitter van de Worstclub zei het al: “Biefstuk smaakt overal zo’n beetje hetzelfde, maar worst smaakt overal anders”. En dat is ook zo, de worsten uit de Jura hebben een hele typische rooksmaak, heerlijk. Ik was dan ook blij verrast dat ze bij de Cora te koop waren deze herfst.

Vandaag maakte ik spitskool met worst uit Montbeliard. Een mooi vers spitskooltje behoeft weinig gedoe. Je kunt het kort koken, blancheren, roerbakken enzovoorts.

  • Voor twee personen;
  • Een kleine spitskool
  • twee goeie gerookte worsten
  • water
  • zout en peper

Was de kool, verwijder eventueel lelijke buitenbladeren en snijd de kool in de lengte in vieren. Verwijder de stronken en snijd de kwarten in fijne reepjes. Zet de worsten op met licht gezouten water en breng ze aan de kook. Voeg de kool erbij en blancheer ongeveer 10 minuten. Giet af en serveer de kool samen met de worsten op een schotel. Geef er aardappelpuree bij.

Kopje espresso toe.

 

Eten op de camping deel een; Boeuf Bourguignon

eten op de camping

Ik moet even een flinke inhaalslag maken. Het was hier de laatste weken zo druk dat er nauwelijks tijd overbleef voor het weblog, terwijl er toch van alles en nog wat te melden valt. Onze herfstvakantie brachten we door in Luxemburg en daar is nog wel een en ander over te schrijven.

Ik nam slechts één boek mee, veel tijd om te lezen zou er toch niet zijn in een gezelschap van 12 mensen en vier honden dacht ik zo. In zo’n groot gezelschap glippen de uren zomaar weg. Douchen, ontbijten, afwassen, de hondjes uitlaten en de ochtend is al voorbij… Dan volgen natuurlijk de dagelijkse boodschappen en dan is het alweer tijd voor de middagwandeling en daarop aansluitend het apperatief…

En dan de avondmaaltijd; voor 12 personen koken in een caravan valt niet mee. De ruimte is beperkt, we hebben slechts vier kookpitten en een aanrecht met ongeveer 60 cm werkvlak. Gelukkig staat het verblijf van Eupotours recht tegenover onze caravan. Daar is het binnen iets groter en kunnen we, als we allemaal een beetje inschikken, met 12 personen eten. Bovendien bezit Eupotours ook nog eens vier kookpitten en een koelkast. Koken is dan dus een kwestie van goed plannen en veel heen en weer rennen. Natuurlijk raakt daarbij onze hele huisraad door elkaar. Soms hebben wij nog vier vorken en twintig messen over, of zijn bij Eupotours opeens alle wijnglazen verdwenen. Aan het eind van de vakantie trekken we gewoon een uurtje uit om alles weer op de juiste plaats te krijgen…Tafelkleden en dekschalen daar doen we niet aan, gewoon de pan op tafel. Ieder heeft ook zo zijn vaste rol; Paul maakt de flessen open, Hijn is de proportioneur, Neel ruimt alles op, ik kook, Jeanne regelt de financien en de kinderen die moeten afwassen! Boodschappen doen we altijd samen. Iedereen heeft wel wat te zoeken in de grote supermarché’s. Iedere dag een volle kar. 12 mensen eten en drinken een enorme hoeveelheid en de koelkasten kunnen niet meer bevatten dan leeftocht voor één dag.

En wat we dan eten? Dat wordt tijdens het ontbijt democratisch besloten maar verandert in de loop van de dag nog een aantal keren en als we dan uiteindelijk in de supermarkt zijn besluiten we gewoon weer iets geheel anders klaar te maken…

In dit geval aten we Boeuf Bourguignon, erbij aardappelpuree met knolselderij en rode kool. Toe zelfgemaakte chocoladepudding met slagroom gemaakt door Flora en Ans.

  • Boeuf Bourguignon voor 12 personen
  • 2600 gram rundvlees (succade of de schouder is prima) in flinke dobbbelsten gesneden
  • een stuk ontijtspek in blokjes gesneden
  • 4 grote uien, fijngesneden
  • 4 wortelen
  • 6 tenen knoflook,
  • 2 laurierbladeren, wat tijm, selderie en peterselie
  • olijfolie
  • peper en zout
  • 1 1/2 fles Bourgogne (ik gebruikte in dit geval een andere wijn; een Julienas, die smaakte ons prima en was in de reclame…)

Bak het vlees in een stoofpan in hete olie aan alle kanten bruin en strooi er flink peper en zout over. (Bij zo’n hoeveelheid bak ik telkens een portie in een grote koekenpan). Bak onderwijl het ontbijtspek uit in een andere koekenpan en doe er de uien bij. Als de uien mooi aangefruit zijn dan mogen ze samen met het spek bij het vlees gevoegd worden. Giet een scheutje van de rode wijn in de uienpan en roer de aanbaksels los. Voeg de uien bij het vlees en giet er vervolgens de rest van de wijn bij. Het vlees mag nagenoeg helemaal onder staan. De tenen knoflook gaan in hun geheel in de pan, en ook het boeketje smaakmakers, de selderie, de helft van de peterselie, de tijm en het laurierblad. Op het zachte vuur van het allerkleinste pitje mag het gerecht nu twee en een half uur stoven. De wortelen worden grof geneden en gaan na die twee en half uur bij het vlees. Nog een half uur doorsmoren en het gerecht afmaken met de resterende fijngehakte peterselie en wat peper en zout.

© ellen.

 

La Rulles Triple, edition spéciale Houblon Simcoe…

bier
Over de Tripel van La Rulles schreef ik al in 2007. Ik dronk toen voor de eerste maal bier van La Rulles en ik was meteen enthousiast. Mijn waardering voor bier en brouwer is sinds die tijd alleen maar groter geworden.

Ik had er al over gelezen, maar toen ik dan met Vriend Jan de brouwerij weer bezocht was daar de kans om het bier ook te proeven.

Het betreft een speciale uitgave van de standaard tripel van La Rulles. In wezen wordt er niks veranderd aan het gewone brouwproces, behalve dan dat de hopmelange die men normaal gebruikt wordt vervangen door één speciaal ras: de Simcoe.

Die Simcoe hop is een nog jonge variëteit. Hij komt uit de V.S. en werd ontwikkeld door Yakima Chief Ranches. In het jaar 2000 verscheen hij voor het eerst op de markt en in korte tijd werd de hop wereldberoemd. (Ik kom hem in ieder geval voortdurend tegen op brouwfora en bier web-sites. En altijd wordt er positief en met een zekere bewondering over gesproken.)

Simcoe hop voegt aroma toe aan het bier. Citroen en sparren- of dennenhout is wat je ruikt en proeft. En het bijzondere aan de hop is dat hij het bier zalvend zacht maakt, terwijl het volle bitter (en daar ging het toch óók om!) volledig behouden wordt.

Sinds een aantal jaren wordt er bij La Rulles gebrouwen met Simcoe. Ze doen dat aan het eind van de zomer. Eén brouwketel per jaar, niet meer, niet minder. Ze verbouwen er hun tripel mee tot een van de zachtste en delicaatste die ik ken. Man-oh-man…

De Simcoetripel kost nauwelijks iets meer dan de “gewone” tripel. Ik weet het niet precies meer, maar Vriend Jan denkt dat hij (aan de brouwerij) ongeveer € 4,- kost. De inhoud van de fles is 70 cl.

(Een lezer liet me vertwijfeld weten dat hij het nogal frustrerend vond, al die verhalen over bier dat hij nooit wist aan te komen. Wat een onzin! Je doet je best maar lezer, mij komt het ook niet aanwaaien. Je moet erop jagen, je moet ervoor je luie stoel uit. Wil je dat niet, dan doe je jezelf tekort. Je zult dan genoegen moeten nemen met het pover assortiment van de super om de hoek… Overigens is het eerste Rullesbier gesignaleerd in Nederland. Het is sinds kort te koop bij enkele gespecialiseerde bierwinkels. Zoek maar op internet…)